Adriana Guzmán: ‘Waarom zou Simone de Beauvoir ons voorbeeld zijn? Wij hebben onze eigen voorouders’

Interview

Over het belang van gemeenschapsfeminisme in Latijns-Amerika: 'Het systeem laat ons geen tijd meer om in gemeenschap te leven’

Adriana Guzmán: ‘Waarom zou Simone de Beauvoir ons voorbeeld zijn? Wij hebben onze eigen voorouders’

Adriana Guzmán: ‘Waarom zou Simone de Beauvoir ons voorbeeld zijn? Wij hebben onze eigen voorouders’
Adriana Guzmán: ‘Waarom zou Simone de Beauvoir ons voorbeeld zijn? Wij hebben onze eigen voorouders’

Onder de noemer antikoloniaal feminisme kwamen in Latijns-Amerika de afgelopen decennia verschillende vormen van feminisme tot stand die zich niet herkennen in een Europees, blank en stedelijk feminisme. ‘Vroeger zei ik dat ik niet wist waar ik vandaan kwam, terwijl ik dat heel goed wist.’

Adriana Guzmán

© Adriana Guzmán

Onder de noemer antikoloniaal feminisme kwamen in Latijns-Amerika de afgelopen decennia verschillende vormen van feminisme tot stand die zich niet herkennen in een Europees, blank en stedelijk feminisme. De Boliviaanse Adriana Guzmán legt uit wat dit voor haar betekent: ‘Vroeger zei ik dat ik niet wist waar ik vandaan kwam, terwijl ik dat heel goed wist.’

In Latijns-Amerika staan inheemse vrouwen in de frontlinie ter verdediging van hun land en rechten. In het heetst van de strijd rees bij enkelen van hen de vraag: ‘Waarom vechten we als sociale leiders schouder aan schouder met de mannen uit onze gemeenschap, maar ondervinden we in ons huis en bed nog steeds geweld?’

In Bolivia en Guatemala ontstonden de meest gekende vormen van dat gemeenschapsfeminisme. De bossen en hooglanden van de inheemse Mayavolken vormen daar het toneel van in Guatemala. De straten van de satellietstad El Alto zijn dat in Bolivia. Met een miljoen inwoners van voornamelijk Aymara-afkomst kijkt de stad vanop 4000 meter hoogte uit opde Boliviaanse aministratieve hoofdstad La Paz.

Van Mexico, in navolging van de Zapatisen, over Argentinië en Chili, tot in Europa bij Latijns-Amerikaanse migranten zijn uittingen van het gemeenschapsfeminisme terug te vinden. Vrouwen vinden hierin een platform om meervoudige vormen van discriminatie aan te kaarten: kapitalisme, neoliberalisme, historisch en modern kolonialisme, racise en heteronormativiteit.

Het belang dat leven in een gemeenschap voor hen heeft, biedt een tegengewicht voor het kapitalistische systeem. Het doet dromen van een andere wereld, want voor inheemse volkeren is dit al generaties lang een manier van leven.

Niemand die dat beter weet dan Adriana Amparo Guzmán Arroyo en begroet me in het Aymara, de officiële taal van de gemeenschap, en vertaalt die begroeting met aandacht naar het Spaans: ‘Ik ben Adriana Guzmán Arroyo uit La Paz. Ik ben Aymara, lesbisch en voortbrenger van leven. Ik maak deel uit van het volksonderwijs, maakte radio en maak al dertien jaar deel uit van de organisatie Anti-Patriarchaal Gemeenschapsfeminisme (Feminismo Comuitario Antipatriarcal, red.).’

Pandemie en politieke crisis

‘Hola hermana’, zegt ze plots tijdens het gesprek. De actualiteit verstoort ons gesprek over gemeenschapsfeminisme. ‘We bevinden ons hier midden in de mobilisaties, wanneer ik een moment vind, kunnen we verder praten.’

Ook die actualiteit maakt deel uit van waar zij en haar mede-activisten voor staan. Samen met een waaier aan sociale organisaties in het land, ook in El Alto, organiseerden ze eind juli een algemene staking en richtten daarbij wegblokkades op. Ze eisen verkiezingen, want de presidentsverkiezingen die op 3 mei hadden moeten plaatsvinden zijn door de pandemie ondertussen al drie keer uitgesteld.

‘Voor het volk zijn er nooit ziekenhuizen geweest. Wij hebben altijd al weerstand geboden met traditionele geneeskunde.’

Omdat de piek van de epidemie in Bolivia in september wordt verwacht, schoof het kiestribunaal oktober naar voor als nieuwe verkiezingsdatum. De langverwachte verkiezingen vallen zo nagenoeg een jaar na de controversiële verkiezingen waarop president Evo Morales onder dwang aftrad en het land ontvluchtte. Volgens sommige internationale analisten verzwakt de coronacrisis op die manier de democratie in verschillende Latijns-Amerikaanse landen.

