De man die de Indiase olifant laat dansen

Extra

De man die de Indiase olifant laat dansen

De man die de Indiase olifant laat dansen
De man die de Indiase olifant laat dansen

Narendra Modi leidde zijn hindoenationalistische partij BJP in 2014 naar een klinkende overwinning in de grootste democratische verkiezingen ooit. Hij werd daarmee niet alleen premier van India, maar ook boegbeeld van een land dat internationaal wil meetellen. Intussen worstelen de 1,2 miljard Indiërs met de diepgaande omwentelingen die hun leven overhoop halen – of dat juist niet doen.

White House / Pete Souza (CC0)

White House / Pete Souza (CC0)​

De electorale aardverschuiving die Narendra Modi in 2014 in India teweegbracht, kreeg nog geen fractie van de aandacht die blijft uitgaan naar de verkiezing van Donald Trump in de VS. Daardoor weten wij niet dat Modi qua electorale strategie diens perfecte voorloper was – al gedroeg Modi zich, vergeleken met zijn Amerikaanse evenknie, als een koorknaap tijdens de verkiezingscampagne.

Via de socialemediapoot van de Modi-campagne wist de BJP-kandidaat wat het jonge kiezerspubliek wilde horen – de eerste toespraken van Modi werden “gecrowdsourcet”. Belangrijker nog was het aanleggen van een enorme database over de 800 miljoen Indiase kiezers. ‘Er is geen twijfel aan’, schrijft Somini Sengupta in The End of Karma. Hope and Fury Among India’s Young, ‘dat dit de grootste oefening in datamining ter wereld was.’

Een van de portretten die Sengupta in haar boek verzamelt, is dat van de jonge geek die de onlinecampagne voor Modi opzette en tot een succes maakte. Sashi ‘verzamelde informatie over elk kiesbureau (…). Hij ging na hoe elk bureau gekozen had bij de vorige verkiezingen (… ).Hij digitaliseerde elke brok informatie die hij kon vinden over elke kiezer in elke deelstaat: naam, leeftijd, registratienummer, of hij in een moslimbuurt woonde of in een gated community die gedomineerd wordt door brahmaanse familienamen (…).’

Modi wantrouwde de media, die hem zo kritisch bejegend hadden na de antimoslimpogrom in Gujarat in 2002, zozeer dat hij manieren zocht om de hele pers te omzeilen

Modi maakte duidelijk dat hij direct contact met jonge mensen wilde. Met andere woorden: hij wantrouwde de media, die hem zo kritisch bejegend hadden na de antimoslimpogrom in Gujarat in 2002, zozeer dat hij manieren zocht om de hele pers te omzeilen en via sociale media en internet direct te communiceren met het beslissende electoraat: de 150 miljoen kiezers die voor het eerst mochten stemmen, of de jonge kiezers die voorheen de moeite niet namen te kiezen.

Verder memoreert Sashi dat Modi zich heel goed bewust was van het feit dat een succesvolle BJP-campagne in 2014 ‘behoefte had aan een thema dat verder ging dan identiteit’. Dat is opmerkelijk, want de BJP is een uitgesproken identiteitspartij, die nationalisme en hindoeïsme combineert tot een centraal programmapunt. Bovendien kreeg Modi zijn hele ideologische en politieke scholing binnen de RSS, een beweging die gezien wordt als een bijna militaristische en in elk geval extreme voorhoede van de Hindutva, de brede hindoenationalistische stroming in India.

Narendra Modi baseerde zijn succes, met andere woorden, niet op de oude structuren van de Hindutva noch op de oude strijdpunten van de beweging, al zat er zeker voldoende anti-moslimsentiment in zijn campagne om die klassieke achterban te mobiliseren. Modi won de verkiezingen door de (gefrustreerde) ambities en verwachtingen van jong India aan te spreken. En dat is geen kleine groep: elke maand wordt een miljoen Indiërs achttien, en dat gaat zo zeker door tot 2030. Dat betekent dat de overheid ervoor moet zorgen dat er elk jaar minstens tien miljoen banen bijkomen.

