'Ons economisch systeem is verslaafd aan lineaire businessmodellen en winstmaximalisatie'
Verbied de massale vernietiging van spiksplinternieuwe spullen
Amazon vernietigt elke week 130.000 spiksplinternieuwe goederen, en ook andere bedrijven doen lustig mee met deze praktijk. Dat we die vernietiging blijven gedogen is problematisch, schrijft Zeronaut-blogger Joren Verschaeve. Het staat volledig haaks op alles wat een circulaire economie ambieert.
Scott Lewis / Flickr (CC BY 2.0)
Iedereen heeft de mond vol van de circulaire economie, maar bedrijven vernietigen nog en masse spiksplinternieuwe goederen. Omdat ze teruggestuurd worden, of omdat ze niet verkocht raken. Dat we die vernietiging blijven gedogen is problematisch, schrijft Zeronaut-blogger Joren Verschaeve. Het staat volledig haaks op alles wat een circulaire economie ambieert.
In de Schotse vestiging van internetgigant Amazon worden wekelijks 130.000 (!) goederen doelbewust vernietigd, zo legde onderzoek van de Britse tv-zender ITV onlangs bloot. Het gaat voornamelijk om retourgoederen, maar ook de overstock van nieuwe producten – van kleine spullen tot (dure) stofzuigers, laptops, tablets en televisies – wordt stelselmatig geliquideerd. Het overgrote merendeel van deze producten is nochtans nog in perfecte staat, is vaak nog spiksplinternieuw en zit nog te blinken in zijn ongeopende verpakking.
Deze praktijk doet duizelen. Straffer, het is het zoveelste schandaal in een lange rij. Dichter bij huis stelde de Nederlandse omroep VPRO in 2020 gelijkaardige praktijken vast in hun onderzoek naar retourzendingen in Nederland.
Jaarlijks verdwijnen bij ons ettelijke tonnen nieuwe of quasi-nieuwe goederen, recht naar de afvalberg.
En het schoentje knelt niet alleen bij online verkoop. Ook fysieke winkels en bedrijven vernietigen nog al te vaak perfect werkende producten en onderdelen. Zo kwam Burberry, het Britse iconische modemerk, recent nog in opspraak toen duidelijk werd dat het de afgelopen vijf jaar voor ruim 105 miljoen euro aan onverkochte kledij, handtassen en parfum had laten verbranden.
Ook in België ontspringen we de dans niet. Om uiteenlopende redenen verdwijnen bij ons jaarlijks ettelijke tonnen nieuwe of quasi-nieuwe goederen, recht naar de afvalberg.
Waarom weggooien?
Staan aan de top van de argumenten voor deze praktijk: ‘We willen als winkel wel zoeken naar duurzame oplossingen, maar mogen niet van de producent van de goederen.’ Of: ‘We wensen het imago van ons merk niet te ondergraven, stel je voor dat een dakloze in het nieuws komt met ons luxemerk.’
De rode draad is een economisch systeem dat verslaafd is aan lineaire businessmodellen en winstmaximalisatie.
Maar het populairste argument is uiteraard het meest economische: het is vandaag goedkoper om spullen te vernietigen dan er alternatieve en meer duurzame herbestemmingen voor te vinden. Dit zelf organiseren kost immers geld. Té arbeidsintensief en weinig rendabel, weet je wel_._ Bovendien kunnen bedrijven de btw niet recupereren op het schenken van de meeste non-food goederen.
De rode draad doorheen bovenstaande argumenten is een economisch systeem dat verslaafd is aan lineaire businessmodellen en winstmaximalisatie. Vanuit een achterhaalde kijk op economie is het immers “logisch” om perfect bruikbare goederen te vernietigen. Doe je dat niet, dan ondergraaf je je eigen businessmodel door te knabbelen aan de eigen productie, afzet en verkoop.
