Paul De Grauwe: ‘Stop die komedie en schrap gewoon één derde van de Belgische staatsschuld’

Interview

‘Als we de komende tien jaar weer moeten besparen, is het omdat we daarvoor gekozen hebben’

Paul De Grauwe: ‘Stop die komedie en schrap gewoon één derde van de Belgische staatsschuld’

Paul De Grauwe: ‘Stop die komedie en schrap gewoon één derde van de Belgische staatsschuld’
Paul De Grauwe: ‘Stop die komedie en schrap gewoon één derde van de Belgische staatsschuld’

Overheden maken nu grote schulden, maar hoe voorkomen we dat die leiden tot hetzelfde besparingsbeleid als na de financiële crisis van 2008? Econoom Paul De Grauwe kijkt vooruit naar de periode na de coronacrisis. 'Er is in de Europese Unie momenteel geen bereidheid om echte solidariteit te betonen met zwaar getroffen landen, vooral met Italië.'

© Thomas De Sweertvaegher

Econoom Paul De Grauwe over geldcreatie: ‘In uitzonderlijke omstandigheden mag je uitzonderlijke maatregelen nemen.’

© Thomas De Sweertvaegher

Econoom Paul De Grauwe kijkt vooruit naar de periode na de coronacrisis. Overheden steken zich nu in de schulden, maar hoe voorkomen we dat dat leidt tot hetzelfde besparingsbeleid als na de financiële crisis van 2008? Hoe zorg je ervoor dat de coronacrisis de EU versterkt in plaats van haar te verzwakken? De Grauwe vindt dat de crisis nu al de kracht van de welvaartstaat aantoont.

‘Ik stel het goed,’ antwoordt Paul De Grauwe (73) op mijn vraag hoe hij het maakt in coronatijden. Hoewel hij professor Economie is aan de London School of Economics verblijft hij dezer dagen in zijn woning in het Leuvense. ‘We prijzen ons gelukkig dat we een tuintje hebben. Het maakt de lockdown makkelijker om dragen. Als we uit wandelen gaan, draag ik een masker. Mijn vrouw is Chinese; in Oost-Azië is dat heel gewoon.’

‘Dit is een soort economische stilstand die we nog niet eerder meemaakten. We weten niet echt hoe diep we zullen vallen.’

Het virus dat nu dood en ziekte veroorzaakt, heeft uiteindelijk ook de wereldeconomie lamgelegd. Die zou met drie procent krimpen, zo liet het Internationaal Muntfonds (IMF) deze week weten op zijn lentevergadering. Dat zou dan meteen de grootste krimp worden sinds de Grote Depressie van de jaren dertig van de vorige eeuw.

‘Dit is een ongehoorde schok,’ zegt De Grauwe, ‘een soort stilstand van de economie die we nog niet eerder hebben meegemaakt. Bovendien weten we niet echt hoe diep we zullen vallen. Dat hangt af van de evolutie van de epidemie. Niemand kan uitsluiten dat het over zes maanden niet opnieuw begint. Dat is de extra onzekerheid.’

De Grauwe vindt dat de overheid ‘alle middelen moet aanwenden om de pauzeknop van de economie in te duwen, zodat burgers en bedrijven zoveel mogelijk ongeschonden deze periode van lockdown doorkomen. Dat is voor mij de vraag: zijn we bereid alle middelen van de overheid, inclusief de Nationale Bank, in te zetten?’

Superieur aan het Amerikaanse systeem

De Grauwe stelt met genoegen vast dat ons systeem van tijdelijke werkloosheid ‘als vanzelf, eigenlijk haast zonder een beslissing’ in werking is geschoten. ‘Dat noem ik een automatisch stabilisatiemechanisme. De VS moeten dan plots iets nieuws verzinnen en vinden er niets beter op dan naar iedereen een cheque te versturen.’

