Bouwen we eindelijk een buffer tegen desinformatie?
“‘Woorden zijn geen wind’
Grootschalige desinformatie is de mijn die ligt te sluimeren onder het speelplein, schrijft Bieke Purnelle in haar column. Een verkeerde hinkstapsprong en ze ontploft. Laten we ze vrijelijk circuleren en de geesten verzieken? Bouwen we eindelijk een buffer? Of is het al te laat?
Bieke Purnelle
©Brecht Goris
Ik weet niet hoe het met u zit, maar zelf heb ik wat last van een bezwaard gemoed omtrent de planeet. Ik weet dat de Steven Pinkers van deze wereld ons willen aanpraten dat alles veel beter gaat dan ooit, maar om een of andere reden slikt mijn brein het niet en het dagelijkse nieuws helpt het ontij in mijn hoofd ook al niet keren.
Mijn ziekenfonds stuurde een tijd geleden een nieuwsbrief uit met tips over omgaan met nieuws, meer bepaald met slecht, negatief en heftig nieuws. ‘Fit in je hoofd’, luidde de titel van de betreffende rubriek. Een van de tips luidde: ‘Informeer je met mate en doordacht.’ Klinkt logisch, maar als je er wat langer over nadenkt is het waardeloos. Want wat is ‘met mate’?
Dankzij het internet kan iedereen een boodschap verspreiden en daar snel en makkelijk een groot publiek mee bereiken. Dat is geweldig en vreselijk tegelijk.
Met mate is een begrip waar je weinig mee kunt vermits mensen verschillende maten hanteren. Zelf ben ik iemand die standaard de hoeveelheid knoflook in een keukenrecept verdubbelt onder het motto ‘een teentje is geentje’. Ik ken iemand die in elk gerecht chili smokkelt, in hoeveelheden die sommige eters doen zweten, maar die zij zelf nauwelijks nog opmerkt.
Nieuws consumeren ‘met mate’ betekent dan ook voor iedereen iets anders. Sommige mensen zitten dagelijks minstens 8 uur per dag met hun neus bovenop de actualiteit, omdat iemand hen daarvoor betaalt. Zij lijken mij niet massaal bezwaard, of in ieder geval niet bezwaarder dan gemiddeld.
‘Doordacht’ is ook al zo’n wazig begrip. Heel veel mensen die vurig geloven in de mafste complottheorieën noemen hun ideeën doordacht. Zijn noemen zichzelf kritisch, doen hun eigen “onderzoek” en vormen hun eigen mening. Kranten lezen ze niet, want die liegen. Het Journaal is een complot van de elite. Geschiedenis is vals. De holocaust is een hoax. De wereld wordt geregeerd door kwaadaardige reptielen.
Dat klinkt allemaal vrij komisch, op het eerste zicht. Toch valt er weinig te lachen. Sommige mensen verliezen zich zo diep in de krochten van dit soort waanzinnige theorieën dat ze overgaan tot actief verzet. In hun gedachten zijn zij de dappere helden die de wereld moeten redden van een grootschalig complot tegen het volk. In werkelijkheid plegen ze geweld.
Ze slaan mensen een schedelbreuk met een hamer om een voorbeeld te stellen aan de kwaadaardige elite. Ze stormen gewapend een pizzeria binnen om er wild in het rond te schieten omdat ze geloven dat er zich beneden een kelder bevindt waar de Clintons een pedofiel netwerk onderhouden. Ze bestormen het Capitool om een einde te maken aan de hegemonie van de heersende klasse. Ze stelen wapens uit een kazerne en bedreigen wetenschappers. Ze worden lid van een schietclub en verspreiden dreigementen aan het adres van wie of wat hen niet zint.
Van alle tijden
Complottheorieën zijn van alle tijden. De moord op Julius Caesar, de heksenvervolgingen en de Franse Revolutie stelden heel wat weldenkende burgers bloot aan complexe, maar aantrekkelijke samenzweringstheorieën, waarvan sommige, zoals de Illuminati en het antisemitisme, de tand des tijds doorstonden.
Maar nooit eerder raakten ze zo vlot en snel verspreid.
Ooit moesten mensen de straat op om anderen te ontmoeten en met hen te communiceren. Dankzij het internet kunnen we razendsnel en zonder moeite met de hele wereld interageren. Iedereen kan een boodschap verspreiden en daar snel en makkelijk een groot publiek mee bereiken.
Dat is geweldig en vreselijk tegelijk.
Woorden zijn geen wind, maar nestelen zich in de hoofden, waar ze aanzetten tot daden.
Geweldig omdat belangrijke, interessante en nuttige informatie en kennis toegankelijker is geworden. Geweldig omdat we live kunnen chatten, facetimen, converseren, debatteren met mensen aan de andere kant van de wereld.
Vreselijk omdat ook opruiende, gevaarlijke en misleidende inhoud toegankelijker is dan ooit en we die impact niet echt hebben doorgedacht. Woorden zijn immers geen wind, maar nestelen zich in de hoofden, waar ze aanzetten tot daden. Samenzweringstheorieën oefenen een onweerstaanbare aantrekkingskracht uit op mensen die de wereld liever verklaard zien in het onwaarschijnlijke en complexe dan in het banale en toevallige.
In die optiek is de commotie rond de overname van Twitter door een megalomane narcist als Elon Musk misschien een zegen: omdat zijn baldadige gedrag ons dwingt om na te denken over de implicaties van wat we gecreëerd en even gretig als kritiekloos omarmd hebben.
Grootschalige desinformatie is de mijn die ligt te sluimeren onder het speelplein. Een verkeerde hinkstapsprong en ze ontploft. Laten we ze vrijelijk circuleren en de geesten verzieken? Bouwen we eindelijk een buffer? Of is het al te laat?