Waarom het van vitaal belang is om interesse te hebben voor de natuurlijke wereld waarin we leven
Over wildplukken en Dòigh Nàdair, de Schotse weg van de natuur
Zeronauter Wendy Wuyts bezocht in Schotland allerlei initiatieven voor bosbaden, wildpluk en voor meer bomen. Ze wil er inspiratie vinden voor een project in eigen land. In deze blog: wildpluk in Schotland en de schatten die je in bossen aantreft.
In een Schots bos
© Wendy Wuyts
Zeronauter Wendy Wuyts bezocht vorige maand in Schotland allerlei initiatieven rond bosbaden, wildpluk en initiatieven voor meer bomen om inspiratie te vinden voor een project in eigen land. Ze schreef eerder over Tree Time, dat in Edinburgh verloren en oude stadsbomen vervangt. In deze blog: wildplukken in Schotland en de schatten die je in bossen aantreft.
In mijn grijze kantoor in Japan bereidde ik mijn reis naar Schotland voor. Ik ben niet de enige die ‘vrijetijdsplannen’ op het werk maakt. In Japan heb je het idee dat je pas het kantoor kan verlaten als de baas en de oudere mensen vertrekken. De professor is nog niet vertrokken en ik ben klaar.
Terwijl mijn buur naar Chinese muziekvideo’s luistert, zoek ik naar bosbadgidsen in Schotland. Best eigenaardig als je weet dat het concept van bosbaden van de Japanse uitdrukking shinrin yoku komt. Waarom dan in Schotland? Ik ben zelf een gids, maar af en toe wil ik ook een deelnemer zijn. Vooral in het buitenland is het verrijkend om dankzij een gids en de verhalen van andere deelnemers op een intieme manier met een bos te verbinden.
Begin november genoot ik in Oslo van een winters bosbad dankzij Dagheid Solholm. Geregeld via Instagram voor een Russische vriendin en mezelf. De sneeuwvlokken, het lage zonlicht en het bos van Ekebergpark brachten me helemaal in vervoering. Daarnaast leerde ik ook meer over de geschiedenis en folklore van deze plek. Daarna wou ik hetzelfde in Schotland ervaren.
Van Shinrin Yoku naar Dòigh Nàdair
Mijn zoektocht bracht me bij Monica Wilde. Op de website van haar dochter, een van de twee bosbadgidsen, vond ik een blog over Dòigh Nàdair’. Ik ben zo iemand die van poëtische buitenlandse woorden houdt, zoals Shinrin Yoku. Monica Wilde schreef dat verschillende culturen een woord hebben voor Shinrin Roku. Zo is er het Noorse Friluftsliv dat ‘buiten en dicht bij de natuur zijn’ betekent.
Monica vond dat de Schots-Gaelische uitdrukking ‘Dòigh Nàdair’ het best bij Shinrin Yoku aanleunde. De betekenis? ‘De weg van de natuur’. Nadat ik haar blog gelezen had wist ik: ik wou meer van haar leren.
Wildplukkers en natuurbescherming
Nu, meer dan ooit, is het van vitaal belang om interesse te hebben voor de natuurlijke wereld waarin we leven. In Groot-Brittannië zit de natuur, net als in België, in de problemen. Onder de hagen en velden staat 14 procent van de landbouwgronden met wilde bloemen en 11 procent van de bossen op de nationale rode lijst. Planten zoals de bleekgele hennepnetel gingen al verloren. In de laatste 80-90 jaar is 97 procent van de laaglandweide verdwenen, waardoor voedsel voor hommels met 76 procent is afgenomen.
Een goede wildplukker is ook een natuurbeschermer.
Een goede wildplukker, vertelde Monica me, is ook een natuurbeschermer. Eenmaal je intiem verbonden bent met het leefgebied dat je voedsel levert, wordt je liefde voor en bewustzijn van het voedsel verhoogd, samen met je verlangen om het te behouden.