Hij vergelijkt die maatregel met een tapijtbombardement, waarbij hele gebieden worden gebombardeerd: ‘We geven iedereen iets, dan zijn we dat zeker dat iedereen die het nodig heeft, het krijgt. Ons systeem is, in vergelijking daarmee, een precisiebombardement: veel gerichter. En dat is goed. Ik heb zo een cheque niet nodig, en het stimuleert ook de economie niet als ik extra steun ontvang, want het belandt gewoon op mijn spaarrekening.’

Professor De Grauwe vindt dat we op dergelijke momenten voelen dat ons systeem met zijn uitgebreide sociale zekerheid superieur is aan het Amerikaanse. ‘Het is meteen ook een antwoord aan al die economen zoals Johan Van Overtveldt, Geert Noels of Peter Dekeyser, die al jaren klagen dat ons sociale stelsel veel te groot is, dat het onze competitiviteit schaadt, dat we dat absoluut moeten afbouwen en kleiner maken.’

‘Hadden we Fortis genationaliseerd, dan hadden het bedrijf in Belgische handen kunnen houden en winst kunnen maken op de verkoop.’

Vandaag de pauzeknop induwen houdt ook in dat we beletten dat bedrijven failliet gaan. De Grauwe vindt dat we daarbij een onderscheid moeten maken. ‘Bij grote strategische bedrijven zou ik niet zomaar leningen verschaffen die door de staat gegarandeerd worden. Als Brussels Airlines steun nodig heeft, moeten we in het kapitaal stappen, zodat we ook mee kunnen profiteren als het bedrijf het goed doet. Dat is symmetrisch: je draagt de last als verlies dreigt, maar je profiteert mee als het beter gaat.’

‘Met de financiële uitdagingen die op ons af komen, kunnen we ons niet de luxe permitteren cadeaus uit te delen. Natuurlijk wil Lufthansa (het moederbedrijf van Brussels Airlines, red.) niets liever dan dat we een kredietlijn geven en voor de rest zwijgen. Maar als aandeelhouder wil ik ook medezeggenschap. Voor sommigen is dat taboe, dat je als staat ook iets wil te zeggen hebben. Dat was ook zo met de banken die we overnamen. We wilden per se niks te zeggen hebben.’

De Grauwe wijst er terloops op dat we ook Fortis beter hadden genationaliseerd: ‘Zo hadden we het bedrijf in Belgische handen kunnen houden en winst maken op de verkoop. Let op, ik ben altijd een globalist geweest. Het maakte me niet uit wie de eigenaar van een bedrijf was. Maar ik stel vast dat economische nationalisten nu eenmaal bestaan. En als je niet oplet, krijg je problemen als al je grote bedrijven in buitenlandse handen komen.’

‘Alle middelen’ inzetten, ook geldcreatie

De Grauwe is blij dat de Europese Centrale Bank (ECB) nu al na enkele dagen heeft gezegd dat ze ‘al het nodige’ zal doen om de euro overeind te houden. Bij de vorige crisis duurde dat drie jaar. De ECB heeft ook beslist om voor 750 miljard euro aan staatsleningen en andere activa op te kopen bij de banken.

‘Je voegt bij wijze van spreken een nulletje toe aan de rekening van de staat. Van één miljard maak je tien miljard.’

Maar dat is niet genoeg, vindt De Grauwe. Als hij zegt dat de overheid ‘alle middelen’ moet inzetten, bedoelt hij immers dat de staten ‘zich direct monetair moeten laten financieren door de centrale banken’.

Wat is dat dan, ‘alle middelen’? Dat de ECB ervoor zorgt dat er plots tien miljard euro extra staat op de rekeningen van de staat?

Paul De Grauwe: Ja, dat is echt uit het niets geld scheppen. Je voegt bij wijze van spreken een nulletje toe aan de rekening van de staat. Van één miljard maak je tien miljard.

Is dat niet te mooi om waar te zijn? Waarom doen we zoiets dan niet altijd?

