Geweld in de strijd tussen onderdrukten en onderdrukkers
“‘Wie zijn de terroristen?’
In zijn column vraagt oud-journalist Walter Zinzen zich af wie de terroristen zijn in Israël. Hamas? Zeker. Maar zijn ze de enigen? Hoe noemen we het dagelijkse doden van honderden ongewapende burgers, mannen, vrouwen, kinderen, zieken en mensen met een handicap? Heiligt het doel echt de middelen?
Walter Zinzen
© Brecht Goris
In zijn column vraagt oud-journalist Walter Zinzen zich af wie de terroristen zijn in Israël. Hamas? Zeker. Maar zijn ze de enigen? Hoe noemen we het dagelijkse doden van honderden ongewapende burgers, mannen, vrouwen, kinderen, zieken en mensen met een handicap? Heiligt het doel, de vernietiging van Hamas, de middelen?
Disclaimer: Het gaat hier niet over het terrorisme van Al Qaeda, IS en consorten. Het gaat over geweld in de strijd tussen onderdrukten en onderdrukkers.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog waren in alle door de Duitsers bezette landen verzetsbewegingen actief. Ze pleegden sabotagedaden, aanslagen en moorden. Zelf noemden ze zich partisanen, de Duitsers hadden het over terroristen die meedogenloos uitgeroeid moesten worden. We weten ondertussen wie de echte terroristen waren.
In het Midden-Oosten was al in de jaren 66-70 na Christus een bevrijdingsbeweging actief . De Zeloten, een joodse sekte, zaaiden in Palestina dood en verderf om de Romeinse bezettingsmacht te verdrijven. In historische geschriften worden ze de eerste echte terroristen genoemd. Maar de Romeinen beantwoordden het geweld van de Zeloten net zo meedogenloos als de Duitsers het verzet in de jaren veertig.
Wie waren dan de echte terroristen?
In de elfde eeuw meldden de kruisvaarders zich in Palestina, dat ze het Heilig Land noemden. Het Historisch Nieuwsblad beschrijft de verovering van Jeruzalem op 15 juli 1099 als volgt: ‘Om van Jeruzalem een christelijke stad te maken werden 20.000 inwoners, zowel moslims als joden, over de kling gejaagd.’
Een deelnemer aan deze eerste kruistocht, Raimond van Aiguilers, beschrijft zijn vreugde om dit bloedbad als volgt: ‘Het was een rechtvaardige en schitterende straf van God dat deze plaats verzadigd was van het bloed van ongelovigen.’ De kruisvaarders waren dus echte terroristen. Ze kwamen niet in opstand tegen een verdrukker, maar slachtten onschuldige mensen af.
Geweld plegen om een al dan niet edel doel te bereiken: het is een tactiek, die al eeuwen over de hele wereld gebruikt wordt maar waar geen rechtvaardiging voor bestaat. Mijn held is Mahatma Ghandi, die door burgerlijke maar vreedzame ongehoorzaamheid er in geslaagd is een einde te maken aan de Britse kolonisatie van zijn land. Uitgerekend deze vredesapostel werd in 1948 vermoord door een extremistische Hindoe.
Tijdens de laatste dekolonisatiegolf waren in heel zuidelijk Afrika gewapende bevrijdingsbewegingen actief. Overal werden ze door de blanke kolonisatoren terroristen genoemd.
In andere Britse kolonies zochten “inlanders” wel hun toevlucht tot geweld. In Kenia bijvoorbeeld kwamen de Mau Mau in 1952 in opstand tegen de Britten. Hun aanslagen waren bloederig, ze werden terroristen genoemd. Maar wat deed de Britse Koning Charles tijdens zijn officieel bezoek aan Kenia eind oktober? Hij verklaarde er dat er geen verontschuldiging mogelijk was voor de wreedheden, die door de Britten werden begaan tegen de Kenianen, die vochten voor hun onafhankelijkheid. Wie waren dan de terroristen?
Ik heb het voorrecht gehad als verslaggever de laatste dekolonisatiegolf in Afrika van dichtbij te mogen volgen. In heel zuidelijk Afrika waren gewapende bevrijdingsbewegingen actief. Overal werden ze door de blanke kolonisatoren terroristen genoemd. In Angola, in Mozambique, in Zimbabwe (toen nog Rhodesië), in Namibië, in Zuid-Afrika: overal werd een “war on terror” gevoerd door de blanke machthebbers.
