In het hooikoortsseizoen lees je soms de vreemdste dingen. Zoals mensen die bomen kappen om minder last te hebben van stuifmeel. Het stemt Wendy Wuyts droevig. De vleermuis is niet de boosdoener in het coronaverhaal, zoals bomen en grassen niet de snoodaards zijn in het hooikoortsverhaal.
Wandelen in het hooikoortsseizoen
© Wendy Wuyts
In het hooikoortsseizoen lees je soms de vreemdste dingen. Zoals mensen die bomen kappen om minder last te hebben van stuifmeel. Het stemt Wendy Wuyts droevig. De vleermuis is niet de boosdoener in het coronaverhaal, zoals bomen en grassen niet de snoodaards zijn in het hooikoortsverhaal.
Afgelopen zondag overviel een niesbui mij op mijn dagelijkse wandeling. Deze keer voelde ik me nog meer verveeld dan normaal, want iedereen keek naar mij alsof ik een coronapatiënt ben. Hooikoorts is zo al niet prettig, maar zeker niet nu niet. ‘Kijk’, zeg ik en ik wijs naar mijn geïrriteerde ogen, ‘het is maar hooikoorts’.
Daar beginnen we weer met de brandneteltheekuur en de aankoop van essentiële oliën die me rustig maken. Mijn huisgenoten vertrouwen het toch maar niet. Laten me vaak mijn temperatuur meten. Het beste wat ik kan doen is om vooral binnen te blijven. Ik doe mijn kleren in de was en trek nieuwe kledij aan. Al snel loop ik er terug normaal bij.
Deze ochtend las ik in een facebookgroep van de gemeente dat mensen hun bomen in de tuin kappen om minder last van hooikoorts te hebben. Dat stemt me droevig. Sinds mijn kindertijd lijd ik aan hooikoorts. Ik zou ook mee bomen, zoals berken, moeten kappen, maar toch geloof ik niet dat dit de oplossing is. De vleermuis is niet de boosdoener in het corona verhaal, zoals bomen en grassen niet de snoodaards zijn in het hooikoorts verhaal.
Boomseksisme
Enkele maanden geleden was ik nog in Japan. In een koffiebar op mijn campus las ik de berichten die vrienden vanuit het westen naar me hadden gestuurd. Als je in je omgeving bekend staat als een feminist, krijg je vaak artikels doorgestuurd over kindhuwelijken en huiselijk geweld. Als je een bosgids bent, vind je vaak artikels over shinrin-yoku en boomknuffelen in je mailbox. Maar dit was toch nieuw. Ooit van boomseksisme gehoord?
Een vriendin weet dat ik aan hooikoorts lijdt en had me die winterdag een tweet doorgestuurd. Ik vond snel een interview met Thomas Leo Ogren, oprichter van de Ogren Plant Allergy Scale. De tuinbouwpraktijken hebben volgens hem geleid tot een overvloed aan boomstuifmeel, wat de hooikoorts verergert. Landschapsarchitecten in vele steden planten overwegend mannelijke bomen omdat ze minder rommelig zijn dan vrouwelijke bomen, die zaden, vruchten of peulen afwerpen.
Een berkenboom, gesel van mensen die aan hooikoorts lijden
© Wendy Wuyts
Symptoom van een mannelijke maatschappij?
Uiteraard zorgen stadsbomen, vooral in de straten, voor viezigheid. Kleverige vruchten van de gele kornoelje zijn niet prettig. De ontdekking van “boomseksisme” maakte me een beetje ongemakkelijk. Hoe zorgen we dan voor een juiste balans? Vrouwelijke bomen in de parken, mannelijke bomen in de straat?
Nadat ik enkele artikels over boomseksisme had gelezen, stuurde ik het naar de Line groepsgesprek van de feministische activisten die ik in Japan kende. We weten allemaal dat in Japan veel mensen lijden aan hooikoorts, of kafunso zoals ze het noemen.
Niet alleen mannelijke mensen, maar ook mannelijke bomen krijgen de voorkeur in deze snelle en winstgerichte maatschappij? Het klonk belachelijk en tegelijk klonk het logisch. Alleen wist niemand hoe je vrouwelijke of mannelijke bomen kon onderscheiden, dus we konden niet uitzoeken of in Nagoya, toch wel een conservatieve stad, zelfs naar Japanse maatstaven, veel mannelijke bomen waren.
De afgelopen tien jaar heb ik in verschillende landen gewoond. Zowel in Praag als in Tokio moest ik vaak op de zetel gaan liggen, omdat mijn lichaam overspannen was van alle stuifmeel. Het feit dat deze steden meer in het binnenland liggen, heet zijn en misschien omgeven worden door stuifmeel dragende bomen draagt daartoe bij. Aan de westkust in Noorwegen had ik helemaal geen last. Zee en koude. Maar misschien hebben ze ook meer vrouwelijke bomen en natuurlijke bossen waar er een zekere balans is?