© Wendy Wuyts
Gratis apotheek, toiletpapier en maandverband
Ik ontmoet Monica in het station van Bathgate, na een treinrit van twintig minuten vanuit Edinburgh. Tijdens de autorit naar het bos wijst ze naar de meidoornhagen die nu machinaal gesnoeid worden, en de omgevallen beukenbomen. ‘Helaas weten weinig mensen hoe je voor een bos moet zorgen.’
Een reclamebord dat kleine loten bosland aanbood, maakt haar ongelukkig. ‘Vaak worden die door buitenstaanders gekocht die helemaal niet weten hoe ze voor dat bos moeten zorgen.’
Even later trekken we onze laarzen aan. Monica merkt op dat in februari ‘niet veel te vinden’ is, omdat de natuur dan vooral slaapt. Toch vinden we enkele schatten. Met een gevorkte tak die lichtjes gebogen is, trekt ze oesterzwammen van een oude beuk, die ik moet opvangen. Ik weet op dat moment wat mijn ontbijt zal zijn. Ook dorre bruine beukenblaadjes worden voorzichtig geplukt. ‘Laat het in warm water trekken en je hebt een goede winterthee’, zegt ze.
Mijn ontbijt: combinatie van wildpluk en supermarkt
© Wendy Wuyts
Het zijn schatten die we vooral aan de rand van het bos en in hagen vinden. ‘Daar vind je de meeste diversiteit’, zei ze. Daarom zijn kleine bossen zo belangrijk voor wildplukkers. Of de hagen langs de Britse velden, of de oude eikenboom in een veld. Daarin huizen apotheken bij wijze van spreken.
En voor wie in tijden van corona toiletpapier zoekt: ook in de natuur kan je de bladeren van wilde planten gebruiken. Monica vertrouwt me toe dat ze ooit rood veenmos gebruikte als maandverband.
Toen ze al enkele jaren in menopauze was, trok ze met een volledig mannelijke cameraploeg enkele dagen de wildernis in. Ze dacht dus dat ze geen maandverband moest inpakken. Maar wanneer ze ‘het’ toch voelde ze aankomen, besefte ze dat rood veenmos het ideale vervangmiddel was. Eerder tijdens mijn reis hoorde ik ook al dat tijdens WOI miljoenen wondverbanden van veenmos gemaakt waren. Het kan tot twintig keer zijn eigen volume absorberen.
Vandaag kijk ik toch anders naar veenmos.
Natuur versus wetenschap
Je hoort mensen vaak praten over de natuur versus de wetenschap alsof het twee tegengestelde legers zijn, maar ze zijn verre van dat. Monica noemt zichzelf een wetenschapper. Natuurlijke verbindingen die gevonden worden in planten zijn biochemicaliën, of fytochemicaliën, wat hen kruidengeneesmiddelen maakt.
Monica vertelt me dat als ze in het bos loopt, ze vooral chemie waarneemt. We spreken over de taal van de planten, en hoe ze meestal communiceren door middel van geuren. Maar we hebben het ook over de rol van kruiden in de farmaceutische industrie. Ze werkt vooral voor Napiers the Herbalists, een zaak die sinds 1860 gespecialiseerd is in kruidenkunde. Monica specialiseerde zich in de ziekte van Lyme. Ze leest wetenschappelijke publicaties en boeken en benadert wildpluk daarom als een wetenschapper.
Onbekend, dus onbemind
Ik vraag haar waar ze haar kennis vandaan haalde. Een of andere masterstudie? Haar antwoord: van kindsbeen af leerde ze het. Ze had het geluk dat haar ouders haar in de natuur lieten zwerven en experimenteren. Zolang ze ‘s avonds op tijd terug was voor het avondmaal kreeg ze alle vrijheid. ‘Helaas leven veel kinderen nu in een gevangenis’, zegt ze.
Als kind had Monica alle vrijheid om in de natuur te zwerven. ‘Helaas leven veel kinderen nu in een gevangenis.’
Terwijl we over mos en naar “orange-disco-paddestoelen” kijken, vertrouwt ze me toe dat Napiers the Herbalists veel meer kinderen moet behandelen, depressieve kinderen. Ze kan hen wel kruiden voorschrijven, maar ze weet dat kinderen vrijheid nodig hebben. Vrijheid om het bos te ontdekken, hun interesses uit te diepen en talenten te ontwikkelen.
