Adil El Arbi: ‘Als wij de deur openen voor een volgende generatie, kunnen zij hun dromen waarmaken’

Interview

P&V Burgerschapsprijs 2023

Adil El Arbi: ‘Als wij de deur openen voor een volgende generatie, kunnen zij hun dromen waarmaken’

 Adil El Arbi: ‘Als wij de deur openen voor een volgende generatie, kunnen zij hun dromen waarmaken’
 Adil El Arbi: ‘Als wij de deur openen voor een volgende generatie, kunnen zij hun dromen waarmaken’

Vlaanderen en Hollywood gingen allang plat voor regisseur Adil El Arbi, en nu krijgt hij ook de P&V Burgerschapsprijs 2023. Voor zijn levenshouding, zijn inzet voor jongeren in grootsteden, zijn verbindende praktijk. 'Als blingbling je enige drijfveer wordt, heb je een probleem.'

© Maureen De Wit

Regisseur Adil El Arbi

© Maureen De Wit

Vlaanderen, Hollywood én het internationale festivalcircuit gingen allang plat voor Adil El Arbi. En de jonge regisseur mag nu ook de P&V Burgerschapsprijs 2023 toevoegen aan zijn palmares. Voor zijn levenshouding, zijn inzet voor jongeren in grootsteden, zijn verbindende praktijk, zijn geloof in de mogelijkheid om diversiteit te omarmen en dromen waar te maken. Voormalig MO*hoofdredacteur Gie Goris sprak met hem. ’Als blingbling je enige drijfveer wordt, heb je een probleem.’

De belofte dat de jonge regisseur Adil El Arbi (nu 35) het zou gaan maken, is allang uitgekomen. En daarmee is een kinderdroom vervuld. ‘Voor mij was het duidelijk: “Ik ga naar Hollywood!”

El Arbi’s verhaal begint op de grens tussen Wilrijk en Edegem, waar hij in 1988 geboren werd. Maar eigenlijk is hij echt van ’t Stad: jarenlang woonde hij tussen Vlaamse Kaai en de Waalse Kaai – hoe symbolisch wil je het hebben? Later verhuisde het gezin meer richting Berchem. Maar hij ging altijd naar school in het centrum van Antwerpen.

De ouders van El Arbi waren marktkramers. In het weekend stonden ze op de Vogeltjesmarkt met hun textielkraam, die veranderde op het ritme van de modes en de rages. Toen Michael Jordan het basketbal en de NBA razend populair maakte, verkochten zij de enige echte NBA-shirts. Tijdens een WK of EK lagen er stapels voetbalshirts. Een andere keer was alles Kabouter Plop of K3, dan weer Pokémon.

‘Het was door Spielberg dat ik ging beseffen dat films gemaakt worden door een regisseur, en dat ik dat ook wilde worden.’

Soms ging de jonge Adil mee naar de markt, vaak bleef hij thuis. In de zetel, voor tv, want ‘ik was niet zo’n sociaal kind, dus sportclubs of jeugdbewegingen waren niks voor mij’. ‘Ik keek naar alles,’ herinnert de regisseur zich, ‘films, series, documentaires, reportages, journaals… Dat heeft zeker de liefde voor cinema en fictie in het algemeen aangewakkerd.’

Als er uit die veelheid aan visuele prikkels één stimulans bovenuit steekt, dan is het Steven Spielberg. ‘Niet alleen zijn films spraken mij aan, maar het hele fenomeen. Dinosaurussen zijn populair geworden door Jurassic Park, Spielberg was op het nieuws, en dan blijkt hij ook nog de man achter ET, Indiana Jones en Jaws. Zelfs de tekenfilmserie Tiny Toon Adventures begon met ‘Steven Spielberg Presents’.’

‘Spielberg was een fenomeen. Het was door hem dat ik ging beseffen dat films gemaakt worden door een regisseur, en dat ik begon te denken dat ik dat ook wilde worden. De eerste keer dat ik een blik gooide achter de schermen van de film, was door te kijken naar The making of Jurassic Park.’ Adil was toen acht jaar.

