De fossiele brandstofindustrie bepaalt nog steeds de klimaatagenda
BINGO! Olie in de klimaatonderhandelingen
De klimaattop van Bonn bracht 195 landen en honderden organisaties samen om de strijd tegen klimaatverandering aan te binden. Meer dan ooit tevoren tonen deelnemers de bereidheid om samen aan een duurzame toekomst te werken. Recente rapporten over belangenvermenging zijn echter een domper op de feestvreugde.
Een serie van rapporten onthult hoe lobbygroepen uit de fossiele brandstof sector al jaren de plak zwaaien tijdens klimaatonderhandelingen.
De internationale denktank Corporate Accountability Iternational (CAI) bracht een rapport uit dat de jarenlange betrokkenheid van meer dan 250 ngo’s uit de bedrijfs- en industriesector - beter bekend als BINGO’s - in klimaatonderhandelingen aan het licht bracht.
Veel van deze BINGO’s blijken echter koepelorganisaties te zijn die een hele reeks energie-, olie, gas- en steenkoolbedrijven vertegenwoordigen en hun invloed gebruiken om het klimaatbeleid te ondermijnen.
Agressieve promotie
Zo is bijvoorbeeld de Wereld Steenkool Vereniging, ondanks haar agressieve promotie van een energiebeleid gebaseerd op steenkool, steevast aanwezig op de klimaattop waar men verregaande klimaatverandering tracht te voorkomen.
EU BINGO FuelsZero, bestaande onder meer uit BP, Exxon Mobil, Shell, Total and Lukoil, stelt dat ‘de EU reeds voldoende heeft gedaan’ om de uitstoot te verminderen.
Ook de Bedrijfsraad van Australië is een BINGO die steeds aanwezig is tijdens de UNFCCC onderhandelingen. Deze BINGO telt bedrijven als BHB Billiton, Chevron, Exxon Mobill, Shell en Rio Tinto onder haar leden.
Het hoeft niet te verbazen dat deze BINGO de Australische CO2-taks aanvocht en de bestrijding van klimaatverandering “onrealistisch” noemde.
FuelsZero, de BINGO voor Europese bedrijven, bestaande uit onder meer uit BP, Exxon Mobil, Shell, Total and Lukoil, stelt dat ‘de EU reeds voldoende heeft gedaan’ om de uitstoot te verminderen.
De Amerikaanse Kamer van Koophandel is de BINGO die onder meer Exonn Mobill, Chevron en Peabody Energy vertegenwoordigt tijdens de onderhandelingen.
In hun thuisland hebben deze bedrijven de Clean Power Act, het hoofdinstrument voor de uitstootvermindering in de VS, actief ondermijnd. Toch kunnen ook zij hun zegje doen in de UNFCCC en tijdens de COP.
Belangenvermenging in Bonn
Het rapport van de CAI ontrafelt een lange lijst van partijen met belangenvermenging. De denktank heeft twee aanbevelingen voor regeringen en de UNFCCC om hun klimaatbeleid weer in balans te brengen.
De grens tussen het algemene belang en persoonlijke doeleinden is dikwijls flinterdun tijdens internationale onderhandelingen.
Ten eerste is er nood aan een duidelijke definitie van “belangenvermenging”, aangezien de grens tussen het algemene belang en persoonlijke doeleinden dikwijls flinterdun is tijdens dergelijke internationale onderhandelingen.
Ten tweede adviseert de CAI dat een strenge en transparante procedure voor de toegang van de partijen tot deze onderhandelingen absoluut noodzakelijk is.
Dit is de enige manier om te garanderen dat alle deelnemers zich ook werkelijk inzetten voor het algemeen belang. De bezorgdheid van verscheidene landen omtrent deze belangenvermenging werd reeds tijdens de COP22 in Marrakech aangekaart.
Kleine revolutie
Samen met het CAI rapport leidde deze bezorgdheid tot wat Tomasz Chruszczow, de voorzitter van de Subsidiare Raad ter Implementatie, bestempelde als ‘een kleine revolutie en de start van een monument voor transparatie en openheid in de klimaatonderhandelingen.’ Dit was namelijk de eerste sessie ooit omtrent belangenvermenging in de UNFCCC.
