Weg met woorden die een superioriteitsdenken in stand houden

Column

Discussie over de termen 'ontwikkeling' en 'integratie'

Weg met woorden die een superioriteitsdenken in stand houden

Weg met woorden die een superioriteitsdenken in stand houden
Weg met woorden die een superioriteitsdenken in stand houden

Van ‘ontwikkeling’ tot ‘integratie’: het gebruik van de juiste termen is belangrijk, vindt columniste Naima Charkaoui. ‘Willen we niet in het frame van superioriteit, achterstand en aanpassing vervallen, dan moeten we woorden zoeken die daar bij passen.’

© Charis Bastin

© Charis Bastin

Van ‘ontwikkeling’ tot ‘integratie’: het gebruik van de juiste termen is belangrijk, vindt columniste Naima Charkaoui. Sommige begrippen zijn gecontesteerd, maar een alternatieve betekenis bedenken is vaak niet genoeg. ‘Als we niet in het frame van superioriteit, achterstand en aanpassing willen vervallen, moeten we ook termen zoeken die daar bij passen. En termen afschaffen die daar lijnrecht tegenin gaan.’

Termen als ‘ontwikkeling’ of ‘het Noorden en het Zuiden’ staan momenteel hoog op de agenda in de sector waarin ik werk. De vraag is of ze wel gepast zijn en of er geen alternatieven zijn. Het is het gevolg van het dekoloniseringsdebat, dat terecht vragen oproept over de woorden die we gebruiken.

Die discussie over terminologie is voor mij herkenbaar. Ze roept herinneringen op aan debatten waarin ik ooit verwikkeld raakte. Debatten over termen zoals integratie, allochtoon en autochtoon.

Wat is de courante betekenis van de termen ontwikkeling en integratie? De spontane invulling die de meeste mensen eraan geven? Integratie gaat over ‘allochtonen’ die zich moeten ‘aanpassen’ aan ‘onze’ samenleving, waarbij extra aandacht geschonken wordt aan culturele en religieuze elementen. Een vrouw die ervoor kiest om een hoofddoek te dragen, krijgt dan al snel het verwijt dat ze niet geïntegreerd is. Ontwikkeling, dat gaat doorgaans over ontwikkelingslanden die hun ‘achterstand’ op ontwikkelde landen moeten inhalen, door zoveel mogelijk te worden zoals die ontwikkelde landen.

Beide woorden weerspiegelen een superioriteitsdenken. De ene (het Zuiden dan wel de allochtoon) moet daarbij op dwingende manier het voorbeeld volgen van de andere (het Noorden of de autochtoon). Wie dat lichtend voorbeeld niet volgt, krijgt sancties opgelegd. Wie geen inburgeringscursus volgt, krijgt een boete. Een land dat de recepten van de Wereldbank niet wil volgen, krijgt geen leningen.

Bij beide begrippen, zowel bij ontwikkeling als bij integratie, zie je een tweedeling tussen wij en zij.

Zowel bij ontwikkeling als bij integratie zie je een tweedeling tussen wij en zij. Twee eenheden die fundamenteel van elkaar verschillen, maar intern zo homogeen als monolieten zijn, uit één steen gehouwen.

De superioriteitslogica is totaal misplaatst, en ook die dichotomie, de tweedeling, strookt niet met de realiteit. Logisch daarom dat beide termen gecontesteerd zijn.

De ongelijkheid tussen landen, en tussen groepen in een land, komt niet voort uit een gebrek bij de ene, maar wel en in de eerste plaats uit de manier waarop het systeem functioneert. Op internationaal vlak gaat het om relaties van uitbuiting, denk bijvoorbeeld aan de lage prijzen die we betalen voor kleren, op de kap van lokale arbeiders. Die relaties zijn geworteld in de koloniale geschiedenis.

Op nationaal vlak, ook bij ons dus, gaat het om discriminatie en om ongelijke kansen. De redenen waarom er überhaupt migratie naar ons land is, staan trouwens niet los van die internationale verhoudingen. Het is die ongelijkheid, het zijn die relaties van uitbuiting en uitsluiting, die organisaties in de integratie- en ontwikkelingssector elk op hun terrein willen aanpakken en aanklagen.

Zelfde term, andere betekenis

Maar hoe kaart je ongelijkheid aan zonder zelf in de val te trappen van een simplistische tweedeling? Hoe pleit je voor meer gelijkheid, zonder de indruk te wekken dat er één superieur, te volgen voorbeeld is?

