Waarom we nooit over Afrikaanse filosofen leerden (en claimden dat ze niet bestonden)
‘Wie een taal niet kent, kan de traditie erachter niet ontdekken.’ Daarmee vat Sophie Oluwole (emeritus professor Filosofie, Lagos University) het probleem van de Afrikaanse filosofie samen. Oluwole verdiepte zich in het Yoruba en ontdekte zo de filosoof Orunmila. Zijn denkwijze blijkt vandaag verrassend relevant.
Dit is een tekst die bij het einde begint. Bij het briefje dat ik voor haar achterliet. Zij, de Nigeriaanse filosofe Sophie Oluwole, hield op dat moment een lezing. Ik, de journaliste, had een paar uur eerder de kans gekregen om op haar huurappartement-voor-één dag met haar te spreken.
Dat gesprek had me best geraakt. Dus schreef ik op het briefje: ‘Beste Maman Oluwole, bedankt. Ik vond het een erg leerrijke middag.’
Vijftig jaar achter
Wat ik juist had bijgeleerd, was nog niet duidelijk. Tot die avond, tijdens het diner, het gespreksonderwerp – niet toevallig – ‘Afrika’ was en een van mijn tafelgenoten opperde dat het continent zich nu - no offense – bevond waar wij pakweg vijftig jaar geleden stonden.
Knip. Plots wist ik wat professor Oluwole me had bijgebracht. Dat dat van die vijftig jaar niet waar was. Dat ze wel begreep dat wij zo dachten, omdat we geen volledig beeld van Afrika hadden. Ons idee over Afrika kreeg (bijna) uitsluitend vorm op basis van de koloniale en postkoloniale periode. Maar wat met de duizenden jaren ervoor?
We kennen slechts een fractie van de Afrikaanse geschiedenis
Die middag had de 82-jarige filosofe me uitgelegd én bewezen dat we slechts een fractie van de Afrikaanse geschiedenis kennen. Een fractie die niets vertelt over de Afrikaanse tradities, die een stuk progressiever waren dan wat we vandaag zien.
In haar nieuwste boek ‘Socrates en Orunmila’ schrijft ze het zwart op wit. ‘Vele uit het Westen geïmporteerde religieuze, filosofische, wetenschappelijke en sociale principes brachten achteruitgang in plaats van vooruitgang voor het Afrikaanse denken.’ Voor de kolonisator voet aan grond zette op het oudste continent, leefden mensen er volgens bepaalde wetten en principes die vandaag zouden doorgaan als progressief en vernieuwend.
Waarom professor Oluwole dat zo stellig kan beweren? Omdat ze jarenlang het Ifa-corpus bestudeerde. Het Ifa is een verzameling mondeling overgeleverde teksten van de Yoruba, een volk dat voornamelijk in het huidige Nigeria, Benin en Niger leeft. Het corpus telt slechts 256 verzen, maar heeft een oneindig aantal combinatiemogelijkheden. ‘Zo’n 200.000 in totaal’, rekende Maman Oluwole die middag voor me uit. Hoe die door de eeuwen heen werden onthouden? ‘Door de uitgekiende binaire opbouw. Die bestond lang voor de geheugentechnieken van de moderne westerse computerwetenschappen.’
Londen in Afrika
Ze had me vriendelijk, maar kordaat aangekeken. Met een blik die haar overtuiging kracht bijzette, dat het Westen van de Afrikaanse denkwijze kon leren. Waarom was dat tot op vandaag nooit echt gebeurd?
Het antwoord klonk pijnlijk voorspelbaar: omdat er in de onderzoekswereld geen plaats was voor het pre-koloniale Afrika. ‘Ik studeerde eind de jaren ‘60 filosofie aan de universiteit van Lagos en behaalde een PhD in Ibadan. Die universiteiten hanteerden westerse curricula. Eigenlijk ging je naar de University of London, maar dan in Afrika. In mijn opleiding filosofie leerde ik over Socrates, Kant, Descartes… maar er kwam geen Afrikaan aan te pas.’
‘Als Afrika geen filosofische traditie heeft, zijn Afrikanen geen mensen’
‘Toen ik later wilde doctoreren op Afrikaanse filosofen, kreeg ik te horen dat die niet bestonden. Vreemd, want filosofie betekent “denken” en dat is een menselijke eigenschap. Wie beweerde dat Afrika geen filosofen had, stelde dus dat Afrikanen geen mensen waren.’