‘In Bonn vindt een kleine revolutie plaats, de start van een monument van transparantie en openheid in de klimaatonderhandelingen’
Deze sessie vond plaats op dinsdag 9 mei in Bonn in de aanwezigheid van nationale delegaties, burgerorganisaties, ngo’s en BINGO’s.
Ironish genoeg was Norine Kennedy, vertegenwoordigster van de Amerikaanse Kamer van Koophandel, een van de panelleden.
De verhitte debatten die zich sindsdien hebben afgespeeld in Bonn en op sociale media zijn een precedent voor de meer open en transparante aanpak die de UNFCCC nastreeft bij het ondernemen van klimaatakties.
‘We hebben nog geen norm bepaald voor de eigenlijke implementatie van het Parijsakkoord, en nog niet beslist aan wie we deze verantwoordelijkheid kunnen toevertrouwen. Een trackrecord van partijen met belangenvermenging is dan ook noodzakelijk,’ stelde Climate Justice Network in Bonn.
Crisis voor de boeg, ambitie zoek
Pascoe Sabido van het Corporate Europe Observatory voegde hier aan toe: ‘We hebben een grote crisis voor de boeg en dienen ons energiesysteem om te schakelen naar een meer duurzame en hernieuwbare versie. Dit is een ambitieus voornemen en momenteel zien we die ambitie niet. De verantwoordelijken voor de crisis, de olie- en gasmaatschappijen, laten ons niet toe om deze transformatie te realiseren.’
‘We mogen niet langer toestaan dat de grote vervuilers het milieubeleid bepalen.’
‘We mogen niet langer toestaan dat de grote vervuilers het milieubeleid bepalen.’
De enige landen die tijdens de klimaattop openlijk bezwaar aantekenden tegen het onderzoek naar belangenvermenging waren Noorwegen en Australië.
‘Het zou contra-productief zijn om bepaalde groepen uit de onderhandelingen te weren’, verklaarde de Noorse delegatie.
De Australische delegatie gelooft dan weer dat ‘de transitie van de globale economie niet kan verwezenlijkt worden met regeringsgeld alleen, ook bedrijven dienen betrokken te worden.’
Deze uitspraken verbazen niet wanneer men de achtergrond van beide landen in rekening neemt. Noorwegen is afhankelijk van zijn olie-export en Australië is een van de grootste steenkoolexporteurs ter wereld.
Succesvol precedent
De eisen voor meer transparantie in de klimaatonderhandelingen komen niet uit de lucht gevallen. Ze hebben namelijk een zeer succesvolle precedent waar ze zich op kunnen baseren: het Globale Tabak Akkoord van de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) dat vijf jaar geleden van kracht ging.
‘Het is niet onmogelijk om de vervuilers van het milieubeleid uit de onderhandelingen te bannen’
Het akkoord implementeerde een zogenaamde firewall, onder artikel 5.3 van de ‘Framework Convention on Tobacco Control’ (FCTC), door een reeks van mechanismes in te voeren die voorkomen dat lobbygroepen met connecties in de tabakindustrie deelnemen aan het beleidsproces dat de regulaties voor tabak bepaalt.
Margaret Chan, directeur-generaal van de WHO beschouwt deze regulaties als de grootste katalysator in een verdrag dat het potentieel heeft om tot 200 miljoen mensenlevens te redden tegen 2050.
‘Het is niet onmogelijk om de vervuilers uit het milieubeleid te bannen,’ stelde de WHO delegatie tijdens de UNFCCC conferentie in Bonn.
De klimaatonderhandelingen in Bonn zijn bovendien de eerste, en misschien ook wel de laatste, voor de Trump-administratie. Een administratie wiens staatssecretaris de voormalige CEO van Exxon Mobil is, het grootste olie- en gasbedrijf ter wereld, is overigens een schoolvoorbeeld van politiek met belangenvermenging.