Internationale samenwerking is meer dan ooit belangrijk: ‘Enkel samen komen we hier uit’
ACV-voorzitter Marc Leemans: ‘Terugkeren naar januari 2020 is onmogelijk’
Nog te veel mensen geloven dat een terugkeer naar business-as-usual mogelijk is, stelt ACV-voorzitter Marc Leemans vast. Maar wat de huidige crisis ons leert, is dat er geen resetknop is en alleen samenwerking ons uit die crisis helpt. ‘Als het elders niet goed gaat, voelen ook wij dat.’
ACV, de grootste vakbond van het land, is klaar voor een sociaal duurzaamheidspact. Maar nog te veel mensen denken dat we gewoon naar vroeger kunnen terugkeren, stelt voorzitter Marc Leemans vast. ‘Alleen samen staan we sterker, ook binnen de Europese Unie, want geen enkele lidstaat kan dit alleen aan.’
Sinds 2012 is Marc Leemans ACV-voorzitter, maar hij maakt al langer deel uit van de top van de grootste vakbond van het land. Vanuit die cockpit zag hij al heel wat passeren: de boomende globalisering, de bankencrisis, de aanslagen en nu het coronavirus.
Dit is uitzonderlijk, getuigt Leemans. ‘We zullen niet te snel moeten spreken over de tijd na de coronacrisis. We zullen de gevolgen nog heel lang dragen, zowel sociaal-economisch als psychologisch. De term “crisis” is misleidend omdat het de indruk wekt dat dit vergelijkbaar is met de financiële crisis van 2008. Dat klopt niet. Corona heeft meer weg van een omwenteling. Hoe de wereld er in de toekomst zal uitzien, weten we niet echt. We kunnen ons daar wel een idee over vormen maar het blijft onzeker.’
‘We kunnen niet terugkeren naar januari 2020. Zullen we nog zoveel vliegen? Gaan we terug naar kortere ketens?’
Leemans is voorzichtig in het maken van voorspellingen maar is ervan overtuigd dat er geen resetknop is. ‘We kunnen niet terugkeren naar januari 2020. Dat besef je vooral als je wat breder gaat kijken. We mogen niet te eng denken vanop ons eilandje van 11 miljoen mensen. Dat eilandje importeert en exporteert veel en als het elders niet goed gaat, zullen wij dat voelen. Sommige sectoren zullen zware klappen krijgen. Zullen we ooit nog evenveel vliegen als weleer? Blijven de globale waardeketens (waarbij producten tot stand komen met onderdelen uit de hele wereld, jv) overeind of gaan we terug naar kortere ketens? Dat weten we nog niet zeker.’
Welke solidariteit?
Als vakbond heeft het ACV als geen ander de vinger aan de pols van de crisis. Het hoort van 1,6 miljoen leden hoe ze de dingen aanvoelen.
Leemans: ‘Er is de angst voor besmetting, al is de een al meer afkerig van de risico’s dan de ander. We krijgen veel vragen. “Kan ik het me als hoofd van een éénoudergezin wel veroorloven om te gaan werken? Wie zorgt er voor mijn kind als ik ziek word?” Of: “Mijn partner maakt deel uit van een risicogroep, mag ik wel het risico nemen hem of haar bloot te stellen aan het virus? Mag ik weigeren aan het werk te gaan?” Dit valt absoluut niet te vergelijken met vorige gezondheidscrisissen zoals aids, ebola of SARS.’
Voelt u meer waardering voor de vakbond?
Leemans: We krijgen veel bloemetjes van mensen. Op allerlei manieren late mensen ons weten dat de vakbond hen goed hielp met hun tijdelijke werkloosheid. Of dat er dankzij de vakbonden een sterke sociale zekerheid is. Politici spreken zich nu ook voor solidariteit uit, maar we weten natuurlijk dat de regering Michel drie miljard euro bespaarde op de sociale zekerheid. Openlijk. Als die zich nu uitspreken voor solidariteit vraag ik me af wat ze daarmee bedoelen. Komen ze terug op die stappen?
Sommigen spreken over de nood aan een nieuw sociaal-ecologisch pact.
Leemans: Wij spreken over een sociaal duurzaamheidspact. We kunnen ons niet meer beperken tot de twee dimensies die het pact van 1944 bevatte: de heropbouw van de ondernemingen en het beschermen van de werknemers door de invoering van verplichte sociale bijdragen.