Bossen zijn uitstekende plekken voor ontwikkeling. Helaas denken veel ouders dat bossen gevaarlijke plekken zijn. Een bos is inderdaad niet de veiligste plek. Omdat Monica ook met Lyme-patiënten werkt, weet ze dat we ons bewust moeten zijn van alles wat zich in een bos te vinden is, zoals teken. Net daarom moeten we ouders, kinderen en anderen leren wat er in de natuur is, zodat ze daar veilig kunnen ontdekken en ontspannen.
Maar het betekent zeker niet dat we bossen moeten mijden, omdat er teken zijn. Aandachtig zijn en goede gewoontes inbouwen, zoals na een wandeling je lichaam controleren op teken, en de oplossingen kennen, zoals weten hoe je een teek correct verwijdert.
‘Een onbekende plek ziet er niet echt uitnodigend, maar eerder bedreigend uit’, begrijpt Monica. ‘Daarom is het zo belangrijk dat we iedereen de namen van planten en dieren weer aanleren. Als je naar een onbekend dorp verhuist, lijkt dat ook bedreigend, maar wanneer je enkele mensen herkent en nieuwe mensen stap voor stap leert kennen, voelt dat nieuw dorp meer vriendelijk aan.’
‘Naar een onbekend dorp verhuize , lijkt dat bedreigend, maar zodra je mensen leert kennen, voelt dat nieuw dorp weer vriendelijk aan.’
Ik moet toegeven dat ik enkele maanden geleden ook niet zoveel namen kende, maar hoe meer ik in de natuur vertoef, af en toe met een expert optrek en enkele nieuwe planten leer herkennen, hoe meer ik me op mijn gemak voel in de natuur en er zelfs nog meer van hou.
Wildplukken is daarom een manier om de relatie tussen de mens en de rest van de natuur te verbeteren of te herstellen.
Dit noemde Monica Turkey Tails. Gewone elfenbankjes.
© Wendy Wuyts
Van Schotland naar België
Natuurlijk moet je niet naar Schotland gaan om meer over wildpluk te leren.
In een vorige blog, over bosbaden in België, liet ik vallen dat wildplukken een beetje verboden is in ons land. Een aandachtige lezer, met kennis van wildpluk, stuurde me daarop een vriendelijke mail met de boodschap dat het verboden is om in natuurgebieden te plukken en dat er ook planten zijn, zoals daslook, die op de beschermde lijst staan en je niet mag plukken. Behalve in je eigen tuin.
Maar langs paden kan je plukken. Lieve Galle van Kruidencursus raadt daarbij aan om maximum slechts 1/20 te plukken van diezelfde soort van een plant op een plek. En natuurlijk is het beter om vervuilde gebieden te mijden (zoals dichtbij een fabriek dat met zwarte metalen werkt, of zelfs bermen langs drukkere wegen), want planten nemen ook de vervuiling op.
Is de natuur nog een ‘onbekend dorp’ voor jou, maar wil je dat veranderen?
Ik volgde workshops bij Mike van Rewilding en Kiki van Rewilding Drum. Ook zijn er Forest To Plate, Aardebloesem en Kruidencursus. En nu we met zijn allen ‘in ons kot moeten blijven’: er zijn ook Nederlandstalige boeken, zoals ‘Bushcraft’, ‘Rewilding, herontdek je natuurinstinct’, of toffe instagram- en sociale media accounts om te volgen en websites om te doorpluizen.
Wendy is een academicus en bosbadgids en blogt over haar wereldwoude avonturen en reflecties op haar instagram account en haar website Stories of the Wood Wide Web. Daarnaast is ze als Bold Brander betrokken bij projecten om burgers in de Vlaamse circulaire economie te betrekken en heeft het eerste circulaire fictie roman geschreven: Als Meubels Konden Spreken.
Met speciale dank aan Monica Wilde, voor de leerrijke namiddag, en voor Lieve Galle en Lien Van Zwalm voor feedback en extra uitleg.