Video-interviews Jordanië
20 april 2012
Pieter Stockmans en Majd Khalifeh berichten over de Jordaanse lente vanuit Jordanië, als onderdeel van hun langlopende project Tussen vrijheid en geluk. Op deze pagina verzamelen we al hun videobijdragen over de Jordaanse lente.
Mohammed Qubeilat, onafhankelijk activist, Dhiban, Jordanië
Mohammad Qubilat, een onafhankelijk activist, had ons uitgenodigd naar de wekelijkse demonstratie van zijn beweging in Dhiban, maar als we aankomen, zien we banners met steunbetuigingen aan de monarchie. ‘De stam Bani Hamida verklaart zijn trouw aan de monarchie, ongeacht wat gisteren gebeurde’, verklaart een banner. Telkens als het woord ‘koning’ valt, weerklinkt gejuich. ‘Zeg in naam van België dat alles in Jordanië veilig is dankzij de koning’, dringt één van de mannen aan. We bedanken vriendelijk. Op auto’s zien we de koning en al zijn talenten: als soldaat, als sjeik, als jager,… Mohammed geeft toelichting bij het werk van zijn protestbeweging.
Majdi Khalel over vrijheid, activist, Tafila, zuid-Jordanië
Tafila is een geïsoleerde en verwaarloosde stad in het zuiden van Jordanië. Bedrijven produceren jaarlijks grondstoffen ter waarde van 700 miljoen euro, maar in Tafila is enkel de hoofdstraat ontwikkeld. De gelijkenissen met zuid-Tunesië zijn treffend: rijk aan natuurlijke grondstoffen, maar wijdverspreide armoede en torenhoge werkloosheid. De stammen van Tafila vormen de machtsbasis van de Jordaanse monarchie. Verwaarlozing en populaire frustratie hebben de slapende leeuw in het zuiden wakker gemaakt.
Majdi Khalel is misschien wel de belangrijkste activist die aan bewustmaking en mobilisatie doet in Tafila, en zo de poten van de Jordaanse troon doet beven. Hij spreekt over vrijheid, het belang van protest in het zuiden van Jordanië en over koning Abdullah II.
Majdi Khalel over geluk, activist, Tafila, zuid-Jordanië
Tafila is een geïsoleerde en verwaarloosde stad in het zuiden van Jordanië. Bedrijven produceren jaarlijks grondstoffen ter waarde van 700 miljoen euro, maar in Tafila is enkel de hoofdstraat ontwikkeld. De gelijkenissen met zuid-Tunesië zijn treffend: rijk aan natuurlijke grondstoffen, maar wijdverspreide armoede en torenhoge werkloosheid. De stammen van Tafila vormen de machtsbasis van de Jordaanse monarchie. Verwaarlozing en populaire frustratie hebben de slapende leeuw in het zuiden wakker gemaakt.
Majdi Khalel is misschien wel de belangrijkste activist die aan bewustmaking en mobilisatie doet in Tafila, en zo de poten van de Jordaanse troon doet beven. Hij spreekt over geluk, de armoede en economische verwaarlozing van het zuiden, en waarom Jordanië een cruciale schakel is in de geopolitieke strategie van de VS en de EU in het Midden-Oosten.
Ahmed al-Akayleh, activist Islamitisch Actiefront, Amman, Jordanië
Moath al-Azzeh, activist Jordaanse Linkse Sociale Beweging, Amman, Jordanië
Moath ontvangt ons in het nieuwe bedrijvencomplex waar hij werkt bij een 3D animatiebedrijf. Hij knipoogt naar de soldaten die de hoofdingang bewaken. Het is niet meteen de omgeving waar we een anarchist verwachten. De receptionist heeft een screensaver van Saddam Hoessein. ‘Ik haat deze job, maar het is goed om ervaring op te doen en geld te verdienen. Mijn droom is onafhankelijk filmmaker te worden.’ Moath’s collega’s weten van zijn activisme. ‘Ik vul soms ‘ondervraging bij geheime dienst’ in op verlofaanvraagformulieren. Mijn baas is niet geïnteresseerd in mijn veiligheidsrecord, zolang ik mijn werk maar doe.’
Tijdens ons bezoek wordt de relatie tussen Moath en de geheime dienst intiemer. Met zijn kameraad Hamzeh spoot hij de tekst ‘De koning is de vijand van de armen’ op verschillende muren in Amman. Hun nachtelijke actie kwam onder de radar van de geheime dienst en een paar uur later zaten de twee kameraden in het politiekantoor. ‘Ondervragers vertelden me dat ik over hervormingen moest schrijven, maar niet tegen de koning. Ze waren veel vriendelijker dan gewoonlijk. Ongetwijfeld heeft dat te maken met de Arabische lente. Ze boden me zelfs koffie en thee aan. Vroeger sloegen ze me, duwden ze me van de trap, zetten ze hun schoenen op mijn hoofd. Ik had toen gewoon het anarchie-teken op een muur gespoten! Ze vroegen me een anarchistische schrijver te noemen. Hamzeh zei ‘Berlusconi’! En ze schreven dat gewillig op. Ongelooflijk, hoe dom ze zijn!’
We rijden met de auto naar de graffiti. Moath zit achter het stuur met een biertje en een sigaret. In de auto hangt een hanger met ‘Best beer belly in the world’. ‘Jongens, jullie moeten begrijpen dat ik drink om van deze realiteit te ontsnappen. Als je voor een slogan tegen de koning 3 jaar gevangenisstraf kan krijgen, stel je voor. Ook al gaan ze me geen 3 jaar opsluiten, ze gaan het zeker als afpersing gebruiken om me te stoppen met protest mobiliseren. In dit land is het makkelijker atheïst te zijn dan anarchist.’
Moath wijst ons op het gevaar van onze nachtelijke tocht naar zijn graffiti. Hij rijdt snel voorbij de bewuste plaatsen. De eerste graffiti is helemaal uitgewist. Er stond ‘de koning is de vijand van de armen. De tweede graffiti bevat dezelfde boodschap, maar alleen ‘de koning is de vijand van’ is uitgewist. ‘De armen’ is immers politiek aanvaardbaar als boodschap. Zijn derde graffiti zegt: ‘Als gezondheidszorg en onderwijs gratis zouden zijn, zou niemand zich in brand steken’. Moath schijnt met zijn autolichten op de graffiti. Voor de camera spreekt hij over zichzelf in de derde persoon en in codetaal.
Zijn filosofie achter de uitspraak ‘de koning is de vijand van de armen’, en het werk van ‘the bad boys’ kan je bekijken in deze video: