Wat als geld ervoor kan zorgen dat mensen binnen een gemeenschap zich duurzamer, socialer gaan gedragen? Gemeenschapsmunten zoals SamenDoen in het Zuid-Nederlandse Bergen op Zoom en Tholen, tonen aan dat er heel wat potentieel zit in lokale munten.
Op welke manier kan geld meer betekenen dan de eurobiljetten of bankkaart in je binnenzak? Kan geld een sociale rol spelen, een gemeenschap aangenamer, mooier, menselijker maken? Die vraag heeft Edgar Kampers, één van de initiatiefnemers achter de munt SamenDoen, zich ongetwijfeld gesteld.
SamenDoen is een gemeenschapsmunt die in omloop werd gebracht in de Zeeuwse gemeente Tholen en in het Brabantse Bergen op Zoom. De munt versterkt de lokale economie en heeft een positief effect op de sociale cohesie in beide provinciesteden.
“Extra” economie
Als geld een ruilmiddel is dat iets waard is omdat een ander het graag wil hebben, bestaan er wel meer manieren om dat uit te drukken dan in Dollars, Zwitserse Franken of Pesos. Gemeenschapsmunten ontstaan bijna altijd uit de nood van een groep mensen om financieel weerbaarder, sociaal hechter, of duurzamer te worden.
Lokale munten kunnen werken als buffer tegen onverwachte marktschommelingen
Ze creëren “extra” economieën, die bestaan naast de traditionele economie. Waar vroeger ruilhandel de belangrijkste manier was om buiten de officiële markt handel te drijven, gebeurt dat vandaag steeds vaker met lokale munten of gemeenschapsmunten. Die hebben bepaalde voordelen.
Lokale munten kunnen werken als buffer tegen onverwachte marktschommelingen, als manier om een extra vermogen op te bouwen, of als een waarderingssysteem voor een meer solidaire samenleving.
Europees project in Zuid-Nederland
In september 2013 gaf de Europese Unie het startschot voor een grootschalig project. Acht partijen sloegen de handen in elkaar voor het uitrollen van een nieuwe munt die inzette op de lokale economie en sociale samenhang in de regio - SamenDoen. Het Europese PROGRESS-programma voor werkgelegenheid en solidariteit voorzag de fondsen.
Acht partijen sloegen de handen in elkaar voor het uitrollen van een nieuwe munt die inzette op de lokale economie en sociale samenhang in de regio - SamenDoen.
© Isabelle Vanhoutte
De motoren achter de munt waren een bont allegaartje aan publieke en private partners, waaronder de Gemeente Tholen, de Britse gemeenschapsmuntenexpert Spice, woningcorporatie Stadlander, Thuiszorg West Brabant en Thomas More Hogeschool.
Leegstand en een slabakkende economie teisterden de regio al jaren. Via de lokale munt wilden de partijen een dubbel doel te bereiken - de economisch weerbaarheid van de Zuid-Nederlandse regio opkrikken en meer mensen stimuleren om zich in te zetten in de samenleving.
Noppes
In 1993 hielden politiek wetenschapper Edgar Kampers en kompaan Rob van Hilten in Amsterdam de “noppes” boven de doopvont. Het was het eerste LETS-netwerk van Nederland.
© Isabelle Vanhoutte
Even terug naar 1993, toen politiek wetenschapper Edgar Kampers en kompaan Rob van Hilten in Amsterdam de “noppes” boven de doopvont hielden. Het was het eerste LETS-netwerk van Nederland. ‘LETS’ staat voor Local Exchange & Trading System. Met de noppes kan je aan ruilhandel doen - via een zoekertjessite kan je diensten aanbieden. Zo betaal je vandaag bijvoorbeeld 25 noppes voor een pedicure, of kan je 10 noppes verdienen als je foto’s trekt op iemands verjaardagsfeestje.
De lokale ruilhandelsystemen zijn een extra economie die relatief onafhankelijk werkt van de reguliere munt.
In 2018 bestaat de noppes 25 jaar. Ondertussen zijn er een tachtigtal LETS-kringen actief in Nederland, waarvan noppes nog steeds de grootste is. De lokale ruilhandelsystemen zijn een extra economie die relatief onafhankelijk werkt van de reguliere munt.
Rob en Edgar kenden elkaar van bij STRO (Social TRade Organisation), een organisatie die sinds de jaren 1970 alternatieven ontwikkelt voor het geldsysteem. Sinds hun eerste Amsterdamse wapenfeit verdiepten Edgar en Rob zich verder in de materie van lokale munten.
Vandaag zijn ze pioniers in alternatieve munten, en ondersteunen ze met hun sociale onderneming Qoin gemeenschappen die een eigen munt willen opstarten - ze hebben een indrukwekkende expertise in huis, zowel in het ontwikkelen van de munten als in de technische ondersteuning ervan.
In Bergen op Zoom ontmoet ik Edgar Kampers. Dezer dagen helpt hij twee dagen per week het lokale team mee om de SamenDoen uit te bouwen.