De wereld is sindsdien enorm veranderd. De economie is geglobaliseerd en we kampen met immense uitdagingen op het vlak van duurzaamheid. Een sociaal pact moet daarom anno 2020 meerdere dimensies omvatten. Er moet een internationale dimensie aan worden toegevoegd waarbij we oog hebben voor sociale dumping en het recht op waardig werk voor alle mensen. En er moet een duurzaamheidscomponent bij waarin de strijd tegen klimaatverandering cruciaal is.
Is er animo bij de sociale partners voor zo’n pact? Voel je een andere sfeer, een bereidheid om het systeem te herdenken bij die partners?
Leemans: De werkgevers spraken zich vorig jaar al over een vernieuwing van het sociaal pact uit 1944. Maar hun voorstellen kwamen vooral neer op minder sociale zekerheid, lagere werkgeversbijdragen, … Dat is niet wat wij willen. Door de verzekeringspremie te verminderen met dezelfde risico’s, krijg je natuurlijk minder bescherming.
Willen de werkgevers na corona nog altijd die richting uit? Het is jammer om te zeggen, maar ik vrees dat we nog niet diep genoeg zitten om genoeg gelijkgezinden te vinden. Te veel mensen denken dat een terugkeer naar business-as-usual mogelijk is.
Veel werkgevers zitten met de kin op het stuur en willen zo snel mogelijk terug naar een economische heropleving. Ik begrijp dat bedrijfsleiders bang zijn dat ze onderuit gaan, maar het mag niet de bedoeling zijn iets te redden door de gezondheid van mensen in het gedrang te brengen. Gezondheid mag niet alleen te koop zijn voor wie die de luxe heeft om onveilig werk te weigeren, terwijl anderen niet anders kunnen dan in onveilige omstandigheden te gaan werken.
‘Wat we zelf doen, doen we niet beter’
En de politiek?
Leemans: Ook daar is het te vroeg. Ik zag dat Conner Rousseau op 1 mei om een nieuwe sociaal pact vroeg, maar de huidige regeringen bevinden zich nog in crisismodus waarbij zoveel mogelijk draaiende moet worden gehouden.
‘Mensen zijn bezig met de kwaliteit van de zorg, niet met communautaire kwesties.’
Daarnaast hoor ik politieke commentaren waar het polariseren weer terugkeert. Zoals het voorstel om gezondheidszorg te regionaliseren. Daar zijn mensen toch niet mee bezig? Ze zijn bezig met de kwaliteit van de zorg, niet met communautaire kwesties.
Dat voorstel kwam van Jan Jambon, maar ook van CD&V-politici Joachim Coens en Wouter Beke. Kunnen jullie de stem nog verheffen binnen CD&V?
Leemans: Dat is niet nodig. CD&V kent onze opinie. Ze zeggen dat ‘de zorg dicht bij de mensen moet staan’. Akkoord, het aanbod moet dicht bij de mensen zijn, maar de aansturing niet. Of gaan we sociale zekerheid op provinciaal niveau organiseren? Dan staat het nog dichter bij de mensen. Dat zijn afleidingsmanoeuvers. Het gaat niet om waar je de zorg organiseert, maar of de zorg kwaliteitsvol is.
Op het federale niveau werd trouwens goed gewerkt, terwijl de woonzorgcentra, een Vlaamse bevoegdheid, in de problemen belandden. De stelling ‘wat we zelf doen, doen we beter’ is eens te meer niet bewezen. Dus als Jambon en Beke pleiten voor een Vlaamse gezondheidszorg omdat het dan beter zal zijn, kan je alleen maar zeggen dat dit op geen enkele manier proefondervindelijk bewezen is. Bij sociaal-progressieve partijen hoor ik dat verlangen naar een staatshervorming alvast niet, en zeker niet in Franstalig België. Het is de rechterkant van Vlaanderen die daarover spreekt.
Men zal natuurlijk snel fundamentele keuzes moeten maken zodra men een begroting gaat opstellen.
Leemans: Zeker. Wij schuiven daarom vijf begrotingsuitdagingen naar voor.
Er is de oplopende kost van de vergrijzing: minder actieven, meer gepensioneerden. Er zijn de noodzakelijke investeringen in klimaatneutraliteit. En begin nu niet over investeringen in nieuwe kerncentrales want dat remt de groene energie af.
‘De vorige regering, die een begroting in evenwicht zou afleveren, liet een dramatisch begrotingstekort van 12 miljard euro achter.’
