Susan Neiman: nepnieuws wortelt in postmodern wantrouwen

Extra

Recensie: Verzet en rede in tijden van nepnieuws

Susan Neiman: nepnieuws wortelt in postmodern wantrouwen

Susan Neiman: nepnieuws wortelt in postmodern wantrouwen
Susan Neiman: nepnieuws wortelt in postmodern wantrouwen

Als een filosofe naar nepnieuws kijkt, ziet ze meer dan de onmiddellijke economische en politieke belangen. ‘Als alles slechts als een verhaal wordt opgevat, dan hoef je alleen maar een nieuw dominant verhaal te creëren om de huidige politieke orde te ondermijnen.’

Ze vertroebelen het water om het diep te laten lijken.’ Dit citaat van Nietzsche vat de visie van Susan Neiman op het fenomeen nepnieuws samen: het is een gevaarlijke uiting van een diepgeworteld wantrouwen tegen waarheid en idealen. Ze wijst als aanstichters de postmodernisten met de vinger na.

CC Kevin Dooley (CC BY 2.0)

CC Kevin Dooley (CC BY 2.0)​

Breitbart en de AltRight hebben de bruikbaarheid van het postmodernisme expliciet  erkend

‘Tientallen jaren postmodernistische theorie, met als uitgangspunt de overtuiging van Foucault dat waarheid en macht inwisselbaar zijn, hebben de intellectuele achtergrond gevormd van wat nu het postwaarheidstijdperk wordt genoemd’, schrijft Susan Neiman in haar essay Verzet en rede in tijden van nepnieuws. En even verder: ‘Het is geen verrassing dat Breitbart en de zijnen de bruikbaarheid van het postmodernisme expliciet hebben erkend: als niets waar is en alles slechts als een verhaal wordt opgevat, dan hoef je alleen maar een nieuw dominant verhaal te creëren om de huidige politieke orde te ondermijnen.’

Neimans boekje is eerder een lezing dan een scherp opgebouwd betoog, maar het heeft wel het voordeel dat het een aspect van het debat over écht nieuws belicht dat al te vaak over het hoofd gezien wordt: de filosofische legitimatie of onderbouw van de huidige, lichtzinnige omgang met feit, waarheid en werkelijkheid. Die fundamenten bestaan niet louter uit postmoderne filosofische overtuigingen, maar ook uit scheefgetrokken evolutionaire psychologie (die concludeert dat de mens alles doet uit eigenbelang) en neoliberale economie. Het is de combinatie die dodelijk is.

Reclame is de Moeder van Alle Nepnieuws

Neiman heeft ook aandacht voor een historische bron van nepnieuws die zelden voorkomt in de talloze analyses van het fenomeen: reclame. Het is immers de advertentiebusiness die de publicatie van halve waarheden gecombineerd met valse suggesties om het gedrag van mensen te beïnvloeden uitgewerkt heeft tot een miljardenindustrie en een ware, of liever onware, kunst. Misschien moeten we de huidige “alternatieve feiten” van Trump en het nepnieuws dat hem aan de macht bracht vergelijken met de nu ondenkbare reclames waarin artsen of althans mannen in witte jassen het roken van muntsigaretten aanraadden.

De controle op nepnieuws die onvermijdelijk wordt, zal het fenomeen niet doen verdwijnen, maar doen vervellen tot een professioneler en geraffineerder gemaakt product, nog steeds met hetzelfde doel: burgers op een dwaalspoor brengen zodat ze de meest biedende politicus of partij verkiezen.

‘Zoals elke reclamemaker je kan vertellen, geven grote ondernemingen miljarden per jaar uit aan het wekken van afgunst.’

Maar Neiman graaft, als filosofe, wat dieper en wijst op de impact van de advertentietsunami op het welbevinden van mensen. Ze heeft het over ‘een economisch systeem waarbinnen de noodzaak tot onophoudelijke groei van consumentenuitgaven eeuwigdurende ontevredenheid opwekt’ en voegt daaraan toe: ‘Zoals elke reclamemaker je kan vertellen, geven grote ondernemingen miljarden per jaar uit aan het wekken van afgunst.’

Susan Neiman gaat voor haar analyse van nepnieuws gelukkig ook een beetje verder terug in de tijd dan de periode waarin sociale media bepalen hoe media en journalistiek werken of ten minste hoe ze gelezen en verspreid worden. Ze verwijst terecht naar de presentatie van Colin Powell voor de VN-Veiligheidsraad in 2003, waaruit onomstotelijk moest blijken dat Irak massavernietigingswapens had. En ze trekt de leugenlijn dieper door naar Ronald Reagan, die ‘de Republikeinen leerde dat politiek kan worden vervangen door amusement, dat goed gedoseerd racisme kiezers trekt die buitenstaanders de schuld van hun narigheid willen geven, dat rijk én arm economische programma’s ondersteunen die de kloof tussen hen verbreden, en dat politici die dit beleid aanprijzen toch als helden de geschiedenis in kunnen gaan’. Larry Speakes, de woordvoerder van Reagan, destijds ook weleens bijgenaamd “Larry Lies”, zei ooit: ‘Als je vijf keer hetzelfde verhaal vertelt, is het waar.’

Metafysica van achterdocht

Postmodernisme, evolutiepsychologie en neoliberalisme ‘veronderstellen allemaal een metafysica van achterdocht’

Terugkerend naar de driehoek postmodernisme, evolutiepsychologie en neoliberalisme zegt Neiman: ‘Ook al kunnen ze in politieke zin tegenover elkaar staan, ze veronderstellen allemaal een metafysica van achterdocht: achter iedere aanspraak op waarheid gaat een verborgen aanspraak op macht schuil, ieder ideaal verhult een vorm van eigenbelang.’

Hier noemt ze Donald Trump wel degelijk ‘de belichaming van alle drie de theorieën: zijn aanspraken op waarheid zijn aanspraken op macht, zijn waarden zijn allemaal materiële waarden, en hij lijkt niets even belangrijk te vinden als zoveel mogelijk kopieën van zichzelf produceren – of in ieder geval zoveel mogelijk kopieën van zijn naam’. Neiman pleit er echter voor om Trump hierin als de grote uitzondering, en zeker niet als de oervorm van de mens te zien.

Zij wil deze ontsporing van media en politiek dan ook niet met gelijke wapens bestrijden, want dat zou de logica waarin de ontsporing wortelt nog versterken, maar met de rede, zoals die in de Verlichting gestalte kreeg en die gericht was op de morele vooruitgang van mens en wereld. Die rede houdt niet een hooghartige afwijzing van emotie in. Neiman: ‘Het is niet onze taak afstand te doen van gevoelens ten gunste van feiten, maar ervoor te zorgen dat beide in harmonie zijn.’ En daarmee bedoelt ze niet dat we fictieve feiten kunnen creëren om onze emotionele onvrede mee te blussen.

En als coda: Susan Neiman breekt een lans voor helder en correct taalgebruik. Al is ook dat niet nieuw. Ze citeert George Orwell uit 1946: ‘Onze beschaving bevindt zich in een fase van neergang en onze taal, zo beargumenteert men, moet onvermijdelijk delen in die algemene ineenstorting.’ Integendeel, zegt Neiman: we moeten verzet aantekenen tegen de algehele verloedering door zo zuiver mogelijk om te gaan met taal en begrippen.

Verzet en rede in tijden van nepnieuws door Susan Neiman is uitgegeven door Lemniscaat. 79 blzn. ISBN 978 90 477 0999 2.

Dit artikel werd geschreven voor het winternummer van MO*magazine. Voor slechts €28 kan u hier een jaarabonnement nemen!