Toerisme promoten om de geschiedenis te herschrijven: India kan dat!

Essay

Incredible !ndia verwacht je deze zomer

Toerisme promoten om de geschiedenis te herschrijven: India kan dat!

Toerisme promoten om de geschiedenis te herschrijven: India kan dat!
Toerisme promoten om de geschiedenis te herschrijven: India kan dat!

2023 is hét jaar om India te bezoeken, vindt de regering in Delhi. Het toeristisch potentieel is inderdaad fabuleus. Maar u hebt wel een dik woordenboek nodig om uit alle nieuwe namen wijs te raken. Want taal en naamgeving zijn uitermate politiek.

WBK Photography (CC BY-NC-ND 2.0)

Toerisme is big business in India, al zou het nog veel groter kunnen zijn.

WBK Photography (CC BY-NC-ND 2.0)

2023 is hét jaar om India te bezoeken, vindt de Indiase regering in Delhi. Het toeristisch potentieel is inderdaad fabuleus. Maar u hebt straks wel een dik woordenboek nodig om uit alle nieuwe namen wijs te raken. Want taal en naamgeving zijn uitermate politiek, dat bleek ook begin september toen een officiële uitnodiging voor een G20-diner niet India maar Bharat vermeldde. ‘Ideologie mag nooit de reden zijn om de geschiedenis te herschrijven.’

Update 6 september 2023: Wordt India nu Bharat?

Consternatie gisteren. In aanloop naar de G20-top die komend weekend in Delhi plaatsvindt, ontvingen delegaties een officiële uitnodiging voor een diner. Die ging uit van ‘de president van Bharat’, niet de president van India.

Voor alle duidelijkheid: in de aanhef van de grondwet uit 1950 worden zowel India als Bharat genoemd. Toch zorgde de naamswissel voor verhitte debatten in India, al is het zeker niet de eerste keer dat naamsveranderingen politiek ingezet worden.

Er was eerder al diplomatieke frictie over het taalgebruik rond deze top. China blijkt namelijk bezwaar te hebben gemaakt tegen het thema dat India koos voor zijn voorzitterschap. Niet de Engelse slogan ‘One Earth, One Family, One Future’ stootte Beijing tegen de borst, maar de Sanskriet versie ervan, Vasudhaiva Kutumbakam. Sanskriet is immers geen officiële taal binnen de Verenigde Naties…

De kans is groot dat de Indiase regering door het gebruik van Bharat in de uitnodiging haar nationale trots wilde onderlijnen. Niet dat Bharat de onbetwiste keuze is van de hindoenationalisten die aan de macht zijn in Delhi. Er zijn stromingen in die beweging die het liever over Hindustan hebben.

Het debat over de drie mogelijke namen voor het ene moederland draait om verschillende constructies van het verleden. Er is ook een mogelijk bijkomende, binnenlandse reden voor de naamswissel. Verschillende oppositiepartijen hebben zich onlangs verenigd in een front om bij de verkiezingen van 2024 gezamenlijk de strijd aan te gaan met de regerende BJP van premier Narendra Modi. Die alliantie noemde zichzelf I.N.D.I.A. (Indian National Developmental Inclusive Alliance). Een geniale vondst. Al lijkt het erop dat de regering besloot even geniaal te reageren door de oude naam Bharat te gebruiken. Zo wordt iedereen er nog even aan herinnerd dat India een naam is die werd opgelegd door de Britse kolonialen.

‘Dit is India, inderdaad!’ schreef Mark Twain na zijn bezoek aan de parel aan de Britse kroon, in 1896. ‘Het land van dromen en romances, van fabelachtige weelde en fabelachtige armoede, van praal en van lompen, van paleizen en krotten, van hongersnood en pest, van geesten en reuzen en toverlampen, van tijgers en olifanten, de cobra en het oerwoud, het land van honderd naties en honderd talen, van duizend religies en twee miljoen goden. De wieg van de mensheid, de geboorteplek van het menselijke spreken, moeder van de geschiedenis, grootmoeder van legendes, overgrootmoeder van traditie…’

‘Voor zover ik kan oordelen,’ besluit Twain, ‘hebben mens en natuur werkelijk niets onverlet gelaten om van India het meest uitzonderlijke land te maken dat de zon tijdens haar dagelijkse omwentelingen bezoekt’.

