Over de kikker en de schorpioen: waarom ondernemers het klimaat niet zullen redden
11 maart 2019
Als klimaatbeweging kunnen we lessen trekken uit de parabel van de kikker en de schorpioen zegt Brecht De Smet docent Politiek van Ontwikkeling aan de UGent. We kunnen ons wapenen tegen een al te naïeve klimaatstrategie die geen rekening houdt met reële machtsposities en structurele belangen die het economisch handelen van grootbanken en industriële spelers bepalen – wars van goede intenties.
© José António Fundo (CC BY-NC-SA 2.0)
In de film Mr. Arkadin uit 1955 vertelt acteur Orson Welles de in oorsprong Russische fabel van de schorpioen en de kikker:
‘Nu ga ik jullie over een schorpioen vertellen. Deze schorpioen wilde een rivier oversteken en vroeg aan de kikker om hem te dragen. “Nee”, zei de kikker, “nee bedankt. Als ik je op mijn rug draag, zal je mij steken en de steek van een schorpioen is dodelijk.” Maar de schorpioen zei: “Het zou onlogisch zijn om jou te steken: als ik jou steek, ga je dood en dan zal ik verdrinken.” De kikker was nu overtuigd en liet de schorpioen op zijn rug zitten. In het midden van de rivier voelde hij plots echter een verschrikkelijke pijn en hij realiseerde zich dat de schorpioen hem toch had gestoken. “Dit is niet logisch!” riep de stervende kikker terwijl hij verdronk. ”Ik weet het zei de schorpioen, maar ik kan er niets aan doen. Het is mijn aard”.’
Het klimaat is een probleem van ons allemaal. Aangezien de klimaatverandering globaal is, zal deze ons allen raken: rijk en arm, man en vrouw, Europeaan en Afrikaan, de huidige en de komende generaties. In een wetenschappelijk artikel uit 2017 met de titel “De politiek van klimaatverandering is meer dan de politiek van het kapitalisme” stelt Dipesh Chakrabarty, professor van de University of Chicago dan ook dat we als gehele menselijke soort tegenover de uitdaging van de klimaatverandering staan.
Zowel rijk en arm dragen bij aan de klimaatcrisis die niet recent is, maar samenhangt met de langdurige impact van de mensheid op de natuur – een impact die begon met de neolithische landbouwrevolutie meer dan 10.000 jaar geleden. Hoewel het kapitalisme een belangrijke factor is van klimaatverandering is de klimaatproblematiek volgens Chakrabarty geen crisis van het kapitalisme en ‘in tegenstelling tot de crises van het kapitalisme zijn er geen reddingssloepen voor de rijken en geprivilegieerden’.
Niettegenstaande de rijken de meest geteisterde zones kunnen ontsnappen, zullen zij en hun nakomelingen ook de gevolgen ondervinden van een verwoeste aarde.
Chakrabarty geeft toe dat door ongelijke verdeling van de welvaart en machtsverhoudingen tussen rijk en arm in het kapitalisme de gevolgen van klimaatverandering ook ongelijk gedragen zullen worden. Maar, zo stelt hij, een klimaatverandering die tot uitroeiingen van populaties en economische catastrofes zal leiden, is niet in het belang van de kapitalistische klasse.
Zijn toch wel cynisch argument is dat bijvoorbeeld hittegolven en overstromingen die de populaties van het Globale Zuiden uitdunnen, een aderlating betekenen voor de goedkope arbeidskrachten waar onze economie op draait. Niettegenstaande de rijken de meest geteisterde zones kunnen ontsnappen, zullen zij en hun nakomelingen ook de gevolgen ondervinden van een verwoeste aarde.
Chakrabarty meent dat de beste manier om rijke landen en rijke klassen te mobiliseren voor het klimaat bestaat uit het aanmoedigen van hun “verlichte eigenbelang”. De werkende klasse en de arme lagen van de bevolking moeten een alliantie aangaan met de rijken en machtigen der aarde om zodoende samen de menselijke soort te redden. Tous ensemble!
Het probleem zijn niet de intenties, de rationaliteit of de “verlichte geest” van vele ondernemers, maar, net zoals in de parabel van de schorpioen: de aard van het beestje.
Dit is ook de strategie en het discours van de meeste politieke partijen en “verlichte” ondernemers in België. Een campagne als Sign for My Future waarbij burgers, milieuorganisaties en grootvervuilers zoals Umicore en BNP Paribas in een gemeenschappelijk front worden samengebracht, veronderstelt dat deze actoren dezelfde belangen delen. ‘Ook ondernemers zijn burgers’, klinkt het.
Natuurlijk zijn ondernemers burgers en bovenal mensen. De meeste hebben ook kinderen die de gevolgen van de klimaatverandering op de een of andere manier zullen dragen – misschien niet zo extreem als een gewoon Westers tweeverdienersgezin of een arme boer uit het Globale Zuiden, maar aan de opwarming valt niet te ontsnappen.
Het probleem zijn niet de intenties, de rationaliteit of de “verlichte geest” van vele ondernemers, maar, net zoals in de parabel van de schorpioen: de aard van het beestje. De schorpioen heeft de kikker nodig om te overleven net zoals kapitalisten arbeidskrachten, grondstoffen en een leefomgeving voor zichzelf nodig hebben. Maar een kapitalist moet zich ook schikken naar de aard van kapitaalsaccumulatie, gebaseerd op winstbejag, bikkelharde competitie, eindeloze groei, concentratie van kapitaal en het voortdurend afwentelen van economische kosten op de natuur (vervuiling) en op de samenleving (sociale zekerheid). De individuele “survival of the fittest” logica van de kapitalistische economie wordt zo de ondergang van de mens als soort.
Chakrabarty onderschat hoe sterk het “verlichte eigenbelang” dat ondernemers als mensen kunnen ontwikkelen botst tegen de logica van het systeem waarin ze als kapitalist functioneren. Grootvervuilers kunnen de klimaatbeweging van alles beloven, maar eens wij samen de oversteek wagen kunnen ze niet anders dan ons in de rug steken.
Als klimaatbeweging kunnen we lessen trekken uit deze parabel en ons wapenen tegen een al te naïeve klimaatstrategie
Het verhaal van de kikker en de schorpioen kent vele voorlopers. Een daarvan gaat terug op een Perzisch-Indische traditie over een schorpioen en een schildpad. In een erg toepasselijke variant vraagt de schorpioen aan de schildpad of hij op haar rug mag zitten om aan het snel stijgende water te ontkomen. Ook deze schorpioen belooft de schildpad niet te steken, maar doet het dan toch omdat het in zijn natuur ligt. Het belangrijke verschil is dat in deze fabel de schildpad door haar schild tegen de schorpioen wordt beschermd.
Als klimaatbeweging kunnen we lessen trekken uit deze parabel en ons wapenen tegen een al te naïeve klimaatstrategie die geen rekening houdt met reële machtsposities en structurele belangen die het economisch handelen van grootbanken en industriële spelers bepalen – wars van goede intenties.
Brecht De Smet doceert Politiek van Ontwikkeling aan de Universiteit Gent