Op het palmares:

  • ging naar school in Sint-Ludgardis (kleuter en lager) en het Sint-Jan Berchmanscollege (middelbaar)

  • 2014: eerste langspeelfilm, Image, in regie met Bilall Fallah

  • eerste grote commerciële successen met de langspeelfilms _Black (_2015) en Patser (2018)

  • 2017: het Amerikaanse blad Time noemt El Arbi als een van de tien ‘Next Generation Leaders’ van onze planeet en roemt hem als ‘de Spielberg van Molenbeek

  • 2021: serie Grond, die te zien was op Play4 en Netflix

  • 2022: Rebel in de Belgische en Nederlandse zalen

  • Bad Boys #4 is in afwerking (en zou uitkomen in juni 2024), en de stapel scenario’s voor toekomstige projecten groeit nog.

Wanneer de droom sterker is dan berekening

In de week moest hij naar school, uiteraard. Het was voor Adil El Arbi, zoals voor zo veel kinderen met recente migratiegeschiedenissen, niet altijd eenvoudig om zijn weg te vinden tussen school en thuis, waar hij Frans praatte met zijn ouders, die onderling Arabisch spraken. ‘In de eerste jaren van de kleuterklas miste ik soms wel eens een uitleg of een opdracht of een afspraak,’ lacht hij, ‘maar hoe ouder ik werd, hoe meer Nederlands de vanzelfsprekende taal werd.’

Die botsing tussen thuistaal en schooltaal vormt volgens heel wat mensen een probleem voor je kansen op school en in de samenleving. Heeft Adil begrip voor het strikte verbod op een andere taal dan het Nederlands op de speelplaats, in de refter of waar dan ook op school?

‘Het heeft uiteraard zijn jaren geduurd voor ik het Nederlands helemaal onder de knie had, maar dat is blijkbaar toch gelukt. Ik twijfel er trouwens heel erg aan of je een taal kan verplichten of verbieden in de vrije tijd, zelfs binnen de muren van de school. Zo’n maatregel voedt vooral de rebellie bij de tieners, zou ik denken.’

‘Er was geen enkel voorbeeld waarnaar ik kon verwijzen en zeggen: “Zie je wel, het kan.”’

Adil El Arbi was een slim en ambitieus kind met een migratieachtergrond. Dat profiel leidt meestal recht naar een studie rechten of geneeskunde, maar zeker niet naar een kunstenhogeschool. Konden zijn ouders leven met de keuze om naar Sint-Lukas te gaan?

‘Het leek inderdaad veel vanzelfsprekender om na de Latijn-Wiskunde te kiezen voor een conventionele carrière als advocaat, burgerlijk ingenieur of geneesheer. Maar ik was er intussen al zo lang van overtuigd dat ik filmmaker wilde worden, dus was het ook vanzelfsprekend dat ik dat als eerste zou proberen.’

Adils moeder geloofde ook wel in zijn droom, maar ‘mijn vader had wel wat meer schrik van die stap. Want hij zag hoe moeilijk het voor pure blanke Belgen al was om films te maken, laat staan voor iemand van Marokkaanse origine en geboren in België… Er was geen enkel voorbeeld waarnaar ik kon verwijzen en zeggen: “Zie je wel, het kan.” Niet in België, en zeker geen Belg met migratieachtergrond. De enige internationale regisseurs die Nederlands spraken, waren een paar Hollanders.’

Op die artistieke opleiding werd hij meteen geconfronteerd met de werkelijkheid. ‘Op Sint-Jan Berchmans was ik de enige die droomde van een toekomst als filmmaker, terwijl ik op Sint-Lukas (vandaag LUCA School of Arts, red.) meteen oog in oog stond met 75 andere jongeren met net diezelfde droom – en dan besef je meteen hoe weinig kans er is dat die allemaal zullen slagen. Ik arriveerde dan ook nog met een Hollywooddroom, terwijl die andere studenten veel meer wisten over de artistieke films en hun makers, de centrale focus van de opleiding.’

‘We kwamen er snel achter dat wij verhalen moesten vertellen vanuit onze eigen achtergrond.’

Bovendien was de school heel wit. En — erger nog — de artistieke discipline die hij gekozen had, was voor en achter de camera héél wit gebleven, in België althans. Hoe houdt een achttienjarige dromer er dan de moed in?

El Arbi: ‘Wat zeker geholpen heeft, is dat Bilall Fallah op dezelfde school zat, zodat we die strijd niet alleen, maar samen konden voeren. We zijn daar, bij wijze van spreken, meteen het duo geworden dat we nog altijd zijn. Dankzij Bilall kwamen we er snel achter dat wij verhalen moesten vertellen vanuit onze eigen achtergrond. Dat paste niet meteen in mijn Grote Droom, en dus maakten we in dat eerste jaar nog te veel wannabe Hollywood, en in elk geval te weinig persoonlijk werk.’

