Zo ziet (geweldloze) rebellie eruit
‘Zelfs op de laatste dag van de wereld ga ik nog bomen planten’
Gezondheid is een medische en een ecologische kwestie. Zeronauter Wendy Wuyts reflecteert tijdens een ochtendwandeling in een mistig Kempens landschap over recente gesprekken en observaties over gezondheid. Niet alleen over die van de mens, maar ook van het Vlaams landschap.
© Wendy Wuyts
De dagen worden korter en donkerder. Toch vind ik soms hoop. Deze week trakteerden de weergoden me op ochtendmist tijdens een wandeling. Ik werd er stil van en was dankbaar voor dit geschenk. Want de hele wereld lijkt chaos. Ik word moedeloos van berichten over COVID-19, Trump die de democratie aanvalt, enorme branden in de Verenigde Staten, een Pano-reportage over vervuilde Vlaamse beken, … Dan ga ik naar buiten om daar troost en aarding te vinden.
Verschillende onderzoeken, zoals een recent onderzoek van NatureMinded in opdracht van CM en BOS+, concludeerden dat regelmatig bewegen in het groen een positief effect blijkt te hebben op de mentale gezondheid: ‘Het geeft een boost aan je energie en je humeur’.
2020 staat in teken van gezondheid. In sommige kringen wordt ook wel over One Health gesproken, een concept dat zegt dat gezondheid niet alleen een medische, maar ook een ecologische kwestie is. Je kijkt naar de gezondheid van mens, dier en landschappen, en hoe die elkaar beïnvloeden. Zo is het al langer bekend dat bacteriën een goede invloed hebben op onze huid en darmwerking.
Ook de pandemie kan gelinkt worden aan de gezondheid van landschappen. De Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES), de zus van het Intergovernmental Panel on Climate Change (of kort IPCC) rapporteerde al vaker over hoe menselijke activiteit klimaatverandering en het verlies aan biodiversiteit aandrijft, met het risico op een pandemie.
In een IPBES-rapport van eind oktober staat: ‘Veranderingen in de manier waarop we land gebruiken, de uitbreiding en intensivering van landbouw, en niet-duurzame handel, productie en consumptie, verstoren de natuur en vergroten het contact tussen wilde dieren, vee, ziekteverwekkers en mensen. Het risico op een pandemie kan aanzienlijk worden verminderd door de menselijke activiteiten die het verlies aan biodiversiteit veroorzaken te verminderen, door een groter behoud van beschermde gebieden en door maatregelen die de niet-duurzame exploitatie van regio’s met een hoge biodiversiteit verminderen. Dit zal het contact tussen wilde en levende wezens verminderen en de verspreiding van nieuwe ziekten helpen voorkomen.’
Mijn conclusie? Wil je COVID-19 weg? Denk als een berg. Denk als een eiland. Denk als een landschap.
Hoopgevende verbindingen
Tijdens mijn ochtendwandeling merkte ik verse ochtenddauw op. En hoop, omdat die internationale trein van het concept One Health is vertrokken. Ik observeerde ook dat Belgen in die trein zijn gestapt. Professor gedragsbiologie Hans Van Dyck (UCLouvain), onderzoekt al langer de ecologie van landschappen.
Sinds 2019 kent ook de Universiteit Antwerpen een leerstoel ‘Zorg en Natuurlijke Omgeving’. Het doel is om eerstelijns gezondheidszorg en projecten rond de verbetering van de natuurlijke leefomgeving met elkaar te verbinden, via wetenschap en praktijk. Ook zijn er instanties zoals de 16 Regionale Landschappen in Vlaanderen die mensen en dieren met elkaar, en met landschapselementen verbinden.
Daarnaast zijn er bottom-up-initiatieven. Als gids nam ik leden van Artsen voor Duurzaamheid begin juli mee op pad, tijdens twee bosbaden in Vordenstein in Schoten. (Lees hier hoe Wendy het Japanse concept van bosbaden leerde kennen.) Tijdens dat bosbad vertelden de dokters over het belang van preventie. Hoe? Door een goede slaaphygiëne te behouden: genoeg slapen, bij voorkeur ‘s nachts, op vaste tijdstippen. Door gezond te eten. Te bewegen. Frisse boslucht op te zoeken. Dokter Eric Boydens begeleidt al jaren patiënten met een burn-out en organiseert daarvoor “boomgaardgesprekken”.
