Waarom we het over het Vlaamse stikstofprobleem moeten hebben

Overzeese import en vernieling maakt onze exportlandbouw mogelijk

Waarom we het over het Vlaamse stikstofprobleem moeten hebben

Waarom we het over het Vlaamse stikstofprobleem moeten hebben
Waarom we het over het Vlaamse stikstofprobleem moeten hebben

Er wordt veel geschreven en gedebatteerd over het stikstofdrama in Vlaanderen, maar zelden wordt daarbij gekeken naar de historische wortels van dit probleem. Dat schrijft MO*blogger Luc Vankrunkelsven. ‘Dit landbouwmodel, met verkwisting van veel energie voor import en export, is niet langer houdbaar.’

Michael Swan (CC BY-ND 2.0)

Terwijl de Vlaamse regering het gevoelige stikstofdebat over het kerstverlof tilde, verschenen de laatste weken heel wat interessante opinies over de kwestie. Wat ik een beetje mis, is de historische duiding over hoe het zover is kunnen komen.

Ik heb het voor alle duidelijkheid niet over de stikstofuitstoot van de Antwerpse haven of de gascentrale in Vilvoorde. Het gaat over onze exponentieel gegroeide veestapel.

1962

Na de Tweede Wereldoorlog wilden we in Europa geen honger meer. Het Amerikaanse Marshallplan droeg daar met voedselhulp aan bij, maar daar ga ik nu niet dieper op in.

Vanaf 1957 werd het landbouwbeleid met het Verdrag van Rome het cement van de Europese Gemeenschap, nu de Europese Unie. Eind 1968 lanceerde toenmalig Landbouwcommissaris Sicoo Mansholt zijn beruchte plan om de landbouw te moderniseren. Daartussen zit nog het jaar 1962. Dat was al een schot voor de boeg van het Europese beleid.

VS-Europa

Waarom was 1962 van belang? Van 1960 tot 1961 liep een onderhandelingsronde binnen het toenmalige GATT, General Agreement on Tariffs and Trade. Nu is dat de Wereldhandelsorganisatie (WTO).

Tijdens die onderhandelingen, de Dillon-ronde genoemd naar de toenmalige Amerikaanse staatssecretaris voor Buitenlandse Zaken, lag vooral de handel tussen de VS en Europa op tafel.

De VS waren toen niet enthousiast dat de toenmalige EEG zijn landbouw ging beschermen of opbouwen met een prijs- en marktbeleid. Toch aanvaardden ze het, op voorwaarde dat oliehoudende zaden uit de VS zonder importtarieven en zonder quota de Europese havens mochten binnen vloeien.

Nergens in de teksten staat het, maar het gaat vooral om de wonderboon soja, dat zowel eiwitten als olie in zich draagt. Vanaf 1962 begin die boon onze havens binnen te stromen, vooral via Rotterdam. In de jaren ‘90 was die hoeveelheid ingevoerde soja uitgegroeid tot meer dan 40 miljoen ton per jaar. Momenteel gaat het nog om 34 miljoen ton per jaar.

Sojameel werd de eiwitcomponent in veevoeder, mais werd de energiecomponent. Sinds de jaren ‘60 wordt hoe langer hoe meer mais in Vlaanderen, Nederland en Noord-Frankrijk gezaaid.

Op zich is er niets mis met deze twee planten. Soja is al 5000 jaar lang een heilige plant in China. Mais is dat al duizenden jaren in Mexico. Maar het eenzijdige gebruik van soja en mais als koppel is wel problematisch. Heel wat andere eiwit- en energiebronnen werd door beiden weggeduwd.

Brazilië

1974 kende niet alleen een oliecrisis, maar ook een ondertussen vergeten graancrisis. Dat gebeurde door onder meer mislukte oogsten en overstromingen in de Mississippivallei. Europa, dat ondertussen verslaafd was geraakt aan Amerikaanse soja, zag de toevoer abrupt gestopt worden.

Dat bracht mogelijkheden voor de Braziliaanse dictatuur. Datzelfde jaar begon het met een groots sojaprogramma waarbij onder andere de Braziliaanse savanne, de Cerrado, zou worden ontsloten.

Eind jaren ‘60 al was met de Groene Revolutie de opgang van soja in Zuid-Brazilië begonnen. Maar door de opportuniteit om Europa te gaan bevoorraden moesten nu alle ecosystemen en inheemse volkeren in Brazilië eraan geloven.

De Cerrado is nu al voor 54% vernietigd, het Amazonegebied voor 20%. 20 miljoen ton van de 34 miljoen ton komt vanuit Brazilië in Europa terecht. De Cerrado is een uniek gebied van 2 miljoen vierkante kilometer en meer dan 45 miljoen jaar oud.

Omdat de prijs begint te stijgen is de overzeese import een beetje gezakt. Dat komt omdat China op de wereldmarkt een stofzuiger is voor soja. De helft van de varkensvleesconsumptie bevindt zich in China.

Chinezen maken 20% van de wereldbevolking uit, maar het land heeft maar 6% van het wereldlandbouwareaal en 6% van het zoete water. Ook China koopt dus soja op uit de VS, Brazilië, Argentinië en Paraguay.

Braziliaanse fazendeiros, ofwel landbouwers, en Chinezen ontmoeten elkaar ondertussen ook al 10 jaar in Afrika, waar soja wordt ingezaaid bedoeld voor Eurazië.

Omwille van de hoge prijzen, is er nu ook op Europees niveau heel wat onderzoek om eigen soja in te zaaien. En gelukkig is er nu ook opnieuw oog voor andere eiwitbronnen.

Samenhang

Wat heeft dit sojaverhaal te maken met het stikstofprobleem?

Het overzeese veevoer wordt deels vlees, maar vooral mest. Stikstof. Door deze import kunnen wij in Vlaanderen ‘grondloze’ varkens houden, terwijl in Brazilië landloze boeren, inheemse volkeren en traditionele gemeenschappen worden opgejaagd.

België kan zo voor 261% zelfvoorzienend zijn in varkens en sinds het afschaffen van het melkquotum in 2015 kon de melkveestapel ongebreideld groeien, met zuivelprijsinstorting en meer stikstof tot gevolg. De vlees- en zuivelconsumptie trekt in Azië aan en Vlaanderen wil daar een graantje van mee pikken. Maar dat valt nogal tegen door onder meer de Afrikaanse varkenspest waardoor de Chinese markt regelmatig wordt afgesloten voor varkensvlees uit onze regio’s.

Onze exportlandbouw is gestoeld op import uit overzeese gebieden. De ecologische kringlopen zijn in Brazilië en co onderbroken, maar bij ons evenzeer. Ginds verarmen de gronden en wordt vanuit vliegtuigen Europees gif over de immense vlaktes en volkeren gestrooid. Dat is Europees gif dat in Europa verboden is, maar nog wel geproduceerd en geëxporteerd mag worden.

Terwijl ginds verwoestijning toeslaat, verzuipen wij hier in de mest, alle mestverwerkingsinstallaties ten spijt. Dit landbouwmodel, met verkwisting van veel energie voor import en export, is niet langer houdbaar. Het moordt boer en boerin uit. Tegelijk zet het een enorme druk op de weinige biodiversiteit die ons nog rest.

De Vlaamse overheid weet wat doen in januari.