‘België herbergt een groep rechtelozen ter grootte van Gent’
Geert Torremans
23 oktober 2015
Bijna tien jaar geleden reisde Mohamed Boumediene als gediplomeerd informaticus van Marokko naar België. Toen er in 2009 een regularisatiecampagne werd uitgeschreven, hoopte hij eindelijk een nieuw leven te kunnen opbouwen. Maar het beschikken over een arbeidscontract bleek een vergiftigd geschenk. Vandaag is hij woordvoerder van de “Groupe Mobilisation Regularisation 2009” en hij was er als eerste bij toen het Maximiliaanpark in een tentenkamp veranderde.
Mohamed Boumediene oogt vermoeid wanneer ik hem interview. Sinds hij eind augustus besliste om zich in te zetten voor de asielzoekers die hij ’s nachts aantrof op het trottoir voor de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ), heeft hij weinig rust gekend. Ook het eeuwige wachten op verblijfspapieren weegt door.
‘De mensen die een regularisatie hoopten te verkrijgen via een arbeidsovereenkomst werd een strop rond de nek gelegd. Ze werden helemaal overgeleverd aan de willekeur van vaak malafide werkgevers.’
Zes jaar na datum is Mohamed nog steeds een “sans-papier”. Na de vermoeiende weken in het Maximiliaanpark probeert hij zich op te laden voor de manifestatie van aanstaande zondag. ‘In mei wandelden we met 4000 mensen door de straten van Brussel. Dit weekend hopen we met minstens even veel te zijn.’
De “Groupe Mobilisation Regularisation 2009” werd opgericht in 2013. Wat is haar ontstaansgeschiedenis en waarom werd er precies voor die naam gekozen?
Mohamed Boumediene: In het jaar na de regularisatiecampagne van 2009 werd de actiegroep “Sans Papiers Belgique (SPB)” opgericht, omdat we veel problemen zagen opduiken in de nasleep van de campagne. De SPB is voornamelijk opgericht door mensen die een aanvraag hebben ingediend op basis van een arbeidscontract. We hebben verschillende acties en manifestaties georganiseerd om onze situatie aan te kaarten.
Nadat de SPB ophield te bestaan, hebben een aantal leden de Groupe Mobilisation Rregularisation 2009 opgericht om de strijd verder te zetten. De groep bestaat voornamelijk uit mensen uit de Maghreb-landen, omdat zij nooit asiel hebben aangevraagd en vaak alleen in aanmerking kwamen voor een regularisatie op basis van het criterium waarbij een arbeidscontract moest voorgelegd worden. Maar er zitten ook enkele Afghanen, Mauretaniërs en Senegalezen in onze groep. Allemaal zijn we het slachtoffer geworden van hetzelfde criterium.
Wat is dan precies het probleem met dat criterium?
Mohamed Boumediene: We moesten bij onze aanvraag de belofte van een werkgever toevoegen dat hij ons zou aanwerven als we een verblijfsvergunning kregen. Bij een positieve beoordeling zouden we dan een verblijfsrecht van één jaar krijgen. Vijf jaar lang zou er jaarlijks een evaluatie volgen van onze arbeidsprestaties. Veel mensen zonder papieren zijn in die periode in de handen beland van oneerlijke werkgevers die hen uitbuitten. We werden hun slaven. Zij beslisten over onze toekomst en hadden zo een ongelooflijke macht.
Wij willen het recht om eerst een verblijfsvergunning te krijgen om daarna op zoek te gaan naar werk waarmee we een waardig bestaan kunnen uitbouwen in België. Ik denk dat die vraag legitiem is, aangezien het over mensen gaat die al acht jaar of langer in dit land verblijven. Ze zijn geïntegreerd en weten hoe de Belgische samenleving werkt.
De regering heeft een enorme kans laten liggen.
De regering heeft een enorme kans laten liggen om die mensen uit het circuit van zwartwerk te halen. Wij zijn hier en wij werken hier, maar doen dat noodgedwongen in het zwart. Als we in het wit zouden mogen werken, dan zouden we belastingen betalen en meer bijdragen tot de Belgische economie. Nu zijn het enkel de werkgevers die oneerlijk zijn en ons uitbuiten, die geld aan ons verdienen. Niet de Belgische staat.
