‘Alle Jemenitische oorlogen zijn terug te voeren op de strijd tussen noord en zuid’

Interview

Zal de oorlog in Jemen eindigen in een nieuwe onderverdeling tussen noord en zuid?

‘Alle Jemenitische oorlogen zijn terug te voeren op de strijd tussen noord en zuid’

‘Alle Jemenitische oorlogen zijn terug te voeren op de strijd tussen noord en zuid’
‘Alle Jemenitische oorlogen zijn terug te voeren op de strijd tussen noord en zuid’

Zal de oorlog in Jemen eindigen in een nieuwe onderverdeling tussen noord en zuid? Of is een einde van het geweld nog steeds niet in zicht? 'We willen niet eens Jemen heten. We zijn de republiek Zuid-Arabië.’

© Ali Owidha / Reuters

De oorlog in Noord-Jemen is een spelletje, zegt Saeed Salem Al-Jariri, een van de leiders van de onafhankelijkheidsbeweging van Zuid-Jemen. ‘Ten koste van het zuiden, dat met die oorlog eigenlijk niks te maken heeft. We willen niet eens Jemen heten. We zijn de republiek Zuid-Arabië.’ Maar noorderling Mogib Hassan is het daar niet mee eens: ‘Ik weet niet of dat wenselijk is.’

De oorlog in Jemen ontwikkelt zich als voorspeld. De twee partijen die in 2012 buiten de boot vielen bij het ontwerp van het nieuwe federale Jemen, domineren vandaag het slagveld. De noordelijke Houthi’s en de zuidelijke separatisten zullen het land onderling verdelen, voorspellen zuiderling Saeed Salem Al Jariri en noorderling Mogib Hassan.

Saeed Salem Al-Jariri werd achtenvijftig jaar geleden geboren in Ad Dis al-Sharqiyya, een stadje aan de Arabische zuidkust. Dis ligt honderd kilometer oostelijk van Mukalla, hoofdstad van de provincie Hadramawt, destijds nog een Brits protectoraat. Al-Jariri studeerde letteren en schopte het tot professor aan zowel de universiteit van Hadramawt als die van havenstad Aden, een van de parels in de koloniale Britse kroon.

Tijdens Al-Jariri’s kinderjaren in de jaren zestig werd Hadramawt onderdeel van het communistische Zuid-Jemen, met Aden als hoofdstad. In zijn studentenjaren, na ineenstorting van de Sovjet-Unie, de sponsor van het communistische project, fuseerde Zuid-Jemen met Noord-Jemen.

‘We hadden altijd een goed, sterk leger, maar dat was in de vier voorgaande jaren opgesloten, ontwapend en opgedoekt.’

Dat verstandshuwelijk sloeg al snel om in een vechtscheiding. In 1994 liepen de noordelijke legers het zuiden onder de voet. Al-Jariri: ‘We hadden altijd een goed, sterk leger, maar dat was in de vier voorgaande jaren opgesloten, ontwapend en opgedoekt.’

Met de noordelijke hegemonie trad voor Zuid-Jemen marginalisatie en verval in. De kosmopolitische havenstad Aden verloederde, eerder verworven burgerrechten werden ingeperkt. In 2007 begon het verzet, dat materialiseerde in Hirak, letterlijk ‘de beweging’. ‘Want je kon niet langer je mond houden,’ zegt Al-Jariri, die in 2012 tot een afdelingsvoorzitter van Hirak werd gekozen.

In 2014 werd het Al-Jariri te heet onder de voeten en vluchtte hij naar Nederland. ‘Dat had ook Zweden of Duitsland kunnen zijn, of een ander land van de vrijheid.’ Voor een visum begaf Al-Jariri zich in het hol van de leeuw: Sana’a, hoofdstad van Noord-Jemen. ‘Er was geen andere mogelijkheid. Met de auto, onder een valse naam en maar hopen dat ik niet gesnapt zou worden.’

© EU/ISS

© EU/ISS

Al-Jariri werd niet gesnapt en reisde via Amman naar Nederland, waar hij van asielcentrum naar asielcentrum zwierf. De IND, de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst, zoals de Dienst Vreemdelingenzaken in België, beschouwde Al-Jariri maandenlang als een oorlogsmisdadiger. ‘Vermoedelijk omdat Hirak een slecht imago heeft, ik weet het niet. Maar uiteindelijk kreeg ik een advocaat die dat beeld bijstelde en zo werd ik politiek vluchteling.’ Sindsdien strijdt Al-Jariri in ballingschap voor de zuidelijke zaak, en schrijft hij — ook in het Nederlands — voor vluchtelingenmagazine RFG.

De essentie van de oorlog

Al-Jariri wil me spreken, nadat ik in een artikel heb geschreven dat de oorlog in Jemen op zijn laatste benen loopt. ‘Met name dat je de STC omschrijft als een onafhankelijkheidsbeweging, dat is bijzonder.’ De STC of de Southern Transitional Council is de Engelse vertaling van de Majlis al-Intiqiya al-Janubiya, ofwel de zuidelijke overgangsraad. De STC veroverde tijdens de oorlog al heel wat gebied in het zuiden, zowel via politieke als militaire weg.

