Geen zomer zonder boeken, we dreunen het al op sinds de hitte dit regenland begon uit te drogen dit jaar. Maar de stelling is niet afhankelijk van weer of klimaat, en ook niet van jaar. Hieronder geef ik een overzicht van mijn vakantielectuur van dit en vorig jaar. Tot mijn eigen verbazing blijken er in dat stapeltje boeken enkele rode draden te zitten. Ook vakantie is niet vrij van trends.
1. Terreur
Literatuur is een uitstekende barometer van de samenleving. In de veranderingen die de taal ondergaat, lees je de fundamentele maatschappelijke wijzigingen. En als er inhoudelijke trends verschijnen, weet je dat de samenleving met een fundamentele uitdaging worstelt. Wie de literatuur van Zuid-Azië een beetje volgt, weet dan ook dat terrorisme maatschappelijke zorg nummer één is. Of ten minste: de eerste bezorgdheid van de Engelssprekende middenklasse die romans en verhalen schrijft die tot bij ons komen in vertaling. Daarmee is niet gezegd dat deze verhalenvertellers in een bubbel leven en geen voeling hebben met de rest van hun land, wel dat voor miljoenen anderen het einde van de maand en de vraag hoe de huishuur betaald moet worden misschien belangrijker is.
Wie de literatuur van Zuid-Azië een beetje volgt, weet dan dat terrorisme maatschappelijke zorg nummer één is.
Mohsin Hamids Exit West gaat over een koppel vluchtelingen dat zijn weg zoekt naar een veilige toekomst. Ze zijn op de vlucht voor oprukkende fundamentalisten in een stad die onmiskenbaar op Lahore, Pakistan, lijkt. De militanten zijn geen fantoombedreiging, maar een echte militaire aanwezigheid. Minder militair, maar nog veel reëler en tastbaarder zijn de sektarische fundamentalisten in Nadeem Aslams Gouden legende. Deze roman is opgebouwd rond enkele reële gebeurtenissen -een incident dat begin 2011 plaatsvond in Lahore, waarbij een CIA-agent twee mannen op straat doodschoot, en de overname van de Rode Moskee in Islamabad door Talibansympathisanten in 2007- maar gaat eigenlijk over de impact van onverdraagzaamheid op een in wezen diverse samenleving. Aslam brengt dat verhaal met de poëtische verbeelding die hem eigen is, maar dat doet niets af van de voortdurend aanwezige en aanzwellende dreiging -integendeel.
De Indiase auteur Manu Joseph gebruikt het bestaan van terroristische groepen in Pakistan en hun voortdurende pogingen om de grens met India over te steken om er aanslagen te plegen of om in Kasjmir de gewapende strijd te vervoegen als motief in een verrassende roman. Miss Laila gaat uiteindelijk minder over de Pakistaanse terroristen en is eerder een bijtend commentaar op de personencultus rond huidig premier Modi en zijn hindoenationalistische volgelingen en zijn veiligheidsstaat.
Huis in brand gaat nog een stap verder: het verhaal situeert zich in de Pakistaanse gemeenschappen in Londen en het terroristische motief is ditmaal een jongen die zich aansluit bij IS in Syrië. Kamila Shamsie weeft rond dat actuele gegeven een complexe roman met geloofwaardige personages en motieven die culmineert in een beklijvende actualisering van de Antigone-tragedie. (Na De zoon van mijn moeder door Joydeep Roy-Bhattacharya, dat zich situeert in de Afghaanse oorlog tegen de Amerikaanse aanwezigheid, en Stefan Hertmans’ Antigone in Molenbeek, zou het de moeite lonen om de plotse terugkeer van dat Antigone-motief in de literatuur te onderzoeken.) Shamsies verhaal slaagt erin, zoals de andere hier besproken boeken, om tegelijk heel actueel en tijdloos universeel te zijn, gebaseerd op reële en urgente dreigingen maar ook te lezen als parabels van de diepste menselijke vragen en angsten.