Iemand die het over fabelachtige armoede heeft, moet wel uit de culturele elite van Europa komen en uit de negentiende eeuw stammen. Niet dat Europese reizigers hun fascinatie voor oosterse ellende kwijt zijn na de twee wereldoorlogen, ze leerden die alleen anders te verwoorden. “Want taal doet ertoe.” Armoedige gehuchten werden’ authentieke dorpen’, wrede ongelijkheid werd ‘lokale cultuur’. Wat niet veranderde, was het gevoel van morele superioriteit.

Respect is mooi, geld is beter

In de onlangs verschenen roman Tijd van zonde van Deepti Kapoor reageert een Spaanse rugzaktoeriste in het pittoreske Himalayastadje Manali op de patserige braspartijen van een groepje stinkend rijke Indiërs. Sunny Wadia, duidelijk het middelpunt van de blingblingende Indiërs, reageert scherp:

‘Mevrouw, spaar ons uw adviezen over onze cultuur. Wij zijn geen dierentuindieren voor uw vermaak, geen glimlachende inboorlingen om uw ruimdenkendheid luister bij te zetten. De eenvoud en eerlijkheid die u denkt te kennen, dat is allemaal gezichtsbedrog… Als u onze taal sprak, zou u dat weten. Als u onze cultuur kende, zou u weten dat respect één ding is, maar dat het uiteindelijk om geld draait.’

‘Als u onze taal sprak, zou u dat weten. Als u onze cultuur kende, zou u weten dat respect één ding is, maar dat het uiteindelijk om geld draait.’

Die repliek komt duidelijk uit een roman. In het werkelijke leven dénken de meeste Indiërs exact wat Sunny Wadia zegt, maar zwijgen ze – voor de lieve centen. Want toerisme is big business in India, al zou het nog veel groter kunnen zijn.

In 2021 was toerisme goed voor 5,8% van het Indiase bruto nationaal product, of voor een omzet van 170 miljard euro. Dat is nog niet wat het was voor corona. In 2022 bezochten 6,9 miljoen buitenlandse toeristen India, in 2019 waren dat er net geen 11 miljoen, naast ruim een miljard binnenlandse toeristische bezoeken.

Ter vergelijking: die 6,9 miljoen buitenlandse toeristen van 2022, dat is maar een beetje meer dan de 6,3 miljoen buitenlanders die de kleine stadstaat Singapore ontving. Het mag dus wel wat meer zijn.

Dat vond de Indiase regering ook, twintig jaar geleden al. In 2002 bedacht het communicatiebureau Ogilvy & Mather in overheidsopdracht de slogan die India aantrekkelijk moest maken voor internationaal toerisme. Dat was nodig, schrijft Christopher J. Graves, global CEO van Ogilvy Public Relations, want op dat moment bezochten veel meer toeristen de stadstaat Singapore dan het enorme en cultureel veel rijkere India.

Met Incredible !ndia werden de paleizen benadrukt en de krotten verzwegen, de toverlampen aangestoken en de lompen opgeborgen. Of nog: de eenvoud van het volk wordt geëtaleerd, het winstmotief verborgen, de kleurrijke diversiteit gevierd en de stilaan versmachtende druk van de meerderheid ontkend.

India bezoeken is altijd al een avontuur geweest, dat blijkt uit het citaat van Twain. Niet zozeer omwille van de gevaren die dreigen – de beurzensnijders, oplichters en struikrovers – wel omdat het voor een westerling altijd spitsroeden lopen is tussen superioriteit en cultuurrelativisme, tussen eerlijke interesse en schadelijk exotisme.

Onvindbaar op de kaart

Op maandag 29 mei 1989 arriveerde ik voor het eerst in Delhi. Die dag had ik een lang, introducerend gesprek met Yvon Ambroise, een veertiger uit Pondicherry die op dat moment directeur van Caritas India was.

In mijn handgeschreven notities van die eerste reis lees ik dat het een ‘boeiend contact en een goede eerste introductie’ was. Het eerste van de 19 punten die ik onthouden had, was dit: ‘India is complex én verwarrend. Het land bevat zo veel tegenstellingen’.