Jezelf herkennen in mensen die anders zijn

Persoonlijk filmen betekent niet dat de regisseur de camera op zijn eigen navel of diepste gedachten richt. Het betekent dat hij op zoek gaat naar wat hij te vertellen heeft dat van belang is voor samenleving en publiek.

‘Dat is een fundamenteel inzicht dat ons op school aangeleerd werd’, zegt Adil. ‘De essentie is dat je een verhaal creëert met personages waarvoor de lezer, de luisteraar of de kijker empathie kan voelen. Je verhaal moet universeel zijn.’

‘Mensen vragen net verhalen uit verre landen, uit lang vervlogen tijden, over mensen die helemaal anders zijn. Als het maar over herkenbare gevoelens of dilemma’s gaat.’

Adil El Arbi is ervan overtuigd dat mensen niet alleen geïnteresseerd zijn in verhalen die hun eigen leven of achtergrond weerspiegelen. ‘Ze vragen net verhalen uit verre landen, uit lang vervlogen tijden, over mensen die helemaal anders zijn. Op voorwaarde dat het over herkenbare – universele – gevoelens of dilemma’s gaat. Over gelukkig zijn of ongelukkig worden, verliefd zijn of verlaten worden, over goed en kwaad, over schuld en boete. Dat kunnen we allemaal herkennen.’

Dat is de reden, zegt hij, dat verhalen over Japanse samoerai blijven aanspreken, ook al komen ze van heel ver weg en uit een ander tijdperk. Daarom worden de Griekse tragedies generatie na generatie opnieuw verteld. Daarom worden we geboeid door de niet-bestaande wereld van sciencefiction.

‘Omdat het over herkenbare gevoelens, waarden en keuzes gaat. Daarom scoort een film als Oppenheimer ook zo goed. Niet omdat iedereen een nucleair wetenschapper is, maar omdat hij een droom had, een doorbraak vond, maar ook twijfels kreeg omdat zijn uitvinding wel een dramatisch slecht zou kunnen aflopen…’

De gekleurde stad en het witte scherm

Adil & Bilall plaatsen hun universele verhalen in het hart van de dagelijkse realiteit van de grootstad, en tonen de wereld dus vanuit het perspectief zoals ze het zelf beleven. Die wereld is superdivers, allesbehalve makkelijk en soms gewelddadig, maar wel honderd procent menselijk.

Om die verhalen te kunnen verfilmen, hadden ze ook een veel diversere cast nodig dan er te vinden is op de toneelscholen in dit land. Voor Image (2014), de eerste echte Adil & Bilall-langspeelfilm, richtten ze zelfs een eigen castingbureau op. ‘Dat bestaat nog altijd en heet nu Oi Mundo. Tien jaar geleden was er echt bijna niemand van kleur in de toneelscholen, dus moesten we wel aan streetcasting doen. Vandaag is die situatie een beetje verbeterd, denk ik, maar we zijn zeker nog niet waar we moeten zijn.’

Het doet El Arbi plezier dat hij, met hun films en series, mee deuren geopend heeft voor een nieuwe en meer diverse generatie talent. ‘Veel van de acteurs met een migratieachtergrond die nu rollen krijgen, hebben vaak hun eerste kans bij ons gekregen. Dat is fijn om vast te stellen. Ook omdat het alweer nieuwe, jonge mensen inspireert om hun artistieke droom na te jagen.’

‘Het is net door de krampachtige omgang met de diverse realiteit dat personages hun authenticiteit verliezen. En dat is doodjammer.’

In 2015 hadden we al eens een gesprek over het gebrek aan diversiteit op het scherm. Toe zei Adil dat een goed scenario niet vertrekt van een politieke keuze om deze of gene achtergrond in het verhaal te schrijven, maar wel van geloofwaardige, sterke karakters.

Het verhaal en de rollen moeten in eerste instantie “kleurenblind” geschreven worden, stelde hij toen. ‘Dé vraag is gewoon: wat is een cool verhaal? Pas als je dat hebt, met duidelijk omschreven karakters die de drive in het verhaal brengen en houden, kan je de rollen toewijzen op basis van de diverse samenstelling van de cast.’

