De waarde van papier

Extra

Een toegankelijk boek over Facebook, Google en Amazon, de technologiereuzen van Silicon Valley

De waarde van papier

De waarde van papier
De waarde van papier

De Amerikaanse auteur en journalist Franklin Foer schreef een interessant en toegankelijk boek over Facebook, Google en Amazon, de technologiereuzen van Silicon Valley. Het verscheen juist op het moment dat de kijk op die bedrijven in de Verenigde Staten sterk aan het verschuiven is.

©De Bezige bij

©De Bezige bij​

‘Ik had niet verwacht dat de politieke houding in de Verenigde Staten tegenover de grote techbedrijven van Silicon Valley zo snel zou evolueren’, bekent Franklin Foer als we hem ontmoeten na een lezing in de Belgische senaat. ‘Maar er is een nog veel grotere verschuiving noodzakelijk.’

Noodzakelijk, zo bedoelt Foer, om voldoende macht te hebben om deze bedrijven op te splitsen. ‘Want dat is wat ik nu zou voorspellen, veel explicieter nog dan ik in het boek gedaan heb. Dat lijkt me immers de beste manier om de enorme machtsconcentratie van deze bedrijven te doorbreken.’

Het is die machtsconcentratie die het boek zo voortreffelijk in beeld brengt. Maar eerst verhaalt Foer hoe de tegencultuur van de hippies, die bijzonder sterk was in de regio rond San Francisco, en dus ook in Silicon Valley, mee vorm heeft gegeven aan bedrijven als Google en Facebook. Dromen over hoe de wereld één kan worden, over hoe het individu zichzelf kan ontwikkelen, enzovoort, spelen nog altijd bij deze bedrijven, vindt Foer.

‘Dat idealisme is juist wat mensen als Zuckerberg (Facebook) en Ray Kurzweil (Google) zo gevaarlijk maakt.’

En toch zijn het ook gewoon beursgenoteerde ondernemingen die hun aandeelhouders tevreden moeten houden, met winst, veel winst. En die de gebruikers van hun diensten minutieus observeren – bespioneren zeggen sommigen – en die kennis over het gedrag van die gebruikers dan doorverkopen aan adverteerders. Dat is immers het businessmodel van deze ondernemingen, die in feite reclamebedrijven zijn die anderen zeer precies helpen om de aandacht van mensen te vangen.

Foer: ‘Dat klopt uiteraard, maar toch blijven het aan de andere kant ook idealistische bedrijven met een haast godsdienstige missie. Zuckerberg, die er echt van overtuigd is dat hij de mensheid onderling gaat verbinden, terwijl hij eigenlijk weinig mensenkennis heeft en als ingenieur alles als een systeem bekijkt. Google, dat werkt aan artificiële intelligentie en daartoe Ray Kurzweil aanstelde, die gelooft dat we zo de onsterfelijkheid van de mens zullen kunnen realiseren. Dat idealisme is juist wat hen zo gevaarlijk maakt.’

Macht

Maar Foer bespreekt dus ook in detail en in een vlot leesbare stijl hoe machtig deze bedrijven wel zijn geworden. Machtig tegenover de media. Voor veel media zijn Facebook en Google erg belangrijk voor het aantal lezers/kijkers. Voor kleinere media kan het tot vijftig, zestig procent van de kijk/leescijfers zijn: Facebookgebruikers die artikels delen en Google dat via zijn zoekmachine artikels bovenaan of juist onderaan in de zoekopdracht zet.

Als Facebook beslist dat zijn algoritme voortaan video’s voorrang geeft op tekst – omdat bewegende beelden mensen langer aan het platform binden –, dan heeft dat impact op de kijkcijfers van vele duizenden media wereldwijd. Die kunnen daar dan al dan niet in meegaan door ook meer beelden te maken, en minder tekst.

