‘Waar blijft onze Omtzigt?’
“‘Zijn karaktermoorden het nieuwe normaal?’
Jan Jambon (N-VA) viel in het Vlaams Parlement uit naar Sihame El Kaouakibi (onafhankelijk), waarop applaus volgde. Een schande en een dieptepunt in onze politieke cultuur, schrijft MO*columnist Walter Zinzen. ‘Karaktermoorden, is dat wat we willen?’
Walter Zinzen
© Brecht Goris
Glorie en ere zij den here Alexander De Croo! Hij is erin geslaagd een bres te slaan in de particratie! Voor het eerst in decennia hebben we dankzij hem een partijvoorzitter die zich met de partij moet bezighouden, en niet met het beleid. Voortaan is het de premier die de politiek leider is van de Open VLD en niet de (tijdelijke) voorzitter.
Tom Ongena heet de brave man. Klein vlekje toch op zijn benoeming: hij is weliswaar Vlaams Parlementslid, maar werd nooit verkozen. Hij vervangt Bart Somers, die ontslag uit het parlement moest nemen toen hij minister werd.
Ooit was het een liberaal die het verderfelijke systeem van de opvolgerslijsten op de kiesbrieven wou afschaffen. Guy Verhofstadt was zijn naam. Hij wou parlementsleden die, om welke reden dan ook, hun mandaat niet konden voltooien, vervangen door kandidaten die op de gewone kieslijsten stonden en dus aan de échte verkiezingen hadden deel genomen.
Het is van de regering-Van Acker (1945-1946) geleden dat een Belgisch kabinet met zoveel crises tegelijk werd geconfronteerd.
Maar dat was niet naar de zin van de particraten en dus kwam er niets van in huis. Zou Alexander De Croo de nieuwe Verhofstadt worden, die het parlement vraagt de opvolgerslijsten af te schaffen?
De premier heeft andere kopzorgen: hij moet proberen het negatieve imago van zijn Vivaldi-regering op te vijzelen zodat de verkiezingen van volgend jaar geen ramp worden voor de zeven partijen die zijn coalitie vormen. Ik vind veel van de kritiek op Vivaldi onterecht en vooral bevooroordeeld. Het is van de regering-Van Acker (1945-1946) geleden dat een Belgisch kabinet met zoveel crises tegelijk werd geconfronteerd.
Na de Tweede Wereldoorlog moest het land herbouwd worden, de economie heropgestart, de infrastructuur hersteld. Nu zorgden de coronapandemie, de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de daarmee gepaard gaande gierende inflatie voor een opeenstapeling van problemen, waar niemand op voorbereid was.
Schandvlek
België kwam beter uit die crises dan de meeste andere landen, mede dankzij onze robuuste sociale zekerheid. Dat we die hebben, danken we aan de man die het oorlogspuin moest ruimen: Achilles Van Acker. Maar het is het Vivaldi-kabinet geweest dat de nodige maatregelen heeft genomen om de ergste rampen te voorkomen.
Maar ja, het is waar: het kabinet heeft niets terechtgebracht van de beloofde pensioen- en fiscale hervormingen. Ook de twee ministers van Institutionele Hervormingen, Verlinden (CD&V) en Clarinval (MR), hebben er niets van gebakken.
Dé schandvlek van Vivaldi is evenwel het migratiebeleid. Hiervoor verdient de regering-De Croo de hoofdprijs van de onmenselijkheid en de hardvochtigheid. Het feilen van Vivaldi is een gevolg van het feit dat er te veel kleine partijtjes nodig waren om aan een meerderheid te raken. Hun kleine belangetjes wegen steevast zwaarder door dan het landsbelang.
De kans is groot dat alle centrumpartijen, op Vooruit wellicht na, volgend jaar nog kleiner worden. Zo klein dat federaal alleen nog een minderheidskabinet gevormd kan worden, omdat Franstaligen nooit met Vlaams Belang zullen willen regeren. Tenzij natuurlijk PS en N-VA groot genoeg blijven om hun fout van Vollezele in 2010 te herstellen en alsnog doen wat toen niet lukte: een “historisch akkoord” sluiten.
Die versnippering van het centrum is een van de redenen waarom er in velden noch wegen een nieuwe Van Acker opdaagt. Van Acker stond aan het hoofd van een partij (de Belgische Socialistische Partij) die in heel het land een grote aanhang had. Voor zijn sociale zekerheid kreeg hij de steun van de progressieve vleugel van de al even machtige CVP.
