Feest met een schaduwkantje
Gertrui Steyaert
25 april 2012
Leven met een handicap is geen sinecure in Afrika. Werk vinden is een probleem, zonder overleef je niet. Gertrui Steyaert portretteert “verworpenen der aarde” in hun arbeidsomgeving.
Bijna een op de vijf inwoners van lage-inkomenslanden heeft een handicap. De grote meerderheid van hen verdient minder dan de armoedegrens van 1,25 dollar per dag. Vaak zitten die mensen gevangen in een vicieuze cirkel. Als armen geraken ze moeilijker aan voldoende en gevarieerde voeding en aan medische zorg, waardoor de kans op een handicap groter wordt. Maar omdat ze vatbaarder zijn voor uitsluiting van onderwijs, gezondheidszorg, politieke vertegenwoordiging en noodhulp komen ze sneller in de armoede terecht.
Het Platform Handicap en Ontwikkelingssamenwerking (PHOS) onderzocht de situatie van personen met een handicap in Benin, de Democratische Republiek Congo, Oeganda, Rwanda en Tanzania. De organisatie stelde niet onverwacht vast dat de meerderheid van personen met een handicap werkloos blijft, want ze stuiten op hindernissen zoals vooroordelen bij werkgevers, onvoldoende maatregelen vanuit de bevoegde ministeries en fysieke ontoegankelijkheid. Sommigen zijn daarom genoodzaakt te bedelen op straat, of werken in gevaarlijke sectoren, zoals de prostitutie en de drugshandel in de Democratische Republiek Congo en de illegale handel in vervalste benzine in Benin.
‘De hoge werkloosheid zorgt ervoor dat personen met een handicap moeilijk een adequate levensstandaard bereiken. Die kwetsbaarheid wordt versterkt door het uitblijven van sociale bescherming’, schrijft PHOS in de pas gepubliceerde MO*paper Hoe inclusief is onze ontwikkelingssamenwerking? Volgens PHOS is de toegang tot sociale bescherming sterk afhankelijk van het land en van de persoon met een handicap in kwestie. Zo bestaan er in Oeganda diverse overheidsmechanismen zoals financiële fondsen en voordelen, zoals het Northern Uganda Social Action Fund (NUSAF). Uit de bevraging bleek echter dat niet iedereen gelijke toegang heeft tot die middelen.
In Tanzania en Rwanda bleek bovendien dat er verschillen zijn tussen personen met een handicap onderling. In Tanzania beschikken personen met een handicap die actief zijn in de formele sector niet alleen over een hogere mate van werkzekerheid, ze hebben ook recht op sociale zekerheid en een pensioen. In de informele sector en voor het overgrote deel van de werklozen is dat echter niet het geval. In Rwanda genieten voornamelijk oud-strijders met een handicap die sociale bescherming. Ook geografische situering kan voor personen met een handicap doorslaggevend zijn. In Tanzania kan men in de stad op meer diensten rekenen dan op het platteland.
Download hier de MO*paper Hoe inclusief is onze ontwikkelingssamenwerking?