‘Het is beter om te vechten tegen je eigen tegenstrijdigheden dan jezelf een goed mens te noemen’
Bas Heijne: ‘Hameren op zelfbehoud en verlies van eigenheid maakt ons tot onmens’
De titel van Bas Heijne’s nieuwe essay – Mens/Onmens – krijgt na de zoveelste extreemrechtse terreuraanslag een akelig actuele relevantie: hoe worden wij on-mens? Door voortdurend de angst voor het verlies van de eigen cultuur aan te wakkeren. Terwijl, zo stelt Heijne, zelfverlies juist een deugd is
© ANP / Koen Van Weel
‘Haat voor de elite is een van de belangrijkste ingrediënten van het hedendaagse populisme, maar het is slechts een symptoom van een dieperliggende afkeer: een afkeer van het liberalisme.’
Essayist Bas Heijne, zonder twijfel een van de helderste denkers van Nederland, heeft al heel wat spraakmakende essays op zijn naam staan. Zijn nieuwe essay Mens/Onmens is opnieuw een schot in de roos. Slechts 120 bladzijden heeft hij nodig om de crisis van verbondenheid in onze samenleving haarfijn te ontleden. De titel van het essay krijgt na de zoveelste extreemrechtse terreuraanslag – deze keer in de Duitse stad Hanau, waar een man negen mensen doodschoot in een shishabar – een akelig actuele relevantie: hoe worden wij on-mens?
Ontheemd en ondermijnd door de koude berekening van de Verlichting werden we al eens stevig in de armen van de dictators en het fascisme gejaagd, op zoek naar gemeenschap en houvast, schrijft Heijne over een bepaalde periode uit het Europese verleden. ‘Steeds opnieuw ontneemt de collectieve identiteit het zicht op de werkelijkheid van anderen. Steeds opnieuw wordt uit naam van verbroedering de ander miskend en vernederd, opgesloten of afgeslacht.’
Heijne verwijst ook naar de uitspraak van zijn landgenoot en socioloog Willem Schinkel: ‘Mensen die een “wij” claimen, hebben niet zelden onder het mom van saamhorigheid iets gewelddadigs op het oog: een wij dat grenzen heeft, dat denkt volledig te zijn, een natie, een samenleving, iets dat denkt de beknotting van anderen nodig te hebben om dat “wij” te kunnen zijn.’
Opnieuw: akelig actueel. Christchurch. Finsbury Park. Hanau. Telkens waren moslims, immigranten, het doelwit. Maar daders en slachtoffers zijn geen in beton gegoten groepen.
‘Steeds opnieuw wordt uit naam van verbroedering de ander miskend en vernederd, opgesloten of afgeslacht.’
‘Ook in migrantengemeenschappen leeft de angst voor het verlies van de eigen cultuur’, zegt Heijne. ‘Ook zij bouwen vaak een harnas rond de eigen identiteit. De ontsporingen van IS zijn daar een extreme uiting van. De naïviteit waarmee sommige moslims zich daartoe hebben laten verleiden, toont dat het verlangen naar een thuisgevoel in een gemeenschap sterk is. Ook zij zochten broederschap, de gemakkelijke versie.’
Het emotionele houvast van de identiteit maakt het praktisch onmogelijk om betekenisvolle relaties buiten die identiteit aan te gaan, terwijl het juist dat is wat nodig is.
Heijne durft het aan om dieper te graven. Economische globalisering, neoliberaal beleid en individualisering hadden ontwrichtende effecten. Ze gingen ten koste van alles wat een mens inbedt in gewoonte, traditie en gemeenschap. Er ontstond een vraag naar geborgenheid. Nationalistische populisten kwamen met een makkelijk aanbod: broederlijkheid. Het vergeten derde ideaal van de Franse revolutie. Maar dan enkel met het ‘eigen volk’.
Volgens Heijne heeft de aantrekkelijkheid van dat aanbod vooral te maken met het falende liberalisme, dat er niet in slaagt om met een eigen, inclusief gemeenschapsideaal te komen.