Daarnaast moet de schade van vijf jaar neoliberaal beleid worden opgevangen. De vorige regering, die een begroting in evenwicht zou afleveren, liet een dramatisch begrotingstekort van 12 miljard euro achter – en dat was nog voor corona. Vervolgens moeten we de economische schade herstellen die het virus aanrichtte. De activiteiten die omvallen, het nationaal inkomen dat daalt, de mensen die hun baan verliezen, … daar moeten we een oplossing voor zoeken.
Tot slot moet er nieuw beleid gevoerd worden: wij denken aan een versterking van de collectieve voorzieningen en de sociale zekerheid, een sterkere Europese Unie en internationale solidariteit.
Maar hoe moeten we omgaan met de toegenomen schulden als gevolg van de coronacrisis?
Leemans: Ik ga akkoord met De Grauwe en Rousseau: we kunnen ons uit deze crisis niet graven, krimpen of besparen. Daarvoor is de put te diep. We moeten eruit groeien door te investeren. We moeten investeren in duurzame activiteiten, zowel wat productie, energie als consumentengedrag betreft. Ook korte ketens en faire productie moeten meer kansen krijgen.
Op wie slaat de we als u zegt dat ‘we moeten investeren in meer duurzame activiteiten’? De private sector, coöperaties, de overheid… ?
Leemans: De vrije markt blijkt toch niet zo vrij te zijn als we dachten. Voor het eerst sinds lang hoor ik iedereen pleiten voor staatssteun. Ook wie zei dat er geen regels en geen grenzen mochten zijn, stelt nu vast dat je het toch niet op eigen houtje kan. Voor ons is het duidelijk dat de overheid een grote rol te spelen heeft op allerlei terreinen: als regelgever, als financier, als herverdeler en als handhaver.
‘Vroeger was ons land een voorloper op Europees gebied, nu hebben wij de Europese Unie nodig.’
Regelgeving is nodig. De regels moeten zo zijn dat hernieuwbare energie wordt gestimuleerd. Ik hoor voorstellen dat vanaf 2024 alleen elektrische wagens nog fiscaal aftrekbaar zouden zijn. Dat is één voorbeeld. Alleen zijn in ons land coalities zo veelkleurig dat het moeilijk is om een coherent beleid te voeren. Gelukkig is er de EU die met haar European Green Deal minstens aankondigt dat het anders moet. Vroeger was ons land een voorloper op Europees gebied, nu hebben wij de Europese Unie nodig.
Afwezig bij strategisch overleg
Jos Delbeke, de voormalige klimaatchef bij de EU, zei aan MO* dat deze crisis uitgelezen kansen biedt: de lage brandstofprijzen maken de invoering van een koolstoftaks makkelijker en tegenover de luchtvaartsector kan je een kerosinetaks vragen in ruil voor hun redding.
Leemans: Het zijn goede ideeën, maar de motivatie is zwak. Een kerosinetaks en een koolstoftaks zijn sowieso nodig. De luchtvaarttickets zijn te goedkoop. Wie gelooft echt dat je voor veertig euro naar Barcelona kan vliegen? Dat is onrealistisch en dus is bijsturing dringend nodig. Corona biedt de mogelijkheid om de oplossingen die zich opdringen, versneld in te voeren.
Kan die keuze voor een duurzaam herstelbeleid ook op Vlaams en Belgisch niveau worden doorgezet? In het raadgevend comité dat de Vlaamse regering moet bijstaan in zijn herstelbeleid, zit wel VOKA-voorzitter Wouter Degeest, ook jarenlang CEO van BASF Antwerpen, maar geen enkele vakbondsstem, of duurzaamheidsdenker.
‘Er wordt over, maar niet mét werknemers gepraat. Alsof ze geen deel uitmaken van de economie.’
Leemans: Ik weet het. Er is geen reflex meer om ons bij dat soort strategisch overleg te betrekken. Als de verzamelde media debatten organiseren over de economie worden Pieter Timmermans en Bart De Wever gevraagd, maar niemand van de vakbonden. Men praat over de werknemers, maar niet mét hen. Alsof ze geen deel uitmaken van de economie. Het is typerend en frustrerend. Ook de politiek denkt zo.
Hilde Crevits, vice-premier van de CD&V, benoemde mee de zes experten in het relancecomité. Is de kloof tussen ACV en CD&V ooit groter geweest?
Leemans: Ik ga geen uitspraken doen over één partij. Ik kan alleen zeggen dat we openstaan voor het bredere politieke landschap en samenwerken met meerdere democratische partijen. We richten ons minder en minder op één partij. We werken samen in functie van de waarden en projecten waarin we elkaar vinden met Groen, sp.a, een deel van de CD&V en de PVDA.