Hoe langer ik initiatieven op basis van One Health onderzoek, hoe langer de lijst groeit. Prachtig. ‘Als je meer naar boven kijkt,’ dacht ik tijdens mijn ochtendwandeling in de beukendreef, ‘zie je hoe de rest van de natuur je kan beschermen’.
Weven en gebroken natuurverbindingen
Zelf probeer ik een web te weven in het versnipperde landschap van bosbaden in Vlaanderen. Na mijn eigen ervaringen in Japan (juni 2019) en mijn eerste observaties in België (november 2019), merkte ik dat de informatie over bosbaden nogal verspreid, en soms tegenstrijdig, was. Daarom richtte ik de blog Bosbaden in België op. Sinds maart ben ik een gecertificeerde gids.
Bosbaden maken, volgens mij, deelnemers bewust van natuurverbindingen. Ze doen reflecteren over hoe de rest van de natuur gezonder kan gemaakt worden. Ik contacteerde andere bosbadgidsen en bereid nu een eerste online meeting met een twintigtal gidsen voor. We willen de praktijk in Vlaanderen bekender maken, en er tegelijk voor zorgen dat er een zekere kwaliteitscontrole is, door methodieken te delen.
Want bosbaden moeten een meerwaarde hebben voor deelnemers. Soms voel ik bij hen woede of droefenis, omdat natuurverbindingen verzwakt zijn. Dan moet er helend werk verricht worden.
Een interview met Peter Wohlleben, een Duitse boswachter die het boek Het Verborgen Leven van Bomen schreef, raakte me. Terwijl andere Duitsers zich nog kunnen ontspannen tijdens een boswandeling, kon hij dat niet meer. Hij zag in de bossen vooral werk en kon zich alleen nog in de Zweedse oerbossen echt ontspannen. Het troostte me omdat ik niet de enige was die naar Scandinavische wouden verlangt.
Maar mijn ochtendwandeling deed me eraan herinneren dat Vlaanderen ook mooie landschappen heeft. Ik heb geluk dat mijn wortels in een dorp zoals Vorselaar liggen en ik mijn doctoraat eender waar in de wereld kon afronden. Maar ik zie ook dat zelfs de bossen in Vorselaar ademnood hebben. Het sparrenbos dat mijn grootvader plantte, is door de ‘letterzetter’, een voor sparren dodelijke kever, geveld.
Een klimaatwandeling in de Liereman in Oud-Turnhout, begeleid door Natuurpunt, leerde me dat lokale klimaateffecten de echte reden zijn waarom sparren vandaag zo zwak zijn. Net zoals COVID-19 vooral mensen met een zwakker immuunsysteem velt, kunnen de sparren de kevers niet meer aan. Klimaatverandering en te snelle landschapsveranderingen zorgen voor die verzwakking.
Solastalgia
Slimme koppen bedachten een woord voor wat ik soms voel: solastalgia. Ik worstel soms met een soort ‘heimwee’. Eén die je hebt als je thuis bent, maar ziet hoe die omgeving verandert op een manier die je verontrustend vindt.
Door coronamaatregelen moesten we verplicht vertragen en opnieuw wortelen. Daardoor zien velen van ons dingen die al langer aan de gang zijn. Acohol of city trips kunnen ons daar blind voor maken. En soms is dat ok. Maar wanneer zo’n verdovingsmiddelen door corona wegvallen, voelt het afkicken rauw aan.
Op negentiende ging ik ook graag citytrippen, feesten en drinken in pakweg Boedapest. Vandaag ben ik eerder een “serial rooter”. Ik wortel langere tijd op een plek, leer van die plek en van mensen die er al langer geworteld zijn. Soms probeer ik ook iets terug te geven. Maar dan merk ik ook de pijn, of herinneringen aan pijn, op die plek op.