Bergrede
Om de nationalistische populisten de wind uit de zeilen te nemen, ging Heijne op zoek naar een gemeenschapsideaal van onze eigen cultuur dat tegelijk draait om betekenisvolle relaties buiten het ‘eigen volk’. Dat vindt hij in het christendom, tegenwoordig zo vaak misbruikt door de nationalistische populisten.
‘Is het een verdienste als je liefhebt wie jou liefheeft? Wat voor uitzonderlijks doe je dan?’ vroeg Jezus Christus in zijn Bergrede over broederlijkheid enkel met het eigen volk.
Heijne noemt de Bergrede ‘een bijtende aanklacht’ tegen de mens die het zichzelf in alle opzichten gemakkelijk wil maken, die denkt dat gemeenschap louter van natuurlijke verwantschap afhankelijk is, die zich koestert in zijn identitaire gemeenzaamheid met gelijkgestemden.
‘Een mens is nooit méér mens dan wanneer hij tegen zijn eigen instinct van zelfbehoud in handelt.’
‘De aansporing van Jezus is van alle tijden, maar ze lijkt bij uitstek op onze tijd gericht, tegen ons, nu. Het is een stem die zegt dat een mens die zijn eigen opvattingen, zelfs eigen “identiteit”, niet wil bevragen, niet echt een waardevol leven leidt – niet echt mens is, eerder een onmens.’ Heijne neemt het woord ‘zelfverlies’ in de mond als een deugd. In tijden waarin zelfbehoud en behoud van de eigen cultuur zaligmakend zijn, is dat op zijn minst verrassend.
‘Zelfverlies is een manier om relaties met anderen aan te gaan, om die felbegeerde gemeenschap te kunnen vormen. Een mens is nooit méér mens dan wanneer hij zichzelf geweld aandoet, wanneer hij tegen zijn eigen instincten van veiligheid en zelfbehoud in handelt. Het andere, het vreemde, dat wat buiten jezelf ligt, is dan niet langer louter gevaarlijk en ondermijnend. Het is noodzaak geworden.’
Eigen schuld
Om de haverklap gebruiken politici propaganda op sociale media om juist het omgekeerde te doen: het geloof in de eigen groepswaarden onaantastbaar maken. Altijd appelleren ze aan een verloren gegaan gevoel van gemeenschap. En altijd is er een vijand die daarvoor verantwoordelijk zou zijn.
‘Theo Francken bijvoorbeeld, voedt voortdurend onvrede en onrust, om die politiek te recupereren’, zegt Heijne. ‘Soms vraag ik me af of ze wel bereid zijn om écht iets te doen aan het verlies van verbondenheid. Of willen ze liever het verlangen ernaar laten bestaan en zelfs voeden, zodat ze het eindeloos kunnen verzilveren in stemmen en macht?’
Er echt iets aan doen. ‘Dat zou betekenen dat we naar onszelf zouden moeten kijken. Want het waren niet de anderen – de immigranten, de moslims – die onze verbondenheid en gemeenschap hebben afgebroken. Dat hebben wij zelf gedaan.’
‘Als er één kracht is die de gemeenschap heeft ondermijnd, dan is het wel het neoliberalisme.’
We hebben zelf onze christelijke identiteit laten verwateren. We hebben zelf een individualistische consumptiemaatschappij gebouwd. We hebben de economische globalisering traditionele vormen van werk- en sociale zekerheid zelf laten ondermijnen. ‘Als er één kracht is die de gemeenschap de afgelopen decennia heeft ondermijnd, dan is het wel het neoliberalisme’, zegt Heijne.
Multinationale ondernemingen die de belastingdans ontspringen en op die manier de middelen ondermijnen om gemeenschap te bouwen, bijvoorbeeld. ‘Het is moeilijk voor radicaal rechtse populisten om de hand in eigen boezem te steken omdat zij zelf vaak de meest agressieve neoliberalen zijn. Kijk maar naar de Brexiteers in het Verenigd Koninkrijk. Dan is het makkelijker om een zondebok aan te duiden’, zegt Heijne.