Sommigen zijn pessimistisch over de rol die deze Vlaamse regering kan spelen als trekker inzake duurzaamheid.
Leemans: Ik vind dat eerder realistisch. De politieke meerderheid daarvoor is er niet. Of ze zit in alle geval niet in de regering. Gelukkig is er Europa waarvan we nu meer krijgen dan dat we geven. Het was ooit anders.
U sprak daarnet ook de rol van de overheid als financier.
Leemans: Misschien kan niet elke Europese lidstaat die rol aan. Je moet dat daarom ook Europees organiseren met een heus Marshallplan. Wij zijn voor Europese solidariteit en euro-obligaties, maar ook daar is ons land tegen.
Ons land was toch bij de negen lidstaten die ervoor pleiten.
Leemans: Als je luistert naar de Vlaamse regering hoor je toch weer iets anders. We komen er alleen samen uit, niet als het ieder voor zich is. Zuid-Europa staat aan de rand van de afgrond. Centraal-Europa heeft zijn eigen uitdagingen, zelfs Duitsland kan de schwarze Null niet langer aanhouden. Het herstelbeleid moeten we samen doen. Om dat te kunnen, moeten we ook de fiscaliteit eerlijker maken. Het kan niet dat de mensen die het hardst werken, het meest moeten betalen, terwijl er heel veel inkomen ontsnapt.
Klaar voor fiscale rechtvaardigheid?
‘Het herstelbeleid moeten we in Europa samen doen. Om dat te kunnen, moeten we ook de fiscaliteit eerlijker maken.’
Waaraan denk je dan?
Leemans: In het rapport van de Hoge Raad voor Financiën zie je dat huurinkomens belast worden op basis van een achterhaald kadastraal inkomen, dat meerwaarden onbelast blijven, dat salariswagens manieren zijn om inkomen minder te belasten, …
Vervolgens lekt uit dat een voorstel van een meerderheid van experten om arbeidsinkomens progressief te belasten en vermogensinkomens proportioneel (al naargelang van de omvang van het vermogen) op een njet stoot van een minderheid van experten. Dat zijn Tim Hermans van de Nationale Bank en professor Herman Matthijs.
Zo zie je dat nog niet iedereen klaar is om de fiscaliteit rechtvaardiger te maken. Nochtans kan je alleen zo noodzakelijke dienstverlening handhaven. Door deze crisis herontdekten we het belang van openbaar vervoer, recyclageparken en natuurlijk de gezondheidszorg.
Nog even terug naar de overheid als financier. Kan dat ook in de vorm van een openbaar vermogensfonds – een sovereign wealthfund - zoals veel landen er nu een hebben? Als we een bedrijf redden, doen we dat best door erin te investeren zodat we later mee kunnen profiteren van de winsten.
Leemans: Dat moet kunnen, maar vergt een lange termijnvisie die soms in ons land ontbreekt, waarbij de ene regering terugkeert op beslissingen van de vorige.
Belfius is een goed voorbeeld: we redden de bank, maar zonder visie om die als staatsbezit te houden zodat de winst mee kan worden opgestreken. De regering Michel zat vol believers in de vrije markt die daar zo snel mogelijk van af wilden, al vonden ze het dividend wel aardig meegenomen.
Gelooft u dat een overheidsbank nuttig kan zijn om die duurzame investeringen mee mogelijk te maken zoals de Europese Investeringsbank op Europees gebied meer en meer een klimaatbank wordt?
Leemans: Wij voerden campagne met de slogan ‘Belfius is van ons’. Een retailbank die voor iedereen toegankelijk is, daar voelen wij wel iets voor.
Duitsland heeft nog meer van die instrumenten: de KfW als pure staatsbank, de vele spaarkassen in de Länder waar lokale overheden vaak aandeelhouders zijn, …
Leemans: Wij hebben VDK-Bank in Oost-en West-Vlaanderen die investeert in duurzame activiteiten en ook oog heeft voor sociale meerwaarden zoals de sociale huisvesting.
Wie sterk is, wordt sterker
ACV-voorzitters zijn al vele jaren nauw betrokken bij de werking van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO). Vangt u iets op over wat het virus aanricht voor de werkende mens in de ontwikkelingslanden?