Paul De Grauwe: Omdat je in normale tijden met zo’n beleid de inflatie in de hand werkt. En dat is natuurlijk een goede reden om dat niet te doen. De verleiding is dan immers groot om dat voor van alles en nog wat te doen. Dan loopt het uit de hand en krijg je teveel inflatie. Daarom is het goed dat je daarover een regel hebt die dat verbiedt.

Maar in uitzonderlijke omstandigheden mag je uitzonderlijke maatregelen nemen. Er is nu absoluut geen risico op inflatie. Integendeel, deflatie (een aanhoudende daling van de prijzen, red.) is het risico.

Ik heb gepolst bij de Belgische bestuurder bij het IMF, Anthony De Lannoy, en hij vertelde me dat zo’n aanpak voorlopig niet overwogen wordt.

Paul De Grauwe: Maar de Britten doen het al! Ze hebben opnieuw een kredietlijn bij de Bank of England en hebben verklaard dat ze die ook gaan aanspreken. Dat is dus de Schatkist die aan de centrale bank zegt: ‘Ge gaat ons dat geld geven.’

Trouwens, zo nieuw is dat niet, hoor. Vroeger had onze overheid ook een rekening bij de Nationale Bank. En als de regering er met de begroting niet uit raakte, dan spraken ze die rekening aan en werd er geld bijgemaakt.

Wanneer is dat dan gestopt?

Paul De Grauwe: Ergens in de jaren zeventig en tachtig. En zeker sinds het ontstaan van de euro mag dat niet meer.

De muntunie laat dat dus niet toe voor de leden van de eurozone.

Paul De Grauwe: Dat klopt, maar er is een mogelijkheid om dat te omzeilen. De Belgische staat kan eeuwigdurende obligaties uitgeven met een nulrente. De banken kunnen die dan financieren, en de ECB kan die dan vervolgens op de secundaire markt van hen overkopen.

Ik stel voor dat bijvoorbeeld te beperken tot tien procent van ons bruto binnenlands product (bbp). Dat is vijftig miljard euro. Dat is zo ongeveer wat deze crisis ons volgens de prognoses zal kosten. Deze aanpak heeft het voordeel dat de schuldgraad niet toeneemt.

Dan krijg je de gunstige combinatie van geen inflatie én ook niet meer schulden?

Paul De Grauwe: Dat is het. En zo vermijd je dat we door deze tijdelijke schok de komende tien jaar weer permanent gaan moeten besparen op onze uitgaven. Dat is dus helemaal niet nodig.

Als we dat niet doen, gaan we bovendien naar grote spanningen in de EU. De schulden in Zuid-Europa, vooral Italië, zullen enorm oplopen, en we dreigen weer in een schuldencrisis van de eurozone te belanden.

Maakt de muntunie het bij ons moeilijker dan elders?

Paul De Grauwe: Ja, onze handen en voeten zijn meer gebonden. Maar dat hebben we ons zelf aangedaan, dat is geen natuurwet. Wij hebben in de Europese verdragen geschreven dat monetaire financiering niet mag. En in normale tijden is dat ook zinvol, maar nu moeten we dat opzijschuiven.

In een oorlogssituatie is dat het eerste dat gebeurt, en we zijn in oorlog met dat virus. Je moet alle middelen gebruiken die je ter beschikking staan. Dat is rationeel. Het is irrationeel om je aan dogma’s te houden. Nochtans hebben velen al uitgeroepen dat De Grauwe nu helemaal gek is geworden. Het is juist omgekeerd. Dit is heel rationeel.

Zullen de Verenigde Staten dit ook doen?

Paul De Grauwe: Natuurlijk. De Verenigde Staten zullen dat doen en ze gaan daar niet veel woorden aan verspillen.

‘Staatsobligaties opkopen is een vestzak-broekzakoperatie’

Maar is het verschil tussen uw voorstel van monetaire financiering en wat we nu al doen, dan zo groot? Nu koopt de ECB ook al een belangrijk deel van de staatsobligaties op.

