Eind april overleed Kris Berwouts in Lapland. MO*lezers hebben hem jarenlang gekend als de expert die ons hielp om Centraal-Afrika beter te volgen en te begrijpen. Ex-hoofdredacteur Gie Goris schreef een persoonlijke hommage.
© Iratxe Alvarez
Het ging met ons zoals het zo vaak ging met hem: per toeval. David Van Reybrouck leerde Kris kennen op een binnenlandse vlucht in Congo die ei zo na fout afliep. Ivan Godfroid moest altijd rekenen op toeval om Kris ergens in het universum tegen het lijf te lopen, want afspreken werkte niet.
Bij ons begon het met Nairobi, in 2007. Het Wereld Sociaal Forum (WSF) zou dat jaar voor het eerst in Afrika plaatsvinden, maar het lukte niet om een MO*journalist naar Nairobi te sturen. Dus was het een geschenk uit de hemel dat de Afrika-coördinator van 11.11.11 wel zou deelnemen, samen met enkele Centraal-Afrikaanse partners. Tweemaal winst, want zo kregen we dat wereldwijde forum te zien door de ogen van Afrikaanse activisten.
Alleen reageerde Kris Berwouts, de man van 11.11.11, nogal lauw op onze vraag. ‘Maat, zo’n hoogmis, dat is echt niet mijn kopje thee’, reageerde Kris. ‘De kans dat ik na twee dagen gillend afgevoerd moet worden met acute vergaderitis en een overdosis slogans is erg groot.’ Dat was dan meteen geregeld. Want ik had zelf rondgelopen op het WSF in Porto Alegre (2002) en Mumbai (2004) en wist: wie géén jeuk krijgt van het overaanbod aan sessies, slogans en socialisten is onbetrouwbaar als verslaggever.
Kris leverde trouwens een helder en heerlijk stukje af, dat zowel het belang van een grote foor van basisbewegingen en organisaties onderstreepte als de uitwassen die ermee samenhangen. Een voorbeeldje van dat laatste: ‘Overal klinken slogans tegen Brits en Amerikaans imperialisme. Een grote meerderheid van de mensen lijkt te vinden dat het beter was geweest voor de wereldvrede als men op 30 december Bush en Blair had opgeknoopt in plaats van Saddam Hoessein. Maar als je hier geen Engels praat, sta je grotendeels buiten het gebeuren.’
Het monster van Blog Ness
Een paar laar later kreeg Kris zijn eigen ruimte bij MO*, met een wereldblog. Veel van de stukken die hij voor ons schreef, werden ook gepubliceerd op African Arguments – of andersom, in alle bescheidenheid. Hij was voor die bijdragen erg geïnspireerd door de wereldblogs van Mien Degraeve en Ivan Godfroid, twee van de allerbeste en langstlopende blogs die we ooit mochten publiceren, samen met die van Kris. Informatief, actueel, menselijk en inzichtelijk: het waren verhalen die de dagelijkse realiteit en strijd van Afrikanen heel dichtbij brachten, zonder de behoefte om van de witte toeschouwer of medewerker een kuifje te maken.
© Jeroen Janssen
Tegelijk voldeden die persoonlijke verhalen voor hem nooit helemaal. ‘Ik voelde me een soort Monster van Blog Ness dat over de tongen rolt, af en toe de kop opsteekt maar weinig duurzame sporen naliet’, schreef hij daar zelf over. Daarom publiceerde hij in 2017 Congo’s violent peace. Conflict and struggle since the Great African War, in het Nederlands uitgegeven bij EPO.
Voor zover het nog nodig was, vestigde dat boek zijn naam definitief als een van de meest betrouwbare en toegankelijke experts over de Grote Meren. Ook de enkele andere Afrikajournalisten in dit land hadden Kris’ nummer in hun contactenlijst, al heb ik de indruk dat ze hem vaker belden dan met naam citeerden.
Mijn leven als Mushamuka was de titel van een wereldblog van Kris in 2012. Daarin vertelde hij hoe hij in Congo gevraagd werd te zetelen in een familiale raad en zo deelgenoot werd in plaats van toeschouwer. Het werd in 2020 ook de titel van zijn tweede boek. ‘Ik draag [mushamuka] als een eretitel, en het is meteen een intentieverklaring voor het boek’, schreef hij in het voorwoord. ‘Ik wil een aantal inzichten delen en fenomenen beschrijven vanuit een hoogsteigen perspectief, dat van zeer betrokken buitenstaander die toch deel uitmaakt van het gebeuren, en niet als observator aan de zijlijn staat. Niet de deskundoloog aan het woord maar wel de mushamuka, zou de rode draad moeten worden.’
