Lesbos: zonnig eiland, donkere realiteit, gedeelde menselijkheid

Blog

Europa’s beruchtste eiland en vluchtenlingenkamp Moria, in vijf portretten

Lesbos: zonnig eiland, donkere realiteit, gedeelde menselijkheid

Lesbos: zonnig eiland, donkere realiteit, gedeelde menselijkheid
Lesbos: zonnig eiland, donkere realiteit, gedeelde menselijkheid

De Griekse eilanden vormen een microkosmos van de mensheid, en contrasten zijn op weinig plekken groter dan hier. Lesbos is de hel van Moria, het verschrikkelijkste vluchtelingenkamp ter wereld. Maar Lesbos is ook: een rijke cultuur, zon, zee en bergen, bakken solidariteit en een smeltkroes aan nationaliteiten. Een genuanceerd beeld in persoonlijke verhalen.

© foto links: Dimitri Van Zeebroeck

De Griekse eilanden vormen een microkosmos van de mensheid. De contrasten zijn op weinig plekken groter dan hier. Lesbos is de hel van Moria, het verschrikkelijkste vluchtelingenkamp ter wereld, volgens Artsen Zonder Grenzen. Maar Lesbos is ook een rijke cultuur, zon, zee en bergen, bakken solidariteit en een smeltkroes aan nationaliteiten.

Lize Van Dyck ging praten met een verpleegkundige van Artsen zonder Grenzen uit Gent, een vluchteling/boksleraar, een zeeman, een Afghaanse vluchteling die probeert te integreren en een Française die een sportzaal voor vluchtelingen oprichtte. Vijf persoonlijke verhalen die je een beeld geven van één van de poorten tot Europa.

‘Jezus, wat is dit voor een Europa?!’

Simon, coördinator en hoofdverpleger in de Moriakliniek

Simon is coördinator en hoofdverpleger in de Moriakliniek, een tentziekenhuis van Artsen zonder Grenzen (AZG). Gevestigd naast het beruchtste vluchtelingenkamp van Europa. Hij groeide op in een links, sociaal gezin en kwam via zijn studies in Gent terecht, waar hij in de culturele wereld rolde.

Hij was leerkracht verpleegkunde, dansleraar en speelde trompet in enkele bands, en werkte tijdelijk in een forensisch psychiatrisch centrum. ‘Superinteressant! Het ging om patiënten die criminele daden gepleegd hadden en ontoerekeningsvatbaar verklaard werden. Daar constateerde ik telkens weer dat er in iedereen iets goeds zit.’

‘Ik heb altijd bij Artsen zonder Grenzen willen werken, omdat ik meer van de wereld wou zien en mezelf nuttig wou maken. De missie en visie van Artsen zonder Grenzen stroken met mijn idealen. Daarnaast vind ik het fundamenteel om mijn ideologie niet louter op theoretische inzichten te staven, en deze te kunnen bevestigen of ontkrachten aan de hand van emotionele, praktische ervaringen.’

‘Migratie is een moeilijk onderwerp. Maar je mag het niet zwart-wit zien.’

‘Ik maak me zorgen om de wereld. Het klimaat, het stijgende bevolkingsaantal… Je kan er niet langer om heen. Wat die kwesties betreft, ben ik eerder pessimistisch ingesteld. Er zijn amper signalen dat de mensen in machtsposities de urgentie van deze dreigingen serieus nemen. De grens van het aanvaardbare wordt steeds verschoven. De media slagen er onvoldoende in om in beeld te brengen wat echt van belang is. Alles is afhankelijk van kijkcijfers. Als ik naar de kinderen van mijn zussen kijk, vraag ik me af in wat voor wereld zij gaan opgroeien.’

‘Migratie is een moeilijk onderwerp. Je kan nooit een perfecte wereld hebben, en er zijn altijd mensen die winnen en verliezen. Mijn sterkste overtuiging is dat je het niet zwart-wit mag zien. Nee, je kan niet iedereen helpen. Maar er zijn enorm veel mogelijkheden om de wereld te verbeteren voor veel mensen.’