Dat is minder een leidraad voor zijn eigen werk, reageert hij nu. Het is vooral een goede raad voor witte auteurs die daar meer mee worstelen, omdat ze vrezen dat ze fouten maken en daar op afgerekend worden. ‘Door eerst een geloofwaardig personage uit te schrijven, bevrijden ze zich uit die knoop. Het is net de krampachtige omgang met de diverse realiteit die ervoor zorgt dat personages hun authenticiteit verliezen, en dat is doodzonde. Zelf ben ik daar vrijer in, denk ik.’

Wanneer Vlaamse regisseurs er als vanzelf vanuit gaan dat alle personages blond zijn, blauwe ogen hebben en Peter of Sarah heten, zijn ze niet per se racistisch, zei Adil acht jaar geleden, ‘ze zijn eerder automatistisch. Omdat alles wat tot nu toe gewerkt heeft, blanke televisie was, en er nog nooit een serie vertoond werd met in meerderheid allochtonen als centrale personages, hangen ze elke nieuwe serie alweer op aan dezelfde bekende gezichten.’

© Maureen De Wit

Intussen maakten Adil & Bilall Grond (2021), een serie over jonge begrafenisondernemers die hun Marokkaanse klandizie in Molenbeek willen bedienen door begraving in gewijde grond mogelijk te maken. Dat klinkt exact als wat hij toen wou: een serie die de Belgische diversiteit centraal stelt, grotendeels acteurs met migratieachtergrond toont én die uitgezonden werd op Play4 en Netflix.

Adil El Arbi ziet inderdaad een positieve evolutie. ‘Nieuwe series tonen meer kleur, de nieuwsprogramma’s zijn diverser. Verre van genoeg, maar niet meer zo wit als toen wij tien jaar geleden Image begonnen draaien en je nergens in Belgische fictie mensen van Marokkaanse, Afrikaanse of andere afkomst aantrof. Vandaag kan je al een deftige voetbalploeg, of misschien zelfs twee, samenstellen met acteurs of mediamensen met een migratieachtergrond.’

Entertainment én stof tot nadenken

Of Adil kort kan samenvatten wat hij teweeg wil brengen met de films die hij maakt, vraag ik. En uit het antwoord blijkt dat hij goed weet waar hij mee bezig is en al vaker heeft nagedacht over de formulering van zijn antwoord: ‘Dat verschilt van film tot film. Bad Boys for Life is iets heel anders dan Rebel of Black. Maar zeker met onze Belgische films en series proberen we iets te vertellen over de maatschappij vandaag. Ze hebben de ambitie een standpunt te vertolken en willen een tijdsdocument zijn.’

‘Ik doe er alles aan om sterke vrouwelijke personages centraal te stellen in onze films. Dat is mijn manier om feminisme uit te dragen.’

‘We proberen een breed publiek mee te nemen in een verhaal dat ze anders wellicht niet zouden kennen. Met Image en Black focusten we op brokken leven en problemen in Brussel, met Patser brachten we het verhaal van drugs- en cocaïnegeweld in Antwerpen – wat toen nauwelijks gekend was.’

‘Ook die films zijn entertainment,’ verduidelijkt hij, ‘maar ze zijn ook vormend, omdat ze de mogelijkheid creëren om over actuele uitdagingen te praten. Daarom worden ze ook vaak op scholen getoond. Dat is op zich een verdienste, lijkt me, om jongeren de kans te geven over onderwerpen die hen raken na te denken en erover te praten.’

Adil is zich ook heel scherp bewust van de ongelijke positie waarin meisjes en vrouwen nog al te vaak zitten. Ook dat is een thema dat hij bewust aansnijdt of verwerkt in zijn films: ‘Zowel in Image als in Black is de hoofdrol een sterke vrouw – wat uitzonderlijk is voor films die zich “in de wijken” afspelen. Ms. Marvel draaide rond een vrouwelijke superheld. Batgirl ook, al zit die bij Warner Bros in de diepvries en kan zij haar rol voorlopig niet spelen.’

‘Ik doe er alles aan om telkens sterke vrouwelijke personages centraal te stellen in onze films. Dat is mijn manier om feminisme uit te dragen: eerlijke en gelijke kansen voor vrouwen, in plaats van macho mannelijkheid.’