‘Dat je de STC omschrijft als een onafhankelijkheidsbeweging, dat is bijzonder.’

Midden 2020 is de STC zelfs de belangrijkste binnenlandse speler in Jemen, na de in het noorden dominante Houthi’s. Feitelijk is de STC de voortzetting van Hirak, zegt Al Jariri. ‘De STC heeft veel last van slechte pers, vandaar dat het me opviel dat je onafhankelijkheidsbeweging schreef.’ Verder, laat Al-Jariri blijken, focussen journalisten nog te veel op de strijd in het noorden van Jemen, tussen de Houthi’s en de verjaagde regering, die gesteund wordt door Saoedi-Arabië.

Want teruggebracht tot de essentie gaat de oorlog in Jemen om iets anders, zegt Al-Jariri: ‘Alle problemen, alle Jemenitische oorlogen zijn terug te voeren op de strijd tussen noord en zuid. De oorlog in Noord-Jemen is een spelletje, de partijen daar spelen met de Saoedi’s, zodat die meer geld en nieuwe wapens sturen. Ze vechten wel een beetje hier en daar, maar ze schieten vaak met opzet mis, ruilen onderling wapens. En ‘s nachts doen ze zaken met elkaar. Ze creëren bijvoorbeeld brandstoftekorten, waar de bevolking onder lijdt, maar zij beiden van profiteren.’

Toch delen de Houthi’s en de zuidelijke onafhankelijkheidsbeweging dezelfde vijand: de verjaagde regering, gesteund door de Saoedi’s en gedomineerd door de Jemenitische politieke partij Islah, de Jemenitische variant van de moslimbroeders. Dat de Houthi’s het nu in het noorden voor het zeggen hebben verbaast Al-Jariri overigens niet. ‘Toen het daar in 2014 misging, hadden de Houthi’s overal hun mannetjes, in elk legeronderdeel.’

Beter dan Islah

Ook al noemt Al-Jariri de Houthi’s “een soort fascisten”, hij prefereert hen boven Islah. ‘Omdat de Houthi’s weten dat het zuiden niet van hen is. Dat is anders dan Islah, die willen alles in Jemen. Na 1994 zaaide Islah met steun van Saoedi-Arabië veel vergif in het zuiden, in de hoofden van de jongeren. Persoonlijk had ik daar ook last van: veel studenten stuurden klachten naar de imam, zeiden dat ik kafir was: een ongelovige. “Maar dat vergif kloppen wij er wel weer uit”.’

Want daar loopt Al-Jariri graag op vooruit: de onafhankelijkheid van het zuiden. Hirak en diens opvolger STC hebben het tij mee. Met steun van de sponsors uit de Verenigde Arabische Emiraten zijn grote delen van het zuiden al veroverd op de verjaagde regering, die op instorten staat. Onafhankelijkheidsleider Aidaroos al-Zubaidi zit steeds prominenter aan de verscheidene onderhandelingstafels, in Riyad, Abu Dhabi, misschien ook al in Genève. Om te praten over de toekomst van Jemen, die steeds meer de vorm krijgt van twee Jemens.

Al-Jariri: ‘Nee, dat wordt geen Zuid-Jemen, dat gaat misschien Zuid-Arabië — of Hadramawt — heten, daar moet eerst het volk over geraadpleegd worden. Wat gek is: de Nederlandse ambtenaar van de immigratiedienst zei me: “Jij bent helemaal geen Jemeniet.” Ik vroeg hem waarom. Toen liet hij me mijn geboorteakte zien: geboren in Hadramawt, niet in Jemen.’

‘Begrijp me goed, ik houd ook van Jemen. Ik ben zelfs gepromoveerd op een dichter uit Dhamar, hoog in de bergen van Noord-Jemen. Vroeger had je Sham — zeg maar Noord-Arabië, ook wel gebruikt als naam voor Syrië — en je had Jemen, het zuiden van Arabië. Er was nooit een land dat Jemen heette, totdat het Mutawakilietische Hashemitische Koninkrijk (de voorouders van de Houthi’s) in de jaren zestig opeens werd vernoemd tot Jemen.’

Altijd verbonden

Daar is Mogib Hassan — een generatie jonger (1974), noorderling, politiek analist, journalist — het niet mee eens. ‘Dat het zuiden geen Jemen is, klinkt mij te emotioneel in de oren, de wens is hier de vader van de gedachte. Zuid en noord zijn door de geschiedenis heen altijd verbonden geweest, door alle historische koninkrijken heen. Formeel noordelijke steden als Ibb en Taiz zijn echt een fusie van noord en zuid.’

‘Dat het zuiden geen Jemen is, klinkt mij te emotioneel in de oren.’

