“‘Welke toekomst voor kinderen op de vlucht?’
Een derde van de vluchtelingen die de afgelopen drie jaar Europa binnen is gekomen, zijn kinderen. Maar ondanks de toename van het aantal kinderen op de vlucht is er bij onze politici tot op dit moment geen bewustzijn om hiervoor een gepast beleid op poten te zetten.
© Brecht Goris
Elk haar op zijn hoofd ligt mooi geordend volgens de meest modieuze trend bij jongeren. Hier en daar zijn de haren geforceerd met een beetje gel, maar ze liggen hoe het moet, dat telt. Het probleem is zijn baard. Voor zijn leeftijd, en zeker vergeleken met zijn witte Belgische klasgenoten, heeft hij aardig wat baard. Maar hij is niet tevreden en liefst van al zou hij een volgroeide baard hebben. Hij vindt dat hij genoeg levenservaring heeft om zichzelf ‘een man’ te noemen.
Omar is zestien en op zijn veertiende gevlucht voor de oorlog in Afghanistan. Zijn vader werkt voor de lokale overheid en daardoor kwam hij in het vizier van de Taliban. Hij wordt gezien als een landverrader en verrader van de islam door te collaboreren met de “schoothondjes” van de vijand. De vijand, dat zijn de Amerikanen en bij uitbreiding alle andere landen die soldaten hebben gestuurd richting Afghanistan.
12 miljoen kinderen op de vlucht
Er zijn vele Omars in de wereld. Iets meer dan de helft van de 22,5 miljoen vluchtelingen in de wereld zijn kinderen van minder dan achttien jaar. Er wordt weinig over deze kinderen gesproken, maar hun lot is zonder twijfel een van de ergste drama’s in de wereld. 12 miljoen kinderen op de vlucht, dat is meer dan de hele Belgische bevolking.
Een klein deel van die kinderen komt naar Europa. Zoals Omar. Twee g’s heb je hiervoor nodig. Geld en geluk. De vader van Omar heeft al zijn spaargeld uitgegeven aan smokkelaars om zijn oudste zoon in veiligheid te brengen in de hoop dat Omar in Europa een toekomst kan opbouwen.
De cijfers tonen aan dat een derde van de vluchtelingen die de afgelopen drie jaar Europa binnen is gekomen, kinderen zijn. Ondanks de toename van het aantal kinderen op de vlucht is er tot op dit moment geen bewustzijn bij onze politici om een gepast beleid hiervoor op poten te zetten.
Basisrechten van kinderen worden met de voeten getreden door landen die in de top staan voor het vrijwaren van mensenrechten.
Het is daarom dat zelfs in de rijkste regio van de wereld deze gevluchte kinderen nog veel onrecht moeten verduren. Basisrechten van kinderen worden met de voeten getreden door landen die in de top staan voor het vrijwaren van mensenrechten. Gemaakte afspraken worden niet gerespecteerd. Zoals het Verenigd Koninkrijk dat slechts 220 niet-begeleide minderjarige vluchtelingen heeft opgevangen terwijl honderden anderen familie hebben in het VK. Het VK had de opvang beloofd van 480 van hen terwijl er sprake is van 90.000 niet-begeleide minderjarigen in Europa.
Volgens onderzoek is de situatie van kinderen in opvangcentra erbarmelijk. Ze zijn er slachtoffer van geweld en verkrachtingen. Niet-begeleide minderjarige vluchtelingen worden buiten de opvangcentra uitgebuit als arbeiders in de textiel- en landbouwsector. Anderen belanden in netwerken van gedwongen prostitutie. Uit verschillende Europese landen komen voorbeelden naar boven hoe sommige van deze kinderen zelfs lichaamsdelen worden ontnomen om deze te verkopen.
Afghanistan is veilig/onveilig
‘Ik heb geluk’, meent Omar ‘want ik leef nog. Ik heb verhalen over Afghanen gehoord die je zelfs in films niet ziet’, zegt hij half in het Nederlands, half in het Frans. Hij wil beide landstalen leren, want hij heeft een plan. Hij wil verpleger worden. Er is echter een probleem: Omar weet niet of hij hier mag blijven. De kans is heel klein omdat hij een Afghaan is.
Dat politici contradictorische feiten zonder enige moeite kunnen verkopen aan de burgers, is een teken van hoe die politici en velen onder ons besmet zijn met onmenselijkheid en onverschilligheid.