Geen monsters, maar jongens

Rebel (2022), de jongste langspeelfilm van het duo die nu ook in Amerikaanse arthouse cinema loopt_,_ vertelt het verhaal van Syriëgangers uit Molenbeek. De trauma’s van die periode, zowel in Syrië als in Brussel en Parijs, zijn nog zo vers dat het wel heel gedurfd is om dat verhaal nu al te vertellen met de empathie die elk geloofwaardig personage verdient.

‘We hebben ons meer dan eens afgevraagd of we dit wel moesten doen’, reageert Adil. ‘We hadden er ook voor kunnen kiezen om commerciële projecten in Hollywood te realiseren. Maar we vonden het verhaal zo belangrijk, dat we het niet onverteld konden laten. Het toont een decennium dat ons allemaal getekend heeft.’

‘Er zijn de echte bad guys, maar daarnaast zijn er velen die laf zijn, of bang.’

‘Door dat alles in een film te gieten, creëren we ook de ruimte om de betrokkenen als volwaardige mensen te benaderen. Zoals WIL dat doet voor de periode van de Tweede Wereldoorlog en de verleiding weerstaat om collaborateurs simpel weg te zetten als onmensen. WIL onderzoekt hun motieven, hun dilemma’s, hun keuzes. Hetzelfde wilde ik doen met Rebel. Het is niet zo dat er vanuit België monsters naar Syrië vertrokken, het waren gewone jongens die uiteindelijk monsterlijke daden hebben gepleegd.’

‘Wat we laten zien is hoe iemand die fouten heeft gemaakt, meegesleurd wordt in de logica of de acties van een maffia – in dit geval een religieuze maffia. Er zijn de echte bad guys, maar daarnaast zijn er velen die laf zijn, of bang, en bereid alles te doen om zelf te overleven.’

Hoe gaat hij zelf om met de ambiguïteit van wat hij maakt of doet?, wil ik weten. Want Image klaagt de kloof aan tussen het leven van Molenbeekse jongeren en de beeldvorming over hen, maar films als Black en Rebel focussen net op straatgeweld en religieus fanatisme in Molenbeek. Heeft hij zich bij die films ooit de bedenking gemaakt: nu draag ik zelf bij aan die negatieve beeldvorming?

Dat is zeker een belangrijke vraag om te stellen, zegt El Arbi, maar ze mag een regisseur niet beletten de relevante verhalen te vertellen. ‘In Black vertellen we over de bendes die nu eenmaal actief waren in Brussel, en dan moet je wel geweld tonen of zeker niet wegmoffelen. In Rebel hebben we er uitdrukkelijk voor gezorgd dat alle scènes uit Molenbeek zo alledaags waren als het leven zelf. Er gebeurt niets noemenswaardigs op straat. De oorlog speelt zich af in Syrië, niet in Molenbeek.’

‘Als ik kan laten zien wat voor talent moslims of mensen met een migratie-achtergrond inbrengen in de samenleving, dan word ik daar blij van.’

‘Ook de serie Grond is gedraaid in Molenbeek, en toont de straten en wijken als chille plekken waar mensen leven. Image vertelt over de rellen in Molenbeek en over een paradoxale spiraal: media stellen de jongeren voor als gewelddadig en daarom berichten ze erover, en omdat ze er dan pas over berichten, gaan jongeren zich ook zo gedragen, en dus gaan de media erover berichten.’

Inspiratie die werkt

P&V Foundation prijst Adil El Arbi nu met de Burgerschapsprijs 2023 als rolmodel voor jongeren in dit superdiverse land. De jury noemde hem ‘een erg actueel, inspirerend, verbindend en geslaagd rolmodel voor jongeren, die niet aarzelt om uitsluiting, racisme en ongelijkheid te benoemen, maar zeker geen moraliserende aanpak huldigt.’

Hoe voelt dat? ‘Mijn stelling is altijd geweest dat wie een rolmodel wil zijn, het alvast niet is. Ik zoek die rol dus niet, maar besef wel dat ik intussen willens nillens een voorbeeldfunctie heb, met alle verantwoordelijkheid die daarmee samenhangt.’

‘Het feit dat ik succes heb door groot te dromen en hard te werken, het feit dat ik als Marokkaanse Belg de unieke kans krijg om in Hollywood films te maken met legendarische sterren, daar moet je iets mee doen. Ik wil daarmee een ambassadeur worden van mijn land, mijn origine, mijn religie.’

