Lectuur om de klimaatcrisis te keren (want niets is onvermijdelijk)

Extra

Boeken over klimaatcampagnes, politieke stilstand en zes graden warmer

Lectuur om de klimaatcrisis te keren (want niets is onvermijdelijk)

Lectuur om de klimaatcrisis te keren (want niets is onvermijdelijk)
Lectuur om de klimaatcrisis te keren (want niets is onvermijdelijk)

Drie klimaatboeken echoën elk op hun manier de roep van de jonge klimaatactivisten om diepgaande, maatschappelijke transformatie. ‘Als wij het niet doen, wie dan wel? Als we het niet nu doen, wanneer dan wel?’

© Reuters / Sergio Moraes

Shell-topman Ben van Beurden luistert naar een vraag op een pers-conferentie over olie-investeringen in Brazilië. ‘De verant-woordelijkheid voor de CO2-uitstoot ligt bij de automobilist.’

© Reuters / Sergio Moraes

De Nederlandse journalist Jaap Tielbeke was een voorbeeldige jongen met een hart voor de natuur. ‘Een beter milieu begint bij jezelf’, propageerde een overheidscampagne in zijn kinderjaren en kleine Jaap nam dat advies ter harte. Sindsdien volgden de lijstjes met goedbedoelde tips voor wat jij kunt doen om het klimaat/het regenwoud/het milieu/de bonte plevier te redden elkaar op.

‘Telkens is de onderliggende boodschap dezelfde: we kunnen alleen een betere wereld creëren als iedereen een steentje bijdraagt’, schrijft Tielbeke in Een beter milieu begint niet bij jezelf. Maar Tielbeke stelt ook iets anders vast. ‘Sinds 1991, het jaar dat die campagne van start ging, is de wereldwijde CO2-uitstoot met meer dan 57 procent gestegen.’

Als dat het resultaat is van alle kleine inspanningen, dan maakt het gevoel van daadkracht plaats voor machteloosheid. Dan dreigen mensen bij hun perfect gesorteerde afvalzakken te gaan zitten en te zuchten dat het allemaal niets uithaalt.

Toch blijven overheden onverminderd op die nagel kloppen. Voor ze zelf iets durven ondernemen om de uitstoot terug te dringen, of om de economie zo te organiseren dat hij binnen de grenzen van de planeet past, willen ze eerst overtuigd zijn van het draagvlak.

Volgens Tielbeke is het duidelijk wie hierbij wint. Zolang burgers naar elkaar wijzen, en zolang de overheid wacht tot de burgers klaar zijn met naar elkaar wijzen, verandert er niets. Laat dat nou net prima uitkomen voor de bedrijven die de brandstoffen oppompen die de klimaatontwrichting aanjagen.

Beter dan Fairtrade choco

Honderd bedrijven zijn goed voor de helft van de wereldwijde CO2-uitstoot, maar toch kan Ben van Beurden als CEO van Shell verklaren dat de ‘verantwoordelijkheid bij de automobilist ligt’ en dat zijn concern ‘enkel aan de vraag beantwoordt.’ Hij verdient aan het lozen van CO2 in de atmosfeer, maar doet hij iets strafbaars? Niet zolang er geen wetten bestaan die het weten en willens aanvuren van de klimaatcrisis strafbaar maken. En waar worden wetten geschreven en gestemd? In het parlement.

Het vormt de kern van het boek van Tielbeke. ‘Klimaatverandering is in de eerste plaats een kwestie van politiek’, niet van de enge partijpolitiek, maar wel van politiek ‘in de breedste zin van het woord. Het gaat over de inrichting van onze maatschappij.’ Het is goed om fairtrade, biologische choco te kopen. Het is nog beter om je te organiseren en collectief structurele veranderingen af te dwingen.

Tielbeke onderzoekt en belicht drie manieren waarop dit al gebeurt. Door de rechtbank in te schakelen en overheden of bedrijven ter verantwoording te roepen. Door luidkeels te protesteren en het zo gegeerde draagvlak voor de voeten van politici op straat te smijten. En/of door de plannen die er nu al zijn zo zichtbaar te maken dat ze voor politici even onvermijdelijk als aantrekkelijk worden.

De Green New Deal van Alexandra Ocasio-Cortez is volgens hem zo’n voorbeeld, omdat het van klimaatverandering een uitgesproken maatschappelijk project maakt. Het meest omvangrijke waar de mens tot nu heeft voor gestaan. Onze maanmissie op aarde.