Haar stelling klonk als een logische redenering en tegelijk als een akelig confronterend feit. Wat doe je als de essentie van je wezen, zelfs door je eigen maatschappij in vraag wordt gesteld?
Tot vandaag woedt in onderzoekskringen de discussie of Afrika een filosofische traditie heeft. Een van de redenen is volgens professor Oluwole de hoofzakelijk mondelinge overlevering van de Afrikaanse denkwijze, het gebrek aan ‘schriftelijk bewijs’. ‘Nochtans bestonden alle grote klassieke filosofische systemen eerst in mondelinge vorm voor ze op papier verschenen. Ook het volledige gedachtegoed van Socrates is pas dertig jaar na diens dood door Plato opgeschreven.’
Het Ifa-corpus werd intussen neergepend, maar er sloop een fout in de Engelse vertaling. Die gaf Orunmila, de grondlegger van het Ifa-systeem, geen menselijke maar een goddelijke status. Sophie Oluwole: ‘Orunmila’s teksten kregen een religieuze duiding. Die stond een wijsgerige interpretatie in de weg.’
‘Het westen denkt in termen van oppositie: als je het ene hebt, heb je het andere niet’
In haar boek toont professor Oluwole aan dat Orunmila wel degelijk een filosoof was, wiens gedachtegoed door de kolonisatie ondergesneeuwd raakte. ‘En dat terwijl zijn ideeën ons kunnen helpen bij het oplossen van hedendaagse problemen’, vertrouwt ze me die middag toe.
‘Het Westen denkt in termen van oppositie. Als je het ene hebt, heb je het andere niet. Het idee staat tegenover de materie. De eigen burger staat tegenover de vreemdeling. De vrouw staat tegenover de man. In de Ifa-geschriften zijn zaken complementair, ze vullen mekaar aan.’
Er valt een korte stilte. Maman Oluwole zet haar duim en wijsvinger nét niet op elkaar, alsof ze ertussen een muntstuk vasthoudt. ‘Voor westerse denkers heeft deze munt twee zijden, onafhankelijke van elkaar. Voor Afrikanen kan de munt enkel door beide zijden bestaan.’
Democratie
Ik knik en laat haar woorden even bezinken, beducht voor puur semantische discussies. Maar de professor weet waarover ze het heeft. Ze stoffeert haar stelling met een ander voorbeeld. ‘Athene staat gekend als de bakermat van de democratie. Maar enkel rijke mannen hadden toegang tot de politiek. Die opvatting hield in het Westen eeuwenlang stand. Bij de Yoruba was het anders. Daar hadden niet enkel ervaren mannen maar ook vrouwen, jongeren en nieuwkomers het recht om te besturen. Hun inbreng werd als complementair gezien.’
Complementariteit in plaats van oppositioneel denken. Biedt de Afrikaanse traditie een oplossing voor hedendaagse kwesties rond vluchtelingen, gender… ?
‘De Yoruba kennen geen feminisme, want man en vrouw zijn er gelijkwaardig’
Wanneer Sophie Oluwole later voor een volle KVS een lezing geeft, wordt de waarde van Orunmila’s leer heel actueel. Of Sophie Oluwole zich een feministe voelt, vraagt een jongedame zich af. Uiteindelijk was ze in 1972 de eerste vrouwelijke assistente aan de universiteit van Lagos. ‘Feminisme bestaat niet in de Yoruba-traditie’, verzekert de professor Oluwole de zaal. ‘Voor de Yoruba zijn man en vrouw gelijkwaardig en ze kunnen niet zonder elkaar.’
Ik herinner me verschillende passages uit haar boek, waaruit blijkt dat vrouwen een volwaardige positie bekleedden in het economische, religieuze en politieke leven van de Afrikaanse pre-koloniale koninkrijken. ‘Vrouwen verwierven hun adellijke titels niet via hun status als echtgenote van een lord, maar op basis van persoonlijke prestaties. Ze speelden ook een belangrijke rol in religieuze kringen’, herlees ik. Vrouwen leverden een cruciale bijdrage tot het bestuur en de ontwikkeling van de Yoruba-samenleving.
Toch ervoer Sophie Oluwole zelf tegenkanting bij haar aanstelling op de universiteit. Ook volgens zwarte proffen hoorde ze daar niet thuis. Professor Oluwole knikt: ‘Veel Yoruba kennen hun eigen geschiedenis niet. Omdat ze geen Yoruba meer spreken en het ook niet wordt onderwezen.’