Vlaamse canon
Ook de N-VA combineert nationale identiteit, nostalgie en een conservatieve kijk op gemeenschapsgevoel met pakweg verdachtmaking van vakbonden, die Heijne een gemeenschapsvormend instituut noemt.
‘Ik merk een cultureel conservatisme, zonder dat ze de gemeenschapsondermijnende kracht van hun eigen beleid erkennen’, zegt Heijne. ‘Vaak gaat het enkel om symbolen: een vlag, een lied, een gebaar. Die slaan aan bij mensen die emoties van verlorenheid en nostalgie ervaren. Maar ingrijpende maatschappelijke veranderingen om het gemeenschapsgevoel te herstellen, blijven achterwege.’
Heijne is hard voor het Vlaams-nationalisme: ‘Ooit was het Vlaams-nationalisme een reactie op een reële bedreiging, tegenwoordig is het vooral een parodie op het echte negentiende-eeuwse nationalisme. Het is eerder een reactie op de globalisering, een virtuele oefening, om iets terug te krijgen wat je zélf verloren bent. Omdat je dat niet erkent, doe je alsof het door de ander komt.’
‘Hedendaags Vlaams-nationalisme is een reactie op de globalisering. Omdat je niet erkent dat je je identiteit zélf kwijtspeelde, doe je alsof het door de ander komt.’
In Vlaanderen kwam er veel kritiek op het project om een canon van de Vlaamse cultuur samen te stellen. De canon zou te veel een instrument zijn om ons te onderscheiden van anderen. De implicatie is vaak: dit is wie wij zijn, en dit is niet wie jullie zijn. En als jullie aanvaard willen worden, moeten jullie worden zoals wij.
‘En omdat die identiteit in de geglobaliseerde wereld van vandaag en morgen niet veel meer betekent, grijpen we terug naar verwezenlijkingen van gisteren’, zegt Heijne. ‘Dan stelt zich de vraag: gebruik je de geschiedenis om je als groep goed te voelen en het eigen groepsgevoel te versterken?’
‘In Nederland zijn we daar een beetje op aan het terugkomen, door ook de zwarte bladzijden uit onze geschiedenis een plaats te geven.’ Want ook op die bladzijden vinden we antwoorden op de vraag “Wie zijn wij?”, een inclusiever verhaal naar de slachtoffers van die zwarte bladzijden toe, die vaak onder ons leven.
Saaie managers
Heijne verwijt de traditionele partijen een gebrek aan visie en durf om een eigen verhaal van gemeenschapsvorming tegenover dat van de populisten te plaatsen.
Dat is natuurlijk niet makkelijk. Nationalistische populisten maken het beste gebruik van nieuwe technologieën om voor elke groep op maat gemaakte boodschappen uit te sturen.
Heijne geeft het voorbeeld van de Brexitcampagne. ‘Heel veel verschillende groepen mensen naar de stembus krijgen, dat werkt helaas het best wanneer je ze verenigt in een vaag, gedeeld vijandsbeeld. Zowel mensen die tegen immigratie zijn, als strijders voor dierenrechten kregen te horen dat de EU het grootste obstakel voor hun idealen was. Zo kregen ze mensen met verschillende emoties in één mand.’
De kiezer als consument van politieke visie. Politici als verkopers van een toekomstbeeld waarnaar mensen kunnen streven, waarin ze kunnen geloven, commercieel toegesneden op hun particuliere wensen en bezorgdheden.
‘Wek emoties los over de liberale kernwaarden. Elan, romantiek, visie, risico: welke centrumpoliticus brengt dat?’
Tegen al dat emotionele geweld dat steeds geraffineerder wordt opgewekt en bespeeld, is de zakelijke management-aanpak van de traditionele partijen niet opgewassen, vindt Heijne. ‘Leg eens de media-optredens van een hedendaagse centrumpoliticus naast een toespraak van Charles De Gaulle. Politici zijn managers geworden, waardoor ze als één pot nat worden gezien. De traditie om naar compromis te zoeken, wordt dan “een klasse die het onder elkaar uitzoekt”, hoeders van de status quo.’