Het is niet de eerste gemeenschapsmunt die Edgar mee helpt opzetten, en het is ongetwijfeld niet de laatste. Edgar heeft een aanstekelijke manier van praten, en neemt zijn tijd om de niet-zo-eenvoudige werking van gemeenschapsmunten uit te leggen - er bestaan immers verschillende types, afhankelijk van wat je ermee wil bereiken.
Een overzichtje geschiedenis alternatieve munten aan de hand van Edgars parcours.
Experiment in Rotterdam
‘Het idee dat dagelijkse, schadelijke gewoontes zo gemakkelijk veranderd konden worden door een positief beloningssysteem, was interessant voor overheden en beleidsmakers,’ vertelt Edgar.
© Isabelle Vanhoutte
‘Einde jaren ‘90 richtten Rob en ik een organisatie op, Barataria,’ gaat Edgar van start. ‘Daarmee richtten we ons op publiek-private partnerschappen, met als doel duurzaam gedrag te bevorderen. Eén van de manieren waarmee we dat deden, was via gemeenschapsmunten.’
‘Ons grootste project kwam er in 2001 met de NU-spaarpas in Rotterdam,’ vertelt Edgar. ‘We ontwikkelden samen met de stad en de Rabobank een puntensysteem dat Rotterdammers een duwtje in de rug gaf als ze zich duurzaam gedroegen. Inwoners konden punten verdienen als ze afval scheidden, wanneer ze op luwe momenten het openbaar vervoer namen, of hun inkopen deden bij aangesloten winkels.’
‘Met de punten kon je duurzame producten of kaartjes voor het Openbaar Vervoer kopen, of je kon ze spenderen in de dierentuin, in de bioscopen of aan een ander cultureel uitje. Op het hoogtepunt hadden we meer dan 10.000 spaarpasgebruikers.’
‘Twee jaar na de start sloten we het pilootproject - dat mee gefinancierd was door de EU - succesvol af,’ legt Edgar uit. ‘Na de moord op Pim Fortuyn lag de interesse van het beleid in Rotterdam niet meer bij “groene” thema’s.’
Met de NU-spaarpas positioneerden Kampers en co de lokale munt als een dienst, die gewenst gedrag kon stimuleren bij een doelgroep. Een tool om burgers aan te zetten tot gedragsverandering.
Crisis, consultants en Qoin
‘Het idee dat dagelijkse, schadelijke gewoontes zo gemakkelijk veranderd konden worden door een positief beloningssysteem, was interessant voor overheden en beleidsmakers,’ vertelt Edgar.
Qoin - staat voor Quality Coin - heeft als missie om gemeenschappen economisch veerkrachtiger te maken en om mensen dichter bij elkaar te brengen. Dat doen ze door belangengroepen, die samen iets willen veranderen in hun gemeente, te ondersteunen bij het ontwerpen van een munt. Qoin levert de ICT, de juridische structuren en ondersteunt in procesbegeleiding.Maar in 2002, na de dot-comcrash, beëindigde Barataria de activiteiten. ‘Het bedrijf waarmee we die publiek-private partnerschappen uitbouwden, was niet meer. Rob en ik werkten toen beiden een tijdje in de privé, hij als consultant en ik als manager bij een milieuorganisatie.’
In 2007 keerde het tij. ‘We namen beiden deel aan een conferentie over gemeenschapsmunten in Duitsland. De financiële crisis zorgde ervoor dat de zwakke punten van ons klassieke monetaire systeem weer voorpaginanieuws waren. We besloten het er opnieuw op te wagen en richtten met z’n twee Qoin op.’
Gemeenschappen ontwerpen eigen munt
‘Wanneer een gemeente of een groep mensen naar ons stapt met de vraag om een lokaal economisch circuit uit te bouwen, pakken we dat samen met hen aan. We letten erop dat alle betrokken partijen mee in ons overlegmodel terecht komen,’ legt Edgar uit.
‘We werken dan intensief samen met zowel de eindgebruikers, de handelaren, de lokale clubs als de grotere instellingen. Allemaal komen ze mee rond de tafel zitten: de winkelende klanten, de inwoners van een rusthuis, de winkels, verplegers, het rusthuis en de gemeente.’
‘We ontdekten dat elke gemeenschap die een lokale munt opzet, een eigenheid heeft en andere accenten legt. Het is een interessante zoektocht naar het juiste type munt voor elke groep.’
© Isabelle Vanhoutte
‘Daarna ondersteunen we de groep om zelfstandig een keuze te maken over de doelen die ze willen bereiken, en de munt die daarbij past in de praktijk. Willen ze een munt die gekocht kan worden voor Euro’s, zoals gebeurt bij SamenDoen of de Bristol Pound? Of willen ze een munt die die participatie en sociale relaties bevordert, zoals gebeurt bij LETS?’
‘We ontdekten dat elke gemeenschap die een lokale munt opzet, een eigenheid heeft en andere accenten legt. Het is een interessante zoektocht naar het juiste type munt voor elke groep.’