Algemener, zo ondervond Foer, stemmen veel media hun inhoud en vorm af op wat leidt tot meer clicks: spectaculaire titels, sexy onderwerpen, emotionele thema’s… Nadat Amazon The Washington Post had gekocht, werden de “kijkcijfers” van elk stuk op een groot scherm in de redactieruimte geprojecteerd.

Denken dat een algoritme objectief of neutraal is, is overigens naïef, stelt Foer: het reflecteert altijd de waarden en voorkeuren van zijn makers.

En zo heeft het medium almaar meer invloed op de boodschap. Denken dat een algoritme objectief of neutraal is, is overigens naïef, stelt Foer: het reflecteert altijd de waarden en voorkeuren van zijn makers.

Amazon, ’s werelds grootste boekenwinkel, heeft – zeker in de Verenigde Staten – de machtspositie van de poortbewaker die elke uitgeverij onder druk zet om haar boeken goedkoop aan te bieden op zijn platform. De techbedrijven willen informatie zo goedkoop mogelijk – dat verklaart waarom in de VS het schrijversinkomen met vijftig procent daalde tussen 1981en 2015. Kwaliteit legt het zo dikwijls af tegen kwantiteit.

Politiek

De techreuzen hebben zo op vele manieren het informatie-ecosysteem van samenlevingen veranderd en oefenen daardoor een diepgaande invloed uit op het politieke systeem, ook en zeker in democratieën. De mate waarin mensen, en dus kiezers, goed ingelicht zijn over de wereld bepaalt immers ook de kwaliteit van een democratie. Als mensen hun nieuws voornamelijk of zelfs uitsluitend via Facebook betrekken, leven ze meer in de bubbel van wat hun gelijkgezinde vrienden met hen willen delen. Dat leidt tot minder dialoog en meer polarisering.

Bovendien zitten Facebook en co. nu op zo’n schat aan informatie over hun gebruikers dat elke politieke partij onder druk staat om van het medium gebruik te maken. De Trump-campagne had zelfs Facebook-personeel dat permanent voor hen werkte, om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden om kiezers selectieve boodschappen toe te sturen via de newsfeed van het platform.

‘De macht van privé-ondernemingen reikt nu veel verder dan gezond is voor een samenleving.’

Foer vindt dat de macht van deze privé-ondernemingen nu veel verder reikt dan gezond is voor een samenleving. In de VS bestonden altijd twee scholen in verband met het tegengaan van economische machtsconcentratie en trusts. Eén school stelt dat je aan de prijzen kan aflezen in hoeverre er sprake is van ongezonde kartelvorming: als prijzen van producten of diensten kunstmatig hoog zijn, dan moet de overheid ingrijpen. Maar Google en de andere bieden hun diensten gratis aan, dus is er zo bekeken geen reden om in te grijpen. De andere benadering, die door Foer wordt gedeeld, is dat je verder moet kijken dan alleen maar prijzen en economische efficiëntie: als fundamentele waarden en principes worden bedreigd, moet worden ingegrepen.

Foer vindt dat dit wel degelijk het geval is als de democratie geraakt wordt. Daarom wil hij de techreuzen opgesplitst zien. Hij erkent evenwel dat daarvoor meer macht moet worden opgebouwd door de tegenbeweging.

Tot slot is Foer, een vroege fan van de Kindle e-reader, opnieuw de waarde van papier en offline zijn gaan waarderen. ‘Papier is de scheur waarin we ons kunnen verstoppen en geen dataspoor nalaten voor de monopolisten’, schrijft hij aan het slot. Zijn boek van papier verraadt goed denkwerk en goed schrijfwerk: het helpt ons beter te begrijpen wat er op ons afkomt. Het biedt meer dan informatie: het biedt kennis.

Ontzielde wereld. De existentiële dreiging van Big Tech door Franklin Foer is uitgegeven door De Bezige Bij. 283 blzn. ISBN 978 90 234 6865 3

Dit artikel werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!