Kiezen wie zorgt krijgt

‘Een van de moeilijkste zaken op Lesbos is de balans vinden tussen zoveel mogelijk mensen helpen en tegelijk je team beschermen. We draaien enorm lange dagen en overuren. Je kan hier non-stop bezig zijn. Voor mij is dat logisch, ik ben hier een half jaar om mensen te helpen. Anderzijds blijft onze vaste staf op het eiland en worden vooral zij langdurig blootgesteld aan enorm veel druk’.

‘Onze culturele bemiddelaars en tolken krijgen veel naar het hoofd geworpen. Zij delen dagelijks aan de toegangspoort mee wie medische zorg krijgt en wie niet. We moeten onze middelen zo goed en efficiënt mogelijk inzetten, en kunnen dus niet zomaar iedereen behandelen. We zijn de enige dagkliniek voor pediatrie. We moeten daarom erg streng screenen en veel mensen teleurstellen.’

‘De mensen die we ontvangen, hebben duizenden kilometers afgelegd. Niet uit vrije wil, maar omdat ze moesten vluchten. Hun kinderen worden ziek en ze willen een dokter zien, en op dat moment moet jij soms als medicus zeggen dat ze geen toegang krijgen, omdat het kind niet ziek genoeg is.’

‘Zo kwam er laatst een vader met een ziek kind, die iedereen in de wachtrij voorstak. Hij was erg geagiteerd en eiste meteen een dokter te zien. Om mijn team te ondersteunen, heb ik snel de triage gedaan en beslist dat het kind nog even kon wachten en dus geen voorrang kreeg op de rest. Ik stuurde de man opnieuw de wachtrij in. Je moet een voorbeeld stellen op zo’n moment, want anders gaat iedereen proberen voor te steken.’

‘Enkele uren nadien moest ik in het kamp zijn en zag ik diezelfde man met zijn dochtertje. Hij was een nieuwkomer en had enkel een stuk karton als slaapplek. Je moet nee zeggen tegen mensen die naar God weet welke tent vol gaten of een stuk karton moeten terugkeren. Dat is verschrikkelijk.’

‘Een meisje van twaalf leed helse pijn, maar het ziekenhuis kon haar niet helpen. Je staat machteloos.’

‘Een ander meisje zat in een rolstoel door een bombardement in Afghanistan. Ze kreeg ginds een metalen plaat in haar dijbeen, was amper twaalf jaar en in volle groei. Een metalen plaat groeit niet mee en dus leed het kind helse pijn. Het ziekenhuis kon haar niet verder helpen. Je staat machteloos en kan enkel pijnstillers toedienen. Letterlijk en figuurlijk. Je probeert hier dag in dag uit de kalmte te bewaren, maar op dergelijke momenten denk je: “Jezus, wat is dit voor een Europa?!”’

‘Mensen komen met hoge verwachtingen aan in Europa, op Lesbos. Ze denken dat ze eindelijk veilig zijn, en dan worden ze als vuil behandeld en keer op keer teleurgesteld. Mensenrechten worden dagelijks geschonden. Het is een chronisch falend beleid.’

‘Er is een onwil om deze mensen te helpen. Ziekmakend is het. Duizenden mensen wachten om een kwetsbaarheidsstatuut te verkrijgen en geëvacueerd te worden. Maar het hele proces zit vast en dus blijven extreem kwetsbare mensen in een kamp zitten, waar ze almaar meer trauma’s oplopen.’

Scheefgetrokken balans

Mensen moeten beseffen dat er één moment is waarop ze iets kunnen veranderen op grotere schaal, en dat is in het stemhokje. Dan kan je het signaal geven dat dit onaanvaardbaar is.

‘Eind september brak er een brand uit in het kamp. We werden meteen opgeroepen om de schade en slachtoffers te beoordelen. Het was een apocalyptisch beeld, die brandende containers, wetende dat er mensen inzitten. Er was geen degelijk noodplan of evacuatieplan. Chaos alom. Vliegtuigen vlogen over om water te droppen op een vol vluchtelingenkamp. Ondertussen waren vooral andere vluchtelingen bezig om hun medebewoners te helpen. Wij waren een van de weinige noodorganisaties ter plekke.’