© Kris Berwouts
Zonder betutteling of arrogantie
Kris Berwouts schreef over zijn positie als gelijke onder de Congolezen. En daarmee ook over de zoektocht naar het antwoord op naar de vraag: ‘Hoe kan je je als progressieve mens engageren voor de emancipatie van Afrika zonder betuttelend of arrogant te zijn, zonder mezelf en mijn witte wereld aan het roer van de dynamiek te zien?’
Lees het artikel: Hoe kan ik me engageren voor Afrika zonder te betuttelen?
Terra Prohibida
Elf jaar na de eerste afspraken voor het artikel over het Wereld Sociaal Forum in Nairobi waren we goed op elkaar ingespeeld. Kris had intussen 11.11.11 ingeruild voor EurAc (een netwerk van organisaties die aan belangenbehartiging voor de regio van de Grote Meren deed) en was vervolgens als zelfstandig expert aan de slag gegaan. Over dezelfde regio.
De Centraal-Afrikaanse grond begon toen langzaam, maar ook met schokken onder Kris’ voeten weg te schuiven. Na 2010 kon hij niet meer terug naar Rwanda, waar de oppositie de mond gesnoerd werd en waar buitenlanders met vervelende vragen niet welkom waren. In 2017 kwam de eerste waarschuwing dat de Democratische Republiek Congo evenmin opgezet was met een onderzoeker die het wou hebben over goed bestuur. De uitzetting gebeurde toen, tot Kris’ opluchting, niet door Kinshasa maar vanuit Goma.
Toen hij in het najaar van 2018 – na uitgebreid navragen en formele bevestigingen – toch terugkeerde naar Kinshasa, verdween Kris na zijn aankomst plots van de radar. Het waren angstige dagen, want wie in de muil van de Congolese veiligheidsdiensten verdwijnt, komt daar vaak niet ongeschonden en meestal niet zonder ernstige financiële consequenties uit. Gelukkig heeft de Belgische diplomatie zich toen, alweer, uitstekend van haar taak gekweten en kon Kris vier dagen later het land verlaten.
© Kris Berwouts
La Lucha
Kris deed werkervaring op bij de Monusco, de VN-vredesmissie in Congo. Daar voelde hij zich allesbehalve op zijn plaats. Maar in diezelfde periode leerde hij ook de jongeren van de Congolese beweging La Lucha héél goed kennen. Zijn liefde én betekenis voor La Lucha uitte zich in zijn wereldblogs. ‘Kris leende geregeld zijn pen aan ons, vooral wanneer het nodig was’, reageerde de prominente mensenrechtenactivist en La Lucha-lid Fred Bauma op Kris’ overlijden.
Lees het artikel: Mijn liefde voor Goma en La Lucha
Een week later al konden MO*lezers een gedetailleerd relaas lezen van vier verontrustende dagen en nachten. ‘Ik ben nergens van beschuldigd, afgezien van het domme idee om naar Congo terug te keren’, stelde hij een beetje cynisch vast. ‘Zelfs al had ik een geldig visum. Wat me overkwam, was een tamelijk effectieve poging om me te neutraliseren als onafhankelijke analist met als enige ambitie via een kritische en constructieve analyse elementen aan te leveren om het Congodebat te objectiveren. Maar blijkbaar is dit vandaag niet mogelijk in de Democratische Republiek Congo.’ Daarmee werd ook Congo terra prohibida.
En het bleef niet bij persoonlijke aanvaringen met autoritaire of corrupte leiders. Ivan Godfroid beschrijft in zijn hommage aan zijn ‘maat’ hoe de klappen die anderen doodden ook hard aankwamen bij Kris en hemzelf. De moord op mensenrechtenactivist Floribert Chebeya, de dodelijke aanslag op boezemvriend Gildo Byamungu en de gruwelijke executie van VN-onderzoekers Michael Sharp en Zaida Catalán: ze raakten Kris diep en resulteerden stilaan in de onvermijdelijke conclusie: de regio en de mensen die hij zo lief had, werden onbereikbaar.