Katanfuru, wie zijn wij?
De Nigeriaanse filosofe voert al jarenlang een strijd om haar eigen volk van dat hiaat bewust te maken. Daarom schreef ze zes jaar geleden het boekje Katanfuru. Who are (They/We) Africans. een verzameling citaten over de Afrikaanse denkwijze, cultuur en filosofie.
‘Weet je wat katanfuru betekent?’, vraagt ze. Haar tong raakt haar twee voorste boventanden. ‘Katanfuru verwijst naar het gat dat ontstaat als die twee tanden worden weggeslagen. Het staat symbool voor een verlies aan kennis en kracht dat we door de kolonisatie ondergingen. We moeten die kracht dringend herwinnen.’
‘Afrika moet de westerse technologie niet zonder meer overnemen’
‘Kijk’, zegt ze, ‘ik beweer niet dat de Afrikaanse denkwijze beter is, maar ze sluit aan bij onze traditie. Bovendien vult ze het westerse denken aan.’ Ze vertelt het verhaal van een waterbron die zich op een tijdje stappen van een Afrikaans dorp bevond. De vrouwen trokken er elke dag heen. Op een dag besloten westerse ingenieurs vlakbij hun huis een waterput te graven. Dat zou het werk voor de vrouwen vergemakkelijken. Maar de dames maakten de put onbruikbaar. Waarom? Tijdens hun dagelijkse tocht naar de bron konden ze hun sociale problemen bespreken. De put ontnam hen de tijd om die ervaringen nog te delen. In plaats daarvan moesten ze op de boerderij werken.
‘Het is helemaal niet nodig de Afrikaanse levensstandaard te verhogen door westerse technologische hoogstandjes zonder meer over te nemen’, besluit Maman Oluwole. ‘Integendeel. Het is belangrijk om mensen díe ontwikkeling mee te laten maken die rekening houdt met hun specifieke situatie. Ontwikkeling is meer dan technologische vooruitgang, die centraal staat in het westerse denken. In de Afrikaanse denktraditie ontstaat wijsheid pas als we kennis combineren met de menselijke ervaring.’
Ze verwijst naar het recente vluchtelingenprobleem. Wie dat enkel wil oplossen door veel kennis te vergaren en zonder oog voor de menselijke relaties, zal er volgens haar niet geraken.
Remedie tegen xenofobie
Voor Sophie Oluwole is dialoog een sleutelwoord om de hedendaagse uitdagingen aan te gaan.
‘Een dialoog is iets anders dan een debat’
‘Een dialoog is iets anders dan een debat’, waarschuwt ze meteen. ‘Een debat geeft enkel plaats aan je eigen idee. Alternatieven worden afgewezen. Het resultaat van een debat is een bevestiging van ‘de waarheid’. Kijk naar de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. Daar worden debatten gehouden (nvdr. door vetorecht van permanente leden). Tijdens een dialoog vindt daarentegen een kruisbestuiving van ideeën plaats, waardoor je gedachtegang verder geraakt.’
Zoals de filosoof Orunmila is professor Oluwole voorstander van een interculturele dialoog. Orunmila betrok ook vreemdelingen bij zijn dialoog. ‘Dat is de beste remedie tegen verschijnselen als xenofobie, die ontstaan uit onwetendheid. Je kent iemand niet en dat maakt je bang. Kennis is de beste remedie om die angst te verminderen.’
Afrika, ontwaak!
Na een intens gesprek, een concrete lezing en een verhelderend inzicht tijdens het avondeten, begrijp ik wat Sophie Oluwole wil zeggen. Dat er wel degelijk Afrikaanse filosofen bestaan – Orunmila is er eentje van – en dat het Westen van de Afrikaanse traditie kan leren.
Nog één vraag die er al een hele tijd hangt: kan Afrika nog iets van ons opsteken? Of hebben we het helemaal verkeerd aangepakt? Ze glimlacht, maar besluit dan strijdvaardig: ‘Het wordt tijd dat Afrika ontwaakt. Toen ik hier in Brussel arriveerde, dacht ik: Lagos zou dat allemaal kunnen imiteren. Maar dat doen we niet, want we voelen ons nog steeds inferieur. Veel Afrikanen geloven dat enkel het Westen zaken kan uitvinden en technologische vooruitgang kan creëren, terwijl we van elkaar kunnen leren. Het leven is geen competitie, er bestaat geen hiërarchie. Ik hoop dat we dat stilaan inzien.’