Het jargon van ontwikkeling en integratie zit her en der verankerd in officieel beleid, en dat maakt het er niet makkelijker op. Zo hebben de Verenigde Naties een lijst van ‘minst ontwikkelde landen’, met de bedoeling erover te waken dat die landen zeker de nodige steun krijgen. Het lijkt me terecht dat men wil garanderen dat de landen met de hoogste noden niet uit de boot vallen, maar wat een vreselijk stigmatiserende omschrijving is dat toch.

Mee dankzij hun officiële inbedding zijn termen als ontwikkeling en integratie mainstream. Hun brede herkenbaarheid maakt het best een uitdaging om ze te vermijden, want tegelijk wil je verstaanbaar blijven voor een breed publiek. Dat maakt een pragmatische aanpak aanlokkelijk: dezelfde termen blijven gebruiken, maar er een eigen betekenis aan geven.

Bij ‘integratie’ gebeurde dat bijvoorbeeld door de klemtoon te leggen op sociaal-economische participatie, zoals in onderwijs en werk, in plaats van op culturele aanpassing. En bij ‘ontwikkeling’ probeert men weg te blijven van een enge economische benadering. Zo schuiven de Verenigde Naties in hun Duurzame Ontwikkelingsdoelen (ook wel gekend als sdg’s) een integrale benadering naar voren van sociale, economische en ecologische uitdagingen. People, planet, prosperity, peace en partnership zijn de buzzwoorden.

Nieuwe definities proberen de tweedeling, tussen Noord en Zuid of allochtoon en autochtoon, te overstijgen. Duurzame ontwikkeling is een opdracht voor zowel ontwikkelde landen als ontwikkelingslanden, zo stellen de sdg’s. En het Vlaamse decreet over het integratie- en inburgeringsbeleid definieert integratie als een ruime opdracht voor de hele samenleving.

Het decreet doet dat met de woorden: ‘Integratie is een dynamisch en interactief proces waarbij individuen, groepen, gemeenschappen en voorzieningen elk vanuit een context van de afdwingbaarheid van rechten en plichten die inherent zijn aan onze democratische rechtsstaat, op een constructieve wijze met elkaar in relatie staan en omgaan met migratie en de gevolgen ervan in de samenleving’.

Schizofreen

Maar de strategie om de courante term een alternatieve betekenis te geven, leidt in de praktijk tot een schizofrene situatie. Over de hierboven geciteerde officiële definitie van integratie is vast diep nagedacht, maar ze staat mijlenver van de betekenis die het woord in de volksmond heeft.

Integratie is in het dagelijkse woordgebruik alleen een opdracht voor een persoon met een migratieachtergrond.

Integratie is in het dagelijkse woordgebruik alleen een opdracht voor een persoon met een migratieachtergrond. Succes wordt vooral gemeten op basis van culturele en religieuze elementen, eventueel aangevuld met het hebben van werk. ‘Geïntegreerd zijn’ is nog steeds het criterium bij uitstek om te oordelen of iemand erbij hoort of niet, of iemand kansen verdient of niet. Kortom: of je een “goede allochtoon” bent, of niet.

Eerder dan te mikken op alternatieve definities moeten we dus blijven zoeken naar betere termen. Het is een misvatting dat semantische discussies niet belangrijk zouden zijn, dat de lading zoveel belangrijker is dan de vlag. In het publieke debat van vandaag zijn woorden wellicht zelfs belangrijker dan ooit om bij de toehoorder bepaalde betekenissen op te roepen. Waarom anders zouden politieke partijen zich zoveel moeite getroosten om hún omschrijving van de nieuwe federale coalitie – Vivaldi, Avanti of paars-groen – in het debat naar voren te schuiven?

Termen zijn een krachtig instrument van framing. Als we niet in het frame van superioriteit, achterstand en aanpassing willen vervallen, moeten we ook termen zoeken die daarbij passen. En termen afschaffen die daar lijnrecht tegenin gaan.

Zo werd enkele jaren geleden in Gent op symbolische manier het woord allochtoon ten grave gedragen. Een goede zaak, gezien het stigmatiserend karakter van de term en het wij/zij-denken dat erin vervat zit. Maar slim goochelen met woorden is natuurlijk niet genoeg. De afschaffing van de term doet niet automatisch de hele problematiek van discriminatie verdwijnen.

Op dezelfde manier moeten we het woord ontwikkeling niet alleen in vraag stellen, maar dieper nadenken hoe het werken aan mondiale rechtvaardigheid kan op een gedekoloniseerde manier. Ook die uitdaging om zowel op inhoud als termen te dekoloniseren, hebben de integratiesector en Noord-Zuidsector, om ze nog een keer zo te noemen, gemeen.