Toerisme is verantwoordelijk voor acht procent van de globale CO2-uitstoot. Tom Ysewijn vraagt zich af of en hoe je de milieu-impact van je reis kan neutraliseren. Volgens hem zullen bomen een doorslaggevende rol spelen in de uitkomst van de klimaatcrisis.
© Tom Ysewijn
Er lijkt dan toch een reisseizoen aan te komen voor de Europese toerist. De komende weken rijden en vliegen we weer massaal van hot naar her op zoek naar vertier, vervoering en wat normaliteit. We reizen de laatste jaren steeds vaker en verder. Van alle transport in Europa is meer dan een vijfde gelinkt aan toerisme. Die sector heeft een aandeel van 8% in de globale uitstoot.
Al zal het dit jaar ietsje minder zijn, reizen is vervuilen weten we. Kan je de milieuimpact van je reis neutraliseren? Door te kiezen voor een bestemming dichtbij? Een beetje. Door te reizen per fiets? Misschien. En door bomen te planten? Wellicht. Bomen zullen een doorslaggevende rol spelen in de uitkomst van de klimaatcrisis. Maar er is nog werk aan de winkel.
De aarde verkeert in bomennood
De uitstoot van broeikasgassen moet omlaag. Tegen 2050 zou volgens het klimaatpanel van de VN (IPCC) een zogenaamde ‘net zero’ moeten gerealiseerd zijn. Dit betekent dat we netto geen CO2 meer toevoegen aan de atmosfeer, en dat we de uitstoot die we niet kunnen vermijden op één of andere manier terug uit de lucht halen. De uitstoot kun je compenseren door bomen te planten bijvoorbeeld.
Een boom factureert niets voor geleverde diensten.
Een boom heeft veel voordelen, en kan ons in tijdens deze klimaatcrisis als natuurlijke koolstofvanger een grote dienst bewijzen. Een boom haalt CO2 uit de lucht, geeft zuurstof terug en houdt de koolstof voor zichzelf. Bovendien vallen de kosten voor de uitvoer van zo’n ingewikkeld proces enorm mee. Een boom factureert niets voor die geleverde diensten. Er valt dus wel iets voor te zeggen om te investeren in deze natuurlijke beademingsmachines.
Willen we de globale uitstoot van alle broeikasgassen compenseren, dan moeten we zo’n 1200 miljard bomen planten, berekenden medewerkers op een Zwitserse universiteit. Het voorstel klinkt ambitieus en de haalbaarheid roept nog wat discussie op maar in essentie blijft de strategie wel waardevol. Zonder bomen geen zuurstof, maar ook geen regen, en finaal ook geen leven. Ze voorkomen ook bodemerosie. Ze zuiveren water; ze reinigen de lucht. Ze hebben een positief effect op de mens, ook geestelijk. We kunnen bomen dus maar beter koesteren, het zijn ingenieuze organismen die genereus zijn voor de mens.
Desondanks werd vorig jaar wereldwijd alweer 12 miljoen hectare bos omgehakt. Dat is elke 6 seconden een voetbalveld. Dit verlies vindt voornamelijk plaats in tropische wouden, en vaak om land vrij te maken voor landbouw. Het gaat dus de verkeerde richting uit met ons mondiale bomenbestand.
Dat is niet alleen rampzalig op vanuit de klimaatoptiek. De wouden die nu zienderogen aan het verdwijnen zijn, herbergen ook een enorme biodiversiteit. Met het kappen van hun habitat verliezen steeds meer soorten overlevingskansen. En verhogen we de druk op wat er overblijft aan bossen. Die overdruk heeft ons uiteindelijk opgezadeld met Het Virus dat de mensheid nu al maanden domineert.
Bosbouw moet er niet enkel op gericht zijn om bomen voort te brengen, maar ook op het optimaliseren van de ecologische functies.
Een boom is het meest effectief in de tropen. De uitdaging is dan ook om onze tropische wouden te beschermen, nog meer dan de Europese. Die Europese ontbossing leek tot trouwens grotendeels gestopt te zijn, maar dat nam na 2015 weer toe. Toch mogen daarmee niet onverdeeld gelukkig zijn (en blijft Vlaanderen de bosarmste regio). Teveel van onze huidige bossen worden vooral gezien als grondstof (biobrandstof of constructiehout) voor economische processen en zijn monoculturen die in korte omlooptijden worden geplant waardoor ze in ecologisch opzicht niet zo performant zijn als wel zou kunnen.
Op een Europese conferentie over de rol van bossen onderstreepte Xavier Morin de nood aan betere conservatie van oude wouden, minder monoculturen en het beheren van bossen op een manier die klimaatrobuust is. Lees: bosbouw moet er niet enkel op gericht zijn om bomen voort te brengen, maar ook op het optimaliseren van de ecologische functies, in het belang van de mensen en de rest van de planeet.
Het feit dat Europa niet echt verder ontbost, is voor een deel overigens te danken aan hoe we onze landbouwproductie hebben uitbesteed aan andere landen. Er wordt -nog steeds- massaal gekapt om plaats te maken voor de productie van palmolie, dierenvoeding of biobrandstof. Grondstoffen die gretig aftrek vinden bij ons.