Dit land is volgens de “masculinity” indicator van Hofstede een van de meest “vrouwelijke” landen. In Hofstede’s model geeft een meer mannelijke economie voorkeur aan prestatie, heldendom, assertiviteit en materiële beloningen voor succes. De maatschappij in het algemeen is competitiever. Het tegenovergestelde, vrouwelijkheid, staat voor een voorkeur voor samenwerking, bescheidenheid, zorg voor de zwakken en kwaliteit van leven. De maatschappij in het algemeen is meer consensusgericht. Ik trek (nog) geen conclusies. Zie het eerder als een hypothese.
Ik denk liever aan een economie met een balans van mannelijke en vrouwelijke waarden die vooral geld en tijd investeert in zorg. Zorg voor jezelf, voor andere mensen, voor de bomen en planten en dieren, voor de planeet. Zorgen betekent ook “viezigheden” opruimen en mondmaskers op tijd vervangen. Kleverige bessen opruimen en maskers vervangen zijn niet de meest zingevende heldendaden, maar nu hebben we geen helden nodig, maar verzorgers.
In Japan, dat volgens dezelfde indicator een van de meest mannelijke landen is, lijdt een behoorlijk deel van de bevolking toch aan hooikoorts. Naar verluidt is hooikoorts na de tweede wereldoorlog ontstaan na een grootschalige plantage van ceders, waarvoor trouwens veel inheemse bomen (buna) moesten opgeofferd worden. Deze ceders werden gebruikt voor de houtbouw om zoveel mogelijk huizen te bouwen. Niet altijd van de beste kwaliteit. Kwantiteit was - en is nog steeds - belangrijk in Japan.
Na de tweede wereldoorlog verschoof de focus ook van familie naar bedrijf. De rol van de vrouw is vooral thuis blijven, alles in orde houden en (gratis) voor de familie zorgen zodat de man “gemakkelijker” zeventig uur per week kan werken. In een meer mannelijke maatschappij zijn dus niet alle mannen de winnaars en alle vrouwen de verliezers.
Doordat de Japanse maatschappij nog steeds gebouwd is op het idee van de vrouw als (gratis) verzorger, hoorde ik vaak afgelopen jaren klachten over gebrek aan bepaalde zorginstellingen.
Mondmaskers en hooikoorts van Japan tot België
© Wendy Wuyts
In tijden van hooikoorts droeg ik in Japan elke dag een mondmasker. Terwijl mondmaskers in de vroegere maanden gedragen werden om andere mensen niet te besmetten met griep of andere ziektes, worden mondmaskers in deze maanden gedragen ter preventie. Vrienden in Japan hebben me al gevraagd om mondmaskers op te sturen, omdat ze aan hooikoorts lijden en nauwelijks mondmaskers kunnen vinden in deze tijden. Maar ik heb hen al verteld dat we er hier ook tekort hebben. Als ik mondmaskers in België had, zou ik die hier ook niet dragen. Beter binnen blijven, net zoals de zieken en andere mensen in quarantaine.
Door de klimaatveranderingen gaan we nog langere hooikoortsseizoenen krijgen in de toekomst. Dan lees je ook artikels dat mensen meer in aanraking met ziektes komen zoals corona, omwille van grootschalige ontbossingen die ervoor zorgen dat het territorium van dieren verkleint. Dus kunnen we beter niet kappen?
Niet alle bomen over dezelfde “bijl” scheren
In het gemeenteblad las ik dat veel mensen hun bomen in de tuin kappen om hooikoorts te verminderen. Nu weet ik niet welke bomen ze kappen en of ze die vervangen door bomen die geen pollen produceren. Bomen kappen kan voor goede redenen gebeuren. In België hebben mijn ouders dode en stervende dennen laten kappen. Ik vind het belangrijk dat er ook een volgende stap komt. Gelukkig gaan mijn ouders in het najaar verschillende inheems bomen planten. Ik ga hen toch moeten vertellen om vrouwelijke bomen te selecteren. Hier zijn tips om je tuin en straat hooikoortsvriendelijker te maken:
Maai uw gazon voordat het gras in bloei komt, of nog beter, vervang het door een kleurrijke bloemenweide.
Ga voor bomen met de meest kleurrijke en welriekende bloesems. Bloemen die met geur en kleur insecten lokken, verspreiden hun pollen namelijk niet via de lucht.
Kies fruitbomen. Minder hooikoorts, meer eten uit je eigen tuin.
Kies voor vrouwelijke bloeiende bomen, ook al is dat meer opruim.
En ja, in tijden van corona en hooikoorts moeten we vooral in ons kot blijven. Intussen kunnen we alvast dromen hoe we hooikoorts en andere kwalen in de toekomst verminderen, door ons onder andere te richten op seksisme, klimaatverandering en andere kernproblemen van een maatschappij uit balans.
Wendy is een academicus en bosbadgids. Ze deelt haar wereldwoude verhalen op haar instagramaccount en haar website. Daarnaast is ze auteur van Als Meubels Konden Spreken, een fictief verhaal dat doordrenkt is met cases van de circulaire economie.