En vroeger, zegt Somini Sengupta, zorgde het culturele systeem dat gebaseerd was op karma of lotsbestemming ervoor dat iedereen min of meer tevreden was met de kansen en beperkingen die hem of haar door geboorte toevielen. Vandaag regeert het ongeduld, bevestigt ook Sashi: ‘Deze generatie wil de resultaten van de democratie nu zien. Ze wil niet blijven wachten.’ Sengupta illustreert die breuk met het verleden in zeven portretten en doet daarmee minimaal recht aan de diversiteit van ervaringen en perspectieven binnen de beruchte youth bulge van India.

1,25 dollar per dag

Die diversiteit aan perspectieven ontbreekt in The Modi Doctrine. New Paradigms in India’s Foreign Policy. In deze reader, met 24 bijdragen over de buitenlandse politiek van Narendra Modi, zijn de kritische noten zo dun gezaaid over de 216 bladzijden dat er in feite eerder sprake is van een lofschrift dan van een academische reflectie.

Dat bleek zeker toen de tweede druk van het boek op 8 november gepresenteerd werd in Brussel, en BJP-parlementslid Swapan Dasgupta eerder een hagiografische inleiding gaf op de persoon van de premier dan een analyse van zijn internationale politiek. Dat de Indiase ambassade zich ook leende tot een zo verregaande vereenzelviging van het internationale beleid met de toevallige persoon van de premier deed verschillende aanwezigen de wenkbrauwen fronsen.

Dat neemt niet weg dat de essays in The Modi Doctrine bijzonder interessant zijn, zeker voor wie beseft dat India een van de politieke, economische, sociale en culturele zwaargewichten van de 21ste eeuw zal zijn. Alleen kom je niet aan je trekken wat informatie betreft, zeker als je méér wil dan een occasioneel Bollywoodberichtje of het volgende verkrachtingsschandaal.

Can Modi make the elephant dance? vraagt Murali Nair zich af in een recente analyse voor de Bertelsmann Stiftung. De olifant in de titel is het symbool van India. De auteur doet een greep uit de vele initiatieven die Narendra Modi bij het begin van zijn ambtsperiode nam: van de aankondiging dat er honderd slimme steden gebouwd zouden worden, over de campagnes voor meer maakindustrie en hygiëne in India, tot de implementatie van de digitale identiteitsbewijzen.

Op dit moment heeft al 93 procent van de Indiërs zo’n Aadhar-identificatie, en die wordt ook gebruikt om via mobiele technologie aan financiële inclusie te werken. Dat is Modi op zijn best: de nieuwste technologie inzetten om beleidsbeloften te realiseren.

Nair geeft een tweede, onverwachter voorbeeld van sociaal beleid. De regering-Modi vernieuwde en versterkte namelijk het grootste werkgelegenheidsprogramma ter wereld, waarbij armen op het platteland recht hebben op honderd dagen werk, ook al hadden de BJP en Modi zelf vroeger juist op dat programma bijtende kritiek. Het wijst op een grote dosis pragmatisme.

Terwijl de auteurs van The Modi Doctrine hoog opgeven van de fundamentele omwenteling die het politieke genie van Modi teweegbrengt, concluderen Sengupta en Nair dat de olifant vooral danst voor internationale investeerders en grote bedrijven, maar dat het aantal mensen dat het met 1,25 dollar per dag moet stellen in India ongewijzigd blijft – en vandaag nog steeds een kwart van de bevolking uitmaakt. Toch blijft Modi populair bij 81 procent van de Indiërs, zegt het Pew Research Center. Wie Beyond Karma leest, beseft dat het vooral gaat om de hoop op een ander en beter leven, die vandaag geïnvesteerd wordt in de figuur van de premier. Hij zal tegen 2019 dan ook tastbare resultaten moeten kunnen laten zien.

The End of Karma. Hope and Fury Among India’s Young door Somini Sengupta is uitgegeven door W.W.Norton & Company. 244 blzn. ISBN 978 0 393 07100 9

The Modi Doctrine. New Paradigms in India’s Foreign Policy door (eds.) Anirban Ganguly, Vijay Chauthaiwale en Uttam Kumar Sinha is uitgegeven door Wisdom Tree. 216 blzn. ISBN 978 81 8328 483 7

__Dit artikel werd geschreven voor het lentenummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!