Klimaatjongeren maken toekomst
Binnen het pantser van de macht zit nu een commandant te twijfelen
26 februari 2019
Rudi Devuyst was student in het China van 1989, toen studenten het Plein van de Hemelse Vrede bezetten en er uiteindelijk één staande bleef om de colonne tanks tegen te houden. Nu ziet hij hoe één meisje opstond en er intussen tienduizenden jongeren hun rug rechten voor het klimaat. Hij is zeker dat in de tanks van de macht twijfel heerst.
Het land was China. Het jaar was 1989. De beelden gingen — en gaan nog steeds — de wereld rond: op Chang-an Jie, in hartje Beijing, loopt een man in opgerolde hemdsmouwen, met in elke hand een zak, de lege, brede boulevard op en posteert zich onvervaard recht in de lijn van een colonne aanrollende tanks. Net vòòr de man, stopt de eerste tank. De hele colonne erachter komt ook knarsend tot stilstand. De duur van een zucht stopt even de tijd en man en tank evalueren elk hun positie. Dan komt de tank weer in beweging en zwenkt in een ontwijkingsmanoeuver naar rechts. De man volgt. Links … rechts … links … rechts … niets brengt hem van zijn stuk. En dan staat hij pal, de armen stijf naast het lichaam als een duiker die klaarstaat voor zijn sprong van het platform. Tank nummer één zet zijn versnellingspook opnieuw in “point mort”. Dertien tanks na hem doen hetzelfde.
De man klimt nu bovenop de tank en gaat op zoek naar het leven binnenin dat gewapend pantser. Klautert er weer af. Achteraan de tank gaat een luik open, een hand bezweert hem weg te gaan. Even, terwijl de man in het luik en de man in het witte hemd met elkaar praten, lijkt er een compromis mogelijk: de man staat nu naast de tank en de tank staat nog steeds stil. Maar dan zet het gevaarte zich met een schok opnieuw in beweging; de man neemt snel opnieuw zijn plaats in: recht onder de loop van het kanon. De stand-off gaat nog even door. Dan wordt tank-man door een aantal mensen die rechts uit beeld komen aangelopen weggeleid van de plaats. Het is het laatste wat de wereld van hem heeft gehoord.
Het land is Zweden. Het jaar is 2018. Op maandag 20 augustus neemt Greta Thunberg een stuk karton, schrijft erop “Skolstrejk för klimatet” en posteert zich recht tegenover haar “tank”: het Zweedse parlement. Een half jaar later hebben tienduizenden spijbelende jongeren in België, in Duitsland, in Nederland, in het Verenigd Koninkrijk enz … eveneens hun posities ingenomen. Met opgerolde hemdsmouwen. En in hun handen zakken vol argumenten. Het klimaat redden ? Gewoon doèn !
“Tanks” komen tot stilstand, zwenken links, zwenken rechts, maar er is geen doorkomen meer aan: wereldleiders, politici, regeringen worden verplicht naar hun tank-meisjes en -jongens te luisteren. In Katowice, in Davos en in het hoofdkwartier van de EU in Brussel klimt een meisje met twee vlechtjes bovenop de tanks en veegt hun commandanten binnenin de mantel uit. De wereld na 20 augustus 2018 is niet meer dezelfde als ervoor.
Jongeren schoppen een verbeelding
Wat we zien is eigenlijk een omgekeerde Tiananmenbeweging. Waar het in China ging om een enthousiaste massabeweging van studenten, die eindigde met dat iconische beeld van die ene wanhopige, woedende, gefrustreerde tankman, wiens naam niemand kent, vertrekt Youth4Climate in Europa vanuit de angst, de verbetenheid en de ijzeren vastberadenheid van een tiener van zestien die voordien niemand kende en is het ondertussen uitgedeind tot een massa-beweging van enthousiaste jongeren die, net zoals hun peers in China dertig jaar geleden, maar om één ding bekommerd zijn: hun toekomst.
Het lijkt op het eerste zicht misschien erg ver gegrepen om deze jongelui, die nog nooit een echte tank van dichtbij hebben gezien, die nog minder weten wat repressie betekent, te gaan vergelijken met die naamloze onbekende in Beijing, die heel zijn vege lijf en leven in de waagschaal gooide om gehoord te worden, die zijn woede etaleerde over de honderden doden op het plein net naast hem. Toegegeven, de vergelijking loopt zeer mank, tot je die TEDx-speech van Greta in Stockholm bekijkt, waarin ze dit zegt:
If I live to be 100, I will be alive in the year 2103. When you think about the future today, you don’t think beyond the year 2050. By then, in the best case, I will not even have lived half of my life. What happens next ?
What happens next, inderdaad.
Deze jongeren proberen ons een verbeelding te schoppen, in een poging te vermijden dat wij hen alleen achterlaten met de nachtmerrie van een aan flarden geschoten Planeet van de Hemelse Vrede.
