Op weg naar een gedekoloniseerde circulaire economie
Circulaire economie in 10 lastige stappen
Blanke mensen die circulaire economie onderwijzen, presenteren dit vaak als een innovatief iets, alsof het Globale Noorden de expert in circulaire economie is. Wendy Wuyts en Lore Termont zagen “in het veld” echter dat jongeren in ontwikkelingslanden vaak meer kennis, verhalen en ideeën over circulaire economie bezitten dan men denkt.
© Lore Termont
Bij menig blog over duurzaamheid vind je titels terug zoals Een duurzame capsule garderobe voor je kind? Dat doe je in 5 simpele stappen, of DIY: 8 simpele stappen om een vod in een prinsessenjurk te veranderen. Een duurzame levensstijl is simpel en goedkoop, zeggen bekende “girl gurus” zoals Lauren Singer en Marie Kondo, en het is hip.
Ook zijn wij twee jonge blanke vrouwen met een hart voor een beter milieu en sociaal welzijn. Allebei waren we op onze eigen manier verbonden aan het project C-Power, dat als doel had om circulaire economie te introduceren bij twee groepen jongvolwassenen met uiteenlopende achtergronden.
Wendy stond mee aan de wieg van het project. Zij schreef haar masterthesis rond onderwijs in circulaire economie en schreef tevens een blog voor MO* over de nood aan een sociale dimensie in de circulaire economie. Lore kwam er later als pedagogische begeleider en projectcoördinator bij.
Het idee om ook alleenstaande jonge moeders, rolstoelgebruikers, nieuwkomers, kansarmen en andere jonge mensen die anders niet betrokken worden in dit doorgaans blanke middenklasseverhaal, meer te leren over circulaire economie trok ons beiden sterk aan. Al snel werd echter duidelijk dat niet zij, maar wel wij met de meeste lessen naar huis zouden gaan.
Stap 1: Voeg een sociale dimensie toe aan je circulaire economische project
‘Stap in een tram in Antwerpen of ga naar een workshop circulaire economie en je botst op een heel ander publiek. Hoe betrek je dan die mensen in de tram in de circulaire economie?’
Ondanks dat de circulaire economie in bedrijven en de overheid in een stroomversnelling komt, lijken consumenten minder betrokken te zijn bij de circulaire economie. Twee jaar geleden stelden we vast dat Vlaanderen Circulair vooral design thinking workshops voor jonge ondernemers en bedrijven organiseert en dat we vooral blanke hoogopgeleide mensen zien op evenementen die circulaire economie promoten.
Een commentaar die al tijdens de eerste bootcamp Vlaanderen Circulair in 2017 werd gegeven, is dat de uitdaging geen sociale dimensie integreerde. De deelnemers moesten een project voor een rijkere klasse burgers meer circulair maken. Toen al waren er bezwaren tegen het gebrek aan een sociale dimensie in projecten, maar even goed in educatie. Stap in een tram in Antwerpen of ga naar een workshop circulaire economie en je botst op een heel ander publiek. Hoe betrek je dan die mensen in de tram in de circulaire economie?
We merkten dat aansluiten bij de leefwereld een heel belangrijke voorwaarde is. Zorg voor een gedeelde interesse of bekommernis en vertrek van daaruit. Daarnaast moet er ook mentale ruimte zijn om überhaupt te kunnen meedenken over maatschappelijke kwesties. Aan jongeren die leven in onmogelijke omstandigheden en bezig zijn met overleven, kan je niet vragen de problemen van morgen mee op te lossen. Wees dus ook realistisch: dat je meer tijd nodig hebt voor persoonlijke kwesties en het ondersteunen van basisbehoeften is niet perse een falen van het project, maar brengt de jongeren net dichterbij de mogelijkheid om deel te nemen aan het debat.
Stap 2: Dekoloniseer circulaire economie
‘Is dit progressief?! Herbruikbare luiers zijn “dagelijkse kost” in Rwanda. En niet enkel bij de middenklasse.’
Eén op de vijf Vlamingen is niet in Vlaanderen geboren en komt vaak uit landen waar bepaalde praktijken, zoals herbruikbare luiers, niet “vergeten” zijn. Een deelnemer met Rwandese roots stelde al snel de progressiviteit van de circulaire economie in vraag. In haar familie worden herbruikbare luiers namelijk al generaties lang gebruikt.
