Ha-Joon Chang en Ivan Van De Cloot: 'Vertrouw nooit een econoom'
Thomas Peeters
04 juli 2014
Op woensdag 2 juli, organiseerden 11.11.11 en MO* een lezing- en debatavond met econoom Ha-Joon Chang. De organisatoren speelden verstandig in op de WK rustdag, met als gevolg een volle zaal geïnteresseerde “hobby”-economen.
Bogdan Vanden Berghe, directeur van 11.11.11. verzorgde de introductie, waarbij hij professor Chang krediet gaf voor het feit dat de Zuid-Koreaan economie toegankelijk maakt voor het grote publiek. Door de financieel economische crisis zijn mensen immers meer en meer op zoek naar antwoorden. Antwoorden die, mits een beter begrip van de economie, te vinden zijn. Om de urgentie van het debat te belemtonen, verwees Vanden Berghe naar een cijfer uit een recent Oxfam-rapport: “67 mensen op deze planeet bezitten evenveel als de drieënhalf miljard armste mensen.”
Economie, een handleiding.
Ha-Joon Chang presenteerde als introductie zijn nieuwste boek, Economie: de gebruiksaanwijzing. Hij benadrukte dat economie niet te ingewikkeld is voor het grote publiek. Economie bestaat immers voor 95 procent uit gezond verstand. Hij maakte de interessante vergelijking met meningen die mensen over andere onderwerpen hebben. Mensen hebben bijvoorbeeld een mening over de Irakoorlog hoewel ze geen diploma in Internationale Betrekkingen hebben. De economie wordt echter gezien als te ingewikkeld, een vakgebied dat aan experts moet worden overgelaten. Waarom is dit? En bovenal, kan het niet anders?
Het is essentieel, zegt Chang, dat mensen hun mening genuanceerd kunnen opbouwen op basis van voldoende kennis en inzicht. Als voorbeeld verwees hij naar de clichés die de ronde doen over de Griekse situatie, waarbij simplistisch wordt gesteld dat de Grieken niet genoeg werken, en ze dus de crisis aan zichzelf te wijten hebben. Terwijl de Grieken de langste werkweek van alle Europeanen hebben. Nota bene de helft meer dan de Nederlanders, die, zo zei Chang treiterig, de meest luie Europeanen zijn. Een grapje dat het Belgische publiek wel wist te smaken.
Chang waarschuwde op deze manier voor het gebruik van cijfers. Cijfers zijn niet allesomvattend of alwetend. Enige terughoudendheid is dus geboden. Tweede voorbeeld betrof het gebruik van Bruto Nationaal Product (bnp). Wat rekenen we mee en wat niet? En waarom wel/niet? Zorgen voor een zieke ouder draagt volgens de definitie van het bnp niet bij tot de economie. Daarnaast zijn ook werkloosheidscijfers onderhevig aan mathematische kronkels en vooral, aan politieke keuzes.
Ha-joon Chang zette zijn betoog verder met de boodschap: pas op voor tunnelvisie. Geen enkele (economische) theorie heeft de waarheid in pacht, dus houd een pluralistische visie aan! Al te vaak bendert men economie als de man met de hamer die in alles een spijker ziet. In plaats van een hamer heb je eerder een Zwitsers zakmes nodig, met meerdere (economische) opties en een breed gezichtsveld.
Ha-Joon Chang waarschuwde verder voor de illusie dat economie waardenvrij is. De economische wetenschap heette vroeger niet voor niets Politieke Economie. En hoewel de vrijemarkteconomen dezer dagen het debat beheersen, mogen we niet afstappen van de wetenschap dat de politiek de grenzen van de vrije markt bepaalt.
“Never trust an economist…”
Vertrouw nooit een econoom, zo zei Chang. Ze hebben immers geen monopolie op de waarheid. Als uitsmijter van zijn betoog stelde de econoom dat een status quo veranderen in economisch denken nooit gemakkelijk is, maar moeilijk wil niet zeggen onmogelijk. Kijk als voorbeeld naar de Amerikaanse slavernij. Wie tweehonderd jaar geleden pleitte voor het afschaffen van de slavernij -toen de ruggengraat van de Amerikaanse economie- werd voor gek aanzien, terwijl het vandaag slavernij is die onvoorstelbaar geworden is.
Na deze uiteenzetting voegden John Vandaele , MO* journalist en moderator en Itinera-econoom Ivan Van De Cloot zich bij Ha-Joon Chang voor een debat.
Van De Cloot ging akkoord met het feit dat er te weinig pluralisme binnen de economische wereld bestaat. Hij stelde echter dat dit fenomeen meer leeft binnen de door vrije markteconomen overheerste Angelsaksische wereld dan in Europa, waar de overheid nog altijd een grote rol binnen de economie speelt. Op aandringen van de moderator gaf Van De Cloot wel toe dat het IMF en de Wereldbank in het verleden aan een neoliberale tunnelvisie leden. Een probleem dat volgens hem nu echter niet meer speelt.
Pluralisme binnen economische visies is essentieel, zeker ook binnen de beleidswereld, waarbij Van De Cloot een oproep deed aan journalisten en het middenveld om pluralisme op het vlak van economische zienswijzen te blijven eisen van politici, die volgens hem teveel de waan van de dag volgen. Als voorbeeld gaf hij het in zijn ogen desastreus afgelopen verhaal van de subsidiëring van zonnepanelen in België, of de saga rond Elektrawinds.
Ook de mathematisering van de economie is een ietwat kwalijke evolutie volgens de Itinera-econoom. Een van de oorzaken van de crisis was immers het naïeve geloof in de voorspelbaarheid van de mens. De Homo Economicus wiens gedrag in allesomvattende modellen kon worden gegoten. Volgens Van De Cloot maakt de economische crisis meer dan duidelijk dat we allemaal moeten beseffen dat zowel politiek als de vrije markt kunnen falen.
Als laatste onderwerp debatteerden het panel over eventuele maatregelen die door overheid genomen kunnen worden om sociale, ecologische of andere waarden te beschermen, bijvoorbeeld een koolstoftaks, of een importtaks voor Chinese zonnepanelen. Wat dit laatste betreft, waren beide economen het erover eens dat het geen goede zaak zou zijn mocht Europa, als sterkere regio, zich schuldig maken aan het opwerpen van handelsbarrières. Ook de landbouwsubsidies die in België en Europa de agro-industrie in stand houden zijn voor Van De Cloot een voorbeeld van hoe het niet moet, en een voorbeeld van overheidsoptreden met veel negatieve gevolgen voor ontwikkelingslanden.
Als afsluiter stelde Chang dat het voor Europa en de westerse wereld onvermijdelijk is dat ze hun consumptiepatroon moeten aanpassen. Onder andere doordat zij historisch gezien qua vervuiling een schuld hebben tegenover de ontwikkelingslanden, en dat ze daarenboven nog altijd de grootvervuilers zijn op deze planeet. Geen gemakkelijke uitdaging, die door de economische crisis nog extra wordt bemoeilijkt.