In Bolivia zijn tegenstanders van de interim-regering van presidente Jeanine Añez het beu. De pandemie en snel ingeroepen lockdown legde het protest tegen de regering gedeeltelijk stil, maar vandaag komen mensen weer de straat op. Bolivia is één van de Latijns-Amerikaanse landen waar de gezondheidszorg oversteplt geraakt door de toevloed van coronazieken. Dat heeft dramatische gevolgen.

© Adriana Guzmán

Adriana Guzmán

© Adriana Guzmán

Een groot deel van de bevolking behelpt zich waar ze kunnen met traditionele geneeskundige planten. Dat minister van Binnenlandse Zaken Arturo Murillo tijdens een persconferentie het gebruik van traditionele geneeskunde als onwetendheid bestempelde, werd door velen als een minachting van inheemse cultuur beschouwd en gaf aanzet de eis voor nieuwe verkiezingen. ‘De traditionele geneeskunde is fundamenteel voor ons. Hoe kunnen wij anders leven? Voor het volk zijn er nooit ziekenhuizen geweest. Wij hebben altijd al weerstand geboden met de traditionele geneeskunde’, vertelt Guzmán daarover.

Feminist uit noodzaak

‘Wij zijn feministen uit noodzaak’, vertelt Guzmán verder. ‘We moeten ook binnen onze gemeenschappen, binnen de sociale organisaties het machismo en patriarchaat in vraag stellen. Anders waren we geen feministen.’

‘Sinds 2003 definieren we ons als feministen. Toen had een bloedblad plaatsgevonden in El Alto die ten onrechte de gasoorlog wordt genoemd. Het was een bloedblad van het volk. Een president met Amerikaans paspoort (toenmalig president Gonzalo Sánchez de Lozada, red.) stuurde de militairen af op een vreedzame manifestatie. Dat ging over Boliviaans gas, dat verkocht zou worden zonder dat het iets opleverde voor het Boliviaanse volk.’

‘Soms betekende terug naar huis gaan geweld ondergaan van diezelfde compañero die op straat onze strijdmakker was.’

‘Tijdens dat bloedbad organiseerden wij vrouwen ons mee in de straten van El Alto. We namen mee deel aan het protest, verzorgden de gewonden en de lichamen van de dodelijke slachtoffers. Maar wie zorgde er ondertussen voor het huishouden? Nadien wilden we niet terug naar huis, we wilden verder met de strijd. Want thuis wachtte ons opnieuw de was en de plas.’

‘We zagen in El Alto hoe mannen en vrouwen schouder aan schouder een strijd leverden. Maar in sommige gevallen betekende terug naar huis gaan geweld ondergaan van diezelfde compañero die op straat onze strijdmakker was. Die gooide verontwaardigd stenen naar de militairen, terwijl hij thuis niet meehelpt in het huishouden, niet naar zijn vrouw luistert, of slecht behandelt en gewelddadig is.’

Dubbel patriarchaat

Hoewel het gemeenschapsfeminisme in verschillende vormen, met een heel eigen context ontstaan, zijn er toch belangrijke overeenkomsten. Mannen maken deel uit van de gemeenschap, en de strijd. In Bolivia zetten inheemse vrouwen en mannen samen hun schouders onder de transformatie van het land, waar ook zij als Aymara, Quechua en Guarani volwaardige burgers zijn.

Maar inheemse gemeenschappen zijn niet idyllisch, benadrukken gemeenschapsfeministen, want het patriarchaat en de kolonisatie wegen op inheemse vormen van samenleven. ‘Het wereldbeeld van de Aymara-cultuur en de inheemse volken is doorspekt van het patriarchaat, vertelt Guzmán. ‘Met de kolonisatie onstond een patriarchale koppeling die tussen een bestaand inheems patriarchaat en het patriarchaat die de Spaanse kolonisatie met zich meebracht. ’

‘De maatschappij van de Inca’s had al machtsverhoudingen en hiërarchische relaties ingevoerd.’

‘Voordien was er al de kolonisatie van de Inca’s. Die maatschappij had al nieuwe machtsverhoudingen en hiërarchische relaties ingevoerd. Zo was er de Zonnegod, wiens zonen de Inca’s waren. Het lichaam van de vrouw was minder waard. Zo gebeurden offers met vrouwen.’

‘Dat dubbele patriarchaat zorgt ervoor dat wij als vrouwen hier in andere omstandigheden leven dan vrouwen in Europa of de Verenigde Staten.’ Want behalve het patriarchaat gaan de vrouwen in Latijns-Amerika vaker gebukt onder andere vormen van discriminatie. ‘Vrouwen in Europa of de VS, maar ook de mannen, leven in omstandigheden die te maken hebben met het uitbuiten en ontginnen van onze gebieden.’