‘Dat we Ms. Marvel mochten verfilmen, de eerste moslima-stripfiguur die superheld werd, was een kans en een eer. Als ik kan laten zien wat voor talent moslims of mensen met een migratieachtergrond inbrengen in de samenleving, dan word ik daar blij van en misschien wordt de wereld er voor sommige jongeren wel wat vrolijker door.’

Adil El Arbi beperkt zijn verantwoordelijkheid niet tot de makkelijke uitstraling van een beroemdheid, hij steekt ook de handen uit de mouwen. Brusselse initiatieven zoals ToekomstAtelierDelAvenir (TADA) en WAJOW kunnen op zijn inzet rekenen. En jongeren die gegrepen zijn door film zet hij op weg. Dat biedt hem de kans om aan jonge mensen te tonen dat hun dromen bereikbare doelen kunnen zijn.

‘Toen ik begon, was Hollywood nog onbereikbaar. Maar de Oscarnominatie voor Michaël Roskam (voor Rundskop) veranderde dat voor mij, want ik kende hem goed en zag hem vervolgens tussen al die sterren en op dat grote gebeuren. Hetzelfde met Matthias Schoenaerts. Dat had als effect dat een hele generatie begon te denken: als zij daar kunnen raken, kunnen wij dat ook. Dat wil ik voor de nieuwe generatie doen. Duidelijk maken dat ik in de wereld van Hollywood thuis ben, maar ook in de Brusselse wijken. Als het mij lukt, dan kunnen jullie het ook.’

‘De belangrijkste boodschap is dat glitter en rijkdom niet je doel moeten zijn.’

Dat is inspirerend, maar is het ook waar? Er is toch meer nodig dan een droom en een voorbeeld? Jongeren hebben ook, bijvoorbeeld, een trainer en begeleiding nodig?

‘Ik zet me vooral af tegen de mentaliteit die vertrekt van “Het gaat toch nooit lukken, want…” Waarom zou je opgeven zonder proberen, of na een keer mislukken? Wie had ooit gedacht dat twee jongens van Marokkaanse origine uit België Bad Boys zouden regisseren? Toch is het gelukt. Je moet er wel in geloven en ervoor werken. Je moet technische vaardigheden ontwikkelen, iets te vertellen hebben én willen doorzetten.’

Blingbling drijft mij niet

Film, en Hollywood in het bijzonder, is ook een wereld van Grote Ego’s, Groot Geld en Blingbling. Dat botst met het beeld van Adil El Arbi als een toegankelijke jonge regisseur die zich ver van glitter en luxueus vertoon houdt. ‘Dat heeft met mijn verleden en mijn opvoeding te maken’, reageert hij, ‘en met de manier waarop je dat verwerkt. Ik heb op een bepaald moment echt in diepe armoede geleefd en dat krijg ik niet kwijt.’

‘Het gevoel dat alles morgen voorbij kan zijn, is voortdurend aanwezig, en dus moet ik sparen en zien wat ik doe. Je beseft dat het niet vanzelfsprekend is dat je eet wat je zelf wilt, in plaats van afhankelijk te zijn van voedselbanken en andere liefdadigheid. Uiterlijk vertoon en blingbling drijven mij niet. Wél dat ik mijn droom kan realiseren op een eerlijke en authentieke manier.’

Is dat ook wat hij aan jongeren wilt doorgeven: ga voor je droom, niet voor de glitter? ‘De belangrijkste boodschap is dat glitter en rijkdom niet je doel moeten zijn. Vind je het fijn om uit te pakken met dure kleren en blinkend goud? Mij niet gelaten. Als personages zijn die blingblingers trouwens interessant, omwille van hun extravagantie.’

‘Maar als dat je enige drijfveer wordt, dan heb je een probleem. Uiteindelijk moet je je passie volgen, of dat nu geneeskunde, kunst of loodgieterij is. Al de rest is minder belangrijk.’

Heeft Adil, na al dat waanzinnige succes, de beroemde maatjes en zijn transcontinentale leven, nog last van wat hij vroeger _fear for failure’_noemde? Hij twijfelt niet: ‘Die angst blijft aanwezig en is ook nodig. Het wordt pas gevaarlijk als je blind begint te werken zonder angst om te mislukken, want dan ben je niet voorbereid op tegenslagen. En ja, ook daar heb ik best mijn deel al van gehad.’