Wat gebeurt er met een succesvol romanschrijver die zich buiten de scherp omschreven grenzen van zijn beroepsgroep begeeft en zijn taalvirtuositeit niet langer inzet om imaginaire werelden te creëren maar om vlijmscherpe analyses te maken van maatschappelijke wantoestanden?
Vraag het aan Arundhati Roy –auteur van de monsterhit God van kleine dingen, maar daarna vooral van een lange serie radicaal-kritische essays. Over een jaar of twee kunnen we de vraag ook stellen aan Jonathan Safran Foer, auteur van succesromans als Alles is verlicht en Extreem luid en ongelooflijk dichtbij.
Zijn jongste boek, Dieren eten, is geen fictie –en dat is een understatement. Foer onderzoekt in dit boek de realiteit achter de vis- en vleesproductie en -consumptie. Hij doet daarvoor een beroep op heel diverse literaire vormen: verhalen, onder andere uit zijn directe familiale omgeving; onderzoeksjournalistiek; reportagestukken over zijn eigen deelname aan directe actie; en vooral heel veel analyse en deskresearch. Het geheel is een overtuigend pleidooi tegen de industrie die onze dierlijke voedselproducten voortbrengt, verdeelt en commercialiseert.
Een van de centrale stellingen in Dieren eten staat op blz. 120: ‘Voor elke soort productiedier wordt de landbouwindustrie nu gedomineerd door de bio-industrie –99,9 procent van de vleeskippen, 96 procent van de legkippen, 99 procent van de kalkoenen, 95 procent van de varkens, en 78 procent van de koeien…’
Voor Foer is de industrialisering van de dierlijke productie een van de fundamentele morele problemen, omdat daardoor het dier gereduceerd wordt tot grondstof en de relatie met de mens bewust uitgeschakeld wordt. Om nog niet te spreken over manier waarop ook werknemers ontmenselijkt worden in dergelijke omgevingen. Op blz. 233 voegt hij daar provocerend aan toe dat ‘dierenrechtenactivisten [diervriendelijke veehouderij] niet zozeer als verwerpelijk, maar wel als hopeloos romantisch beschouwen. Ze geloven er niet in. In hun ogen is het net zoiets als kinderen alle rechten ontnemen, zware kinderarbeid financieel belonen, het taboe op producten uit kinderarbeid opheffen, en tegelijkertijd erop vertrouwen dat tandeloze wetten gericht op “kinderwelzijn” de kinderen zullen beschermen.’
Het pleidooi van Jonathan Safran Foer tegen het eten van vlees en vis raakt meer dan één gevoelige snaar –dat bleek ook uit de massale opkomst voor de MO*lezing op 15 januari in Gent. Foers standpunt botst met onze culinaire culturen, maar het spoort perfect met de klimaatbezorgdheid –aangezien de veeteelt een van de hoofdverantwoordelijken is van de uitstoot van broeikasgassen. Foer is onbeschaamd partijdig, maar onderbouwt zijn standpunt omstandig en verwoordt het voorbeeldig. Er zijn ongetwijfeld heel wat stakeholders die het niet eens zijn met Dieren eten. Aan hen de uitdaging om een even straf boek op de markt te brengen.
Dieren eten door Jonathan Safran Foer is uitgegeven door Ambo-Manteau. 335 blzn. ISBN 978 90 223 2431 8