Vrouwen in Afghanistan
Koen Stuyck
26 maart 2008
De bevrijding van de Taliban betekende hoop voor de geteisterde Afghaanse bevolking. De verwachtingen werden echter niet ingelost. Voor de vrouwen op het platteland is bovenop hun dagelijkse vernederingen en onderdrukking de extreme onveiligheid gekomen.
Het is in die context dat Jennie Vanlerberghe, journaliste en vrouwenrechtenactiviste in 2002 arriveert in Kaboel. Met veel moed en volharding richt ze een vrouwencentrum op waar vrouwen les kunnen volgen en waar ze de medische hulp vinden die in hun leven totaal afwezig is. Ook komt er een naaiatelier en een verkoopskanaal met de ambitie een stabiel inkomen te creëren.
Lach niet, Khanoun is het verhaal van de vaak moeizame strijd voor aanvaarding in een uiterst patriarchale samenleving. Vanlerberghe is een doordouwer. Haar woede over de toestand maakt dat ze de neiging heeft de sekse die verantwoordelijk is voor de ellende van de vrouwen te negeren. Wanneer ze in de sjoera (raad van ouderlingen) van Istalif vraagt waarom het vrouwenhuis geen steun krijgt van hen is het antwoord: ‘Veel mannen in Istalif zijn heel jaloers op hun vrouw. Ze worden slimmer dan hun man.’
Gelukkig zijn Vanlerberghe en haar medestanders niet te beroerd om de effectiviteit van hun project te laten voorgaan op hun verontwaardiging. Vanaf het najaar van 2006 worden ook een aantal mannenprojecten uitgevoerd. De welwillendheid van de mannen in Istalif voer er wel bij. Maar waarom werkt de nieuwe regering niet? En waarom blijft de situatie van de vrouwen achteruit gaan? Voor een antwoord op deze vragen ben je met dit boek niet veel. Dit is wél een verhaal om met gebalde handen en knarsende tanden te lezen. Het is moeilijk onbewogen te blijven bij de talrijke aangrijpende passages met mensonterende situaties.
Lach niet, Khanoun. Vrouwenhuis in Afghanistan
door Jennie Vanlerberghe
uitgegeven door Roularta Books 2007
166 blz. ISBN 978 90 5466 823