Wie zonder zonde is

Column

Wie zonder zonde is

Wie zonder zonde is
Wie zonder zonde is

Dikke pens hebben ze, zwart onder de nagels, stinkende anorak en grauwgewassen sportsokken. Vies volk is het. Uit de Balkan. Hun gordijntjes hangen niet. Hun gordijntjes staan, stijf van de slechte adem. Op het dashboard liggen kruimels uit Roemenië. Aan de achteruitkijkspiegel hangt een onderbroek, frivool. Het is dat soort volk. Het hurkt in bermen, prutst met tachografen en rijdt ons koninkrijk in de prak, tegen 90 kilometer per uur.

Er zijn nog zekerheden in dit land. De parkings langs de snelweg staan altijd vol. En in het struikgewas hangen hun condooms, nat en slap en weggeslingerd. Bouletten van de Carestel, daar teren ze op. Vuile praat, daar houden ze van. Niet dat wij de praat verstaan, want ze komen uit de Balkan, maar toch.

Als zij onze verkeersregels eens zouden begrijpen. Is het nu zo moeilijk om regen te herkennen? Je mag niet inhalen als het regent! Maar ze knielen allemaal voor de heilige 90. En de rest is te zwaar geladen, dendert ons wegdek aan gruizelementen. Remmen kunnen ze niet, willen ze niet, zullen ze niet. En als ze toch remmen doen ze het consequent per ongeluk. Hun oplegger gaat onderuit. De lading schuift over het asfalt. Er is damp. Er is miserie. Kartonnen dozen worden slap in de regen en Martine Tanghe leest voor.

Spreek ons niet van vrachtwagenchauffeurs. Hadden we er al zin in, dan hebben we er geen tijd voor. We moeten om tien uur in Brussel zijn, voor een vergadering met belangrijk volk en hopelijk niet opnieuw van die mottige krabsla tussen de broodjes. De groeven van onze winterbanden slikken zoveel water als ze kunnen. De rode achterlichten van de eindeloze vertraging schijnen troebel tegen wat november is: triest. De gps voorspelt dat we het niet zullen halen. Op de afrit van Groot-Bijgaarden staat een muur van vrachtwagens, het zijn zij weer.

Wij komen overal te laat. En het klimaat is naar de knoppen. En wiens schuld is dat? Hun schuld!

Aan de kant, hoesten we en we slaan met onze vlakke hand op de passagierszetel. Bellen dan maar, dat ze ons niet voor elf uur hoeven te verwachten. Hallo iPhone 5? Made in China, uit de lucht gevallen, recht in onze boekentas! We schakelen terug naar tweede versnelling. Linkerschoen trapt op de koppel, handgenaaid in Italië, zelf over de Alpen geklommen. Tussen de broodjes van de vergadering verwelkt intussen de verse sla, geoogst in de serres van Hooglede, geveild in Roeselare, telepathisch tussen de helften van de ciabatta gaan liggen. Uiteraard. Het is de aard van de dingen dat ze ons ongemerkt bereiken.

De trucker maakt van zijn teut. Claxon! Flikkerende koplampen en een gebaar dat vraagt of wij nog goed bij ons verstand zijn. Bellen en invoegen tegelijk! Dat de Balkanhommel zijn bakkes houdt! Wij schreeuwen condens tegen de binnenkant van de voorruit. Wij moeten op een belangrijke vergadering zijn, wat helemaal iets anders is dan het wegennet terroriseren met 40 ton maandverband. Of wat sleurt dat volk allemaal mee. 500 miljoen ton goederen per jaar, zeggen de statistieken, over de weg.

Het volk is gek geworden. Wie zonder zonde is, werpe zich uit de file.