Van journalistieke pingpong…
Kris Berwouts was de vleesgeworden expertise over Centraal-Afrika. De Grote Vriendelijke Reus van de Grote Meren. Zijn volle aandacht ging uit naar relevante details en concrete mensen, naar onderliggende belangen en ontwikkelingen, maar ook naar geschiedenis, politique politicienne én het geopolitieke getouwtrek om de rijkdommen van de regio. Zijn expertise was ook het resultaat van een jarenlange, ononderbroken aandacht voor de regio.
Begonnen als student Afrikaanse Talen en Cultuur, beland op het Oost- en Centraal-Afrikabureau van het Belgische Rode Kruis, en dan van regioverantwoordelijke voor 11.11.11 over directeur van EurAc tot zelfstandig expert en consultant: Kris hield altijd de vinger aan de pols van Congo, Rwanda en Burundi, en dus van de wijdere regio.
Niemand kon je beter uitleggen hoe het geweld in Congo afkomstig was van buurlanden en grootmachten die allemaal aasden op de ondergrond, de wouden, het water en de strategische positie van de DR Congo. Die kennis en die betrokkenheid maakte hem meteen tot iemand die thuishoorde bij MO*.
© RR
Zoektocht naar rechtvaardigheid
In de zes maanden van 2022 dat Kris als vast journalist op de MO*redactie werkte, beet hij zich vast in de rol van de Russische Wagnermilitie in Afrika. Hij stootte daarbij op het verhaal van Lemekhani Nyirenda, een Zambiaanse student in Moskou die gearresteerd werd en veroordeeld tot een lange gevangenisstraf. Vervolgens werd hij gerekruteerd door Wagner om mee te vechten in Oekraïne in ruil voor zijn vrijheid. Dat tragische lot greep Kris erg aan. Hij had er graag nog meer aandacht aan geschonken, op zoek naar rechtvaardigheid voor Nyirenda en zijn familie.
Lees het artikel: Russische huurlingen in ruil voor Afrikaanse grondstoffen
Daar kwam een cruciaal aspect bij: Kris deelde mijn overtuiging dat traag opgebouwde en uitgediepte kennis vertaald moest worden in actuele duiding. Wat hij voor ons deed, was meestal niet ‘berichten’ over de actualiteit, maar duiding geven als er al eens nieuws uit Centraal-Afrika op de radar van de Belgische media verscheen.
Die snelle levering van trage analyses verhoogde de relevantie van MO* bij een geïnteresseerd publiek, en het bood Kris de kans om al die opgebouwde inzichten eindelijk tot voorbij de kleine kring van academici of beleidsmensen te krijgen waartoe het debat over de Grote Meren al te vaak beperkt blijft. Soms moesten die analyses geschreven worden tussen interviews voor BBC World, France Inter en NPO Bureau Buitenland in. En als dat niet echt lukte, dan boksten we snel een interview in elkaar. Journalistieke pingpong met mooi resultaat.
… tot vernieuwend ploegspel
Kris was niet moeilijk, wel veeleisend. Voor zichzelf, voor een vertaalde passage, voor de snelle uitwisseling van ideeën of gesignaleerde correcties. Het waren zijn geloof in het belang van breed verspreide informatie en zijn gedrevenheid om daar meteen tijd voor te maken, die klikten met onze bereidheid om stand-by te zijn en binnen de kortste keren te publiceren.
Die intuïtie voor nieuws belemmerde nooit de aandacht voor verhalen die losstonden van breaking news of politieke actualiteit. Verhalen waarin echt ruimte gemaakt werd voor de mensen waarover het ging: de Congolezen in de dorpen of wijken, de Rwandezen en Burundezen op de heuvels of in de hoofdstedelijke vuurpan, maar ook de analyses waarin buitenlandse interventies en koloniale belangen met naam en toenaam genoemd werden.
Die pingpong tussen Kris en MO* werd in 2022 ploegspel. Kris schreef zelf: ‘Toen MO*journalist Arne Gillis voor een tijdje andere horizonten opzocht, werd begin dit jaar een vacature uitgeschreven voor een journalist die zuidelijk en westelijk Afrika zes maanden zou coveren. Dat klonk interessant voor een Congodeskundige die zich na een paar arrestaties, uitwijzingen en vermoorde vrienden behoorlijk kwetsbaar begon te voelen. Dit leek de ideale manier om wat profiel en zichtbaarheid op te bouwen over andere thema’s en regio’s.’