Ons land vindt, samen met andere Europese landen, dat Afghanistan veilig is voor Omar, maar onveilig voor Europese onderdanen. Dat politici dergelijke contradictorische feiten zonder enige moeite kunnen verkopen aan de burgers is een teken van hoe die politici en velen onder ons besmet zijn met onmenselijkheid en onverschilligheid.
Wekelijks komt Afghanistan in het nieuws met aanslagen waarin tientallen mensen het leven laten. Volgens mensenrechtenorganisaties is de situatie de afgelopen jaren verslechterd, er zijn meer aanslagen en meer slachtoffers. Er zijn talrijke – soms goed gedocumenteerde – voorbeelden die aantonen dat Afghanen die teruggestuurd worden in de handen vallen van de Taliban.
Er zijn nog vele andere problemen voor kinderen op de vlucht. Ze kampen met post-traumatische stress, depressie en angst. Hier bovenop komt de confrontatie met racisme, discriminatie en geweld. Deze problemen hebben een invloed op de lichamelijke en sociale ontwikkeling van deze kinderen.
Omar heeft een jaartje in een OKAN-klas gezeten en wil zo snel mogelijk een secundair diploma behalen om dan naar de hogeschool te kunnen gaan. Of het zover komt zal de toekomst uitwijzen. Hij heeft geluk: hij is een van de gevluchte kinderen die onderwijs geniet. Terwijl 91% van de kinderen in de wereld basisonderwijs geniet, daalt dat cijfer voor gevluchte kinderen tot 50%. Terwijl wereldwijd 84% van de kinderen naar secundair onderwijs gaat is dat voor kinderen op vlucht slechts 22%. Hier moeten we dringend iets aan doen door deze kinderen basis- en secundair onderwijs te garanderen. Want onderwijs is fundamenteel om deze jongeren te versterken.
Gezamenlijke toekomst
Als we gevluchte kinderen in bescherming nemen dan zien we dat ze opbloeien. Hoe kunnen we dit bereiken?
Eerst en vooral moeten kinderrechten zoals het recht op onderwijs, gegarandeerd worden aan alle kinderen ongeacht status of origine,. Ten tweede is er meer kennis en inzicht nodig bij mensen die met deze kinderen werken. Vaak ontbreekt de kennis over omgaan met kinderen die trauma’s hebben opgelopen bijvoorbeeld. Verder moeten we trachten de zelfwaarde van die kinderen te verhogen. Een mooi voorbeeld is een school in Mechelen die haar OKAN-leerlingen voorstelt als ambassadeur van hun land die zelf kiezen wat ze over hun land willen vertellen bij schoolactiviteiten.
We dienen te beseffen dat deze kinderen meer nodig hebben dan basisopvang
Ten vierde dienen we te beseffen dat deze kinderen meer nodig hebben dan basisopvang. We moeten ze “empoweren” zodat ze sterker in hun schoenen kunnen staan, ongeacht of ze hier blijven dan wel terug zullen gaan naar hun land. Ten laatste moeten we stoppen met vluchtelingen uitsluitend als slachtoffers te zien. We mogen niet vergeten dat het vaak vluchtelingen waren die de wereld hebben veranderd: Jezus, profeet Mohamed (vrede zij met hem), Freud, Einstein, Bob Marley, Freddy Mercury, Gloria Estefan, Rita Ora en Mila Kunis… allemaal vluchtelingen.
Tomáš Boček, Speciaal Vertegenwoordiger van de Raad van Europa inzake migratie en vluchtelingen, is een van de weinigen die aan de alarmbel trekt na een vernietigend rapport over de situatie van kinderen op vlucht in Europa. Hij waarschuwt ons onder andere over mogelijke radicaliseringsproblemen later bij deze jongeren. ‘What these children are going through will define who they will become. And it will also define, in some respects, our common future.’
Als Omar zijn groot plan kan realiseren en verpleegkundige worden dan is niet enkel zijn droom gerealiseerd, maar ook die van zijn vader. In ons land hebben we grote nood aan verpleegkundigen. De politiek en wij burgers kunnen niet langer onverschillig blijven, maar moeten in actie schieten en verantwoordelijkheid nemen voor deze kinderen en niet langer kansen en talent verspillen die zowel de kinderen op de vlucht als onze samenleving nodig heeft.
Bleri Lleshi is politiek filosoof en auteur van de bestsellers ‘Liefde in tijden van angst’ en ‘Inaya. Brief aan mijn kind’. Momenteel werkt hij aan een nieuw boek ‘De kracht van hoop’ dat in april 2018 verschijnt. Zijn blog vind je hier en je kan hem volgen op Facebook en Twitter