‘Na de eerste reactie van diezelfde vluchtelingen die de rest hielpen, drong de emotionele schok door en braken er rellen uit. Ik begrijp hen volledig. Ik zou net dezelfde reactie hebben.’

‘Mensen moeten beseffen dat er één moment is waarop ze iets kunnen veranderen op grotere schaal, en dat is in het stemhokje. Dan kan je het signaal geven dat dit onaanvaardbaar is. Als je wil leven in een socialere wereld, kan ik enkel zeggen: stem op een menselijk beleid, niet op simpele zwart-wit slogans. We spreken over mensen als jij en ik. Geen mens is illegaal. Soms kom ik hier gezinnen tegen die me doen denken aan mijn vrienden thuis, waaronder mijn beste vriend, die net vader werd. Ik heb me al vaak afgevraagd wat hij zou doen als hij de Afghaanse nationaliteit had gehad en op de vlucht was.’

‘De scheefgetrokken balans op Lesbos, tussen hoe deze mensen hier verblijven en de rijkdom en welvaart van Europa, is misselijkmakend. Mensen verliezen hoop hier. Ik moet mezelf er vaak van overtuigen dat ik niet alles kan veranderen. Ik kan enkel mijn best doen om zoveel mogelijk mensen mee te krijgen in dit verhaal. Hen aanzetten om andere keuzes te maken en anderen te helpen. We hebben allemaal onze limieten, maar je kan een grote impact hebben, zelfs via kleine overwinningen.’

***

Blaise Ndassi Fotso, boksleraar op Lesbos:

‘Opgeven is geen optie’

Blaise Ndassi Fotso geeft vrijwillig boksles, in een gymzaal bij vluchtelingenkamp Moria op het Griekse eiland Lesbos. Zijn leerlingen zijn vooral jonge Afghanen. Die maken zeventig procent uit van de naar schatting meer dan 18.300 bewoners van het kamp.

De gymzaal hoort bij Yoga & Sport for Refugees, een van de diverse initiatieven opgestart en onderhouden door internationale vrijwilligers.

Talentvolle, jonge kampbewoners worden aangemoedigd om zelf instructeur te worden. Blaise is een professioneel bokser uit Kameroen. Hij vocht in Turkije en Dubai. ‘Ik heb acht grote gevechten gedaan’, vertelt hij. ‘Eén verloren, zeven gewonnen.’

Blaise is al twee jaar onderweg en verblijft al een half jaar in het Griekse vluchtelingenkamp Moria, in een tent met 14 personen. In februari 2020 heeft hij zijn eerste gesprek. Dat zal bepalen of hij erkend wordt als vluchteling en asiel kan aanvragen, of dat hij geweigerd wordt – waartegen hij al dan niet in beroep kan gaan.

‘Lesgeven geeft me voldoening en neemt stress weg. Wanneer je iemand iets aanleert, geef je iets, maar krijg je er ook veel voor terug. Wanneer ik boks, ben ik helemaal rustig. Er is geen colère, enkel zin.’

‘Sport is wat me leidt en is mijn doel. Het leert me geduldig en nederig te zijn. Het geeft me richting en stelt me in staat mezelf uit te drukken. Het heeft me georiënteerd in het leven. Onze gezinssituatie in Kameroen was moeilijk en van jongs af aan heb ik mezelf opgebokst in deze wereld.’

Het vluchteling-label

Blaise heeft naar eigen zeggen momenteel nog slechts één groot doel: een manager vinden en aan de top raken in de bokssport, en ooit zelf een gym opstarten en coach worden. Een normaal leven leiden en zijn familie ondersteunen.

‘Het hoofd niet laten hangen en recht blijven, je moet overeind blijven. Maar het is moeilijk. Er heerst veel stress en onzekerheid op Lesbos.’

