Mónica Baltodano, oud-guerillaleidster en opposante in ballingschap
‘Zelfs voor de volgelingen van het regime is Nicaragua één grote gevangenis’
Mónica Baltodano was in de jaren ‘70 een van de leiders van de sandinistische revolutie, die Daniel Ortega in Nicaragua aan de macht bracht. Vandaag heeft de revolutie haar kinderen opgegeten. Het regime van Ortega treedt steeds driester op tegen vroegere sandinistische medestanders.
Demonstranten tijdens een protest in 2019 tegen de regering van de Nicaraguaanse president Daniel Ortega bij de Metropolitan Cathedral in hoofdstad Managua.
© Reuters / Oswaldo Rivas
Mónica Baltodano was in de jaren ‘70 een van de leiders van de sandinistische revolutie, die Daniel Ortega in Nicaragua aan de macht bracht. Vandaag heeft de revolutie haar kinderen opgegeten. Het regime van Ortega en zijn oppermachtige vrouw Rosario Murillo treedt steeds driester op om dissidente stemmen het zwijgen op te leggen. Vooral vroegere sandinistische medestanders moeten het ontgelden.
Ooit was Mónica Baltodano commandant van het FSLN, het Sandinistisch Front voor Nationale Bevrijding. In de jaren ‘70 nam deze links-revolutionaire beweging de wapens op tegen dictator Anastasio Somoza.
Met succes. Op 19 juli 1979 deden de sandinisten hun triomfantelijke intocht in de hoofdstad Managua. Ze installeerden er de Sandinistische Regering voor Nationale Wederopbouw, onder leiding van Daniel Ortega.
Bij de democratische verkiezingen van 1984 stemde 63% voor Ortega. Zes jaar later moest hij plaats maken voor Violeta Barrios de Chamorro van de oppositie.
In de daaropvolgende jaren hebben veel medestanders van het FSLN zich van Ortega gedistantieerd, uit onenigheid met de koers die hij wilde volgen. In hun schoot ontstond de Beweging voor Sandinistische Vernieuwing. Die leeft vandaag verder onder de naam Unamos Nicaragua (letterlijk: Laat ons de krachten bundelen).
Verbannen uit haar vaderland, voert Mónica Baltodano oppositie vanuit Costa Rica. Op haar rondreis door Europa had MO* een gesprek met de politieke activiste, die aan strijdvaardigheid en liefde voor haar vaderland nog niets heeft ingeboet: ‘Ortega voelt de vijandigheid die hij zaait en dat maakt hem angstig.’
Massaal op straat
In 2007 werd Ortega opnieuw president, dankzij een pact dat hij sloot met de rechts-liberale Arnoldo Alemán en de conservatieve aartsbisschop Miguel Obando y Bravo. In 2011 werd hij herkozen, al stroomden er talloze klachten binnen van onregelmatigheden en verkiezingsfraude. Drie jaar later wijzigde hij de grondwet, zodat een derde ambtstermijn mogelijk werd.
In april 2018 kwam het volk massaal op straat om te protesteren tegen het dictatoriale bewind. Die revolte werd extreem repressief neergeslagen, met 300 doden en 2000 gewonden tot gevolg. Honderden manifestanten vlogen achter de tralies.
‘Aan die protesten namen heel wat sandinisten deel’, legt Baltodano uit. ‘Maar toen ze de brutale repressie en de moorden op manifestanten zagen, hebben duizenden sandinisten gebroken met wat ze vandaag weigeren “sandinisme” te noemen. Wij spreken over “orteguisme”.’
‘Ortega weet heel goed dat hij verantwoordelijk is voor misdaden tegen de mensheid. Hij vreest voor sancties en internationale rechtszaken als hij de macht verliest.’
Bij de verkiezingen van 2021 hoopten velen op een regimewissel. ‘Ortega stond immers onder internationale druk. Een rapport van de Mensenrechtencommissie stelde duidelijk dat er in 2018 misdaden tegen de mensheid waren gepleegd’, zegt Baltodano.