Paul De Grauwe: Een deel. Ik denk dat het voor een land als België om dertig procent van alle staatsleningen gaat. De ECB geeft dan de Nationale Bank van België de opdracht die Belgische staatsleningen op te kopen.

Onze Nationale Bank creëert dan gewoon dat geld op de rekening van de betrokken financiële instelling, en wordt eigenaar van die staatslening. België betaalt dan de interesten op leningen aan de Nationale Bank, die vervolgens die opbrengsten terugstort aan de Belgische staat. Dat is dus een vestzak-broekzakoperatie, die hoe dan ook een schuldverlichting inhoudt.

Eigenlijk is dat een zogenaamde intra-agencyschuld, een schuld tussen de afdelingen van eenzelfde organisatie, de overheid in dit geval. Je zou die ook kunnen consolideren op de balans van de overheid en dan valt dat weg. Multinationals doen dat ook soms.

‘Het Europese akkoord is puur symbolisch. Er is geen bereidheid om echte solidariteit te betonen met de zwaarst getroffen EU-landen, vooral met Italië.’

Als we dat doen, zou er dertig procent van de Belgische schuld verdwijnen. Als ik dat zeg aan Pierre Wunsch, de gouverneur van de Nationale Bank, ontkent hij dat niet. Hij weet dat, maar hij voelt er zich niet goed bij als ik dat zeg. Als je die dertig procent Belgische staatsobligaties bij de Nationale Bank van België zou vernietigen, als je die op nul zet, dan zouden er geen economische problemen ontstaan. Laten we die komedie stoppen!

Kijk naar Japan. De staatsschuld bedraagt er maar liefst 230 procent van het bbp, maar die schuld is zo goed als volledig in handen van de Bank of Japan_,_ de centrale bank van Japan.

Zegt u nu niet dat er niet zoveel verschil is tussen de monetaire financiering die u nu voorstelt en wat we de voorbije acht jaar hebben gedaan?

Paul De Grauwe: Er zijn wel degelijk verschillen. Ten eerste zit maar een derde van onze staatsobligaties bij de Nationale Bank. Ten tweede is het niet zeker dat de rente op die staatsobligaties zo laag blijft. Want wij betalen bestaande obligaties af met nieuwe obligaties, en niemand kan garanderen dat de rente van de nieuwe obligaties op nul blijft. Of dat de centrale bank die nieuwe obligaties blijft opkopen. Dus daar gaat toch druk van uit (omdat de rente kan stijgen, red.).

EU-landen willen schulden niet verdelen

Een ander heikel punt in deze crisis is de terugkeer van de spanningen tussen de landen uit Noord-Europa en uit Zuid-Europa.

Paul De Grauwe: Ja, het akkoord dat vorige week onder de ministers van Financiën is gesloten (en dat 540 miljard euro belooft om bedrijven en werkgelegenheid te redden, red.), stelt eigenlijk niet veel voor. Het zijn kredieten van het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM), leningen. Maar Italië kan zelf ook al goedkoop lenen op de financiële markten, onder meer dankzij de tussenkomst van de Europese Centrale Bank. Die kan een groot deel van de Italiaanse staatsobligaties opkopen.

Oké, misschien kan het ESM nog iets goedkoper lenen. Maar het blijven leningen die de Italiaanse schuldgraad opdrijven. Dit is dus eigenlijk puur symbolisch. Er is geen bereidheid om schulden onder elkaar te verdelen of om echte solidariteit te betonen met deze landen, vooral met Italië.

Hoe bedreigend is dat voor de EU en voor de eurogroep?

Paul De Grauwe: Erg bedreigend. Er is zelfs in deze omstandigheden geen bereidheid tot solidariteit. Uiterst rechts in Italië is volop bezig met dat verhaal te exploiteren. De Nederlanders vertellen weer hetzelfde verhaal, van ‘Wij zijn deugdzaam geweest en jullie niet, en dus moeten jullie nu boeten.’