Het leven in een kamp met 18.000 wachtenden is niet makkelijk. ‘Ik slaap amper. Elke nacht opnieuw breken er gevechten uit in het kamp. Dan blijf ik wakker liggen en pieker ik. Ik sport en train. Ik wil en forme blijven, ik ga op mijn doel af. Opgeven is geen optie, ook al ben je moe. Wanneer je opgeeft, ben je verloren.’

‘De meeste vluchtelingen hier zijn van goede wil’, ervaart Blaise. ‘Het zijn harde werkers en ze hebben al veel ervaring, of staan open om iets nieuws te leren. We willen werken, we willen integreren. Het is niet gemakkelijk om van het ‘vluchteling-label’ af te komen. We kunnen vaak meer dan er van ons gedacht wordt. Ik aanvaard waar en wie ik vandaag ben en ik wil vechten voor waarvoor ik gekomen ben. Het hoofd niet laten hangen en recht blijven, je moet overeind blijven. Maar het is moeilijk. Er heerst veel stress en onzekerheid op Lesbos. Ik bid elke dag, opdat iedereen opstaat in de ochtend en in veiligheid is. Iedereen, niet enkel ik.’

Blaise zegt me dat hij blij is om even met iemand te kunnen praten. Dat er weinig mensen zijn bij wie hij zijn verhaal kan doen. ‘Je alleen op de wereld voelen is iets wat ik niemand toewens. Vaak wou ik dat er iemand was die zijn hand naar me uitstak en zei: “Ok, ik doe dit samen met jou.’’’

***

Amir Ali, Afghaans vluchteling en rolmodel van integratie:

‘Van belang is dat we elkaar als mensen blijven zien’

Amir Ali woont 3,5 jaar op Lesbos. Na zijn aankomst werd hij zoals bijna alle vluchtelingen op het eiland in het vluchtelingenkamp Moria geplaatst.

Beetje bij beetje bouwde hij een sociaal netwerk uit en kon hij aan de slag bij Safe Passage Bags, een winkel van Lesvos Solidarity. Vluchtelingen worden hier tewerkgesteld en krijgen een degelijke verloning voor het upcyclen van reddingsvesten naar allerhande tasjes. Die job bood hem de kans om een kamer in een gedeeld appartement te huren in Mitilini, de hoofdstad van Lesbos.

‘In Afghanistan werd ik om economische redenen gedwongen in het leger te gaan. Gedurende drie jaar trainde en vocht ik in de special forces, aan de zijde van het Amerikaanse leger. Ik leerde er erg veel bij, maar het was niet gemakkelijk om in die context te werken. De regering geeft niet om haar soldaten. Ze spelen met mensenlevens en zijn apathisch voor je lijden. Je bent slechts een pion, voor welk leger je ook vecht.’

‘Ik probeer mezelf almaar te verbeteren en een positief, behulpzaam persoon te zijn.’

‘Ik begon daarnaast mijn religie, islam, steeds meer in vraag te stellen en vond geen antwoorden die mij voldoening gaven. Je kan ook een goed persoon zijn zonder religie, en dus koos ik voor het atheïsme.’

‘In mijn thuisland is dat geen optie. Mensen worden erom vervolgd. Ik besloot te vluchten. Ik las over de mensenrechten en vrijheid van religie in Europa en vertrok zonder geld naar Iran. Daar vond ik een tijdelijke job. Na een jaar werken en sparen zette ik mijn weg verder naar Turkije. Van daar uit ondernam ik de bootreis naar Lesbos, zonder al te veel problemen. Dat is vrij uitzonderlijk, als je de andere verhalen hoort.’

‘Ik raakte betrekkelijk snel weg uit het kamp en kon een leven daarbuiten opbouwen. Soms vraag ik me af waarom dat geluk net mij overkwam. Ik weet het niet. Het is zoals het feit dat jullie, Europeanen, in veilige landen geboren worden en niet in een oorlogsland zoals ik. Het is puur geluk. Ik geloof niet echt in het Lot met grote L. Ons lot ligt in onze eigen handen: we kunnen ons leven zelf opbouwen en ook afbreken, met onze beslissingen en daden.’