Verbazend genoeg dreef Ortega de repressie nog op. Alle kandidaten voor de verkiezingen werden gevangengezet. Wat nog overbleef van de civiele samenleving werd kapotgemaakt. Buitenlandse waarnemers en journalisten waren niet welkom op die verkiezingen. 80% van de stemgerechtigde Nicaraguanen kwam ook niet opdagen.
Een jaar geleden, in februari 2023, werden eerst 222 en later nog eens 94 politieke gevangenen en critici van het regime het land uitgezet. Onder hen gewezen sandinistische commandanten, mensenrechtenactivisten, schrijver en oud-vicepresident Sergio Ramírez en de befaamde schrijfster Gioconda Belli.
Ortega pakte hun nationaliteit af, confisqueerde hun bezittingen en legde beslag op hun pensioenuitkeringen.
Mensenrechtenorganisaties als Amnesty International hebben de aanhoudende repressie al meermaals aan de kaak gesteld. In een pas verschenen rapport beschuldigen de Verenigde Naties de Nicaraguaanse overheid van misdaden tegen de mensheid.
Vanwaar die heksenjacht met grootscheepse deportaties, als er in 2018 al zoveel mensen achter de tralies waren gevlogen? Waarvoor is hij bang?
Mónica Baltodano: Ortega weet heel goed dat hij verantwoordelijk is voor misdaden tegen de mensheid. Hij vreest voor sancties en internationale rechtszaken als hij de macht verliest.
Daarom wil hij koste wat het kost aan het roer blijven en volledige controle blijven uitoefenen over alle instellingen, ook over het Hooggerechtshof en de Kiescommissie. Het is zelfs zover gekomen dat bij de gemeenteverkiezingen van 2022 alle gemeenten een sandinistisch bestuur kregen. Ortega beweert dat ze 100% voor hem stemden.
De voorbije twee jaar sloot hij 27 universiteiten, waaronder de gerenommeerde Centraal-Amerikaanse Universiteit. Ook het Centraal-Amerikaanse Centrum voor Bedrijfsopleidingen, de Academie voor Talen, de Academie voor Wetenschappen, tal van colleges en zelfs de scouts zijn verboden.
Het Internationale Rode Kruis, de jezuïeten en franciscanen zijn het land uitgezet. Vervolgens confisqueert Ortega hun eigendommen. Gebouwen, aula’s, onderzoekscentra, een bijzonder waardevol patrimonium van archieven: alles eigent hij zich toe.
De samenleving lijkt nog minder vrij dan tijdens het bewind van Ortega’s voorganger, Anastasio Somoza.
Mónica Baltodano: Somoza gebruikte geweld, maar hij werd geconfronteerd met een gewapende strijd. Ortega heeft alleen te kampen met geweldloze burgers en is veel extremer in zijn reactie.
Nicaragua is werkelijk een totalitaire dictatuur. Alle onafhankelijke media zijn gesloten en alle installaties in beslag genomen.
‘Zelfs voor de volgelingen van het regime is Nicaragua één grote gevangenis.’
Met geld van de Venezolaanse samenwerking kocht Ortega alle televisiekanalen, die zijn kinderen nu leiden. Journalisten kunnen alleen nog hun toevlucht nemen tot sociale media, maar ook daar is de ruimte beperkt.
Het regime is zo repressief dat het zelfs optreedt tegen naaste medewerkers die altijd trouw zijn gebleven. Een aantal rechters heeft hij manu militari de toegang tot het Hooggerechtshof verboden.
Hij is zo bang voor zijn eigen mensen dat alle paspoorten van de generaals en de belangrijkste politieke functionarissen zijn afgenomen. Zelfs voor de volgelingen van het regime is Nicaragua één grote gevangenis.
Mónica Baltodano: ‘We zijn nog steeds het op één na armste land van Latijns-Amerika. Alleen Haïti scoort slechter’.
© Alma De Walsche
Links of rechts?