Hassan, die afwisselend woont in Jemen en Europa, nu toevallig in Brussel, erkent wel de zuidelijke frustratie en zucht naar vrijheid. ‘Als noorderling ben ik niet doof voor hun wensen. Ik zie dat het zuiden lang gediscrimineerd is, gemarginaliseerd, door slecht leiderschap in het noorden. Maar ik zie ook dat het zuiden het onderling niet altijd eens is, dat lang niet iedereen voor onafhankelijkheid is.’

Maar een afscheiding is in feite al geschied, merkt Hassan. ‘Vroeger kostte het vijf uur om van de hoofdstad Sana’a in de havenstad Aden te komen, nu is dat bijna een etmaal. Omdat je door allerlei verschillende gebiedjes moet, die allemaal hun eigen milities inzetten. Ik vrees voor een verdere fragmentatie van het land als onafhankelijkheid wordt doorgezet. Dan zullen er drie, vier staatjes ontstaan. Ik weet niet of dat wenselijk is. Je ziet dat niet alleen lokale elites in dat vacuüm stappen, maar ook bedenkelijkere groepen als IS en AQAP (de tak van Al Qaida op het Arabische schiereiland, red.), of staten die in Jemen eigenlijk niets te zoeken hebben.’

Maar Al-Jariri ziet de dominantie van het noorden als een grotere bedreiging: ‘Ze zijn onze broers. Maar we hebben meer broers. Oman ligt ons misschien wel nauwer aan het hart. Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten willen ook dat de oorlog stopt. Terwijl de meeste mensen in het noorden hetzelfde doel hebben: het zuiden eronder krijgen. Omdat wij hier het geld verdienen. Met onze olie, onze havens, onze zee.’

Het noorden kan meeprofiteren: ‘Natuurlijk mogen ze handel met ons drijven. Misschien moeten we wel de oliegebieden verdelen in Marib en Shabwa, dunbevolkte oostelijke woestijngebieden tussen noord en zuid.’ Dat scenario is volgens Mogib Hassan niet reëel. ‘Dan heb je het over Shabwa, een gebied dat nog onder controle staat van de verjaagde regering. Die gaat dat niet zomaar opgeven. Maar ook de andere partijen in het noorden niet, en die zijn samen sterker dan het zuiden.’

Sterk leiderschap

‘Ik zie dat er sterk leiderschap nodig is om de politieke islam, om Islah te weerstaan.’

Over een ding is Hassan het eens met Al-Jariri: zuid en noord hebben een gemeenschappelijke vijand: de politieke islam, in de gedaante van de Jemenitische moslimbroederspartij Islah. Hassan was tijdens de Jemenitische lente in 2011 democratisch activist maar zag hoe de democratische protestbeweging door Islah werd gekaapt. ‘Daarom ben ik van standpunt veranderd, ben ik niet meer zo democratisch als ik ooit was. Ik zie dat er sterk leiderschap nodig is om de politieke islam, om Islah te weerstaan. Wat dat betreft sta ik minder kritisch tegenover de Houthi’s als ik eerder stond.’

Hetzelfde geldt voor Al-Jariri, maar dan wat betreft de inmenging van Jemens buren: Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten. ‘Totaal geen probleem, we kunnen toch handel drijven, zoals tussen alle landen. Ook al eindigen de Saoedische pijpleidingen in Mahra of beheersen de Emirati’s de haven van Aden, er is geen probleem. ‘

Al-Jariri is vooral vol lof over de Emiraatse inbreng. ‘Ze hebben ons een leger gebouwd, van negentigduizend strijders. Uit elk huis in het zuiden komt nu wel een soldaat, soms wel twee. Ik weet dat er veel negatiefs over de Emiraten wordt verteld, maar ze hebben wel het militaire evenwicht tussen noord en zuid hersteld.’

Berichten van afgelopen week dat de STC en de verjaagde regering van Jemen hun geschillen hebben bijgelegd en opnieuw samenwerken, berusten volgens Al-Jariri en Hasan op een misverstand. Door de overeenkomst van Ryad heeft de STC juist een steviger voet tussen de deur, die leidt naar onafhankelijkheid.

‘De STC heeft onafhankelijkheid niet opgegeven. De Ryadh-overeenkomst is een stap op weg naar ons doel: de definitieve oplossing voor onafhankelijkheid.’

Hasan: ‘Nee, dat is een verkeerde analyse. De STC is hierdoor een legitieme partij geworden, erkend door de anderen. Ze zullen voor 100 procent op onafhankelijkheid aansturen.’ Al-Jariri bevestigt: ‘De STC heeft onafhankelijkheid niet opgegeven. De Ryad-overeenkomst is een stap op weg naar ons doel: de definitieve oplossing voor onafhankelijkheid.’

Net als in de voorgaande jaren zal ook deze overeenkomst de opmaat zijn naar nieuwe strijd, voorspelt Al-Jariri: ‘De overeenkomst is onuitvoerbaar, omdat elke partij een ander doel heeft. Dus we verwachten oorlog tussen de partijen op elk moment en iedere partij is slagvaardig.’