In What If We Stopped Pretending? portretteert Jonathan Franzen zichzelf als iemand die heel gedreven is door behoud en verdediging van natuur en biodiversiteit. En wie het niet met hem eens is, wordt weggezet als “het klimaatestablishment”. Een dun boekje, maar jammer van de bomen.
Paul Hockensar (CC BY-NC-SA 2.0)
Het is een trend, de miniboekjes in harde cover. Na Tash Aw’s Vreemdelingen op een kade, Amitav Ghosh’s Living Mountain, Chimamanda Ngozie Adichie’s Gedachten over rouw en Tine Hens’ De wereld die we delen, belandt nu ook What If We Stopped Pretending? van Jonathan Franzen op mijn leestafel. De zeventig kleine pagina’s bevatten een voorwoord, waarin Franzen zichzelf portretteert als iemand die heel gedreven is door behoud en verdediging van natuur en biodiversiteit, een essay en een interview met de auteur over klimaat- en biodiversiteitscrisis.
De centrale stelling van Franzen is: het is te laat om de klimaatverandering tegen te gaan. Al wie beweert dat we de opwarming onder 2°C of zelfs 1,5°C kunnen houden, belazert de boel. Hij zegt dat niet om het potverteren goed te praten of om de crisis te ontkennen, maar om ruimte te maken voor die andere crisis waar volgens hem nog wél wat een te doen is: de biodiversiteitscrisis.
Franzen gaat voortdurend het gevecht aan met de stropop die hij zelf creëert.
Zowel de onbarmhartige eerlijkheid over de stand van zaken in de opwarming van het klimaat als het alarm over het grote uitsterven van fauna en flora verdienen een debat, meer zelfs: een aandachtig luisterend oor. Die aandacht volhouden lukt echter zelfs geen 70 minipagina’s lang omdat Franzen blijkbaar niet in staat is om twee ballen in de lucht te houden en dus zichzelf en de rest van de mensheid dwingt om voortaan enkel nog te focussen op biodiversiteit.
Hij lijkt niet te beseffen dat bijna overal ter wereld het net dezelfde mensen zijn die zich inzetten voor klimaatbeleid én natuurbescherming.
‘Het klimaatestablishment’
Bovendien, en dat maakt zijn standpunt redelijk onuitstaanbaar, gaat Franzen voortdurend het gevecht aan met de stropop die hij zelf creëert.
‘Het klimaatestablishment’, noemt hij iedereen die tegen zijn beter weten in toch blijft opkomen om nu, snel en prioritair werk te maken van klimaatbeleid in de hoop de opwarming onder extreem crisisniveau te houden. Door die stropop, en dus de ontkenning van een brede burgerbeweging voor klimaatbeleid, wordt What If We Stopped Pretending een pretentieus en zelfingenomen boekje.
Jonathan Franzen heeft een messiascomplex en zoekt volgelingen. Gelieve de man met rust te laten. Je helpt een alcoholicus ook niet door voortdurend zijn glas vol te schenken.
What if We Stopped Pretending van Jonathan Franzen is uitgegeven door 4th Estate. 70 blzn. ISBN 978 0 0084 404 5