Hij keek daarnaar uit, vertelde hij me op een dag, toen ik nog eens op de redactie passeerde. Hij wilde al zijn opgebouwde inzichten toetsen aan nieuwe realiteiten, en hij wou Afrika niet loslaten, ook al werd de navelstreng doorgeknipt. Het leverde mooie verhalen op uit Senegal, over de Russische invloed in Afrika en zelfs over Afrikaanse studenten in Cyprus. Toch bleef Congo domineren. De onmogelijke liefde. De ongeneeslijke wonde.
Senegalese experts maken zich zorgen over oprukkend jihadisme. ‘De kern van het probleem is het gebrek aan inclusiviteit hier, het gevoel dat veel mensen er niet helemaal bij horen.’
© Kris Berwouts
In Senegal
Kris trok voor MO* naar Senegal, een baken van tolerantie in een regio waar de dreiging van het gewelddadige jihadisme voelbaar is. Hij zag er hoe de tolerante Senegalese islam én kunst een belangrijke dijk tegen oprukkend extremisme vormen. Het was zijn eerste buitenlandreportage voor MO* die niet over Congo ging, en hij liet duidelijk merken dat hij ook daar erg van genoot. De foto’s maakte hij zelf.
Lees de reportage: Houdt Senegal stand tegen jihadistisch geweld?
We hebben tenminste hard geprobeerd
Kris en zijn ambitie om ‘als onafhankelijke analist kritische en constructieve analyses’ te schrijven, overleefden de intimidaties van Kigali en Kinshasa. Op het eerste gezicht. Want de gesloten grensovergangen groeiden toch uit tot het gevoel dat hij op een doodlopende weg terechtgekomen was. De schrijnende vaststelling dit voorjaar was dat niet langer de Grote Meren, maar enkel nog het Hoge Noorden uitzicht bood. Op het einde.
Vanaf dat einde moeten wij het leven achterwaarts proberen begrijpen, schrijft collega Elien Spillebeen. Ze citeert een Swahili spreekwoord dat Kris Berwouts past als een hemd van Afrikaanse pagne. Zijn brief aan de proMO*s van oktober 2022 besluit hij zo: ‘Ik weet niet hoe schitterend of somber de toekomst eruitziet, en of je er klaar voor kunt zijn. Maar bij MO* doet iedereen zijn best om het tijdscharnier in al z’n complexiteit te overzien, blijven we onderbelichte verbanden in de kijker zetten en brengen we stemmen in het debat die elders niet aan bod komen.’
Het laatste citaat in Mijn leven als mushamuka is van zijn vriend, de Nederlandse anti-apartheidsactivist Klaas de Jonghe: ‘Het is misschien niet allemaal gelukt, maar we hebben tenminste erg hard geprobeerd. Ik ben blij dat ik het gedaan heb.’ Klaas de Jonghe kreeg euthanasie, niet lang nadat Kris vertrok.
Wij zijn blij, Kris, met alles wat je gedaan hebt.
Het onderwijzend personeel van de Cyprus International University is zeer cosmopolitisch. De CIU is goed geconnecteerd met westerse universiteiten. Er is veel wetenschappelijke samenwerking en een deel van de alumni maken carrière in Europa.
© Kris Berwouts
Studeren in Noord-Cyprus
Kris’ laatste reportage voor MO* kwam uit Noord-Cyprus, waar zich steeds meer Afrikaanse en Aziatische jongeren vestigen om te gaan studeren. Aan de eindredactie liet hij weten: ‘Echt, dit was een van de leukste artikels om te schrijven, omdat ik niets afwist van die problematiek.’
Lees het artikel: Studeren in een land dat niet bestaat: ‘We zijn welkom zolang we geld binnenbrengen’
Dit in memoriam werd geschreven voor het zomernummer van MO*magazine. Vind je dit artikel waardevol? Word dan proMO* voor slechts 4,60 euro per maand en help ons dit journalistieke project mogelijk maken, zonder betaalmuur, voor iedereen. Als proMO* ontvang je het magazine in je brievenbus én geniet je van tal van andere voordelen.