Sommige deelnemers gaven aan dat de circulaire economie voor hen wel een nieuw jargon bovenhaalt, maar dat de praktijken hen wel bekend zijn. Kleren zo lang mogelijk gebruiken of het gebruik van herbruikbare scheermesjes was voor een Afghaan bijvoorbeeld heel normaal. Je hebt daar niet zo veel, dus uiteraard verspil je geen grondstoffen.
Al tijdens Wendy’s thesisonderzoek in Thailand drong zich een wrang gevoel op in dit verband. Blanke mensen die circulaire economie onderwijzen en dit presenteren als een innovatief iets, alsof het Globale Noorden de expert in circulaire economie is. Ook in haar doctoraat begeleidt Wendy studenten van “ontwikkelingslanden”, waarbij ze steeds onzekerder wordt over methodes die wetenschappers uit Japan en Europa ontwikkelen en onderwijzen.
Onze ervaringen leren ons dat er op vlak van dekolonisatie van de circulaire economie dus nog een grote ruimte voor experiment en verbetering ligt. Ons leerproces wijst ons op het feit dat deze jongeren ook zeer veel kennis, verhalen en ideeën bezitten die andere Vlamingen kunnen helpen. Laat ons in toekomstige projecten dan ook deze kennis valoriseren en inzetten om dichterbij een gedekoloniseerde circulaire economie te komen.
© Lore Termont
Stap 3: Focus meer op de maatschappij dan het individu
‘Zouden we dan niet beter allemaal naakt gaan rondlopen?’
Na de eerste test van het ganzenbord, de evaluatie en gesprekken met de jongeren, beseften we dat dit spel te veel gaat over keuzes die burgers kunnen nemen om hun leven duurzamer of “meer circulair” te maken. In onze maatschappij worden we vaker op onze individuele verantwoordelijkheden gewezen, terwijl dat misschien niet de oplossing is?
Dat arsenaal aan keuzes dat we aanreiken, gaat ook gepaard met het ontwikkelen van schuldgevoelens bij individuen. We hoorden de jongeren grappen dat ze beter minder eten, aarde eten, of gewoon niet meer eten. Of dat ze beter naakt zouden rondlopen, nadat de film The True Cost (een film over de mode-industrie) werd getoond. Dat was nu ook niet de bedoeling.
We beseften wel dat maatschappij, met opiniemakers en politici aan het stuur, hetzelfde deden: te veel hameren op (nog meer) duurzame keuzes die individuen zouden moeten maken, in plaats van de structurele barrières weg te halen. Structureel barrières wegwerken, vereist natuurlijk meer zelfreflectie hogerop, terwijl je aan burgers zo kan vertellen dat ze beter minder vlees eten. Als burgers hier niet op in gaan, hebben ze op z’n minst geprobeerd Vlaanderen meer klimaatneutraal te maken.
© Lore Termont
Het is trouwens zeer moeilijk om de meest duurzame consumptiekeuze te maken. Op basis van wat? Circulariteit? Geen kinderarbeid? Klimaat? Biodiversiteit? Wendy doet een doctoraat rond duurzaamheid en hoe meer ze zich verdiept in deze materie, hoe meer ze twijfelt welke keuzes duurzamer zijn. Achter elk product en elke dienst schuilt namelijk zo’n complex verhaal. Daarnaast hebben wij de (mentale) tijd en het geld om daarover na te denken. Hoeveel mentale ruimte om na te denken heeft iemand die een oorlog is ontvlucht of, meer frequent, verkracht of aangerand is? Wat met iemand die met een verslaving kampt? Wat als je alleenstaande moeder bent?
Stap 4: Maak via deconstructie en reconstructie optimistische verhalen mogelijk
‘We zijn maar een kleine vis in de oceaan en kunnen niets veranderen.’
Na een brede schets van de klimaatproblematiek merkten we al snel een groot gevoel van machteloosheid bij de jongeren. Ook zij begrepen dat in dit verhaal veel macht bij politieke leiders en grote bedrijven ligt. De veelheid van het probleem overviel hen en het geloof dat zij zelf de transitie mee kunnen dragen, was bij hen ver te zoeken. Lore merkte echter dat dit gevoel van machteloosheid beetje bij beetje tegengegaan kon worden door bijvoorbeeld de klimaatproblematiek op te splitsen in bevattelijke onderdelen, waarna ze zelf een focus konden kiezen. De jongeren werden op die manier uitgedaagd om hun eigen “strijd” te kiezen. Deze de- en reconstructie zorgden voor overzicht en maakten optimisme mogelijk.