U noemt het regime van Ortega een dictatuur. Is het een linkse of een rechtse dictatuur?
Mónica Baltodano: Ortega voert een uitgesproken kapitalistisch en neoliberaal beleid. Hij kwam in 2007 aan de macht met een volkomen neoliberaal project en op basis van een pact op maat van de ondernemers. Zijn bondgenoot was de Nationale Ondernemersraad COSEP. Buitenlandse investeerders werden aangetrokken met uitzonderlijk gunstige voorwaarden. De wetgeving werd aangepast aan de voorwaarden van het transnationale kapitaal.
De revolutie had de mijnen, de bananenplantages en de bosbouwplantages genationaliseerd. Ortega heeft de klok helemaal teruggedraaid. Vandaag is bijna 40% van het nationale territorium in concessie gegeven voor de exploratie en exploitatie van mijnbouw. Hij heeft de steun van de kapitaalkrachtige groepen. Die malen er niet om dat hij zich ongrondwettig laat herkiezen en de democratie ondergraaft.
‘De economie van Nicaragua is gebaseerd op de exploitatie van natuurlijke rijkdommen.’
Met hem kunnen ze zakendoen, Ortega overtreft hierin zelfs andere neoliberale regeringen. Hij heeft mee CAFTA, het Vrijhandelsakkoord tussen de Verenigde Staten en Centraal-Amerika, goedgekeurd. De VS zijn Nicaragua’s eerste handelspartner, goed voor 60% van de handel. Hij haalt assemblagebedrijven naar Nicaragua, maar de lonen zijn hier wel op het laagste niveau.
Het Internationaal Muntfonds (IMF) en de Wereldbank bejubelen Ortega’s beleid. Hij heeft uitzonderlijk goede relaties met deze instellingen omdat hij macro-economisch goede cijfers kan voorleggen.
Intussen leeft de bevolking wel in armoede. 60% moet het stellen met minder dan het basisinkomen, 80% leeft van de informele economie.
Mónica Baltodano: Sinds de repressie van 2018 is er veel buitenlands kapitaal vertrokken. Ortega verklaarde ook de ondernemersraad COSEP illegaal. Vervolgens zorgde de pandemie voor een economische krimp van 5 of 6%. Daarna kwam er een lichte stijging, maar op dit ogenblik groeit de economie nauwelijks.
De export van koffie, vlees en andere basisproducten staat op een zeer laag niveau. Sinds twee jaar is goud het belangrijkste exportproduct. De economie is gebaseerd op de exploitatie van natuurlijke rijkdommen.
De belangrijkste bron van inkomsten zijn de geldoverdrachten van uitgeweken familieleden. Heel veel mensen migreren, vooral vanuit het platteland. Sinds 2018 heeft 11% van de Nicaraguanen het land verlaten.
Ortega controleert ook de statistieken. Niemand gelooft die, behalve het Internationaal Muntfonds, dat alleen oog heeft voor de macro-economische cijfers. De cijfers over de micro-economie, die betrekking heeft op het dagelijks leven van de mensen, zijn volkomen vervalst.
‘We zijn nog steeds het op één na armste land van Latijns-Amerika. Alleen Haïti scoort slechter.’
Op economisch en sociaal vlak bengelen we helemaal onderaan in de statistieken. Het onderwijs is een ramp, de sociale zekerheid is bankroet. We zijn nog steeds het op één na armste land van Latijns-Amerika. Alleen Haïti scoort slechter.
Ortega zelf blijft zich wel links en anti-imperialistisch noemen.
Mónica Baltodano: Naar buiten toe gebruikt Ortega nog steeds een anti-imperialistisch discours. In de praktijk is hij de beste partner van de VS. Na de repressie van 2018 hebben de VS sancties uitgevaardigd tegen een aantal personen in Nicaragua, maar die zijn eerder symbolisch.
