Drie boeken over een land waarover niemand wil lezen
‘Jemenieten zien hun land als een begraafplaats voor grootmachten’
Net zoals de Afghanen zien ook de Jemenieten hun land als 'een begraafplaats voor grootmachten', merkt Abdelkader al-Guneid op in zijn boek "Prison Time in Sana'a". De vraag is: wacht Jemen hetzelfde lot? In drie recente boeken reis je als lezer mee door het door oorlog verscheurde land.
In hardnekkig tribale samenlevingen blijken universele waarden minder universeel dan gedacht.
© Anthon Keuchenius
Net zoals de Afghanen zien ook de Jemenieten hun land als ‘een begraafplaats voor grootmachten’, merkt Abdelkader al-Guneid op in zijn boek Prison Time in Sana’a. De vraag is: wacht Jemen hetzelfde lot? In drie recente boeken reis je als lezer mee door het door oorlog verscheurde land, telkens vanuit een ander perspectief.
Afghanistan was de afgelopen weken niet uit het nieuws weg te slaan, maar over Jemen horen we weinig. Toch lijkt het land in menig opzicht op Afghanistan.
Beide zijn rauwe, bergachtige en fotogenieke landen, waar je eet met je handen en pick-ups met zwaarbewapende, woeste strijders zich in stofwolken over bergwegen spoeden. Net als Afghanistan is Jemen van strategisch belang, maar balanceert het in de spaarzame nieuwsberichten al jaren op de rand van de afgrond. Alleen bemoeienis van buitenaf zorgt ervoor dat het predicaat “gefaalde staat” nog niet definitief geworden is.
Of dat was althans het idee. Pas recentelijk begrepen onze westerse regeringen dat het brengen van universele waarden naar landen die zulke waarden ontberen ingewikkelder is dan het lijkt. In hardnekkig tribale samenlevingen blijken die waarden minder universeel dan gedacht. We worden er met open armen ontvangen, maar alleen om op een dag te beseffen dat die armen tentakels zijn van een patronagenetwerk. Dan blijken we in plaats van universele waarden een verlammende corruptie te subsidiëren, en rest niets anders dan met het laatste vliegtuig huiswaarts keren.
Het is vruchtbaarder om de analyse te maken van waar het eerder misschien al misging, dan de degens te kruisen over dat vertrekproces uit Afghanistan zelf. Het zijn die fases waar Jemen nu nog middenin zit. Om die analyse te maken, heb je kennis nodig, liefst van binnenuit.
In het geval van Jemen valt dat niet mee. Je kunt er al een tijdje nauwelijks heen. In het noorden van het land ben je niet welkom en in het zuiden is het onveilig. Gelukkig zijn er mensen die er wél nog komen, of er al waren, en over hun lotgevallen boeken schrijven.
De thriller van de diplomaat
Een toegankelijk voorbeeld daarvan is de thriller Nederlander Vermist van Hans Akerboom. Daarin trekken twee blonde types door Jemen, zoals Indiana Jones in zijn avonturenfilms. Ze maken elkaar daarbij het leven zuur.
Akerboom is rasdiplomaat: hij is huidig consul van Nederland in Iraaks Koerdistan, werkte voordien op de Nederlandse ambassade in Jemen en werd later woordvoerder van Nederlandse ministers van Buitenlandse Zaken en interim-chef de poste in Kaboel.
Akerboom spint van zijn vele ervaringen in Jemen — met locaties en gebeurtenissen die voor de Jemenkenner herkenbaar zijn — een bij vlagen spannend verhaal met een verrassend plot. Aan het slot implodeert het fictieve verhaal, waarin Jemen sowieso verschrompelt tot een treurig decor vol bebaarde, onbetrouwbare lieden omringd door ezels en dromedarissen die al dat ergerlijke stof telkens maar weer opwerpen. Een letterlijk citaat vat het boek eenvoudig samen: ‘Je hebt hier alle elementen van een zoektocht in een onbekend, raar land’.
Jemen: leuk voor een spannende, exotische vakantie, maar uiteindelijk slechts een eindeloze bron van ellende.
