Stille geboorte van een wereldbeschaving
Kunnen we onze wereld redden van een klimaatcatastrofe? Yes we can!
13 maart 2019
“Simpelweg” overschakelen naar een klimaatneutrale wereldeconomie tussen nu en 2050 volstaat niet om de boel te redden, schrijft Tom Kenis. Al was het maar omdat er nu al veel meer CO2 en methaan in de atmosfeer zit dan oceanen en bossen kunnen absorberen. Toch blijft Kenis optimistisch: ‘We zijn luilakken, maar presteren vaak verrassend goed met een geweer tegen de slaap.’
© Kevin (CC BY-NC-SA 2.0)
Midden jaren ‘90 schreef een zekere Robert Muller “Geboorte van een wereldbeschaving”. De man, voormalig vice-secretaris-generaal van de VN, was net als mijn jeugdige zelf, vurig voorstander van een wereldregering. Toen mondialisme nog een ideaal was, geen scheldwoord. Het benoemen en oplossen van problemen die landsgrenzen overschrijden, pakweg de kapotte thermostaat van de planeet, bekt thans niet meer zo lekker.
Deze verstokte positivo weet wel: als we de klimaatcrisis overleven, gaat het noodzakelijkerwijze over meer dan voortbestaan.
Links lust de milieu- en sociale rechten verzengende megamarkt niet. Rechts mompelt iets over cultuurmarxisme, feministen, moslims, Joden en George Soros. De wereld, daar is iedereen het over eens, piept ende kraakt. Zelfs voor de onverbeterlijke optimist is het niet duidelijk of we “het” halen.
Deze verstokte positivo weet wel: als we de klimaatcrisis overleven, gaat het noodzakelijkerwijze over meer dan voortbestaan. Om twee redenen draagt deze noodtoestand – laten we een kip een kip noemen – en onze reactie erop, een transformationele kiem in zich.
Technologie
Een beschaving die zichzelf met hernieuwbare middelen voedt, verwarmt, en verplaatst is beter. Full stop. Niet enkel omwille van dat kleine detail: het uitblijven van een wellicht onaangename miljardensterfte; overlevenden die mekaar vanuit tactische duinbuggies bestoken om de laatste druppels benzine/water. Neen, beeld je een stad in met de schone lucht en idyllische stilte van de boerenbuiten. Stel je een Europa voor waar jaarlijks een half miljoen mensen niet vroegtijdig sterven aan de gevolgen van luchtvervuiling. Stel je een Arabische wereld voor waar Westerse landen geen dictaturen steunen of omverwerpen ter wille van de energiebevoorrading; over duinbuggies gesproken. Of een Europa dat niet onder druk gezet wordt door de VS en Rusland om gas van de ene dan wel de andere te kopen.
“Simpelweg” overschakelen naar een klimaat-neutrale wereldeconomie tussen nu en 2050 volstaat niet om de boel te redden.
Hernieuwbare energie is bijna per definitie meer lokaal, minder centraal geëxploiteerd. De consument heeft meer hefbomen. Technologie om huizen en appartementen energie-neutraal te maken is er al. Elektriciteit uit zon of wind via het eigen dak of een buurt-grid is moeilijker te monopoliseren dan de miljarden-dure ontginning, raffinage, transport en verkoop van brandstoffen. (Het behoud van dat centralistische wurgmodel is trouwens de stiekeme reden waarom automakers en oliebedrijven graag palaveren over het simpel klinkende maar moeilijk handelbare en pokkendure waterstof.)
Politiek
We verzeilden in de vorige paragrafen al in de politiek omdat het zo onlosmakelijk verbonden is met technologie. Maar de huidige crisis gaat verder. “Simpelweg” overschakelen naar een klimaat-neutrale wereldeconomie tussen nu en 2050 volstaat niet om de boel te redden. Ten eerste omdat we die onambitieuze doelstelling wellicht niet halen. Ten tweede omdat er nu al te veel CO2 en methaan in de atmosfeer zit. Veel meer dan oceanen en bossen kunnen absorberen.
Het bestieren van de komende periode van wereldwijde rampen – ultra-orkanen, megabranden, oogstuitval, hongersnood, tsunami’s,… zal een ongeziene coördinatie vergen. Op wereldschaal.
Het bestieren van de komende periode van wereldwijde rampen (Jerry Bruckheimer fans, rejoice!): ultra-orkanen, megabranden, oogstuitval, hongersnood, tsunami’s, en – ahem –tegenvallende skiseizoenen, zal een ongeziene coördinatie vergen. Niet door de gouverneur of een of ander confederaal entiteitje te pellen, maar op wereldschaal; alle 8 à 10 miljard zielen, 193 VN staten. À la WW II, Independence Day, al naargelang het metafoorwijf in u.
Tegelijk zullen we op zeer korte termijn bijzonder ingrijpende maatregelen moeten nemen om het teveel aan broeikasgassen actief uit de atmosfeer te halen. De koorts moet zakken. De meest voor de hand liggende en minst riskante technologie gaat al 385 miljoen jaar mee: bomen. Massale herbebossing, niet om fucking hout pellets van te maken, maar gewoon om bos te laten zijn. Niet om de orang-oetans te redden (dat kan blijkbaar te weinig mensen schelen), maar onszelf. Volgens een recente berekening zouden 1,2 biljoen bomen de menselijke uitstoot van de afgelopen 10 jaar kunnen neutraliseren. Een veelvoud daarvan om de rampen te temperen. Waar zet je ze? Wat gedijt er in de Sahara? Wie betaalt? Ook belangrijk: hoe gaan we met zijn allen massaal minder verbruiken?
Ik geloof er steevast in dat de coördinatie, de verenigde politieke wil om te overleven die we ooit zagen om het kwaad van de Nazi’s te bestrijden, er opnieuw zal zijn. We zijn luilakken, maar presteren vaak verassend goed met een geweer tegen de slaap (nee, niet op die manier, Nick Balthazar). Net zoals de vertering van dat conflict een beter, zij het nog steeds imperfect, internationaal systeem voortbracht, zal de mensheid die de in gang zijnde mondiale klimaatramp overleeft, een mensheid zijn die een radicaal andere wereld aan de volgende generatie overlaat: gezonder, stiller, vredevoller, en groener in de meest letterlijke zin.
Voor het eerst, een wereldbeschaving die naam waardig.
Tom Kenis is schrijver en publicist. Voor MO* concentreert hij zich op het Midden-Oosten, democratie, technologie en hernieuwbare energie. Hij schrijft dit opiniestuk in eigen naam.