‘En dan komen de paradijsvogels, vooral op de rechterflank, met elan, romantiek, emotie, visie, spanning, begeestering, risico. Welke beroepspoliticus in het midden doet dat?’
Moeten traditionele partijen dan even populistisch worden? Heijne is fel: ‘Neen. Maar wel even begeesterend. Ik pleit ervoor om de liberale kernwaarden veel actiever en met elan te verdedigen. Wek de emoties los rond het geloof in gelijkwaardigheid, vrijheid, vooruitgang, checks and balances. Niet makkelijk, maar we moeten de betrokkenheid bij die idealen vergroten.’
‘Neem nu de aanvallen op rechters als onafhankelijke macht, wat nu gebeurt in Nederland. Als het politieke midden die liberale principes met emoties zou kunnen invullen, dan zou het snel afgelopen zijn met die aanvallen.’
Ook journalisten moeten volgens Heijne veel assertiever reageren als de liberale kernwaarden worden aangevallen. ‘Het is hun verantwoordelijkheid om ze te verdedigen, de vrije pers is erop gestoeld’, zegt Heijne.
De liberale gemeenschap
Traditioneel zijn liberalen niet goed in het vormen van een gemeenschap. Liberalisme was altijd een bevrijder van verstikkende vormen van gemeenschap, geen gemeenschapsvormer. ‘Wie zijn wij? Wat zijn we elkaar verschuldigd? Op beide vragen geeft het huidige liberalisme geen antwoord’, zegt Heijne.
John Stuart Mill, een van de grondleggers van het liberalisme, omschreef de sociale verantwoordelijkheid van het individu als volgt: ‘Het enige deel van het gedrag van eenieder waarvoor hij zich moet verantwoorden tegenover de maatschappij is dat deel dat anderen aanbelangt.’
Doe wat je wil, zolang je anderen niet schaadt. Een vrij enge visie op “gemeenschap”. Zo blijven mensen op hun eiland, zo komen ze juist niet tot elkaar. ‘Met verdraagzaamheid alleen zullen we er niet komen’, lees je in Heijne’s essay.
Juist hier moet het liberalisme zichzelf opnieuw uitvinden. Op links: meer solidariteit, meer participatie van gemarginaliseerde groepen. Op rechts: bewustzijn van onze culturele wortels met een openheid om die cultuur te verrijken met invloeden van buitenaf.
‘De Brits-Jamaicaanse schrijfster Zadie Smith zei dat de Engelse literatuur bij haar misschien wel in betere handen is dan bij bepaalde middelmatige witte Engelse schrijvers.’
Heijne geeft een voorbeeld: ‘De Brits-Jamaicaanse schrijfster Zadie Smith zei dat de Engelse literatuur bij haar misschien wel in betere handen is dan bij bepaalde middelmatige witte Engelse schrijvers. Beter zou ik het niet kunnen zeggen.’
Cultuur is identiteit, niet etniciteit of afkomst. En identiteit is niet onwrikbaar, maar open, poreus en voortdurend in beweging. ‘Je eigen cultuur kan een natuurlijke invloed ondergaan van iemand die deels ook ergens anders vandaan komt. Als je die stap niet kunt maken, ga je in tegen het wezen van cultuur’, zegt Heijne.
‘En om die stap te maken, moet je uit je comfortzone stappen, jezelf en je vooroordelen in vraag stellen. Lees Jezus’ Bergrede nog maar eens. Dat gaat verder dan wat humanistische christenen zouden prediken. Het idee dat je begrip moet hebben voor de andere klinkt heel mooi, maar is niet genoeg. Gebaren van begrip duren niet lang. De verbinding is slechts vluchtig, zoals onze verontwaardiging bij boodschappen op sociale media.’
‘De broederlijkheid van de Bergrede vraagt dat we de andere actief opzoeken, dat we ervaringen opzoeken waar we voor terugschrikken, die we onveilig en ongemakkelijk vinden. Het is beter om te vechten tegen je eigen tegenstrijdigheden dan jezelf een goed mens te noemen.’
Mens/Onmens van Bas Heijne is uitgegeven door Prometheus. 128 blz. ISBN 978 9044 64147