‘Wanneer het doel van de munt en de vorm ervan vorm gekozen zijn, is Qoin ook de partner die IT-systemen kan bouwen om die munt in de praktijk te laten functioneren,’ licht Edgar toe.
‘We zijn er best trots op dat we reeds in 1997 mee aan de basis lagen van het “noppesbesluit”.’
Qoin heeft ook uitgebreide juridische kennis in huis, want je eigen geld maken is in de Eurowereld aan vele regels onderworpen. Die juridische kennis was al sinds het begin broodnodig. ‘We zijn er best trots op dat we reeds in 1997 mee aan de basis lagen van het “noppesbesluit”,’ vertelt Edgar. Dat is de Nederlandse regelgeving die ervoor zorgt dat elke burger tot 3000 Euro per jaar onbelast mag bijverdienen in gemeenschapsmunten.
Wat Qoin doet is dus kennis inzetten om gemeenschapsmunten uit te bouwen. Dat doen ze in binnen- en buitenland. Van de Turnhoutse Troeven over het Franse SoNantes tot de IT-ondersteuning van de Brixton Pound.
Er werken vandaag 21 personen bij Qoin, waarvan ongeveer één derde op de IT-afdeling - programmeren, design, platformbeheer -, één derde wiens job je kan omschrijven als consultancy en de rest doet ondersteuning of onderzoek.
SamenDoen
‘SamenDoen is een project dat we vanuit Qoin ontwikkelden. Het is een combinatie van drie types munten die we in het verleden getest hadden,’ licht Edgar toe. ‘Het heeft LETS-eigenschappen als lokaal ruilsysteem. We bouwden een zoekertjesplatform uit waarin deelnemers hun diensten kunnen aanbieden.’
‘Inwoners van Tholen en Bergen op Zoom die meedoen aan SamenDoen, krijgen een online account en een spaarpas. Daarmee kunnen ze in de reguliere economie punten verdienen door lokaal te winkelen.’
© Isabelle Vanhoutte
‘Inwoners van Tholen en Bergen op Zoom die meedoen aan SamenDoen, krijgen een online account en een spaarpas. Daarmee kunnen ze in de reguliere economie punten verdienen door lokaal te winkelen.’
‘Punten verdienen kan ook door in de “informele” economie te werken,’ vult hij aan, ‘door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk, mantelzorg of klusjes uit te voeren voor stadsgenoten.’
‘Tenslotte gaat een percentage van de verdiende punten naar lokale doelen, zoals voetbalclubs. Via SamenDoen komen vrijetijdsclubs aan extra middelen. Gebruikers kunnen er ook voor kiezen om al hun punten naar die lokale doelen te laten doorstorten.’
‘De munt heeft ook het voordeel dat we moeilijkere doelgroepen kunnen bereiken. Ons publiek is in meerderheid vrouwelijk, vijftigplusser, en heeft een lager inkomen. Het is een interessante zoektocht om zo’n specifiek doelpubliek te bereiken.’
Boost in eigenwaarde
De troeven van de complementaire munten zijn volgens Edgar nog niet uitgespeeld. Het potentieel van een gemeenschapsmunt als beleidsinstrument en als middel om mensen economisch weerbaarder te maken, kan nog op heel wat onontgonnen manieren worden ingezet.
De troeven van de complementaire munten zijn volgens Edgar nog niet uitgespeeld.
© Isabelle Vanhoutte
‘In Groot-Brittannië zie ik erg interessante experimenten met waarderingssystemen op scholen. In die projecten kunnen leerlingen punten verdienen door zich in te zetten op school - door andere leerlingen te helpen met hun studies, of de speelplaats netjes te houden.’
‘Die punten kunnen ze zelf ook weer uitgeven. En daarmee verbetert niet enkel hun financiële draagkracht, maar merkten onderzoekers ook een duidelijke stijging op in de eigenwaarde van leerlingen. Daarnaast verbeterden hun studieresultaten en de band met de school werd positiever.’
Extra pijler bij het pensioenstelsel
‘Op dit moment voeren we ook gesprekken met verzekeraars om een extra pijler aan het Nederlands pensioenstelsel toe te voegen,’ vertelt Edgar.
‘Zou het niet fantastisch zijn als mensen tijdens hun “goede” jaren een kapitaal kunnen opbouwen aan vrijwilligers- en gemeenschapsdienst, waar ze later een beroep op kunnen doen? Wie zich bijvoorbeeld jarenlang inzette als vrijwilliger op een zorgboerderij, zou op die manier een krediet hebben staan om zorg aan te vragen wanneer hij of zij dat nodig heeft.’
‘Ik zie het als een manier om de maatschappelijk kwetsbare groepen extra middelen in handen te geven,’ geeft Edgar aan. ‘Zo komen je kansen in de samenleving toch iets meer los van het bedrag dat je op de bankrekening hebt staan.’
Dit artikel van Isabelle Vanhoutte verscheen eerder op haar website Kleine Revolutie.