‘India is complex én verwarrend. Het land bevat zo veel tegenstellingen.’

Een open deur voor iedereen die India kent, maar voor iedereen die het land wil leren kennen, is het een onvermijdelijke vaststelling. Rekening houden met de complexiteit is noodzakelijk, geconfronteerd worden met verwarring is onvermijdelijk. Soms lijkt het alsof iedereen in India daar actief toe wilt bijdragen.

Om daarvan een voorbeeld in de toeristische sfeer te geven: weet u waar Kashi ligt? Ik wist het niet, toen begin 2023 Kashi uitgeroepen werd tot Culturele en Toeristische hoofdstad van de SCO. Deze Euraziatische alliantie wordt geleid door China en Rusland. Naast de Centraal-Aziatische republieken maken ook India, Pakistan en Iran er deel van uit.

Een primeur, trouwens, want Kashi is de eerste culturele hoofdstad van die organisatie van snel groeiend geopolitiek belang. Maar de plek was niet te vinden op mijn landkaart.

Licht in de duisternis

Gelukkig biedt internet antwoord op al je vragen en bleek dus heel snel dat Kashi een andere naam was voor de stad die eigenlijk Varanasi heet en onder de Britten bekend stond als Benares. Dezelfde Mark Twain had er, in eenzelfde lyrische stijl, het volgende over te zeggen: ‘Benares is ouder dan de geschiedenis, ouder zelfs dan legendes, en ze ziet er dubbel zo oud uit als beide opgeteld.’

De stad aan de Ganges, ingesloten door de bijrivieren Varuna en Assi, heeft inderdaad een hele lange voorgeschiedenis, zowel in de historische tijd als in mythische verhalen. In de Mahabharata, een van de stichtende epossen van het hindoeïsme, wordt de stad Kashi genoemd: de heilige lichtstad.

Waarom kiest de Indiase overheid in een toeristische promotiecampagne voor de minst gekende naam van de te promoten stad?

Blijft de vraag, natuurlijk, waarom de Indiase overheid in een toeristische, internationaal gerichte promotiecampagne kiest voor de minst gekende naam van de te promoten stad?

Prakash Goossens, afkomstig uit Kerala en een van de schaarse India-kenners in België, trekt grote ogen van verbazing als ik hem die vraag voorleg. ‘Shiva, natuurlijk’, zegt hij meteen.

‘Het ontstaan van de stad en het ontspringen van de Ganges worden beide toegeschreven aan Shiva, een van de belangrijkste goden uit het hindoepantheon. Door Kashi te gebruiken wordt regelrecht naar de hindoemythologie verwezen, niet gewoon naar een aardse plek of een stad die op de landkaart staat.’

De campagne is, met andere woorden, niet zozeer gericht op Oezbeekse, Russische of Kantonese toeristen. Ze mikt vooral op het sentiment van de eigen, Indiase kiezers.

Nil6975 (CC BY-SA 4.0)

De toeristische promotiecampagne is vooral gericht op het sentiment van de eigen, Indiase kiezers.

Nil6975 (CC BY-SA 4.0)

Namen noemen

Taal doet er toe en namen zijn ankerpunten van betekenis. Dat we vanuit Antwerpen nog altijd richting Luik de E313 oprijden in plaats van daar al de afslag naar Liège te nemen, heeft politiek-ideologische betekenis. Hetzelfde geldt in India. In toenemende mate.

William Shakespeare mocht Julia wel laten zeggen: ‘What’s in a name? That which we call a rose / By any other name would smell as sweet.’ Maar heeft Romeo’s geliefde wel gelijk? De vele cultuurconflicten over wit versus blank of over kerstmarkt versus winterfeest doen vermoeden dat we eerder leven in het tijdperk van de Montagu’s versus Capulets dan in een tijd waarin de familienamen van Romeo en Julia er niet toe doen omdat ze net zo zoet geuren zonder.