Ongetwijfeld was het niet Akerbooms ambitie een gelaagd boek te schrijven dat behalve spanning ook nog inzicht biedt in de veelzijdigheid van Jemen en al die verschillende Jemenieten.
Toch vraag ik me af waarom de diplomaat wil bevestigen wat toch al de droevige algemene opinie is in de Lage Landen. Zijnde: Jemen dat leuk lijkt voor een spannende, exotische vakantie, maar uiteindelijk maar een eindeloze bron van ellende is.
Drop een bom op die zandbak en kijk er niet meer naar om, klinkt het weleens bij verveelde toehoorders als ik over Jemen begin.
Nederlander vermist, een diplomatiek complot in Jemen door Hans Akerboom is een uitgave van Elikser B.V. Uitgeverij, 246 blzn. ISBN 9789463652780
Dienaars van de christelijke God in Jemen
Minder gemakzuchtig is de auteur van het boek De Saadah Sage. Truus Wierda-Graaff woonde langer in Jemen dan de maand ramadan zich door onze kalenderjaren beweegt. Bijna veertig jaar woonde het artsenechtpaar Wierda in Saada, de meest noordelijke stad van Jemen en machtsbasis van de huidige machthebbers van Noord-Jemen. De Houthi’s zijn, zeg maar, de Taliban van Jemen, maar dan toch weer heel anders.
Wierda en haar man willen er ‘de liefde van Jezus zichtbaar maken door het verschaffen van goede medische zorg’. De eerste jaren komt dat laatste neer op het ‘bedrijven van veterinaire geneeskunde op mensen’, zo vat Wierda de Spartaanse omstandigheden treffend samen.
Anders dan de clichékarakters in de thriller van de diplomaat komen de mensen in Wierda’s boek – eigenlijk een reeks luchtpostbrieven – wél tot leven. Het zit vol grappige anekdotes met een serieuze ondertoon, en eindigt in een drama.
Overal in de wereld leven westerse dienaren van de christelijke God, ook in landen waar ze diens naam niet mogen noemen en ze hun boodschap slechts voorleven. Het zijn betrouwbare bronnen voor de passerende journalist, omdat ze er zo lang zitten en zo diep in de lokale samenleving integreren.
Uit veiligheidsredenen treden ze niet vaak naar buiten met hun ervaringen. Gelukkig doet Wierda dat nu een keer wel, zodat we leren hoe Noord-Jemen in jaren ‘70 nog losjes omging met sluiers en ramadan. Joden brouwden er jajem (wijn) waarvan hun moslimburen graag meedronken.
Maar gaandeweg streken soennitische salafisten neer in de sjiitische regio en verhardden de standpunten. Lokale sayyids, de sjiitische meesters die door revolutionairen eind jaren 1960 uit hun machtszetels zijn verdreven, hergroepeerden zich en kozen voor de tegenaanval. Zonen verdwenen de bergen in om zich aan te sluiten bij een plaatselijke dynastie. Zo zagen de Houthi’s het levenslicht. In Noord-Jemen werd het daarna langzaam onaangenaam: lokale oorlogjes groeiden uit tot volslagen burgeroorlogen.
Vooral dat deel van het boek is leerzaam voor mensen die de opkomst van de Houthi’s willen begrijpen.
De medische missie groeit in de veertig jaar uit tot een groep van twintig medici uit alle hoeken van de wereld, maar eindigt in 2009 met een dramatische kidnapping, waarna de gedesillusioneerde groep Jemen verlaat.
Dat drama blijft tot op de dag van vandaag onopgehelderd. Tijdens reünies reconstrueren de overlevenden zelf dat Saoedi-Arabië erachter moet zitten. Want korte tijd na het drama beginnen de eerste Saoedische bombardementen op de Houthi’s en het is dan handig dat de westerlingen vertrokken zijn. Een onthulling die de pers nooit haalde, maar het natrekken waard is.