We hebben dus goede redenen om dringend werk te maken van duurzame (her)bebossing. Dit is een planetaire uitdaging, die je in je eentje niet zal oplossen. Maar je kan wel íets doen. Je reizen compenseren bijvoorbeeld.
Het rekenwerk van een klimaatneutrale fietser
Reizen is een vast onderdeel geworden van ons gedragspatroon. We reizen vaker en verder en die trend zal waarschijnlijk niet snel keren. Die massale verplaatsingen gebeuren meestal met het vliegtuig of de auto, wat gepaard gaat met een substantiële uitstoot van broeikasgassen. Niet ideaal tijdens een klimaatcrisis. Minder vaak en minder ver reizen is voor sommigen een optie, maar helemaal thuisblijven klinkt voor de meesten als een onredelijke eis. Enige klimaatwinst valt ook te boeken door te kiezen voor minder vervuilende vervoersmiddelen. Een fiets bijvoorbeeld.
Maakt reizen per fiets een verschil? Hoe klimaatvriendelijk kan dat zijn? Want met fietsen stoot je toch niks uit. Denkt een mens dan. Maar dat klopt niet, zo becijferde de Europese fietsersbond. Als we de energie en grondstoffen meerekenen die nodig zijn voor de productie, het onderhoud én het gebruik van je fiets dan dragen we dus ook op onze tweewieler nog steeds bij tot de klimaatopwarming.
Wat is nu precies de impact van het fietsen? Daarbij komt enig rekenwerk kijken. Voor de winning van de grondstoffen, om de fiets te produceren en te transporteren is energie nodig. We gaan er van uit dat die fiets 8 jaar meegaat en zo’n 2400 km per jaar aflegt. Een fiets die ongeveer 20 kilogram weegt en bestaat uit 14,6 kg aluminium, 3,7 kg staal en 1,6 kg rubber staat voor een totale uitstoot van 5 gram CO2/km.
Om die fiets te laten rijden is energie nodig. Je trapkracht komt uit je spieren, en die halen hun energie dan weer uit wat je eet. Een fietser heeft extra voeding nodig omdat je tijdens het fietsen meer energie verbruikt dan bij stilzitten. In dat opzicht stoot een fietser meer uit dan een gemotoriseerde transportgebruiker: namelijk 2,5 kCal per kilogram/uur meer.
Als ik mijn reis op 1 jaar wil compenseren, kost me dat 4 bomen. Maar 4 bomen zullen het klimaat niet redden.
Iemand die 70 kilogram weegt en fietst (aan 16 km/uur) verbruikt zo al vlug 175 kCalorieën meer op een uur. Eén kilometer fietsen vraagt dus 11 Kcalorieën meer aan energie die uit voedsel moet gehaald worden.
Nu is het wel wat giswerk om te bepalen hoeveel de productie van je voedsel uitstoot. Afhankelijk van wat je eet, en hoeveel, is dit getal nogal variabel. Een fervente vleeseter heeft een beduidende hogere koolstofimpact dan een fan van kikkererwten en zeewier. De gemiddelde Belg verorbert elke dag 3.726 kCal. , en binnen ons huidige voedselsysteem wordt door (of voor) iedere Belg minstens 1100 kg CO2 per jaar uitgestoten. 1 Kcalorie staat dus voor 0,81 gram CO2. Voor het extra voedsel dat ik als fietser nodig heb wordt 8,8 gram CO2 per kilometer extra uitgestoten.
(In sommige berekeningen gaat men er van uit dat bij de voedselvoorziening jaarlijks per persoon 1,83 ton wordt uitgestoten , dan komen we uit op 16 gr CO2/km)
De totale uitstoot van fietsen ligt dus ergens tussen de 16 en de 21 gram per kilometer. Voor een auto is dat 271 gr/km. , dus 10 tot 15 keer zoveel.
Dit jaar maak ik een fietsreis die me van Gent naar Lissabon zal voeren. Ik keer terug per trein. Dit betekent dit dat ik fietsend 48, of maximaal gerekend 63, kilogram broeikasgassen (BKG) uitstoot. Terugkeren per trein kost me volgens de Ecopassenger website wonderlijk genoeg “slechts” 45 kilogram aan broeikasgassen.
Totale impact van mijn verplaatsingen komt dus op 108 kilogram BKG. De opslagcapaciteit van een boom is afhankelijk van de groeisnelheid, het type boom, de grootte… en ligt ergens tussen de 21 en 31 kg. jaarlijks per boom. Mijn reis zou me dus 4 bomen kosten, als ik die op 1 jaar wil compenseren. Maar 4 bomen zullen het klimaat niet redden.