Dit jaar leerde ik hoe ik mezelf voor die pijn moet beschermen. Hoe ik ook schoonheid op een plek kan vinden. Tijdens mijn ochtendwandeling staarde ik naar de vallende herfstbladeren en was verwonderd. Ik liet los en ging verder.
Scharrelmensen
Ik leerde het goede doel Robur op Den Eik vzw kennen. Er groeit al vijf jaar een ecologisch hobbithuisje in Lille in de Antwerpse Kempen. Robur wil ruimte en momenten creëren voor natuurgebaseerde gezondheids- en kunstpraktijken. De loskoppeling van de rest van de natuur, het feit dat er minder wisselwerkingen zijn, is volgens Robur een van de grote oorzaken voor vele “welvaartsziekten”.
De bezielster van Robur, Marieke, is een rebel. Ze woont al jaren in een woonwagen, leeft zuinig met energie, water en andere grondstoffen en engageert zich voor goede doelen op vlak van gezondheid, ecologie, of als het kan, allebei. Samen dachten we na over de financiering van de afwerking van het ecologisch huisje en de omzetting van het dennenbos rond Robur in een voedselbos (rekening houdend met alle wetgeving over landgebruik, recreatiezone, inheemse soorten). Daardoor praatte ik met nog meer experten over Kempense landschappen. Ten voordele van Robur organiseerde ik, afgelopen zomer en herfst, bosbaden. Ik kwam daardoor nog meer in aanraking met getuigenissen en verhalen vol wijsheden.
Marieke en ik gingen op bezoek bij een landschapskunstenaar in Kasterlee. Op voorhand vertelde Marieke hij een “scharrelmens” is. Zo iemand leeft een beetje buiten de kapitalistische maatschappij, weg van de legbatterijen, maar door kunst en activisme, dagen ze de maatschappij uit, en veranderen ze soms een beetje.
De man had en Keltische hut gebouwd. Zonder corona kon deze plek gemakkelijk twintig mensen rond een vuur herbergen. Hij creëerde landschapsbelevingen om mensen en de rest van de natuur dichter bij elkaar te brengen. We moeten opnieuw kleinschalig gaan leven, is zijn uitgangspunt.
Bomen blijven planten
Tijdens mijn ochtendwandeling zag ik eenzame bomen en vervallen stallen. Mijn wangen en kin voelden koud aan. Tijdens de zomer sprak ik met een Vlaamse duurzaamheidswetenschapper en activist over de toekomst. Dat hij in 2040 waarschijnlijk meer zou leven, zei hij. We zijn even oud. Hoezo?
Door in Vlaanderen te blijven wonen, acht hij de kans groot dat hij aan een volgende pandemie sterft. De vervuilde beken, lucht, grond… ze verzwakken onze eigen gezondheid. Hij dacht eraan om naar Zweden te verhuizen, maar hij kiest ervoor om verder te werken aan een beter België. Misschien verhuist hij toch naar noordelijk Frankrijk, want de lege ruimtes daar bieden ook kansen, (zie de wereldblog van Tom Ysewijn).
Tijdens wandelingen, bosbaden en andere buitenluchtavonturen hoor ik nog bezorgde stemmen, tussen twintig en zeventig jaar oud, die beseffen dat gezondheid niet alleen een probleem is dat dokters moeten behandelen. Dat er een link is tussen verzwakte Vlaamse landschappen en de algemene gezondheid.
Ik kreeg tips van meer boeken die ik moest lezen. Borderline Times van Dirk De Wachter, het werk van Joanna Macy, die documentaire Living in the time of dying. Je kan er moedeloos van worden. Sommige van die mensen zijn op weg om scharrelmensen te worden. In een van die gedeelde teksten las ik: ‘Zelfs op de laatste dag van de wereld ga ik nog bomen planten.’ Ik glimlachte toen. Zo ziet rebellie eruit.
Wendy Wuyts is een gecertificeerde bosbadgids, milieuwetenschapper, auteur en vrijwilliger bij Robur op Den Eik vzw en bezig aan de opbouw van een collectief van bosbadgidsen.