Digitale zekerheid en menselijke twijfel

Column

Digitale zekerheid en menselijke twijfel

Digitale zekerheid en menselijke twijfel
Digitale zekerheid en menselijke twijfel

We lijken er allemaal rotsvast van overtuigd dat technologie onfeilbaar is, maar is dat wel zo?

Of u wakker ligt van mannen die in korte broek achter een bal aan hollen, weet ik niet. Mij laat de vierjaarlijkse hoogmis die dezer dagen zowat iedereen in de ban heeft koud.

Ik onderga lijdzaam de manie die zich van de mensen die ik tegenkom heeft meester gemaakt. Met ongeziene heftigheid verkondingen ze meningen over mensen met namen die me niets zeggen die dingen deden die ik niet begrijp.

Slechts af en toe hoor ik iets dat mijn interesse wekt. Zo merkte een gewaardeerde collega op dat het toch een beetje belachelijk is als de bal tergend traag over de doellijn rolt en de televisie meteen een beeld serveert waarin de nieuwe doelpuntendetectietechnologie vertelt wat iedereen net had gezien: iemand scoorde.

De anekdote was grappig– ik lachte even – maar bevatte veel meer informatie dan de verteller had bedoeld. Ze vertelde ongewild heel wat over de relatie tussen mensen en technologie.

De paradoxale twijfelaar

De mens is een paradoxaal wezen. Als we onszelf onderhouden met verhalen over onze positie in de keten die we “het leven” noemen, zijn we schaamteloos overmoedig. Vol van onszelf. Overtuigd van onze absolute suprematie. De biologen die kond doen van inzichten die de argumenten voor zoveel arrogantie ondergraven horen we gemakshalve niet. Wij zijn de scheppers. Almacht ligt in het verschiet.
 
Terzelfdertijd proberen we allemaal in min of meerdere mate om te gaan met de existentiële angsten die ons vaker aansturen dan we geneigd zijn toe te geven. We willen wel graag geloven dat we het summum van de evolutie zijn, maar zijn daar in essentie allerminst van overtuigd.

Om dat gebrek aan overtuiging te verhullen, doen we een beroep op trucjes die waarschijnlijk even oud zijn als de mensheid zelf. We verzinnen denkbeelden waarmee we de werkelijkheid bezweren. Rituele handelingen moeten ons laten geloven dat er iets of iemand anders is die boven die fundamentele onzekerheid staat, die de waarheid incorporeert, die zonder te twijfelen goed van kwaad kan onderscheiden. Omdat we ons zelfs dan nog niet helemaal zeker voelen, zijn er Uitleggers die zich in vreemde gewaden hullen en de boodschap hapklaar maken.

Toch kwamen ze niet, de inzichten die ons voorgoed van het gevoel van twijfel konden verlossen.

Gedurende zowat de hele menselijke geschiedenis hebben we gebruikgemaakt van goden – in diverse verschijningsvormen – om ons de onmogelijke zekerheid te bieden. We bouwden onze samenlevingen op rond de instituties die uit onze behoefte aan externe zekerheid ontsproten, wat er vooral toe geleid heeft dat we die nooit zouden verwerven.

En toen zagen we het licht en durfden we het aan wat meer te vertrouwen op onze waarnemingen. We verzonnen nieuwe rituelen - de Methode – en installeerden nieuwe Uitleggers, die we Wetenschappers noemden. Die zouden ons bevrijden van het dwangmatige perspectief dat we al die tijd hadden gehanteerd. De waarheid lag niet langer verscholen bij een onzichtbare Almacht, maar in het menselijk vermogen tot denken.

Toch kwamen ze niet, de inzichten die ons voorgoed van het gevoel van twijfel konden verlossen. Degenen die met de goden praatten, begrepen we niet goed, maar zij die de magische formules bedachten, slaagden er oon niet in ons te bevrijden.

De vrijheid in de machine

Wat formules niet konden, lukte de toepassingen ervan – de Technologie – wel. Althans, daar lijkt het op. We snappen uiteraard geen snars van wat technologie precies doet, maar we malen er niet om, omdat we zekerheid vinden in de uiterlijke aspecten van technologie. Die bieden de illusie van duidelijkheid en eenvoud. Het doet er immers niet toe hoe een smartphone de dingen klaarspeelt, wel wat we ermee kunnen.

Hoewel we met grote regelmaat bewijzen van het tegendeel krijgen – ik schrijf dit stuk op de dag dat Facebook even niet werkte en gebruikers verweesd achterliet met zichzelf – lijken we er allemaal rotsvast van overtuigd dat technologie onfeilbaar is. Dat doet zelfs de paus niet langer na.

Het doet er niet toe hoe een smartphone de dingen klaarspeelt, wel wat we ermee kunnen.

Die overtuiging wordt met verve versterkt door de nieuwe hogepriesters. Hun vreemde gewaden hebben ze afgelegd, ze zien er zo menselijk uit. Ze lijken zo op ons, al zien ze er onmiskenbaar succesvoller uit. Zelfverzekerd. Geen zweem van twijfel is te bespeuren wanneer ze ons de laatste emanatie van het menselijk vernuft voorschotelen.

Het doelpuntenregistratiesysteem, bijvoorbeeld. Dat is zo accuraat, zo precies, zo onmenselijk objectief. Het bevrijdend gevoel dat ons te beurt valt, zorgt ervoor dat we niet eens willen bedenken dat we al wisten dat de goal gemaakt was. De machine heeft gesproken. We zijn veilig. We kunnen rustig verder indommelen.

Moge de beste winnen.

Tags