Nelson Mandela werd in 1963 tot levenslang veroordeeld wegens terrorisme. Hij had als leider van de gewapende afdeling van het ANC — Speer van de Natie — inderdaad aanslagen gepleegd, maar nooit tegen mensen. Hij probeerde zoveel mogelijk dodelijke slachtoffers te vermijden, wat hem niet altijd lukte. Dertig jaar later werd hij president van Zuid-Afrika en probeerde hij van zijn land “een regenboognatie” te maken, waar alle kleuren gelijkwaardig zijn.
In 1995 startte een Waarheidscommissie haar werkzaamheden onder leiding van de ongeëvenaarde bisschop Tutu. De commissie beloofde amnestie aan iedereen die de waarheid sprak over zijn/haar misdaden, zowel begaan door dienaren van het apartheidsregime als door vrijheidsstrijders. Voor de wreedheden van de apartheid was amnestie mogelijk! Wie waren dan de echte terroristen?
Overeenkomsten
Het is opvallend hoe Zuid-Afrika tijdens de apartheid overeenkomsten vertoonde met Israël, ondanks de verschillen die er ook waren. Bij de machthebbers speelde in beide gevallen godsdienst een grote rol. De blanken steunden hun apartheid op de bijbel, waarin volgens hen de zwarten als een minderwaardig volk werden beschouwd. Ze beweerden dat het land onbewoond was toen Jan Van Riebeeck er voet aan wal zette in 1652.
Israël baseert zijn aanspraken op Palestina eveneens op de Bijbel. De zionisten beweren dat de joden en alleen de joden de oorspronkelijke bewoners zijn. De Westelijke Jordaanoever duiden ze aan met de Bijbelse namen Judea en Samaria. Voor de rest van de wereld zijn het bezette gebieden. Maar de scheiding tussen Joden en Palestijnen, zowel in Israël zelf als op de Westelijke Jordaanoever, is zo groot dat velen het apartheid noemen.
Maar de wonderen zijn de wereld niet uit. Op 13 september 1993 hebben we er zo een meegemaakt: de Israëlische premier Yitzak Rabin, een gewezen opperbevelhebber van het Israëlisch leger, en Yasser Arafat, een gewezen terrorist en leider van de PLO (Palestijnse Bevrijdingbeweging) sloten de zgn. Oslo-akkoorden.
De ene had ooit 70.000 Palestijnen uit hun huizen verjaagd, de Zesdaagse Oorlog gewonnen en opdracht gegeven de benen en botten te breken van Palestijnse actievoerders. De andere was berucht voor talloze vliegtuigkapingen en de moord op elf Israëlische atleten op de Olympische Spelen in München in 1972. Samen hebben ze de eerste stappen gezet op weg naar een duurzame vrede en een definitief einde van geweldpleging aan beide kanten.
Dat zagen de Israëli’s graag gebeuren: een concurrent voor Arafat, die de Palestijnen zou verdelen.
Het tegendeel gebeurde: Rabin werd in 1995 vermoord door een extremistische zionist, Arafat kreeg zijn achterban niet mee.
Gevolg: het geweld laaide weer op. Aan Palestijnse kant speelde een relatief nieuwe organisatie daarin een grote rol: Hamas. Waar de Fatah-partij van Arafat seculier was, beriep Hamas zich op de Islam. De beweging werd gesticht in 1987 door sjeik Ahmed Yassin, die in een rolstoel zat en bijna blind was.
Dat zagen de Israëli’s graag gebeuren: een concurrent voor Arafat, die de Palestijnen zou verdelen. Hamas werd gesteund, ook financieel. ‘Hamas is tot mijn grote spijt een creatie van Israël,’ vertelde Avner Cohen, een voormalige Israëlische functionaris, die twee decennia in Gaza had gewerkt, in 2009 aan Wall Street Journal. (Geciteerd op de site Historia)
Maar Hamas geloofde in de gewapende strijd en viel met zelfmoordterroristen niet alleen militaire maar ook civiele doelen aan. In 2004 was het afgelopen met de liefde: sjeik Yassin werd door Israël vermoord in een helikopteraanval, waarbij ook zijn twee lijfwachten en negen burgers omkwamen. Gevolg: de populariteit van Hamas schoot omhoog. Het won de Palestijnse parlementsverkiezingen in 2006 en veroverde de controle over Gaza.
Nieuwe verkiezingen werden niet georganiseerd. De rest zien, horen en lezen we dagelijks in de media: de slachtpartij door Hamas op 7 oktober, de reactie daarop door Israël.
Maar de vraag blijft: wie zijn de terroristen? Hamas, zeker. Zijn ze de enigen? Hoe noemen we het dagelijkse doden van honderden ongewapende burgers, mannen, vrouwen, kinderen, zieken, mensen met een handicap
? Heiligt het doel, de vernietiging van Hamas, de middelen? Waar blijft de Palestijnse Ghandi en de Israëlische Mandela?