De val der zelfgenoegzaamheid
Onze impact op het milieu blijft helaas niet beperkt tot ons reisgedrag. We eten, wonen, verwarmen ons. Op een jaar tijd komt dat op een behoorlijke koolstofsaldo. Wie de volledige klimaatimpact van een jaar, in Westerse levensstijl, wil compenseren moet het wat grootser zien als je die wil compenseren. Voor een Belg is de gemiddelde uitstoot 10 ton per jaar. Dat compenseren zou zo’n 500 bomen vragen, op 1 hectare. Als we dat met zijn allen zouden willen doen, hebben we 11 miljoen hectaren nodig. Ons land meet 3 miljoen hectaren. We komen er dus lang niet met dat compenseren alleen. Ook een sterke reductie is onontbeerlijk.
Dat die er zal komen enkel door een vrijwillige aanpassing van ons gedrag lijkt onwaarschijnlijk. Consumentenactivisme is maar een deel van de oplossing voor de huidige klimaatcrisis. Wat ons tegelijk te doen staat, is de systeemfouten aanpakken en de hardnekkige structuren die deze destructieve praktijken in stand houden bestrijden. Sterke overheden en wetten die destructie en uitbuiting onmogelijk maken. Zolang overheden meer geld blijven steken in fossiele brandstoffen dan in groene energie geraken we geen stap dichter bij een oplossing.
De politieke dimensie van bomen planten
Wat is dan de zin van compenseren? Bomen planten is -meer nog dan een zinvolle daad voor het klimaat- een politiek statement. Met jouw kleinschalige, persoonlijke klimaatbeleid toon je dat het anders kan. En die keuzes werken als een prefiguratieve illustratie van een leefpatroon waarvan de klimaatbalans evenwichtiger is. Waarin de sociale én ecologische relaties evenwichtiger zijn. Je toont door je milieuimpact te reduceren en te compenseren hoe een duurzame toekomst eruit ziet. Het is de voorafspiegeling van hoe het kan zijn. Van een systeem dat beter omgaat met de aarde.
Dit eco-subversief gedrag heeft als uitgangspunt dat we, in alles wat we hier uitvreten, evenveel moeten teruggeven als we onttrekken aan de aarde.
Zo geef je een signaal naar onze vaak weifelende politieke klasse. En toon je dat er een politiek draagvlak is voor doortastende klimaatactie. Het is een vorm van alledaagse politiek. Bijvoorbeeld door niet langer de milieukosten van je reis te negeren, maar ze te vermijden of te compenseren.
Een vegetariër zal in zijn eentje de vleesindustrie niet doen krimpen, wie zonder auto leeft doet de wereldwijde verkoop niet dalen, minder vliegen is een banale daad in het verminderen van onze gigantische uitstoot. Maar je toont ermee aan de het anders kan, dat je macht hebt over je hoe sommige dingen moeten gebeuren. Je doorprikt bepaalde vastgeroeste -of aangeprate- overtuigingen van hoe we de aarde moeten besturen of beheren. Dit eco-subversief gedrag heeft als uitgangspunt dat we, in alles wat we hier uitvreten, evenveel moeten teruggeven als we onttrekken aan de aarde.
En dit paradigma is op zich al een vorm van verzet tegen de onverzadigbaarheid van het huidige economische praktijk. Je doorprikt, door het anders te doen, de hegemonie van een failliet systeem. Je klimaatbewuste gedrag is het breekijzer waarmee we het status quo te lijf kunnen gaan.
Precies de boom zal ons redden van het grote onheil dat voor de deur staat. En daarom moeten er massaal veel van geplant worden. In afwachting van een doortastend klimaatbeleid beginnen we daar maar beter zelf mee. In onze tuinen, in onze parken, langs onze velden. Zodat elke boom kan uitgroeien tot een oproep aan onze medemensen, niet in het minst aan onze politici, om het wat slimmer aan te pakken met dat klimaat. Bomen planten is eisen dat we het radicaal anders pakken. Majestueuzer, mooier en vreedzamer kan verzet niet worden.
Hoe ik mijn reis compenseer
Bepaal op Ecopassenger hoeveel je reis uitstoot. Je krijgt de resultaten te zien van je trip voor resp. trein, auto en vliegtuig.
Deze grafiek bvb. toont de verschillen in uitstoot voor een enkele reis naar Montpellier.
Als je weet dat een boom tussen de 21 en 31 kg. opslaat per jaar compenseer je een vliegreis naar Montpellier door tien bomen te planten. (Al zou je ook de trein eens kunnen overwegen.)
Niet iedereen heeft ruimte om zelf een boom te planten. Mijn reis compenseer ik via Cyclingfortrees. Dat is een feitelijke vereniging die de komende jaren 2000 bomen kan planten op een terrein in Frankrijk, de bomen worden ecologisch beheerd. Ik schrijf 1 euro per te planten boom over op BE94 7350 3345 7914 (met vermelding van mijn naam en e-mailadres zodat ik op de hoogte kan blijven van de vorderingen)
De laatste week van oktober worden de bomen geplant, wie wilt meehelpen is welkom in de Franse Allier om de eerste 500 bomen in de grond te steken.
Maar ook Natuurpunt of Bos+ planten bomen voor het klimaat.
Waar wacht je op?