Textielarbeidsters hebben sociale bescherming nodig

Extra

Textielarbeidsters hebben sociale bescherming nodig

Textielarbeidsters hebben sociale bescherming nodig
Textielarbeidsters hebben sociale bescherming nodig

Het Belgische middenveld zet dit jaar sterk in op sociale bescherming. De instorting van Rana Plaza maakte pijnlijk duidelijk dat textielarbeid(st)ers een betere sociale bescherming moeten krijgen. In deze MO*paper bekijken we de werking van de mechanismen die na de ramp in het leven geroepen zijn. Zijn ze verregaand genoeg om effectief een internationale weerslag te kunnen hebben? En welke tekortkomingen blijven de kop opsteken, zowel in de structuren zelf als in de mentaliteit van de kledingmerken, de consumenten en de sector in zijn geheel?

Op 24 april 2013 stortte in de buurt van de Bengalese hoofdstad Dhaka het fabriekscomplex Rana Plaza in. Daarbij lieten 1138 textielarbeidsters en -arbeiders het leven en raakten er 2500 gewond. Achteraf bleek dat de problemen met de stabiliteit van het gebouw bekend waren. Rana Plaza en eerdere rampen, zoals de brand in Tazreen in 2012 waarbij 120 arbeiders het leven lieten, bewezen dat de fabriekseigenaren absoluut geen aandacht hadden voor veiligheid op het werk. De verontwaardiging was groot en het hoge aantal slachtoffers bood de gelegenheid om structurele veranderingen af te dwingen.

Link

Download hier deze gratis MO*paper.

Het Belgische middenveld zet dit jaar sterk in op sociale bescherming. De instorting van Rana Plaza maakte pijnlijk duidelijk dat arbeiders een betere bescherming moeten krijgen. De veiligheid van de fabrieken waarin zij werken, zou meer en grondiger geïnspecteerd moeten worden. Volgens FOS, een van de voortrekkers van de campagne, ondermijnt niet enkel de gebrekkige infrastructuur de bescherming van de textielarbeiders, maar werkt het volledige systeem een tekort aan sociale bescherming in de hand. Wereldsolidariteit en de Schone Klerencampagne benadrukken van hun kant dat bedrijven steeds meer hun verantwoordelijkheid moeten nemen, maar weten maar al te goed dat initiatieven die berusten op vrijwilligheid nooit genoeg structurele veanderng teweeg zullen brengen.

In deze MO*paper bekijken we de werking van de mechanismen die na de ramp in het leven geroepen zijn. Zijn ze verregaand genoeg om effectief een internationale weerslag te kunnen hebben? En welke tekortkomingen blijven de kop opsteken, zowel in de structuren zelf als in de mentaliteit van de kledingmerken, de consumenten en de sector in zijn geheel?

Download hier deze gratis MO*paper.

Over de auteur

Sarah Vandoorne liep begin 2015 stage bij MO* en schrijft momenteel freelance voor MO.be, Humo, Het Laatste Nieuws en Radio 2 Oost-Vlaanderen. Ze reisde voor haar Master Na Master in Conflict & Ontwikkeling (UGent) naar Bangladesh rond de periode van de eerste verjaardag van de ramp in Rana Plaza en voor MO.be schreef ze naar aanleiding van de tweede verjaardag van de ramp een dossier over eerlijke kledij. Ook voor de stad Gent volgt ze de tendensen en teneur van de textielwereld op de voet.

Over de MO*papers

MO*papers is een serie analyses die uitgegeven wordt door Wereldmediahuis vzw. Elke paper brengt fundamentele informatie over een tendens die de globaliserende wereld bepaalt. MO*papers worden toegankelijk en diepgaand uitgewerkt.

MO*papers worden niet in gedrukte vorm verspreid. Ze zijn gratis downloadbaar op www.MO.be/papers. Bij het verschijnen van een nieuwe paper wordt een korte aankondiging gestuurd naar iedereen die zich registreert op www.MO.be/papers.

Meer info over de campagne

www.socialebescherming.be