Guzmán en haar mede-activisten moesten goed nadenken over hun eisen en doelen als feministen. ‘De wereld werkt zo dat mannen en vrouwen niet dezelfde verantwoordelijkheden hebben en dat transnationale bedrijven ons beroven en ons verarmd achterlaten.’

Om daar een antwoord te bieden keken ze naar hun eigen cultuur en geschiedenis. ‘We keerden terug naar de gemeenschap, waar we opgroeiden en waar onze moeders nog levn.’ Want velen van de jongere feministen wonen vandaag in stad, waar ze studeren en werken. ‘Het past binnen de koloniale gedachte dat je naar de stad moet, om te studeren en beter te zijn. Om niet onwetend te zijn zoals onze moeders en grootmoeders.’

Veranderingsproces

Na de “gasoorlog” in 2003 kwam en veranderingsproces op gang. Het is een maatschappelijk proces van herwaardering van de inheemse identiteit en waardigheid en het werk van vele sociale organisaties en individuen. ‘Dat proces was ook voor mij heel belangrijk’, vertelt een geëmotioneerde Guzmán. ‘Het brak een koloniaal beeld, waarin ik het bestaan van mijn grootmoeder en voorouders ontkende.’

‘Voorheen zei ik dat ik niet wist waar ik vandaan kwam, hoewel ik dat goed wist.’

‘Voordien zei ik dat ik niet wist waar ik vandaan kwam, dat ik misschien wel een inheemse grootvader had, terwijl ik heel goed wist dat mijn grootvader Aymara is. Mijn grootmoeder deed haar pollera (de kenmerkende wijde rok uit meerdere lagen die inheemse Aymara- en Quechua-vrouwen dragen, red.) verschillende keren uit zodat mijn mama school kon lopen, uit angst voor sociale druk of racisme.’

© Satori Gigie

Vrouwen in ‘pollera’ in La Paz, Bolivia

© Satori Gigie

Het veranderingsproces veranderde de blik van Guzmán. ‘Ik begreep de pijn in mijn lichaam en zag dat het een koloniale en racistische wereld was. Zodra je dat beseft, beslis je op een andere manier te gaan leven en je kinderen op te voeden. Buiten de logica van het kapitalisme, waarin een diploma, een auto en een huis hebben het belangrijkste vooruitzicht is. Het systeem legt ons dit op, maar laat ons geen tijd meer om in gemeenschap te leven.’

‘Het systeem laat ons geen tijd meer om in gemeenschap te leven.’

Koloniale maatschappij gebouwd op racisme

Door zich als feminist en later als gemeenschapsfeminist te zien, kon ze racisme benoemen en er de confrontatie mee aangaan, vertelt ze. ‘We beseften dat we als vrouwen, als inheemse vrouwen en als vrouwen in armoede dubbel, driedubbele repressie ondergaan. Daar moeten we geen boeken voor lezen. Een bloedbad zoals in El Alto vindt altijd in zo’n buurten plaats. Vorig jaar, tijdens de staatsgreep (sommige Bolivianen noemen het aftreden van Morales als een staatsgreep, red.) gebeurde dat opnieuw.’

Voor vele inheemsen was het presidentschap van Evo Morales, als eerste inheemse president, een belangrijk onderdeel van het veranderingsproces. ‘Dertien jaar lang was er intern debat. Ik wil hiermee het veranderingsproces niet idealiseren, want er zijn ook fouten gemaakt door de staat en de organisaties. Dit is een onderdeel van zo’ proces. Maar we zijn overmoedig geweest. Ik was ervan overtuigd dat er geen weg terug was. Dit land zou nooit nog zonder de inheems bevolking kunnen. Vorig jaar bleek dat processen kunnen teruggedraaid worden.’

Eind 2019 ontaarde het vertrek van Morales in stevig protest, met vooral de inheemse bevolking. Zijn gedwongen aftreden en vertrek werd en wordt nog steeds door hen als een staatsgreep beschouwd. Het protest dat daarop volgde werd hardhandig neergeslagen door politie en leger, en er vielen daarbij dodelijk slachtoffers.

‘De boodschap was dat wij als indios niet mogen mee beslissen en geen mening mogen hebben.’

‘Ik koester de hoop dat dit niet zo blijft, maar de staatsgreep was een vernedering voor onze vrouwen in polleras. Ze zijn geslagen, ze zijn op hun knieën gebracht. Er is op hen gespuwd omdat ze indias zijn en omdat ze een pollera dragen. Het was een waarschuwing dat wij als indios en indias niet mogen mee beslissen en geen mening mogen hebben. Dat was de boodschap wanneer ze onze tantes en grootmoeders vernederden.’