‘Ik probeer mezelf almaar te verbeteren en een positief, behulpzaam persoon te zijn. Ik hou van natuur en dieren en probeer daar mijn energie uit te halen. Al huist er ook woede en frustratie in me. Ik probeer mijn weg te vinden, het licht in het donker.’

Ik wil een beter gezicht tonen van “de vluchteling”. Vele locals vinden vluchtelingen een last, omdat we met zoveel zijn.

‘In Moria was dat erg moeilijk, zoals voor vele anderen. Ik zocht oplossingen om mijn deprimerende gedachten te sussen en begon te lopen. Dat deed enorm veel voor mijn mentale gezondheid. Ik startte zelfs een aantal projecten op, waaronder een actie om het strand op te ruimen. Ik volgde lessen Engels, Grieks, gitaar en computer, waardoor ik zo weinig mogelijk in het kamp was.’

‘Tijdens een looptraining werd ik gespot en had ik het geluk te kunnen beginnen trainen in het stadion van Lesbos. Het hielp me om dichter bij de Griekse bevolking en internationale vrijwilligers te komen. Recent gooide ik me op de amateurfotografie en begon ik met tangolessen. Op die manier kon ik een normaal leven uitbouwen op Lesbos. Ik voel dat ik momenteel goed bezig ben.’

Worstelen met vooroordelen

‘Ik hecht enorm veel belang aan integratie en contact met locals. Ik wil hen een beter gezicht tonen van “de vluchteling”. Vele locals vinden vluchtelingen immers een last, omdat we met zoveel zijn. De inwoners van Lesbos huisvesten ons zonder voldoende steun van de EU.’

‘De meeste mensen vluchten hierheen om een veilig leven te kunnen leiden en zijn van goede inborst. Toch is het vaak worstelen met vooroordelen. De blikken die je soms krijgt op straat, doen pijn. Al wil ik dat niet als verwijt tegen de Grieken gebruiken, want net zoals voor vluchtelingen geldt voor hen: ze bedoelen het goed. Maar ze zijn de situatie beu en ik begrijp dat.’

‘Mijn doel is nog veel te kunnen reizen en bijleren, maar vooral om een normaal leven te leiden. Ik wil anderen helpen en hoop op mijn beurt op de hulp van anderen te kunnen rekenen. Dat lijkt me haalbaar.’

‘Ik ben geen superheld, maar wil graag mijn eigen wereld redden, voor mezelf en de mensen om me heen. Als iedereen een open geest bewaart en elkaar met respect behandelt, kunnen we samenleven. Het maakt niet uit van waar je komt.’

Van belang is dat we elkaar als mensen blijven zien. Niemand is perfect, we hebben allemaal onze sterktes en zwaktes, en dat vind ik net het mooie aan de mensheid. En als ik op mijn weg een glimlach op iemands gezicht kan tonen, bijvoorbeeld door via mijn foto’s te tonen hoe mooi de wereld kan zijn, dan ben ik een tevreden man.’

***

Kostas, gepensioneerd zeeman:

‘Stop met de oorlogen voor grondstoffen en geld’

Kostas is een gepensioneerd ingenieur en zeeman, geboren en getogen op Lesbos. ‘Als zeeman voer ik vaak naar de haven van Antwerpen in grote cargoschepen, volgeladen met bloem vanuit New Orleans.’

Met een fonkel in zijn ogen vertelt hij over zijn wildere jaren op zee. ‘Maar Lesbos zit in mijn hart. Ik kan elders niet gedijen. Het is een prachtige plek. Ik vis op calamari, sla wat ouzo in, en nodig vrienden uit om ’s avonds mee te genieten van de vangst.’ Een lach, gevuld met sigarettenrook en binnenpret.

‘In 2015 visten we helaas iets anders uit het water. Dat eerste jaar van de vluchtelingenstroom naar Lesbos waren er nog geen internationale ngo’s aanwezig. Het waren vooral de lokale vissers en kustwacht die drenkelingen uit zee haalden. Voor sommigen was het te laat. Nabij mijn huis, in de kleine vissershaven, spoelden 22 levenloze lichamen aan, verwikkeld in zeewier’, vertelt Kostas met een akelige grimas op zijn door zon en zee gegroefde gezicht.

