Nasrullah Jan Wazir: ‘De Pasjtoenen kregen een verbod op geluk’

Extra

Nasrullah Jan Wazir: ‘De Pasjtoenen kregen een verbod op geluk’

Nasrullah Jan Wazir: ‘De Pasjtoenen kregen een verbod op geluk’
Nasrullah Jan Wazir: ‘De Pasjtoenen kregen een verbod op geluk’

Nasrullah Jan Wazir, directeur van de Pashto Academy aan de University of Peshawar, heeft verrassende ideeën over de Pasjtoe-cultuur

Gie Goris

dr. Nasrullah Jan Wazir

Gie Goris​

Typisch Pakistan. Onderweg tussen twee interviews zeg ik tegen Shakeel Farman, een journalist van GEO TV, dat het goed zou zijn om ook een academicus te vinden die me wat meer kan vertellen over de Pasjtoense cultuur. Letterlijk een kwartier later kloppen we aan bij dr. Nasrullah Jan Wazir, directeur van de Pashto Academy aan de University of Peshawar. Hij laat ons binnen, stuurt na tien minuten Shakeel de deur uit en neemt anderhalf uur om mijn vragen te beantwoorden.

‘De Pasjtoenen waren nooit het militaire ras dat de Britten ervan maakten’, zegt hij. ‘Het was juist de rekrutering in het koloniale leger die tot een militarisering van onze cultuur leidde. Maar we waren wel sterk. We hadden onze taal, we hadden een geschiedenis, we hadden onze culturele waarden en normen – de pasjtoenwali –, we hadden onze eer.’

‘De pasjtoenwali was gebaseerd op vertrouwen, op wederzijdse hulp en steun, onvoorwaardelijk. Vandaag overheerst het wantrouwen. Er is zoveel verraad en er zijn zoveel moorden gepleegd. Er is zo gedreigd, geïntimideerd en gebrutaliseerd. En er was zoveel geld om mensen te kopen.’

Dr. Wazir situeert het begin van het verval, zoals bijna iedereen die ik spreek, bij 9/11 of concreter bij de instroom van Taliban en Al Qaeda vanaf oktober 2001. ‘Alle geluk werd verboden, alle muziek en elk feest werd gebannen.’ Hij benadrukt dat niet enkel de buitenlandse fundamentalisten en hun lokale medestanders schuld hebben aan die neergang van het stamleven. ‘Dat zou niet mogelijk geweest zijn zonder de actieve medewerking van de toenmalige militaire dictator, generaal Musharraf, en het hele militaire apparaat.’

‘De pasjtoenwali’, zegt dr. Wazir, ‘was gebaseerd op vertrouwen, op wederzijdse hulp en steun, onvoorwaardelijk. Vandaag overheerst het wantrouwen. Er is zoveel verraad gepleegd. Er zijn zoveel moorden gepleegd. Er is zo gedreigd, geïntimideerd en gebrutaliseerd. En er was zoveel geld om mensen te kopen.’

Die culturele en maatschappelijke verwoesting dreef heel wat mensen naar de dorpen en steden in Khyber Pakhtunkwa. Toen het leger, eerst aarzelend maar vanaf 2014 met de inzet van echte middelen, operaties begon tegen de gewapende militanten in de stammengebieden, werden honderdduizenden mensen tijdelijk of permanent van huis, haard en veld verjaagd.

Peshawar, bijvoorbeeld, groeide de voorbije twintig jaar van 2 naar nu al bijna 4,5 miljoen inwoners. Een belangrijk deel van die aangroei is te wijten aan de immigratie van families die het geweld, de rechteloosheid en het gebrek aan perspectief in de stammengebieden ontvluchtten. Maar ook in Karachi en Hyderabad wonen vandaag miljoenen Pasjtoenen, velen met wortels in de stammengebieden. ‘De jonge generatie groeide op in Pakistaanse steden, in vluchtelingenkampen en onderweg. Zij willen gelijke kansen met hun Pakistaanse leeftijdsgenoten’, zegt dr. Wazir.

Dat verklaart volgens Wazir ook de ruime steun die de Pashtu Tahafuz Movement (de Paasjtoense Beschermingsbeweging die begin dit jaar opgang maakte) kreeg in de stammengebieden. Omdat we het hele gesprek rond Pasjtoense cultuur draaide, voegt hij er met enige nadruk aan toe dat de PTM geen culturele of identitaire beweging is, maar een politieke beweging rond de eenvoudige eis om gelijke rechten te hebben en op gelijke manier behandeld te worden. ‘De beweging hecht meer belang aan burgerrechten, het recht op wonen, aan de heropbouw van de gebieden na het geweld van de voorbije jaren, dan aan cultuur.’

‘De Pasjtoenen zijn mentaal gewond door de jaren van geweld. Het zal dan ook jaren duren om tot de noodzakelijke heling van die wonden te komen’

Culturele identiteit kan je niet herstellen in de toestand zoals ze was voor de verwoestende jaren na 2001, stelt Wazir nog. Maar dat vermindert haar belang niet, want ‘een sterke culturele identiteit kan mensen en groepen helpen om te overleven in moeilijke omstandigheden want ze bieden de instrumenten om op jezelf en op de gebeurtenissen en ontwikkelingen in je omgeving te reflecteren.’

‘De Pasjtoenen zijn mentaal gewond door de jaren van geweld. Het zal dan ook jaren duren om tot de noodzakelijke heling van die wonden te komen’, zegt Wazir. ‘En het is extra pijnlijk omdat de schade aan de Pasjtoense cultuur geen toeval was, geen nevenschade. De externe machten die ons grondgebied onder controle wilden krijgen, wisten maar al te goed dat het afbrokkelen van normen, waarden, overtuigingen en gewoontes de voorwaarde was om de weerstand tegen hun overname te breken.’