Nergens is de strijd tegen namen zo oud en zo grondig gevoerd als in India. De Britten hernoemden plaatsen die ze veroverden of schreven die namen zoals zij ze verkeerdelijk hoorden of begrepen. Na de onafhankelijkheid van 1947 ontstond er niet meteen een namenstorm, maar langzaam kwam er wel een beweging op gang bij steden die hun naam correcter geschreven wilden zien en niet langer op basis van Britse spel- of transcriptiefouten.

Bombay werd Mumbai, Bangalore werd Bengaluru, Calcutta werd Kolkata en Madras werd Chennai. Die laatste keuze is meer dan enkel een transcriptiecorrectie: de Britten noemden de stad naar een van de twee originele wijken (Madrasapattinam) en dus koos de deelstaat Tamil Nadu halverwege de jaren ’90 voor die andere historische wijk (Chennapatnam).

Britse koloniale namen werden vervangen door namen die het glorieuze hindoe-Indische verleden moesten oproepen.

Britse koloniale namen werden her en der ook vervangen door namen die het glorieuze hindoe-Indische verleden moesten oproepen. In Mumbai werd daarom het grote treinstation herdoopt. Victoria Terminus werd Chhatrapati Shivaji Maharaj Terminus, naar de roemruchte maharadja uit Centraal-India die in zeventiende eeuw de Marathi-dynastie stichtte en zich verzette tegen de gebiedsuitbreiding door (islamitische) mogolheersers.

In zijn recente roman Victoriestad – letterlijk Vijayanagar, maar steeds Bisnagar genoemd omdat de Portugese handelaar de eigenlijke naam niet kon uitspreken – roept Salman Rushdie ook de uit de hand gelopen strijd tegen oude namen op. Een wijze asceet die zich ontpopt tot een soort hindoenationalistische extremist ‘wilde alle straatnamen veranderen, de oude namen die iedereen kent afdanken en vervangen door de lange titels van allerlei obscure heiligen…’

Historische zuiveringen

De Indiase regering onder Narendra Modi doet er alles aan om de wil van de fictieve asceet in politieke realiteit om te zetten. Niet enkel Brits-imperialistische namen moeten het nu ontgelden. Een recente ingreep is bijvoorbeeld het hernoemen van de ceremoniële centrale laan in New Delhi. Die loopt tussen het presidentieel paleis (de correcte naam: Rashtrapati Bhavan) en India Gate. Elk jaar wordt er een militaire parade gehouden op 26 januari, Republic Day.

Iedereen kent die laan als Rajpath, maar voortaan moet je Kartavya Path zeggen. Waarom?

De vertaling maakt dat duidelijk, meldt de officiële overheidswebsite, die ook met trots meldt dat de nieuwe naam er kwam by popular demand. De naamsverandering vertegenwoordigt ‘de verandering van het koloniale “Recht om te Regeren” naar de democratische “Plicht om te Dienen”. Dat herinnert de 1,3 miljard burgers van India eraan dat ze met hernieuwde geestdrift moeten bijdragen tot en werk maken van de visie op een Nieuw India.’

Die lijn werd door premier Modi begin juli doorgetrokken toen hij de periode tussen nu en 2047 (de honderdste verjaardag van India’s onafhankelijkheid) hernoemde. In 2021 nog had hij de komende kwarteeuw Amrit Kaal of tijdperk van nectar genoemd. Nu benadrukte hij dat het een Kartavya Kaal zou worden: een tijdperk van plichten.

Aan het begin van die Kartavya Path, bij het presidentieel paleis, werden trouwens ook de Mughal Gardens recent hernoemd tot Amrit Udyan – Tuin van Gouden Nectar. De Mughal Gardens waren een onderdeel van het stadsplan dat in de eerste helft van de twintigste eeuw voor New Delhi ontworpen en uitgevoerd werd door Edwin Luytens. De groene ruimtes, de modernistische planning en de prestigieuze woningen voor hoge ambtenaren en militairen worden daarom vaak Luytens’ Delhi genoemd, maar dat terzijde.

Volgens de BJP was de naamsverandering ‘een noodzakelijke stap om de koloniale ketenen van het verleden te breken en een einde te maken aan het verheerlijken van indringers.’