De gouden legende door Nadeem Aslam, uitgegeven door Atlas Contact. 368 blzn. ISBN 978 90 254 5034 2
Exit West door Mohsin Hamid, uitgegeven door De Bezige Bij 222 blzn. ISBN 978 90 234 6651 2
Miss Laila, gewapend & gevaarlijk door Manu Joseph, uitgegeven door Podium. 223 blzn. ISBN 978 90 5759 901 9
Huis in brand door Kamila Shamsie, uitgegeven door Signatuur. 252 blzn. ISBN 978 90 5672 604 1
2. Kindermisbruik
Er is niets ontspannends aan misbruik, en al helemaal niet aan kindermisbruik. Het zou dan ook nooit in mij opkomen om voor vakantie drie boeken over kindermisbruik in de rugzak te stoppen. Het feit dat deze drie boeken toch in mijn vakantieliteratuur belandden, zegt dan ook veel over het willekeurige proces van inpakken en het nog meer willekeurige samenvallen van thema’s. Overigens is in elk van deze drie romans het vermeende of vermoedde kindermisbruik niet zozeer het onderwerp of een in detail uitgewerkte handeling, maar eerder een literair instrument om andere, morele vragen op te werpen waarmee ook gewone lezers zich kunnen identificeren. Vragen over de grens tussen goed en kwaad, met name.
Zowel in Notities uit de jungle als in Een honger vertrekt het verhaal van iemand die door het goede gedreven wordt -respectievelijk een wetenschapper en een ontwikkelingswerker- maar gaandeweg in grensoverschrijdende situaties terechtkomt en uiteindelijk van zijn voetstuk valt omdat hij beschuldigd wordt van misbruik, in beide gevallen van kwetsbare jongens die hij onder zijn hoede genomen had. Het morele falen is overigens veel ruimer dan het extreme van het misbruik, en dat vormt in beide boeken het éigenlijke onderwerp. ‘De uitgangsvraag in het boek was: hoe en wanneer komt een mens ertoe zijn macht zodanig te misbruiken zoals hij doet? Want dat is de kern van seksueel misbruik van minderjarigen: het is machtsmisbruik’, zegt Yanagihara daar zelf over.
Daarom wellicht is het thema van kindermisbruik literair zo krachtig: als er zelfs bij zo’n zwart-wit gebeuren morele grijstinten te schilderen zijn, dan geldt dat zonder meer bij zoveel andere keuzes en handelingen uit onze menselijke ervaring
Ouariachi biedt een versie van de dader die nog steeds duidelijk grensoverschrijdend is, maar die moreel minder zwart-wit is dan de verkrachting die je vermoedt. Hanyagihara’s opbouw voor het misbruik is complexer, maar wordt in de loop van het boek wel wat voorspelbaar: bij haar antropoloog-hoofdpersoon verschuift eerst de grens tussen werkelijkheid en fantasie in een context van extreme afzondering én extreme ambitie, waardoor het misbruik achteraf in zijn parallelle beleving cultureel uitlegbaar wordt. Beide auteurs lijken hun lezers te vragen waar ze de lijn trekken tussen de sympathie voor het personage en de walging of veroordeling voor zijn grensoverschrijdend gedrag.
Toni Morrison neemt een radicaal ander vertelstandpunt in. Haar verhaal draait om een kleuterjuf die na jaren gevangenisstraf vrij komt. Zij werd veroordeeld wegens misbruik van kleuters, maar die zaak blijkt op niet veel meer dan kinderlijke baldadigheid en massahysterie gebaseerd te zijn. Het meisje dat aan de basis lag van de zaak -intussen zelf een volwassen vrouw- wil haar misstap goedmaken. Maar is dat mogelijk? Is de verwoesting die zo’n beschuldiging -en de bijna onvermijdelijke veroordeling die erop volgt, in de publieke sfeer én voor het gerecht- ooit te herstellen? Morrison lijkt te waarschuwen dat het antwoord op die vraag negatief is. Het motief kennen we ook al uit de Deense film Jagten, het is aanwezig in de boeken van Hanyagihara en Ouariachi en werd de voorbije jaren meermaals opgeworpen tijdens publieke discussies over misbruik, genre #MeToo. Ik lees er op geen enkele manier een relativering van de misdaad van het misbruik in, maar wellicht wel een waarschuwing. Omdat misbruik ondubbelzinnig een moreel kwaad is, blijkt het erg moeilijk om de afstand tussen beschuldiging en veroordeling te bewaren. Aanklachten tegen misbruik verdienen aanmoediging en steun, want ze vormen de enige manier om het kwaad te stoppen. Maar, zo lijken de drie auteurs aan te geven, er zijn ook morele schaduwkanten aan wanneer dit gebeurt in een gemediatiseerde en gesensationaliseerde omgeving.