De Saadah sage, herinneringen aan Jemen door Truus Wierda-Graaff. 198 blzn. ISBN 9789403607047
Gevangenschap in Sana’a
Abdulkader al-Guneid haalde wel de pers. Hij is een gepensioneerde arts uit Taiz, de op twee na grootste stad van Jemen, waar het bergachtige tribale Noorden overgaat in het wat vlakkere en zachtere Zuid-Arabië. Taiz is Jemens culturele hoofdstad, vol vrijzinnigheid en verzet, belichaamd door de persoon van al-Guneid.
Op een dag in 2015 pakken Houthi’s al-Guneid op en zetten ze hem gevangen in Sana’a. ‘In handboeien van Britse makelij, in een gebouw betaald door de VS om al-Qaeda gevangen te houden’, schrijft de cynische al-Guneid. Zijn boek Prison Time in Sana’a typte hij volledig neer op zijn smartphone.
300 dagen zit al-Guneid vast, in 15 verschillende cellen die hij omschrijft als schilderijen van Van Gogh en Munch. In het midden de aardappeleters en via het luik de tronies van de bewakers, zoals in De Schreeuw van Munch. Ook een groot aantal celgenoten passeert in het boek de revue.
Bijvoorbeeld Jamal, de tribale sjeik die niet boog voor de Houthi’s en dat betaalde met martelingen en castratie. Of Afraim de jood, die uit Israël terugkomt om te checken of zijn spaargeld nog wel rendeert, maar zich daarbij niet realiseert dat hij zelf lucratief wisselgeld is. En ten slotte Abood, die bezeten is door in Jemen alomtegenwoordige djinns (demonen), alle medische colleges van al-Guneid over persoonlijkheidsstoornissen ten spijt. Als Abood bij een psychose ook nog haarballen uitkotst is het zonneklaar: het zijn de haren van de djinn!
In hapklare brokjes serveert al-Guneid de veelzijdigheid van Jemen en ontleedt en passant Jemens complexiteit.
In hapklare brokjes serveert al-Guneid de veelzijdigheid van Jemen en ontleedt hij en passant Jemens complexiteit. Waar demonstranten opdraven voor de bijbehorende enveloppen met inhoud en gezellige gratis lunch. Waar het lidmaatschap van Al Qaeda een bron van inkomsten is. Waar geld verdienen aan alle partijen in een conflict een bron van tribale trots is. Waar je een ngo start, omdat die dollars en buitenlandse tripjes bieden.
De celgenoten respecteren de dokter, maar vragen zich verbaasd af waarom hij een comfortabel leven op het spel zet, met zijn brutale tweets en blogs. Dat staat in het laatste deel van het boek, dat lezers die minder bekend zijn met Jemen overigens beter vooraf kunnen lezen. Daarin blikt al-Guneid terug op zijn pogingen van Jemen een normaal land te maken, via een sociaal contract en gelijkwaardigheid.
Die pogingen strandden op president Ali Abdallah Saleh, die als een Jemenitische Machiavelli drie decennia lang behendig aan alle touwtjes van Jemens kastenstelsel trok. Het land veranderde in een moeras van corruptie, waarin Saleh zelf uiteindelijk kopje onder ging.
Na ‘twintig jaar aan een netwerk gewoven te hebben met het geduld van een Iraanse tapijtwever’ volgen de Houthi’s Saleh op als een perfecte, nog kwaadaardiger kopie. Want Houthi’s wanen zich superieur, door God gezonden en empowered om schier onmogelijke opdrachten uit te voeren, onverslaanbare vijanden te verslagen en Mekka, Jeruzalem en zelfs al-Andalus opnieuw te veroveren.
Na 300 dagen wordt al-Guneid toch vrij gelobbyd. Hij verkast naar Canada, van waaruit hij nu zijn dagelijkse tweets en blogs verzendt. Eén ding vertelt al-Guneid vlak voor vertrek aan zijn laatste celgenoot: ‘Je zou kunnen zeggen dat Jemen in de barensweeën verkeert om leven te schenken aan een sociaal contract.’
Het zijn dan wel erg lange en diepe barensweeën.
Prison Time in Sana’a door Abdulkader al-Guneid is een uitgave van Medina Publishing. 173 blzn. ISBN 9780992980870