Deze generatie jongeren bevindt zich op een punt in de geschiedenis waar geen enkele generatie vòòr hen zich al ooit heeft op bevonden, namelijk niet te weten hoe lang deze planeet ons en hen nog tolereert wanneer we doorgaan zoals we bezig zijn. Nooit eerder stond een generatie tegen een werkelijk globale vijand. Wie luistert naar de beleidsmakers van vandaag, die luistert zich inderdaad te pletter op die muur van 2050, horizon waarna elke verbeelding in het zwerk lijkt te zijn opgelost en enkel de stilte van het niets nog overblijft, de stilte van de vraag die niet mag worden gesteld en de stilte van het antwoord dat er niet is.
Er wordt hen gevraagd vertrouwen te hebben, dat het allemaal wel goed komt, maar wie allereerst de verbeelding niet kan opbrengen over hoe iets zou kunnen of moeten zijn, kan er ook niet met realisme mee aan de slag gaan. Deze jongeren proberen ons een verbeelding te schoppen, in een poging te vermijden dat wij hen alleen achterlaten met de nachtmerrie van een aan flarden geschoten Planeet van de Hemelse Vrede.
In Vlaanderen
In Vlaanderen lanceren wij campagnes om meer jongeren wiskunde, fysica, chemie … kortom, wetenschappen, te laten studeren. Omdat De Markt er om vraagt, meneer ! Maar wanneer zij met hun handen vol wetenschappelijke argumenten de straat op gaan, wanneer honderden, duizenden wetenschappers in petities en open brieven hun steun aan hen betuigen en zij daarmee gewapend bij de cenakels van het beleid aankloppen, dan noemt men ze “doemdenkers”, dan labelt men hen “een sekte”. Zoals men het bij onze zuiderburen zegt: “Le ridicule ne tue pas”.
Nu gaat die overheid beslissen om toch maar van het best case scenario uit te gaan. Want dat is beter voor de economie. En voor de groei. Geloof me vrij: die jongeren herkennen ook een bullsh*tter wanneer ze er één zien.
In Vlaanderen zegt men dat de overheid meer als een bedrijf zou moeten functioneren. Dan zou alles veel efficiënter gaan. Ik werk voor een bedrijf. Ik bereken de profit & loss voor de projecten waar ik bij betrokken ben. Wanneer de inzet hoog is, dan wordt het vergrootglas bovengehaald en werkelijk alles wordt onder de loupe gelegd: de taxpercentages, de wisselkoersrisico’s, de kredietwaardigheid van de klant; wat als hij enkel dit of dat stuk van het project zou kopen; wat als onze productontwikkeling vertraging zou oplopen enzovoort enzovoort.
Maar altijd … ALTIJD … wordt mij gevraagd het worst case scenario uit te werken en daarop wordt het go of no-go gebaseerd, want dat is hoe een bedrijf werkt. In de klimaatzaak ligt dat worst case scenario al lang in tientallen wetenschappelijke rapporten op tafel. Maar nu gaat die overheid, die toch zo graag als een bedrijf zou opereren, beslissen om toch maar van het best case scenario uit te gaan. Want dat is beter voor de economie. En voor de groei. Geloof me vrij: die jongeren herkennen ook een bullsh*tter wanneer ze er één zien.
De commandant die twijfelt
Ik wens de klimaatbeweging van deze jongeren het allerbeste toe, omdat de loop van dat richtings- en verbeeldingsloze kanon pal op hen staat gericht en zij toch de rug rechten en hun stem verheffen; omdat ik in 1989 ter plaatse heb meegemaakt en gezien hoe het enthousiasme van de jongeren een hele natie kan verenigen; omdat ik geloof dat er wel degelijk alternatieven zijn voor ons gefossiliseerd denken over klimaatoplossingen; omdat ik de bagger die over deze jongeren op sociale media wordt uitgestort hartsgrondig beu ben; omdat ik denk dat een maatschappij, die zijn eigen kinderen uitlacht en verwenst wanneer ze bang zijn en actie vragen, zijn eigen toekomst niet langer verdient …
Ik maak me geen illusies: in Beijing, op 5 juni 1989, rolden de tanks verder door de stad nadat de naamloze opposant van de straat was gehaald. Maar, voor een kort ogenblik, waren er wèl dertien tanks gestopt door één man in hemdsmouwen. Er was een luik open gegaan. Er had een kort gesprek plaatsgevonden. Ergens, in al dat pantser, was een geweten beginnen te knagen, zat iemand met zichzelf in tweestrijd. Die andere hoofdrolspeler in dat drama van dertig jaar geleden, waar niemand het over heeft, is die commandant binnenin die eerste tank. En hij heeft getwijfeld.
Geen Youth4Climate gaat die onmiddellijke verandering teweeg brengen die zij willen en die eigenlijk wel nodig is. Regeringen zullen voortdoen met wat ze bezig zijn. Maar in 2019 hebben regeringsleiders nillens willens een luikje van hun pantser moeten openen en hebben moeten luisteren naar zestien- en zeventienjarigen. Ook die ontluisterende beelden gaan nu de wereld rond. En met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid gaan er commandanten binnenin beginnen twijfelen.
Wie zonder wapens is, vecht met zijn voeten. Of om de wijsheid van die andere Chinees, Laozi in de Dao De Jing te parafraseren: ‘Elke reis van duizend mijl begint met … de eerste klimaatmars’.
Rudi Devuyst