Zwijg niet over machtsverschillen

Column

Zwijg niet over machtsverschillen

Zwijg niet over machtsverschillen
Zwijg niet over machtsverschillen

Liefste lezers, zien jullie een systematiek in het monddood maken van mensen met een migratieachtergrond die ingaan tegen de gevestigde macht van witte elites? En als jullie die systematiek zien, waarom twijfelen jullie dan nog om die ook luidop te erkennen? Want dat is de basisvoorwaarde om te strijden tegen machtsongelijkheid gebaseerd op kleur en afkomst?

De haast tastbare systematiek waarover ik het wil hebben, begint bij de reacties op het ontslag van Rachida Lamrabet. Haar professionaliteit werd in twijfel getrokken omdat ze de hoofdzonde begin om als kunstenaar vragen te stellen over privacy via het zogenaamde boerkaverbod in haar “Project Deburkanisation”.

In dezelfde lijn volgen reacties op het onderzoek van Dounia Bourabain over discriminatie in winkels. Volgens Christine Mattheeuws – directeur van het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen – mogen onderzoekers van vreemde origine geen onderzoek naar diversiteit doen, wegens bij voorbaat “gekleurd”.

Eerder mocht ook Alona Lyubayeva haar biezen pakken na kritiek op het beleid van Homans, hetgeen nochtans in haar functiebeschrijving stond als diversiteitsambtenaar. Vergeet ook de reacties niet op de tweet met een foto van Amina Semlali om werken bij de Vlaamse overheid te promoten. Die tweet werd verwijderd in opdracht van Homans onder het mom van neutraliteit op het werk. Bourgeois voegde er recent in Terzake aan toe dat die foto enkel voor diversiteitscampagnes dient.

Tja, blijkbaar moeten mensen met een migratieachtergrond hun plaats kennen. De teneur van de bovenstaande reacties is dat mensen als ik spoken zien en dat machtsverschillen niet echt spelen. Mensen zoals ik overdrijven volgens hen. Of erger we pakken het niet tactvol genoeg aan en polariseren te veel. Juist ja, anderen gaan ons leren hoe we ons moeten emanciperen.

Christophe Busch (Dossinkazerne) zei tijdens het panelgesprek op de boekvoorstelling van Rachida Lamrabets “Zwijg, allochtoon!” dat wij het in de media niet moeten hebben over zaken die polariseren zoals het hoofddoekendebat. We moeten het hebben over zaken die ons verbinden. Makkelijk gezegd als je in de positie zit waar je niet met werkloosheid wordt geconfronteerd omwille van je hoofddoek.

Ik stel deze vragen vooral aan al degenen die twijfelen of er machtsverschillen spelen in het monddood maken van “allochtone stemmen”

Liefste lezers, ik stelde mijn inleidende vragen niet alleen aan degenen die de afgelopen dagen al positie hebben genomen in opiniestukken, recensie, tweets of facebook statussen. Ik stel deze vragen vooral aan al degenen die twijfelen of er machtsverschillen spelen in het monddood maken van ‘allochtone stemmen’. Denken jullie dat structurele machtsverschillen als sneeuw voor de zon verdwijnen door elke zijde ruimte te geven in kranten of tv-programma’s? Denken jullie dat mensen met een migratieachtergrond ook straffe uitspraken mogen doen buiten de vakjes waarin ze gestopt worden zoals Yasmien Naciri in haar laatste column voor De Morgen schrijft?

Naast bovenstaande voorbeelden die de pers haalden, zijn er nog vele anderen. De getuigenis van professor Sami Zemni op facebook ter illustratie: “Op 9/11 als kersverse doctor in de politieke wetenschappen mocht mijn collega Prof. Rik Coolsaet analyseren wat hij wilde, voormalig minister Marc Eyskens mocht analyseren wat hij wilde. Ik daarentegen moest mij eerst ‘distantiëren’ van het geweld. Ik had nochtans net 8 jaar van mijn leven besteed aan de studie van het islamisme. Vandaag anno 2017 zijn we blijkbaar nog geen stap verder. Homans, De Wever, Francken,… en anderen blijven zeggen dat Vlaanderen geen structureel racisme kent. Welk bewijs moet er nog zijn? Rachida Lamrabet heeft gelijk! Zwijg allochtoon, zwijg!”

Structureel racisme zit diep in ons mens- en wereldbeeld ingebakken, ongeacht welke huidskleur je hebt. Racisme als structuur is niet tastbaar. Het gaat niet over Jan en Mohamed die op straat racistische dingen zeggen tegen elkaar. Het is niet te herleiden tot een welbepaalde groep complotterende witte mensen. Niet de witte Vlaming is inherent racistisch, maar wel de structuur waarin we met zijn allen opgroeien.

Niet de witte Vlaming is inherent racistisch, maar wel de structuur waarin we met zijn allen opgroeien.

Maar van de structurele aanwezigheid van racisme zien we de effecten elke dag. Lees de verhalen met de hashtag #dailyracism er maar op na op twitter of facebook.

Als we kijken naar de systematiek waarmee mensen met een migratieachtergrond die hun nek uitsteken gekortwiekt worden, zien we een patroon ondanks de uitzonderingen. En dat patroon heet ‘white privilege’. Simpel gesteld komt het erop neer dat wit is ook een kleur is, maar niet zomaar één: het is de norm en normen worden niet in vraag gesteld zonder er een prijs voor te betalen.

Datzelfde patroon van afstraffing voor het in vraag stellen van aan de norm gelinkte machtsverschillen doet zich ook voor op vlak van genderongelijkheid of klassenverschillen. Maar de strijd tegen genderongelijkheid wordt door sommige (progressieve) intellectuelen veel minder geframed als een strijd tegen mannen. Of als een strijd waarin vrouwen zichzelf reduceren tot hun vrouw zijn.

Blijkbaar is spreken over structurele machtsverschillen in termen van kleur gevoeliger dan in termen van gender. Argumenten als ‘wat met succesvolle vrouwen in onze regering of bedrijven’ heb ik nog niet echt zien standhouden in debatten om de structurele genderongelijkheid te diskrediteren. Terwijl het argument ‘wat met die witte dakloze mannen die in armoede leven’ bij velen aanslaat om het concept van white privilege in vraag te stellen.

Gelukkig zie ik toch intellectuelen die deze dubbele standaarden aanklagen zoals Eva Brems, Sarah Bracke, Nadia Fadil, Maarten Loopmans, Sami Zemni, Warda El-Kaddouri of Pieter-Paul Verhaeghe.

Liefste lezers, laten we samen uit onze comfortzone stappen en onze eigen privileges in vraag stellen. Laten we samen erkennen dat er structurele machtsverschillen spelen op vlak van gender, klasse en ja ook kleur (en de kruispunten daartussen) om vanuit die startpositie de ongelijkheden aan te pakken. Want verbindend werken kan alleen als we ervoor zorgen dat de voorwaarden vervuld zijn om op gelijke hoogte aan probleemdefiniëring en oplossingen te werken.