© Lore Termont
Stap 5: Maak plaats voor transformatieve leiders
In onze maatschappij bestaat vaak een kunstmatige onderverdeling tussen experts en leken. Wanneer je naar een workshop “duurzaam koken” of “ontspullen” gaat, luister je naar een expert. Je hebt girl gurus, zoals Lauren Singer en Marie Kondo, die alles weten en feilloos lijken. We kijken op naar die leiders. Zij verdienen er ook aan. Lauren en Marie hebben trouwens ook allebei winkels die je helpen om een meer duurzaam en gelukkig leven of huis op te bouwen.
In het dagelijkse leven worden ideeën bijgevolg vaak gewaardeerd naargelang de expertstatus van hun bedenker. Zelf denken en leven we liever circulair, zoals in de verhalen van Koning Arthur en de ridders van de ronde tafel. Iedereen is gelijk en iedereen kan van elkaar leren. Reflectie is belangrijk.
Vooral Lore probeerde een soort van koning Arthur te zijn en elke leerreis te gidsen, langs de grootste draken en monsters (lees: trauma’s of dergelijke) te gidsen, zodat die de held niet zouden afleiden of vastzetten. Ze vertrouwde in het idee van de reis, veroordeelde geen keuzes en liet hen vooral hun eigen ding doen.
Dit transformatief leiderschap creëert een veilige leerruimte, in een bepaalde context, met een bepaald kader en doel, maar laat veel vrijheid aan de “held” om zelf zijn/haar pad te kiezen.
De vraag die Lore aan de jongeren stelde om zelf een oplossing of idee te bedenken, botste aanvankelijk op veel weerstand. Veel jongeren werden al vaak afgewezen in verschillende domeinen in onze samenleving, omdat ze niet de ‘juiste’ interesses, huidskleur, of taalkennis bezitten. Velen onder hen moeten zich al een tijdlang wringen in het schoentje dat hen voorgeschoteld wordt. Het opbouwen van een vertrouwensband, de creatie van een veilige leerruimte en het betrekken van partners uit het veld bleken essentieel om hen hun zelfvertrouwen terug te geven.
Voor velen betekende het achteraf gezien een enorme vrijheid om enkel al de vraag te krijgen wat voor hen belangrijk is en te zien dat ook hun idee of oplossing waardevol is voor onze samenleving.
© Lore Termont
Stap 6: Leer het verschil tussen circulariteit en duurzaamheid
‘Je kan de wapenindustrie meer circulair maken, maar dat betekent niet dat je de wereld beter maakt voor meer mensen.’
Daarnaast mogen circulaire economie en duurzaamheidstransitie niet door elkaar gebruikt worden. Je kan de wapenindustrie meer circulair maken, maar dat betekent niet dat je de wereld beter maakt voor meer mensen; alleen voor de portemonnee van een elite.
Toch was Wendy voor een lange tijd een grote fan van circulair economie zonder te weinig kritische bedenkingen. De zomer waarin ze dit project mee bedacht, bezocht Wendy samen met een vriendin een tentoonstelling over een oorlog en bij een tekst over recyclage van kogels met een vriendin besefte ze het verschil. Circulaire economie is oké, maar het moet sociaal zijn.
Stap 7: Zoek meer partners
‘Transitie gebeurt alleen als zoveel mogelijk sectoren en mensen mee de boot op stappen. Maar iedereen moet mee; ook de “traagste”.’
C-Power is een transdisciplinair project; dus partners van verschillende sectoren zijn betrokken. Academici, (sociale) ondernemers, psychologen en pedagogen, ngo's en lokale overheidsofficiers staken allemaal hun input en energie in dit project. Vlaanderen Circulair promoot ook om zoveel mogelijk partners in een project (en subsidieaanvraag) te betrekken, want transitie gebeurt alleen als zoveel mogelijk sectoren en mensen mee de boot op stappen. Alleen gebeurt dan alles veel trager. Iedereen moet mee; ook de “traagste”.