Dit politieke landschap is volledig verdwenen. Jean-Luc Dehaene was de laatste premier die nog met heel zijn gewicht belangrijke beslissingen kon forceren. De Belgische toetreding tot de euro, bijvoorbeeld.
Die haast uitzichtloze situatie doet vele commentatoren een beetje jaloers naar Nederland kijken. Daar is ook reden toe.
Het demissionaire kabinet-Rutte mag zich, net zoals dat bij ons de regel is, alleen maar bezighouden met lopende zaken. Het verschil is dat een Belgische ontslagnemende regering zelf bepaalt wat lopende zaken zijn. In 1968 bestelde de demissionaire premier Vanden Boeynants nog snel 106 Mirages bij Dassault. Toen een journalist hem vroeg of dat wel een lopende zaak was antwoordde hij: ‘Dat zijn geen lopende zaken, vriend. Dat zijn vliegende zaken.’
De Nederlandse politicus Pieter Omtzigt heeft ook in Vlaanderen succes. ‘Waar blijft onze Omtzigt?’ is een veelgehoorde vraag.
Niet zo in Nederland. Na het ontslag van het kabinet-Rutte was het de Tweede Kamer die besliste welke zaken “controversieel” zijn en welke niet. De regering mag zich nog alleen bezig houden met “niet-controversiële” zaken. Wat als “controversieel” wordt aangemerkt, wordt doorgeschoven naar de regering, die na de verkiezingen aantreedt. Dat noemen we parlementaire democratie.
In Nederland is de versnippering van het politieke landschap nog groter dan bij ons. Maar: er is Pieter Omtzigt, een parlementariër met een indrukwekkende staat van dienst. Een politicus ook die het christendemocratische CDA de rug heeft toegekeerd maar op zijn eentje de christen-democratische waarden in ere heeft hersteld.
En vooral: een man, die een nieuwe partij heeft opgericht (Nieuw Sociaal Contract, red.) waarmee hij hoog scoort in de peilingen. De man heeft ook in Vlaanderen succes. ‘Waar blijft onze Omtzigt?’ is een veelgehoorde vraag. Maar het is niet allemaal honing en zonneschijn voor de man die een gevaar is voor de leidende politieke kaste.
Karaktermoorden
Tineke Beeckman signaleerde in De Standaard dat op Pieter Omtzigt een karaktermoord wordt gepleegd. ‘Al jaren, zo schrijft ze, trekken ex-partijgenoten en criticasters zijn politieke geschiktheid in twijfel. In de coulissen fluisteren ze dat met hem geen land valt te bezeilen, hij zou asociaal zijn, een “lastpak”, een “autist”. Nadat Omtzigt twee jaar geleden een burn-out had gekregen, kwam daar nog bij: “Een zieke man.” Met de suggestie dat hij elk moment kan instorten.’
Het gerecht heeft nog steeds niet gesproken, en dus geldt nog altijd het vermoeden van onschuld. Maar de media en de politieke klasse hebben El Kaouakibi al veroordeeld.
Een karaktermoord? Dat komt ons bekend voor. Tineke Beeckman geeft er de volgende academische definitie van: ‘De gebruikte wapens zijn vage verdachtmakingen, overdrijvingen en halve waarheden die dienen om iemands legitimiteit voor een functie te ondergraven.’
Uit het blote hoofd ken ik drie gevallen die volkomen aan die definitie beantwoorden: Conner Rousseau, Dalilla Hermans en Sihame El Kaouakibi.
Ja, ook El Kaouakibi. Het gerecht heeft nog steeds niet gesproken – en dus geldt nog altijd het vermoeden van onschuld — maar de media en de hele politieke klasse hebben haar al veroordeeld. De uitval naar haar van Jan Jambon in het Vlaams Parlement en het daarop volgend applaus zijn een schande en een dieptepunt in onze politieke cultuur.
Is dat het niveau waarop in Vlaanderen en België het politieke debat en de verkiezingscampagne gaan gevoerd worden? Dan mogen we helemaal vergeten dat we in een democratisch land leven. Dan wordt het “georganiseerde meningsverschil” vervangen door karaktermoorden. Is het dat wat we willen?