De aangelegde tuinen bij het presidentieel paleis werden door de Britse kolonisatoren gemodelleerd naar de mogoltuinen van Oud Delhi, Lahore, Agra en Srinagar. Dat was de reden dat de Britten het park Mughal Gardens noemden. Volgens de BJP was de naamsverandering dan ook ‘een noodzakelijke stap om de koloniale ketenen van het verleden te breken en een einde te maken aan het verheerlijken van indringers.’

Die “indringers” slaan niet op Luytens of de Britse Raj, maar op de oorspronkelijke mogols zelf. Voor de BJP en de hindoenationalistische beweging blijven de mogolkeizers, die het noorden van het Indische subcontinent tussen de zestiende en achttiende eeuw bestuurden, onveranderlijk vreemde overheersers en dus indringers. Ondanks het feit dat de heersers zich helemaal op Indische bodem gevestigd hebben en alleen daar verbleven.

Voor eeuwig vreemdeling

Die afkeer van de mogols heeft niet alleen te maken met de Centraal-Aziatische herkomst van deze dynastieën, maar vooral met het islamitische geloof dat ze beleden en verspreidden. In het verhaal van India is er steeds minder plaats voor de mogols, hun erfgoed en nalatenschap, en uiteindelijk ook voor hun religie. Bewijs: het mogolhoofdstuk werd dit jaar uit de leerstof van het laatste jaar middelbaar geschrapt.

De grote meerderheid in India begrijpt de verwerping van de mogols dan ook ondubbelzinnig als de bevestiging van de hindoesuprematie in India. Dat is dan ook de reden, denken velen, dat de stad Allahabad hernoemd moest worden tot Prayagraj, de naam van een hindoe-bedevaartplaats.

Allahabad was de Britse spelling van Ila-habas of Illahabad, de naam die mogolkeizer Akbar in 1574 gaf aan de nieuwe stad die hij stichtte aan de samenvloeiing van Ganges en Yamuna. Door de recente naamswijziging verdween zowel de historische link met de mogols als de moslimnaam voor God van de landkaart.

Hetzelfde lot is het grote Mughalsarai treinstation bij Varanasi beschoren. Daar moesten de mogols de plaats ruimen voor Deendayal Upadhyaya, een hindoenationalistische ideoloog die in 1968 in onopgehelderde omstandigheden vermoord werd vlak bij het station.

Upadhyaya vond zelf dat de mogols buitenlandse bezetters waren en dat hun geschiedenis geen deel uitmaakte van de “Indische” geschiedenis. Moslims, vond hij, behoren wel tot Bharat – hij had het liever niet over India, omdat die onafhankelijke natie maar een deel was van wat hij als het rechtmatige grondgebied van zijn moederland beschouwde. Maar die moslims moesten volgens Upadhyaya wel eerst gereinigd worden om echt deel te worden van het Hindoestan dat hem voor ogen stond.

Upadhyaya: ‘De enige oplossing voor het conflict tussen hindoes en moslims, is een overwinning op moslims.’

Overigens pleitte hij in 1965, 18 jaar na de onafhankelijkheid van India en Pakistan, nog voor een militaire campagne om die opdeling ongedaan te maken. ‘De enige oplossing voor het conflict tussen hindoes en moslims,’ schreef hij, ‘is een overwinning op moslims’. Dat gold voor de verhouding met buurland Pakistan, dat hij beschreef als een bezetter van Indiase grond, maar ook voor de verhouding met Indiase moslims, die hij omschreef als burgers met een loyauteit buiten de grenzen, in plaats van deel te zijn van het ene lichaam van Moeder India.

Nadat Mughalsarai Station herdoopt werd tot Pandit Deendayal Upadhyaya Junction, werd het stationsgebouw overschilderd in de saffraankleur van het hindoeïsme. Soms legt men het er echt een beetje te dik op.

De geur van islam

De lijst voorbeelden wordt met het jaar langer en heeft niet altijd met antikoloniale of anti-islamitische sentimenten te maken. Soms gaat het ook gewoon om kortzichtig politieke marketing.