Dat is lastig, want we leven nu eenmaal in een maatschappij gedreven door snelheid en comfort, en individualisme als grote waarde. We vergeten of negeren mensen die meer ‘tijd’ nodig hebben. Stilstaan bij die groep en met hen samen leren over circulaire economie tijdens C-Power heeft ons nochtans pas echt werkpunten en structurele barrières doen ontdekken.
Wendy werkte ook voor Bold Branders, een partner, en onderzocht daarnaast de impact van storytelling op duurzaamheidstransitie in de vorm van een circulaire fictieroman “Als Meubels Konden Spreken” en een blog met dezelfde titel. Beide schrijfstukken handelen over andere soort verhalen verhalen als tegengewicht voor meer pessimistische verhalen.
De leerprocessen van C-Power en Bold Branders waren vaak een kruisbestuiving voor elkaar, wat opnieuw het belang van sterke en ook minder evidente partnerschappen toont. Enkel op die manier kunnen projecten, ideeën en methodes verder circuleren en elkaar verrijken.
Stap 8: Verlaag de drempels
Twee jaar geleden was er weinig laagdrempelig pedagogisch materiaal rond dit thema ter beschikking. Het materiaal dat wel al bestond, was vrij hoogdrempelig en vaak gelinkt aan circulair ondernemerschap. Momenteel zijn zowel POM West-Vlaanderen als VITO bezig met de ontwikkeling van spelen voor de hogere graad secundair onderwijs. Deze zullen in 2020 als test gratis beschikbaar zijn voor leerkrachten. POM werkt nog aan het digitale spel Circonopoly, maar een printbare bètaversie van EcoCEO kan je al downloaden.
Aangezien er bij aanvang van dit project weinig pedagogisch materiaal beschikbaar was, ontwikkelden we zelf een ganzenbordspel waarin iedereen iets kan leren en waarin intelligentie of strategisch inzicht geen te dominante rol spelen. Een ganzenbord heeft vooral een hoge geluksfactor. Daarnaast stellen we al het pedagogisch materiaal gratis ter beschikking op de website van C-Power
Daar vind je ook links naar bovengenoemde spellen Eco-CEO en Circonopoly voor een hogere graad middelbaar onderwijs.
Stap 9: En oh ja, pas die leerplannen aan
Onze contacten bij POM en VITO geven aan dat leerlingen vaak zeer snel weg zijn met het spel en de concepten van circulaire economie, maar dat het spel vaak moeilijker onthaald wordt door leerkrachten. Bovendien staat circulaire economie wel vermeld in beleidsnota’s, maar nog niet in de leerplannen. Dit is een grote structurele barrière: de leerplannen zijn nog volledig doordrenkt van het lineair economische gedachtegoed.
© Lore Termont
Stap 10: Blijf (tijd vrij maken om te) leren
De reis is nog niet afgelopen, maar wat zeker is, is dat het leerproces voor ons vaak oncomfortabel aanvoelde. Voor ons was het project ook een enorm zoeken naar welke methodes werkten, welke niet, en welke impact we konden vaststellen. Zo voelden we bijvoorbeeld een spanning tussen het doel en de aan te tonen resultaten van het project enerzijds, en het (moeilijk meetbare) leerproces voor de jongeren anderzijds.
Ook voor onszelf en bij partners was het constant zoeken naar een evenwicht tussen loslaten om zelf bij te leren enerzijds, en gericht sturing en kader bieden anderzijds. Input en ervaring uit andere kanalen werd vaak betrokken in het proces om ons te ondersteunen in deze evenwichtsoefening. Zo haalden we bijvoorbeeld inspiratie binnen de ecopsychologie en deep ecology, maar evengoed bij educatieve methodes die een grote impact hadden op ons eigen leerproces in het verleden.
Momenteel maakt Lore op basis van de ervaringen met het C-Powertraject één samenhangende en prikkelende vormingsdag die kan werken voor verschillende jongeren die een Samenlevingsdienst doen in de toekomst. Dit materiaal wordt ook vertaald in het Frans, zodat C-Power kan verder leven en inspireren, zowel aan Vlaamse als aan Waalse kant.
Wil je graag meer info over onze methodes en bevindingen, wil je ervaringen uitwisselen, of wil je graag zelf aan de slag met jongeren met verschillende achtergronden rond dit thema? Allemaal helemaal welkom via lore.termont@samenlevingsdienst.be