Ortega is in heel Latijns-Amerika de beste bewaker van de migratiestromen, wat de VS bijzonder appreciëren. Defensie werkt clandestien samen met de narco’s en de georganiseerde misdaad, Amerikaanse boten kunnen ongestoord aan de kusten van Nicaragua hun zaken regelen. Het leger van Nicaragua heeft overigens een uitstekende relatie met het Zuidelijk Commando van het Amerikaanse leger.
Ortega vaart voor de buitenwereld onder een linkse vlag, maar zijn beleid is door en door neoliberaal op economisch vlak en conservatief in ethische kwesties. Zelfs therapeutische abortus, die een verworvenheid was van de liberale revolutie van eind 19de eeuw, is verboden. Hij heeft het Commissariaat voor de Vrouw, waar vrouwen terecht konden om klachten over mishandeling neer te leggen, afgeschaft. Vrouwenorganisaties worden bedreigd.
Onderling verdeeld
Niet iedereen die kritiek heeft op het regime noemt Ortega rechts en neoliberaal. Ook onder de Nicaraguanen in ballingschap leven verschillende strekkingen.
Mónica Baltodano: De oppositie die zich aftekende bij de revolte van 2018 had grotendeels een anti-links discours. Volgens haar heeft Ortega zich ontpopt tot een dictator omdát hij afkomstig is van links. In haar ogen is alles de schuld van het sandinisme. Daarnaast is er ook een extreemrechtse en ultraliberale strekking. Mensen die enthousiast zijn over Javier Milei, de huidige president van Argentinië, en over Donald Trump in de VS.
‘Discussiëren over feministische eisen is voor de langere termijn, als de democratie eenmaal is hersteld.’
Een ander deel, waartoe ik mezelf reken, is zich vanuit de linkerzijde tegen Ortega blijven verzetten. Maar het is moeilijk om binnen links dit onderscheid duidelijk te stellen, niet iedereen leest de realiteit op dezelfde manier, al is er een verschuiving merkbaar.
Tot 2018 zag ook het Forum van São Paulo (FSP, een platform van linkse bewegingen van Latijns-Amerika ) Ortega als een slachtoffer van het imperialisme. Maar vorig jaar heeft het FSP zich uitdrukkelijk van hem gedistantieerd.
Ook Pepe Mujica, oud-president van Uruguay, deelt onze visie. President Boric van Chili heeft van in het begin een heel kritische positie ingenomen ten aanzien van Ortega. In Mexico is de partij Morena (de partij van president López Obrador) verdeeld. Arévalo, de nieuwe president van Guatemala, heeft het regime van Ortega veroordeeld als een autoritair regime.
Hebben jullie een strategie voor een regimewissel?
Mónica Baltodano: Om een einde te maken aan deze dictatuur, moet je verschillende scenario’s uitwerken. Er zijn verschillende initiatieven gelanceerd, zoals de Monteverde-groep. Die brengt verschillende organisaties en individuen samen om te werken aan een langetermijnstrategie. Daarnaast is er ook nog het Overleg voor Dialoog en Consensus, dat veeleer de krachten van de linkerzijde bundelt.
Ook vanuit Europa of de VS is er bij de strekkingen die het beleid van Ortega veroordelen de roep om een verenigde oppositie. Bedoeling is om tot een minimale gemeenschappelijke agenda te komen, gericht op het herstel van de democratie.
Persoonlijk denk ik dat we het daarbij ook moeten hebben over de noodzaak van een nieuwe constitutionele vergadering. Ortega heeft een aantal projecten gelanceerd die op grondwettelijk niveau moeten beslist worden. Bijvoorbeeld de bouw van een interoceanisch kanaal.
Ik zie het als een overgangsproces, zoals je ook zag in Chili na de dictatuur. Wanneer je uit een periode van zo’n extreme dictatuur komt, kan de overgang niets anders zijn dan een coalitie. In zo’n minimale consensus zal er geen plaats zijn om te discussiëren over feministische eisen of het herstel van het recht op abortus. Dat is voor de langere termijn, als de democratie eenmaal is hersteld.