2019 was het jaar waarin het Amazonewoud in brand stond, maar ook veel andere bossen moesten eraan geloven. De NASA-kaart van de brandende Amazone is voor eindredactrice Lieve Van den Bulck het beeld van het jaar: een satellietfoto van een kwetsbare planeet, die bedreigd wordt door allesverterend economisch gewin.
BELGA/AFP
Hét beeld van 2019
De MO*redactie vat 2019 samen in beeld. Elke redacteur kiest één beeld uit om een cruciaal moment, een bijzondere gebeurtenis of een beslissende wending uit het voorbije jaar te tonen.
Bekijk de keuze van de volledige redactie.
Als eindredactrice van een mondiaal magazine krijg je heel wat miserie onder je neus. Waar anderen de krant of de smartphone even wegleggen wanneer de wanhoop dreigt te overheersen, lees ik toch verder. Discriminatie, racisme, oorlog en conflicten, smeltend ijs en op macht beluste egotrippers, bosbranden en belastingontwijking.
En zo gaat het net met foto’s. Duik je in de dieptes van Twitter of van persfotobanken, dan zie je ongewild wel eens beelden passeren die de media niet halen. Wegens te direct, te bloederig, te pijnlijk. Rokende traangascontainers in het oog van een Irakese demonstrant. Vijf dode broers en zusjes op een rij (gedood door een bombardement, in de Gazastrook). Alsof de “gewone” foto’s, van woedende protesten en zwaar vervuilde rivieren en harteloze politici/dictators al niet treffend genoeg zijn.
Maar hét beeld dat op deze laatste dag van het jaar op mijn netvlies blijft plakken, is verbazingwekkend wars van emotie. Er zijn geen mensen op te zien, en ellende lijkt op het eerste zicht ook veraf. Het is gewoon een satellietbeeld, een blik van ver weg op onze blauwgroene planeet. Een beeld dat me doet denken aan de Blue Marble, de allereerste foto die vanuit de ruimte genomen werd van onze volledige planeet. Een beeld dat de mensheid toen, in 1972, nog wees op de kwetsbaarheid van onze aardbol.
2019 was het jaar waarin het Amazonewoud in brand stond, duidelijker zichtbaar nog dan anders. De meeste van die bosbranden waren het gevolg van menselijke activiteiten. Niet alleen in Brazilië, maar ook in bijvoorbeeld Bolivia. Deze zomer keken we vol ongeloof naar de beelden van verkoolde bomen en dieren, brandweerlui die probeerden te redden wat er te redden viel, verwoeste natuur.
Het was niet de eerste keer dat het Amazonewoud brandde, maar wel de eerste keer dat de wereld zo massaal toekeek. De Amazonebranden haalden de G7-top in Biarritz, de Franse president Macron dreigde zijn steun voor het Mercosur-handelsakkoord in te trekken, burgers gingen protesteren aan Braziliaanse ambassades wereldwijd.
Aandelen en achterkamers
Wat minder zichtbaar was, waren de vergaderzalen, achterkamers of wandelgangen waar de bosbranden besproken werden. Waar toestemming werd verleend om van beschermd natuurgebied woonzone of economisch wingebied te maken. ‘Men ziet het woud niet als een bondgenoot, maar als een obstakel dat uit de weg geruimd moet worden’, tekende Alma De Walsche op.
Wat minder zichtbaar was, waren de aandelen die ongetwijfeld de hoogte in schoten. Aandelen van bedrijven die, zo veronderstel ik, meer winst zouden maken dankzij zulk bosonvriendelijk beleid. Niet alleen in Brazilië, maar ook elders ter wereld. Ik denk aan de oerbossen in Oekraïne, die moeten wijken voor een mega-skigebied. Aan het waardevolle Europese woud in Roemenië, waar tweehonderd jaar oude bomen zomaar gekapt worden.
De verwoesting van de Californische stad Paradise was nog de meest symbolische bosbrand van allemaal.
Dat bosbranden zichtbaar zijn vanuit de ruimte is spectaculair, maar niet nieuw. In de publieke Active Fires-database van het Amerikaanse ruimtevaartagentschap NASA kan je van dag tot dag bekijken waar het brandde in de wereld, en wanneer. Je ziet er ook meteen de talloze plekken waar er nog massale inferno’s aan de gang zijn op onze aardbol, als je dat dit jaar al niet in het nieuws had gehoord.
Een greep uit de bosbranden van het voorbije half jaar: Catalonië, Hawaï, Siberië, het Griekse eiland Evia, het Spaanse Gran Canaria, Indonesië, Californië, Australië. De verwoesting van de Californische stad Paradise was daarbij nog de meest symbolische van allemaal. Of het nieuwjaarsvuurwerk dan plaatsvindt of niet, zou het minste van onze zorgen moeten zijn. De mensen die er het leven bij lieten, en zij die door die inferno’s hun verleden en toekomst in één klap verloren: daar moeten we ons zorgen over maken.
Lof op bos
Ik ga in het weekend vaak naar familie op “den buiten”. We kuieren, joggen of rolschaatsen rond het meer, hossen met de wandelschoenen door de bossen, fietsen naar het dorp. Dan kijk ik van het balkon in de verte en zie ik een eindeloze strook woud aan de einder. Dan adem ik diep de voelbaar schone lucht in. Een verfrissing voor mijn licht astmatische longen, die de eerste negentien jaar van hun leven doorbrachten op amper twintig meter afstand van een autosnelweg.
En wanneer ik dan zondagavond weer thuiskom in mijn havenstad, denk ik steevast: ‘Waar zijn we toch mee bezig?’ Ademen gaat plots niet meer zo vlot, en tussen huis en station kom ik geen enkele boom of plant tegen. Enkel lawaai, zwerfvuil en een veel te drukke winkelstraat, waar te weinig plaats is voor te veel mensen.
Ja, ik hou van bos. Het geeft ons — de menselijke soort — ruimte, stilte en mentale rust. Het geeft leven en vogelgekwetter en beweging en zuurstof voor longen en hersenen.
En als het tegenwoordig bon ton is om lof op bos af te schrijven als iets voor wereldvreemde geitenwollensokkentypes, naïeve wereldverbeteraars of economische onbenullen, dan is dat jammer.
Het is niet omwille van mijn persoonlijke bosliefde dat politici en bedrijven wereldwijd een tandje bij moeten steken om onze bossen te redden en beschermen. Wél goede redenen zijn ons algemeen belang, sociale rechtvaardigheid en een toekomst waarin iedereen nog kan ademen, zonder beschermend mondmasker. Het is tijd om het hellevuur van het oneindige, allesverterende economisch gewin te doven, want als het laatste blaadje verbrand is, als de laatste stam verkoold is, dan zal ons de zuurstof ontbreken om er nog iets aan te doen.