De inwoners van Lesbos zijn het beu dat hun eiland als rioolput van Europa beschouwd wordt.

Zijn vrouw zamelde samen met buurvrouwen kleren in en breide mutsen, sjaals en handschoenen, om de nieuwkomers die het haalden toch wat warmte te bieden. ‘Ik ben toen ’s nachts vaak uit bed gekropen, om haar te vragen het breiwerk even neer te leggen en te komen slapen’, zegt hij, met enige trots.

De eilandbewoners zetten zich in dat beginjaar onuitputtelijk in. In 2016 werden de inwoners van Lesbos genomineerd voor de Nobelprijs van de Vrede, voor hun grote solidariteit met vluchtelingen.

Die golf van naastenliefde en tolerantie gaat intussen in dalende lijn. Mensen zijn het beu dat hun eiland als rioolput van Europa beschouwd wordt. Ze kunnen de druk van de almaar stijgende stroom migranten niet langer aan. Sinds de EU-Turkije-deal dient het eiland niet meer als hotspot en transitplaats, maar worden vluchtelingen er vastgehouden en komen ze terecht in een eindeloos wachten.

Die situatie ontwricht het evenwicht van het paradijselijke eiland. De situatie is onhoudbaar voor de duizenden mensen op de vlucht en in limbo, maar ook voor de lokale bevolking, die vooral van toerisme leeft. Het eiland trekt minder toeristen aan. Daarnaast klom Griekenland nog niet uit zijn economische crisis.

Mensenrechten en Europese politiek

Van een solidair beleid verkleurde Lesbos, zoals vele andere plaatsen ter wereld, naar een klimaat van intolerantie en antisociale politiek. De Griekse regering kondigde recent het plan aan om de vluchtelingen op de Egeïsche eilanden in een gesloten detentiecentrum op te sluiten. Mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor nog meer schendingen van de Rechten van de Mens.

‘De situatie is oncontroleerbaar geworden’, zegt Kostas. ‘Te veel mensen op een kleine plek. De vluchtelingen zoeken een veilige verblijfplaats en betalen veel geld voor de oversteek, vaak duizenden euro’s. Lesbos vangt iedereen op.’

‘Ik zie zo veel vrouwen en kinderen op straat en vraag me af hoe zij in het kamp eten en leven. Ze hebben niets. Dat creëert op zijn beurt soms kleine criminaliteit. Wat doe je, als je niets hebt en niet vrij bent? Europa zou solidairder moeten zijn.’

Op de vraag wat hij dan zou veranderen aan de situatie, als hij die macht had, antwoordt Kostas: ‘Stop met de oorlogen voor grondstoffen, voor geld. Dat is waar de oorzaak van de problemen op Lesbos ligt: niet bij de vluchtelingen, maar bij de onhoudbare politieke situaties in hun herkomstlanden, die mee door onze Europese regeringen gecreëerd en in stand gehouden worden.’

***

Estelle, Yoga & Sport for Refugees:

‘Het gaat niet om de bestemming, maar om de mensen die je liefhebt’

Estelle was 26 jaar toen ze twee jaar geleden besloot haar leven over een andere boeg te gooien en Yoga & Sport for Refugees op te richten te Lesbos. Ze komt uit Libourne, nabij Bordeaux, waar ze een Master in politieke wetenschappen en management behaalde. Nadien werkte ze gedurende enkele jaren bij Cartier.

‘Ik ben een paar keer over-en-weer gegaan eer ik definitief voor Lesbos koos. De eerste keer belandde ik hier na een journalistieke trip. Niet veel later kwam ik terug om zwemlessen te geven als vrijwilliger. Al snel werd ik bevriend met enkele sportieve vluchtelingen en begonnen we op kleine schaal met lopen. Na twee maanden vrijwilligerswerk keerde ik terug naar Frankrijk, waar ik zoals veel vrijwilligers op Lesbos door een heftige periode van zelfreflectie ging. Je kan niet zomaar back to business na een dergelijke ervaring.’