‘De huizen van sociale leiders zijn in brand gestoken. Er is veel gewelddadige repressie geweest, met stigmatisering van de inheemse bevolking en valse berichten. Wat kunnen we nog meer zeggen dan dat het racisme is? Wij hebben de logica van wat racisme is niet moeten bestuderen, we hebben het moeten voelen.’

Maar ook binnen de feministische beweging bestaat racisme, vertelt Guzmán. ‘Dat had ik eerst niet verwacht. Wij mogen alleen landverdedigsters zijn en aan de oever van een rivier staan. Dat is een koloniale blik. Maar er zijn hermanas (letterlijk “zusters”, red.) die rivieren verdedigen tegen hydro-elektrische projecten, er zijn hermanas die het voorouderlijk land in de stad verdedigen door zich te identificeren met hun cultuur en er zijn hermanas die het binnen de academische wereld tonen dat er andere vormen van kennisvorming zijn.’

‘Waarom zou Simone de Beauvoir ons voorbeeld moeten zijn als wij onze voorouders hebben? Bartolina Sisa, Curusa Yarwi en comandante Ramona: wij hebben onze eigen voorbeelden die tegen het dubbele patriarchaat vochten. Wij zijn geen deel van het eurocentrisch feminisme. Wij maken deel uit van de strijd tegen het patriarchaat op straat.’

‘De strijd gaat niet in quarantaine’

Ook de gemeenschapsfeministen blijven zich organiseren in een wereld van pandemie. Ze zijn meer dan ooit aanwezig in de digitale sfeer. Live video’s op sociale media tonen inheemse feministen van verschillende Latijns-Amerikaanse volken samen in gesprek over actuele en mondiale thema’s.

‘Het is belangrijk om te beseffen dat we niet alleen zijn.’

‘We moesten onze netwerken over de grenzen heen blijven voeden’, vertelt Guzmán. ‘Daarom begonnen we met virtuele forums, samengeroepen door meerdere compañeras. Het is belangrijk om te beseffen dat we niet alleen zijn, en om gedachten uit te wisselen vanuit verschillende territoria. We voerden debatten Lolita Chavez van Guatemala of met Miriam Miranda van Ofraneh in Honduras. We voerden ceremonies uit voor de Pachamama, … allemaal via zoom. We moesten wel, om elkaar kracht te geven. Er is meer repressie en nu er geen actie op straat mag plaatsvinden is dit onze ruimte.’

‘Maar de strijd gaat niet in quarantaine’, stelt Guzmán. ‘We moeten elkaar clandestien ontmoeten om er voor te zorgen dat het voedsel en de traditionele medicijnen blijven circuleren. Daar komt de uitdrukking “alleen het volk helpt het volk” vandaan. Ondertussen blijven we de mensenrechtenschendingen van tijdens de staatsgreep aanklagen.’

In eigen boezem kijken

Feministen in Europa en de gemeensfeministen kunnen ook van elkaar leren stelt Guzmán. Meer nog: netwerken opzetten en samenwerken kan niet zolang er ongelijke machtsverhoudingen bestaan. ‘Het is belangrijk dat Europees feminisme aan zelfkritiek doet. Om te begrijpen wat de logica is waarop het gebouwd is.’

‘Europese feministen moeten hun deel van de strijd leveren.’

‘Dekolonisatie kan niet alleen hier plaatsvinden, maar is ook nodig in Europa. Wij leven onder een dubbel patriarchaat en onder systematische uitbuiting van onze territoria, waar Europa beter van werd. Wij klaagden hier ontginningspraktijken, oveheden met een politiek van transgenetische gewassen en internationale leningen die schulden aan het volk opleveren aan. Maar de herkomst van dit alles ligt in Europa en de Verenigde Staten.’

‘Daarom moeten Europese feministen hun deel van de strijd leveren. Ze moeten weten welke banken en staten bedrijven financieren die gemeenschappen van hun land jagen en mensenhandel en seksuele uitbuiting met zich mee brengen. Waar zit dat geld? In Europa en in de Verenigde Staten. Het protest moet ook daar plaatsvinden.’

Bovendien stelt ze, leven in een gemeenschap geeft leden van die gemeenschap ook veel terug. En dat geldt niet alleen voor inheemsen in Latijns-Amerika. ‘De hele mensheid heeft in gemeenschappen geleefd. Kiezen om opnieuw een andere vorm van leven aan te nemen en zo’n gemeenschap op te bouwen, is een politieke keuze. Elke feminist kan in haar omgeving zo’n gemeenschap opbouwen. Dat is ook een politiek belissing.’

Dit artikel kwam tot stand in het kader van MO*onderzoekt.