Daarom wellicht is het thema van kindermisbruik literair zo krachtig: als er zelfs bij zo’n zwart-wit gebeuren morele grijstinten te schilderen zijn, dan geldt dat zonder meer bij zoveel andere keuzes en handelingen uit onze menselijke ervaring. De uitvergroting van het dilemma door het te kaderen in een misbruikverhaal, maakt de morele bevraging onontkoombaar. Drie boeken om zeker te lezen!
Notities uit de jungle door Hanya Yanagihara, uitgegeven door Nieuw Amsterdam. 412 blzn. ISBN 978 90 468 1755 1
God sta het kind bij door Toni Morrison, uitgegeven door De Bezige Bij. 174 blzn. ISBN 978 90 234 9030 2
Een honger door Jamal Ouariachi, uitgegeven door Querido. 592 blzn. ISBN 978 90 214 5679 9
3. Afrikaanse demonen
Al wie ouder is dan veertig is nog opgevoed met verhalen over Afrikaans bijgeloof – en al wie jonger is heeft die associaties ook nog wel onbewust meegekregen, zo gaat dat met verhalen die ooit essentiële culturele doelen gediend hebben. Denk: moeder haal de was maar binnen… Koen Peeters hanteert dat gegeven op een heel slimme manier in zijn Mensengenezer. Zijn hoofdpersonage leeft in een periode waarin Afrikaanse religiositeit per se donker en negatief was, en dus verlicht moest worden met een beter, Europees geloof. De demonen blijken in deze gelaagde roman echter niet alleen, of niet vooral, in Afrika te huizen, maar ook, en zeker, in de West-Vlaamse polder of de jezuïtische kloosters. Peeters rekent niet af met de mythe van de Afrikaanse geestenwereld, hij neemt die ernstig. Hij rekent wél af met de mythe van de westerse rationaliteit en superioriteit. Hij doet dat zo onderkoeld en zelfrelativerend, dat geen enkele geest – Verlicht of duister – zich aangesproken weet. Maar intussen worden ze wel verdreven.
De echte demonen die Afrika vandaag teisteren, schuilen niet achter magische maskers. Ze presenteren zich als politiek leiders.
De echte demonen die Afrika vandaag teisteren, schuilen niet achter magische maskers. Ze presenteren zich als politiek leiders. Maar net als de demonen van het verleden zuigen ze het leven uit hun slachtoffers: wie grond, inkomen, meningen of toekomst heeft, wordt het voorwerp van de vloek van de demon. In Al onze namen beschrijft de Ethiopische auteur Dinaw Mengestu een fictieve rebellie in een jonge democratie, gesitueerd rond de Makerere universiteit in Kampala, Oeganda. Wat moedig verzet is, of lijkt, tegen een autoritair regime, verwordt tot gewelddadig nihilisme in dienst van elitaire belangen.
Ethiopië zelf heeft zijn deel gehad van autoritaire leiders en rampzalig afgelopen en in dictatuur geëindigde opstanden. Firebrands is geen literair hoogstandje, maar is parabel over absolute macht en de absolute corruptie die daarmee samenhangt. Het verhaal is duidelijk geschreven voor vandaag (of gisteren, gezien de actualiteit in Addis Abeba), maar situeert het machtsmisbruik in de periode en rond de troon van keizer Haile Selasië.
