De Iraaks-Koerdisch-Duitse schrijver Sherko Fatah is een ervaringsdeskundige als het over ontheemd bestaan en zwervende identiteiten gaat. Hij heeft een Duitse moeder en een Iraaks-Koerdische vader, werd geboren in Oost-Berlijn, groeide op in Irak en belandde later in West-Duitsland.
Zijn ervaringen met migratie, vluchten, oorlog en conflict zijn de grondstof waarmee de roman We gaan als het donker wordt opgebouwd werd. Toch is het geen autobiografisch verhaal. Fatah gebruikt het genre van de avonturenreis als literaire motor voor een maatschappelijk urgente problematiek, namelijk de verwevenheid van ontworteling en radicalisering.
‘Je mist religie of je culturele gebondenheid niet zolang je er middenin zit’, zegt Fatah in een interview. ‘In den vreemde ga je ze pas missen. In een niet-vertrouwde omgeving wordt de religieuze ervaring intenser, vermengd met een gevoel van heimwee. Daardoor neemt ook de aantrekkingskracht van radicale standpunten toe.’ Het hoofdpersonage van Fatah’s boek, Kerim, wordt ook een tijdlang aangetrokken door een groep jihadisten, maar zijn twijfel en humaniteit zijn te groot om de genadeloze rechtlijnigheid van de Ware Gelovigen te volgen.
Het is niet netjes om het verhaal van een avonturenroman kort samen te vatten, want de verrassing en de onvoorziene wendingen zijn een essentieel onderdeel van het genre– dat Sherko Fatah bovendien op uitmuntende wijze beheerst. Dat blijkt al meteen in de proloog. Dat Fatah een meesterverteller is, hoeft na de eerste tweeëneenhalve bladzijde verder geen betoog. Het mooie is dat hij dat meesterschap de volle lengte van de roman weet vol te houden.
We gaan als het donker wordt door Sherko Fatah is uitgegeven door Cossee. 335 blzn. ISBN 978 90 5936 275 8.