Leemans: Via WSM (het vroegere Wereldsolidariteit) en de IAO horen we hoe landen de gevolgen dragen van de kwetsbaarheid van globale waardeketens. Landen als Bangladesh, Cambodja, Indonesië zien bestellingen wegkwijnen. In Bangladesh lijden de miljoenen textielarbeiders onder het wegvallen van bestellingen, of het niet-betalen van gedane leveringen. Fabrieken gaan dicht en er is geen vervangingsinkomen. Zuster Jeanne Devos vertelde ons dat miljoenen dienstbodes die in India bij gezinnen werken door de lockdown hun werk kwijt zijn.
Wat betekent dit voor ons?
Leemans: We kunnen ons daar niet van afsluiten. Er is ook sprake van een voedselcrisis. Je kan niet uitsluiten dat dit leidt tot migratiestromen, onrust en politieke instabiliteit. Ook dat za de globale waardeketens en de hele globale economie verder onder druk zetten.
De crisis draagt ook bij tot machtsconcentraties, zoals Saoedi-Arabië dat vijf grote oliebedrijven koopt. Wie sterk is, kan nog sterker worden. Zo zie je hoe Amazon wint bij de huidige situatie. Meer en meer vervangen de grote Amerikaanse techbedrijven de oliebedrijven aan de top van de bedrijfsmacht. Vraag is hoe die de politiek gaan beïnvloeden. De miljoenen platformmedewerkers hebben geen enkel vangnet.
‘Een digitale taks voor techreuzen is een uitstekend idee, maar geen enkele lidstaat durft dat alleen. Samen staan we sterker.’
Er is sprake van een digitale taks voor de techreuzen.
Leemans: Een heel goed idee maar dat moet op Europees niveau gebeuren. Geen enkele lidstaat durft dat alleen. Samen staan we sterker.
Van samen staan gesproken, hoe zeer hangt het Europees Vakverbond samen?
Leemans: Ondanks onenigheden zoals over een Europees minimumloon, zijn we het over veel dingen eens: harmonisering op fiscaal gebied, sociale zekerheid, een solidair Marshallplan, …
Blijft de globalisering overeind of moet ze stoppen volgens u?
Leemans: Dat niet, want we hebben die in zekere zin nodig, al was het maar omdat bepaalde ertsen alleen in verre landen te vinden zijn. We moeten naar een sociaal gecorrigeerde globalisering, met goede sociale bescherming voor mensen, een herverdelende fiscaliteit en sterk sociaal overleg. Dat vereist sterke vakbonden en werkgeversorganisaties die in veel landen ontbreken.
Ook als consument moeten we beseffen dat veel globale waardeketens gebaseerd zijn op sociale dumping en bijdragen tot klimaatverandering. Ze zijn vaak in handen van grote kapitaalgroepen met gekende merknamen en ze zijn niet duurzaam.
Dat vragen jullie natuurlijk al heel lang. Ik herinner me dat uw twee voorgangers Willy Peirens en Luc Cortebeeck dit ook al nastreefden.
Leemans: We blijven daar meer dan ooit van overtuigd. Internationale instellingen zijn daarbij belangrijk, maar die hebben het momenteel ook niet makkelijk. De IAO, de Wereldgezondheidsorganisatie die de Amerikaanse bijdrage verliest, … ze worden tegengesproken en/of genegeerd door bepaalde landen of kapitaalgroepen. Hoorden we de voorbije maanden nog iets over de SDG’s?
Dat klinkt niet bijster hoopgevend.
Leemans: Als het niet van de top komt, moet het van onderuit komen. Er zijn allerlei grassroots-bewegingen waar mensen over het eigen gedrag nadenken. Zo kennen plukboerderijen en buurtwinkels een revival.
Hoe significant dat allemaal is in het grotere geheel, blijft een open vraag. Niemand weet hoe dit verder evolueert. Wij willen naar een duurzame wereld waar minder druk wordt gezet op milieu, klimaat, arbeidsomstandigheden, sociale bescherming, zodat we allemaal samen op deze wereld kunnen leven. Dat is de bottom line. Wie nu denkt dat er door de coronacrisis meer draagvlak voor solidariteit, voor sociale bescherming, is, kan gelijk hebben, maar het kan net zo goed de andere kant op gaan. Je kan gelijk hebben maar je moet gelijk krijgen.
Hoe krijg je gelijk?
Leemans: Door allianties aan te gaan met alle middenveldorganisaties en politiek welwillenden. Dat vraagt overtuigingskracht waar we al jaren mee bezig zijn en we nu meer dan ooit moeten verderzetten. In de aanloop naar de verkiezingen van 2019 wezen we heel uitgesproken op de noodzaak voor een ander beleid – zonder stemadvies te geven, dat doen we nooit – en we zullen dat blijven zeggen.