Het kostenplaatje van dit alles wordt verhaald op de planeet en de samenleving. Ironisch genoeg is het wel net diezelfde economie die vandaag koortsachtig op zoek is naar nieuwe grondstoffen, bijvoorbeeld via diepzeemijnbouw (waarover het debat nog loopt).
Verbod op vernietiging
Het kan en moet dus dringend anders! Hoe? Dat is betrekkelijk eenvoudig: met de invoer van een algemeen verbod op het vernietigen van goederen.
Frankrijk kan hierbij dienen als inspiratie. Begin vorig jaar werd daar een wet aangenomen die producenten, importeurs en distributeurs verbiedt om nieuwe niet-verkochte non-food producten te vernietigen. Dit naar analogie met het reeds langer bestaande (en succesvolle) verbod in Frankrijk op het vernietigen van onverkochte voedingsproducten.
Vandaag al bouwen non-foodwinkels in Frankrijk in sneltempo partnerschappen uit met bestaande platformen en spelers in de tweedehandssector.
Bedrijven worden verplicht deze goederen te doneren aan goede doelen en/of via commerciële hergebruikkanalen in omloop te houden. Doet men dit niet, dan wachten fikse boetes, zowel voor bedrijven als individuen.
Dit alles treedt trapsgewijs in voege bij onze zuiderburen. In eerste instantie, tegen 1 januari 2022, voor alle goederen die onder uitgebreide ‘producentenverantwoordelijkheid’ vallen. Dit is jargon voor die producten waarvoor bedrijven ook de ‘end-of-life’-fase moeten organiseren. In Frankrijk zijn dat er best veel (en steeds meer): meubelen en textiel, elektro, batterijen, sigaretten, matrassen… In een volgende fase, tegen 31 december 2023, volgen alle andere non-food producten.
De impact van deze wet is bijzonder groot. Vandaag al zie je dat non-foodwinkels in Frankrijk in sneltempo partnerschappen uitbouwen met bestaande tweedehandsplatformen en -spelers. Of ze trekken in hun werking resoluut de kaart van slimmer voorraadbeheer, om overstock te voorkomen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan virtuele collecties, die pas effectief worden geproduceerd na aankoop. Alles samen raamt men in Frankrijk dat maar liefst 630 miljoen euro aan goederen op jaarbasis gered zullen worden van een vroege dood.
Een dergelijk wetgevend kader kan ook eenvoudig bij ons worden ingevoerd en kost een overheid bovendien niets. Ook in andere landen – zoas Duitsland – wordt hier luidop over nagedacht. En maar goed ook, want idealiter komt dergelijk verbod er niet alleen bij ons, maar in gans de Europese Unie. En waarom niet ruimer?
Op die manier kunnen bedrijven niet langer goederen transporteren naar plaatsen waar ze wel nog in de vuilbak mogen worden gekieperd.
Groene fiscale hervormingen
Daaraan gekoppeld is het belangrijk om via een aantal gerichte fiscale hervormingen bovenstaand ontwijkgedrag maximaal te ondervangen. Essentieel daarbij is om de bestaande drempels voor het schenken van goederen en het recupereren van de btw weg te werken. Dit is op vandaag in België reeds mogelijk voor een aantal essentiële levensmiddelen én voor coronagerelateerd medisch materiaal.
Ook hier hoeven we dus het warm water niet uit te vinden, maar kan eenvoudig worden gebouwd op reeds bestaande kaders. Volledig in lijn met de bredere groene fiscale hervormingen die de federale regering beoogt.
We hebben met zijn allen – beleidsmakers en bedrijven voorop – de mond vol van de transitie naar een circulaire economie. Het huidige gedoogbeleid ten aanzien van dit soort excessen staat volledig haaks op alles wat een circulaire economie ambieert: het uitbouwen van een economisch systeem waarin producten, onderdelen en grondstoffen maximaal en zo lang mogelijk hun waarde behouden.
Laat ons dan ook met zijn allen voor eens en voor altijd het vernietigen van goederen een halt toe roepen.