‘Ik deed een pilootproject in Bordeaux, met het idee om het verder uit te bouwen op Lesbos. Ik vroeg de statuten aan om op olympisch niveau te kunnen sporten met vluchtelingen. Mijn nieuwe doel was hen te begeleiden in hun sporttalenten en hun capaciteiten te professionaliseren.

Mijn ouders waren niet tevreden, maar mijn hart lag niet meer in Frankrijk. Ik verhuisde naar Lesbos. Nadien ging alles heel snel, als een dominospel. Van lopen met een kleine groep, naar lessen taekwondo, boksen en muay thai… Ik moedigde vluchtelingen met gespecialiseerde ervaring aan om zelf instructeur te worden. Op een bepaald moment kwam ik een Israëlische yogaleerkracht tegen, die stond te springen om samen een organisatie op te richten, en zo geschiedde: Yoga & Sport for Refugees werd een feit.

De eerste maanden organiseerden we onze lessen in een afgedankte tent van Artsen zonder Grenzen, op paletten. Er kwamen almaar meer disciplines bij en we hadden nood aan een degelijke sportzaal, dus startten we met fondsenwerving. We staan bijna twee jaar verder, hebben een volle planning en de meeste van onze marathonlopers winnen elke prijs die te verkrijgen valt, bij de wedstrijden waaraan ze mogen deelnemen.’

‘Wanneer we solidariteit laten bloeien, komt er meer focus op kwaliteit en hechtheid, in plaats van op kwantiteit en eeuwige jacht op meer, waar zoveel Europeanen een burn-out aan overhouden. Op Lesbos slagen we erin die gemeenschap te creëren en blijvende veranderingen te bekomen. Het is pas wanneer je je geluk kan delen met anderen dat je ziet wat dat werkelijk betekent. Al weet ik dat het niet altijd evident is om uit die vicieuze cirkel te stappen, omdat ons sociaal-economisch systeem daar niet voor gecreëerd is. Ik kan enkel getuigen dat het deugd doet om dat wel te doen. Je apprecieert veel meer wat je wél hebt. Soms moet je je inbeelden dat je alles kwijt kan raken van de ene dag op de andere, zoals veel vluchtelingen meemaakten. Je kan zoveel leren van de ervaring en verhalen van een ander. Die kennis en menselijke connecties zijn de dingen die overblijven, wanneer je al de rest verliest.’

‘Veel kampbewoners vragen me wat het beste land is om naar te migreren. In het begin dacht ik daar heel praktisch over na en probeerde ik hen tips te geven. Met de tijd besef je echter steeds meer dat het niet om de plaats of de bestemming gaat, maar om de mensen die je liefhebt, die je steunen. Het gras is altijd groener aan de andere kant. Hoe welvarend een maatschappij ook mag zijn, het zijn de mensen waarop je kan rekenen die echt tellen. Ik zie het bij veel bevriende vluchtelingen, die intussen arriveerden op hun eindbestemming. Voordien staan ze er niet altijd bij stil, maar eens aangekomen en die stress van de asielaanvraag is weggevallen, blijven ze achter in grote onzekerheid en vaak ook eenzaamheid. Ze missen een sociaal netwerk.’

‘Mijn boodschap aan al wie wil helpen, maar niet meteen weet hoe of waar te beginnen? Informeer je goed bij de organisaties, of ze dicht bij jouw waarden staan. Dat kan ook bij jou in de buurt. Je kan zoveel doen om je nuttig te maken. Iedereen kan helpen. Ik merk het zelf bij mijn ouders: zij waren in het begin erg terughoudend, maar met de jaren zagen ze wat het met me deed. Intussen woont mijn vriend – een Afghaans vluchteling en moslim – bij hen in en horen ze beetje bij beetje het verhaal uit eerste hand. Je leert bij, wordt rijper en ontdekt een nieuw deel van de wereld kennen, via mensen.’

Dit artikel kwam mee tot stand met de steun van het Fonds Pascal Decroos.
De interviews vonden plaats in oktober 2019 en de situatie van enkele geïnterviewden kan intussen gewijzigd zijn.