‘Er komt een terugslag op de globalisering. Bepaalde producten zullen we niet meer in China laten maken omdat het daar goedkoper is.’

Een groot deel van de ondernemingswereld, zelfs in Nederland, ziet dat niet zo. Ze beseffen dat Nederland een van die landen is die het meest profiteren van de euro, en die dus ook het meest te verliezen hebben als de euro uit elkaar valt. Ik denk dat zelfs een meerderheid in Nederland dat beseft, maar politiek lijken zij niet aan bod te komen. En die minister van Financiën (Wopke Hoekstra, red.) denkt zich door zijn harde lijn populair te maken bij een deel van de kiezers.

Er zal ook nog een Europees crisisplan, een marshallplan uitgetekend worden, dat het herstel moet bevorderen. Hoe moet dat er volgens u uitzien?

Paul De Grauwe: Dat biedt de mogelijkheid om solidariteit te organiseren. Waarom zou de Europese Commissie geen obligaties uitgeven en geld lenen in naam van de hele EU? Op die manier zou je makkelijk en op een beheerste manier solidariteit kunnen organiseren.

Waar zit die solidariteit dan, als alle lidstaten die Europese obligaties zouden afbetalen al naargelang hun economisch gewicht?

Paul De Grauwe: Stel dat de Europese Commissie “100” leent, dan zullen alle landen inderdaad afbetalen in functie van hun economisch gewicht. Italië zou dan 16 procent daarvan afbetalen, maar je zou bijvoorbeeld de helft van dat geld kunnen investeren in Italië. Op die manier zou je een overdracht van middelen krijgen, die duidelijk is maar ook beperkt.

Dat element ontbreekt nu volledig in alles wat is afgesproken. We staan echt op een tweesprong. Als we die solidariteit betonen, kan de Europese Unie daar versterkt uitkomen. De Italianen zullen dan beseffen: ‘De EU heeft iets goeds voor ons gedaan. Dit is een club waar we willen bij horen.’ Op dat moment scoort de EU, terwijl het verhaal van Salvini (de rechts-radicale Italiaanse vicepremier, red.) minder aanslaat.

Doe je dat niet, dan krijg je het omgekeerde: dan scoort Salvini en gaan de Europeesgezinde partijen achteruit. Eigenlijk spreidt Nederland met zijn harde lijn het bedje van Salvini. Een heel gevaarlijk spel.

Effecten op de globalisering

Veel ontwikkelingslanden zien hun inkomsten opdrogen terwijl het kapitaal hun land ontvlucht. Hun munt devalueert. Ze komen in betalingsnood, want ze hebben geen deviezen meer om dingen te kunnen invoeren. Het grote verschil is dat zij, anders dan de EU, niet zomaar internationale koopkracht kunnen scheppen door hun nationale bank geld te laten scheppen.

Paul De Grauwe: Dat klopt. Zij hebben niet die mogelijkheid. Het IMF moet hen bijstaan.

Hoe zeer zal deze crisis de globalisering terugslaan? Zijn de toeleveringsketens voorgoed aangetast?

Paul De Grauwe: Nee, dat denk ik niet. Dat kan zich snel herstellen, als er geen invoertarieven komen. Wel denk ik dat bedrijven grotere voorraden zullen aanhouden.

En er komt ook een terugslag op de globalisering. Bepaalde producten, zoals medische apparatuur of geneesmiddelen, zullen we niet meer allemaal in China laten maken omdat het daar goedkoper is. Er zullen daar wellicht tarieven worden geheven om een eigen industrie tot stand te brengen.

Vraag is voor hoeveel producten dat zal gebeuren en of we dat gaan kunnen stoppen, want er zijn veel industrieën die dat willen. Die strijd moet nog beginnen.