Dat is een oude truc: je schrijft een verhaal dat de vorige dictator hekelt - wat de huidige machthebbers pleziert uiteraard, want het legitimeert hun machtsgreep – maar het publiek leest dwars door de eerste laag en begrijpt dat het niet over de ene of de andere, maar over dé dictator gaat, over het oertype. En die dictator, dat is de demon waar Afrika sinds de kolonisatie, en op sommige plaatsen ook al een hele tijd daarvoor, mee worstelt. Dat de literatuur steeds nieuwe vormen vindt om het daarover te hebben pleit voor die schrijvers, maar is tegelijk een triest commentaar op de schijnbare onveranderlijkheid van de realiteit.
De mensengenezer door Koen Peeters, uitgegeven door De Bezige Bij. 319 blzn. ISBN 978N90 234 5336 2
Al onze namen door Dinaw Mengestu, uitgegeven door Meridiaan uitgevers. 272 blzn. ISBN 978 90 488 2405 2
Firebrands door BM Sahle Sellassie, uitgegeven door Shama Books. 164 blzn. ISBN 978 9944 0 079 9
Bonus: Een leven lang geluk
Echt zomerse literatuur. Op het eerste gezicht een romannetje dat geweven wordt rond een redelijk onwaarschijnlijk gegeven, maar toch een diepere bodem zou kunnen hebben. Het verhaal draait rond Nikki, een vrijgevochten jonge sikh vrouw in Londen wiens leven op een dood spoor zit. Ze solliciteert voor een baantje als lesgeefster creatief schrijven op een gurdwara - een sikh tempel annex cultureel centrum – in Southall, klein Punjab in de Britse hoofdstad. De deelneemsters aan de cursus blijken allemaal weduwen te zijn, die voor goed fatsoen nergens anders naartoe kunnen maar wel behoefte hebben aan gezelschap. En meer. De weduwen komen niet om hun schrijverschap aan te scherpen – ze kunnen niet eens schrijven of lezen – maar hebben wel verhalen te vertellen en fantasieën om te delen.
Het hoofdpersonage van een verhaal moét niet in de goot te belanden om de ernst van een thema te onderlijnen
Het eerste deel van deze Erotic Stories leest als een burleske Britse tv-serie: grappig, maatschappelijk goed gekaderd, goed geschreven. Maar stilaan wordt duidelijk dat de sikh gemeenschap waarin Nikki terechtkomt (ze is zelf niet van Southall) donkere kanten heeft die ze met alle mogelijk middelen wil verbergen. Er zijn de Broeders (jonge sikh fundamentalisten die zoals huns gelijken in andere religies of culturen vooral gefocust zijn op het controleren van de vrouwen in de gemeenschap), er is de traditie met haar soms ondraaglijke gewicht aan eer en schaamte, er is de seksualiteit die zich niet aan de opgelegde grenzen houdt en er is geweld tegen vrouwen. Die onderhuidse realiteiten worden dreigende aanwezigheden die de roman naar een niveau tillen dat je bij het begin niet vermoedt, zonder overigens de leesbaarheid te verminderen.
Misschien heeft de auteur net te veel happy endings in deze roman gestopt. De realiteit waarover het verhaal gaat is immers allesbehalve licht en verteerbaar. Anderzijds hoeft het hoofdpersonage van een verhaal niet in de goot te belanden voor eeuwig en drie dagen om de ernst van een thema te onderlijnen. Als Nikki helemaal op het einde het juiste spoor vindt voor haar leven en de strenge Kulwinder de mooie bedenking maakt dat ‘de opwinding van contact, de verwachting van een zoen of Sarabs zachte aanraking van haar blote dij -dat zijn miniscule momenten maar als je ze optelt betekenen ze een leven lang geluk’, is het hen beiden en alle andere vrouwen in dit verhaal van harte gegund. Het maakt van Erotic Stories dan toch dat écht zomerse boek met inhoud dat we u dit jaar graag aanbevelen.
Erotic Stories for Punjabi Widows door Balli Kaur Jaswal, uitgegeven door P.S. Harper Collins. 312 blzn. ISBN 978 0 06 264511 1