De Engels-Libanese Hala Jaber, buitenlandjournaliste voor Sunday Times, vertelt haar persoonlijke relaas over de confrontatie met twee zusjes die een auto-aanslag in Bagdad in 2003 overleefden. Hun ouders, broers en zussen kwamen om. Zahra van drie had zeer ernstige brandwonden en Marla van een paar maanden oud had nauwelijks letsels opgelopen.
Hala Jaber was op dat moment naarstig op zoek naar het perfecte verhaal en de perfecte foto over een weeskind, in opdracht van haar krant die een liefdadigheidscampagne wilde opzetten. Toen ze Zahra vond, werd ze bevangen door een drang om dit kind en haar zus te redden en desnoods te adopteren, zo schrijft ze. Wat volgt is een gedetailleerde beschrijving van hoe ze als kinderloze vrouw en journaliste worstelt met haar eigen onvervulde kinderwens, schuldgevoelens omdat ze Zahra niet kon redden en het dilemma hoe ze Hawra kan helpen zonder haar weg te rukken van haar grootmoeder.
Dat kan boeiend zijn, maar overdaad schaadt. Herhaaldelijk krijgt de lezer het schuldgevoel van Haber voorgeschoteld: omdat ze Zahra in een eenzame hospitaalkamer heeft laten sterven, omdat ze beloften niet nakwam, omdat ze in Londen ringen aan het kopen was toen Zahra stierf, omdat ze grootmoeder vijf jaar zo goed als niets liet horen… Haar innerlijke kwellingen beginnen op de duur te enerveren.
En toch heb ik het boek snel gelezen, het leest niet alleen vlot, haar ervaringen als journaliste in een diepe oorlogscrisis als Irak boeien ook. Het vliegende tapijt biedt toch ook een blik op het verdriet en het onrecht dat de gewone Irakees overkomt, waarbij Jaber haar verontwaardiging ook toont. Dat blijft echter teveel op de achtergrond, terwijl we daar meer van hadden willen lezen.
Het vliegende tapijt door Hala Jaber is uitgegeven door Slijthoff. 302 blzn., ISBN 978-90-218-0217-6