Antwoord op angst en rouw

Dat laatste is het uitgangspunt van de Amerikaanse meteoroloog en journalist Eric Holthaus in het nog niet naar het Nederlands vertaalde Future Earth. Zes jaar werkte Holthaus aan het boek. Het is zijn antwoord op de gevoelens van angst en rouw die hem steeds vaker overvielen als hij moest schrijven of praten over de klimaatverstoring.

Ook hij maakt er een punt van dat individuele actie het schaamdoekje is van onwillige beleidsmakers. Wat wel nodig is, is een radicale omslag. ‘Een leefbare aarde behouden met langzame veranderingen was nog mogelijk in de jaren tachtig, nu is het een fantasie.’

Holthaus analyseert waarom we nu in een wereld leven die ongeveer alles weet wat er te weten valt over de omvang van de klimaat- en biodiversiteitscrisis maar toch niet handelt naar de kennis. Zijn analyse loopt gelijk op met die van Tielbeke.

‘Onze beschaving wordt opgeofferd aan de mogelijkheid voor een klein aantal mensen om zeer veel geld te blijven verdienen’, schrijft Holthaus. Om te doen wat nodig is, meent hij, hebben we een gedeelde en hoopvolle toekomstvisie nodig. ‘In plaats van te praten over het onvermijdelijke van de Apocalyps moeten we praten over de onvermijdelijkheid van een betere wereld.’

Wat betekent het om in 2050 netto niet langer broeikasgassen uit te stoten? Hoe raken we daar zonder mensen achter te laten, zonder andere levensvormen te vernietigen en zonder aan democratie in te boeten?

Holthaus probeert zich een toekomst in te beelden waarin we er wel degelijk in slagen de klimaatcrisis te keren, al zal dat niet zonder onherstelbare schade zijn. Hoe langer we wachten, hoe groter die zal zijn. Het is tegelijk de grote sterkte en zwakte van het boek.

Het beeld dat Holthaus schetst is krachtig en aanlokkelijk, het is een wereld waarvoor je wil tekenen, maar even vaak vervaagt de lijn tussen feit en fictie en voel je je als lezer navigeren zonder kompas. Er zijn te veel variabelen in het spel.

Dat is het belangrijkste verschil met Zes graden van Mark Lynas. In 2008 publiceerde deze Britse journalist en klimaatactivist een eerste versie van Zes graden. Het boek is graad per graad een vooruitblik naar wat een, twee, drie, vier graden meer betekenen voor het leven op aarde.

Ondertussen is de kennis over de impact van klimaatverandering aangescherpt. Wat twaalf jaar geleden nog toekomst was, is heden geworden. We leven op een aarde waar het gemiddeld een graad warmer is dan wat de mens als soort ooit meemaakte. Die fractie van een verschil brengt nu al meer hittegolven, verzuring van oceanen, bosbranden, droogte en hevigere orkanen.

Iedere graad warmer is meer dan een graad erger. De rampzalige effecten van klimaatopwarming zijn minder lineair dan exponentieel. Door graad per graad de effecten in de werkelijke wereld minutieus te beschrijven, toont Lynas niet wat er er zal gebeuren, maar laat hij zien welke toekomst er hoort bij langer of minder lang wachten met het terugdringen van onze uitstoot.

Zes graden leest als een afdaling in de hel, maar toch is er iets wat de drie boeken met elkaar verbindt. Zowel Tielbeke, Holthaus als Lynas maken duidelijk dat niets van dit alles onvermijdelijk is. We hebben altijd de keuze.

Een beter milieu begint niet bij jezelf door Jaap Tielbeke. Uitgegeven door Das Mag, 2020 —Future Earth door Eric Holthaus. Uitgegeven door HarperCollins, 2020 —Zes graden door Mark Lynas. Uitgegeven door EPO, 2020 (geactualiseerde heruitgave)

Dit artikel werd geschreven voor het herfstnummer van MO*magazine. Voor slechts 32 euro kan je hier een jaarabonnement nemen! Je kan ook proMO* worden voor slechts 4 euro per maand. Je krijgt dan ook ons magazine toegestuurd en je steunt daarmee ons journalistiek project. Opgelet: Knack-abonnees ontvangen MO* automatisch bij hun pakket.