Zoals bij de namenrel van half juni, toen bleek dat de regering Modi het Nehru Memorial Museum and Library voortaan het Prime Ministers’ Museum and Library wil noemen. De verwijdering van de naam van de eerste premier en historische leider van de Congress partij uit de naam van dit belangrijke museum, werd door zowat alle Congress-leiders ‘kleinzielig en wraakzuchtig’ genoemd.

Maar meestal moet een verder verleden schoongewist worden door een nog ouder, soms ingebeeld verleden. Faizabad moet hernoemd worden omdat faiz een Urdu-woord is voor winst of succes. De hindoenationalisten beschouwen Urdu – de in India ontstane mengvorm tussen Perzisch en Hindustaans – als een taal die behoort tot de moslimminderheid, en dus best van publiek gebruik gebannen wordt.

Overwinnaar of overwonnene, succes of verlies: alles wat geurt naar islam moet vervangen worden.

Aligarh moet Harigarh worden, ook al is de Ali in deze stadsnaam afkomstig van Najaf Ali Khan, de gouverneur die de Marathas er aanstelden nadat ze het mogolleger verslagen hadden. Aurangabad moet zéker hernoemd worden, want keizer Aurangzeb is het echte zwarte beest van de hindoenationalisten.

De kans dat straks iemand je de weg kan wijzen naar Chhatrapati Shambajinagar – de nieuwe naam voor Aurangabad – is klein. De kans dat iemand je kan vertellen dat Shambaji, de oudste zoon van Shivaji, door het mogolleger gevangengenomen werd en op bevel van Aurangzeb gedood werd, is niet groter.

Het doet er allemaal niet toe. Overwinnaar of overwonnene, succes of verlies: alles wat geurt naar islam moet vervangen worden om te passen in het Bharat van hindoenationalisten.

Geschiedenis is een hoer

‘De geschiedenis is een hoer die zich gewillig laat misbruiken.’ Dat geuzenmotto onder historici wordt in India met bijzondere toewijding waargemaakt. Dat blijkt uit de soms vergezochte of ronduit twijfelachtige argumenten om plaatsnamen te veranderen zodat ze beter passen in de politieke agenda van de huidige hindoenationalistische meerderheid.

Dat blijkt ook uit de aanpassingen in de leerstof van het middelbaar onderwijs, waaruit niet enkel de periode van mogolkeizerrijken geschrapt werd, maar ook essentiële informatie over de moord op Mahatma Gandhi door een radicale hindoenationalist. Zelfs de evolutietheorie van Darwin, de industriële revolutie en de Europese bezetting van de Amerika’s moesten eraan geloven.

‘Natuurlijk moeten geschiedenisboeken aangepast worden als nieuw onderzoek belangrijke inzichten oplevert’, schrijft R. Mahalakshmi, prof Geschiedenis aan de Jawaharlal Nehru Universiteit in Delhi. ‘Maar ideologie mag nooit de reden zijn om de geschiedenis te herschrijven.’

‘Als multireligieuze samenleving zouden wij moeten beseffen dat je het verleden niet ongedaan kan maken door het te hernoemen’, voegt auteur en journalist Ziya Us Salam daar in The Hindu van 17 april aan toe. ‘Het is verstandig om in het moment te blijven, te appreciëren wie we zijn en wat we bereikt hebben. Vergelding zet ons niet op weg naar verlossing.’

Of de regering in Delhi de weg naar verlossing zoekt, is onduidelijk. Eind mei organiseerde India een werkvergadering van de ministers van Toerisme van de G20. Dat die plaatsvond in Srinagar, de belangrijkste stad van Kasjmir, was een politieke provocatie, gericht aan onder andere Pakistan.

Dat de huidige regering die regio van zijn bijzondere statuut beroofd had, in twee gedeeld en vervolgens van zijn deelstaat-statuut beroofd, dat internet en sociale media maandenlang stilgelegd werden en vrije meningsuiting niet bestaat, daarover was in de communiqués niets te merken.

De ministers bogen zich vlijtig over duurzaam toerisme en digitalisering, en stelden – volgens het persbericht – vast dat alles peis en vree is in de vallei van Kasjmir. Voor een bezette stad is er geen ruimte in het Visit India Year 2023.

Het is duidelijk niet alleen de geschiedenis die zich laat misbruiken.