Wat ziet u als oplossing om uit de impasse te komen?
Mohamed Boumediene: Zowel staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken als de directeur-generaal van DVZ (Freddy Roosemont) noemen de regularisatiecampagne een mislukking. Wel, als we het er allemaal over eens zijn dat de campagne een mislukking was, probeer dan oplossingen te zoeken.
Wij hebben samen met een gespecialiseerde organisatie een tekst uitgewerkt waarin we alle problemen aankaarten die zich na de campagne hebben voorgedaan en constructieve voorstellen uitgewerkt om die problemen recht te trekken. We hebben op basis van die voorstellen twee keer een onderhoud gehad met de staatssecretaris. Maar daarna heeft hij verdere ontmoetingen geweigerd.
Op een dag gaat men toch moeten inzien dat er een structurele oplossing moet komen. Vandaag leven er 150.000 mensen zonder papieren in België. Met de stijging van het aantal migranten, die nu het land binnenkomen, gaan we volgens mij volgend jaar naar de 200.000 mensen zonder papieren. Men kan al deze mensen niet uitwijzen, dat is puur budgettair gezien onmogelijk.
200.000 mensen, dat is een enorm aantal. Je zit in je land met een groep rechteloze mensen ter grootte van een stad. Dat lijkt me een serieus probleem, zelfs voor de nationale veiligheid. Men moet die mensen identificeren, weten wie ze zijn.
Die mensen kunnen toch nog steeds een individuele regularisatieaanvraag indienen om te proberen hun verblijf te regulariseren?
Er liggen nog steeds 500 dossiers van tijdens de campagne op behandeling te wachten.
Mohamed Boumediene: Tot 2009 werden er jaarlijks nog 2000 tot 3000 mensen geregulariseerd op basis van humanitaire of medische redenen. Maar onder het beleid van Maggie De Block zijn die cijfers flink gedaald. Nu gaat het over een 900-tal regularisaties per jaar en je moet rekenen dat er in die cijfers nog dossiers zitten die ingediend zijn tijdens de regularisatiecampagne.
De directeur-generaal van DVZ heeft me gezegd dat er nog steeds 500 dossiers die ingediend zijn tijdens de regularisatiecampagne op behandeling liggen te wachten. De campagne kan dus nog steeds niet als afgesloten beschouwd worden. We hebben behoefte aan een nieuwe wet die duidelijk is en die permanente criteria bevat op basis waarvan je een regularisatie kan verkrijgen. Zodat mensen weten of en hoe hun verblijf geregulariseerd kan worden. Nu heerst de willekeur.
Momenteel doet men er ook alles aan om een aanvraag te ontmoedigen. Er zijn amper positieve beslissingen en sinds kort moet je 250 euro betalen om een aanvraag te mogen indienen.
Eén van jullie eisen is het recht om een opleiding te kunnen volgen. Is dat totaal onmogelijk voor mensen zonder wettig verblijf?
Het is bizar. Ze sluiten alle poorten voor ons en daarna zeggen ze dat wij niet geïntegreerd zijn.
Mohamed Boumediene: Zeven à acht jaar geleden was het nog mogelijk om je in te schrijven op scholen of om bij een gespecialiseerde instelling een taalcursus te volgen. Maar beetje bij beetje heeft men de ene poort na de andere gesloten. Nu bieden alleen nog een paar goedbedoelende organisaties vormingen aan voor mensen zonder papieren. Zij engageren daar vrijwilligers voor. Het is bizar. Ze sluiten alle poorten voor ons en daarna zeggen ze dat wij niet geïntegreerd zijn. Maar hoe kunnen mensen zich integreren in een land als ze zelfs niet de kans krijgen om de taal en cultuur te leren?
De regering maakt een strikt onderscheid tussen economische en politieke vluchtelingen. Kan je daar begrip voor opbrengen?
Mohamed Boumediene: Voor ons is dat een vreemd onderscheid, want we zitten in dezelfde situatie. De asielzoeker van vandaag is mogelijk de sans-papier van morgen. Wij zijn hier niet op toeristische uitstap. Als er geen problemen zijn, dan verlaat je je land niet. De Conventie van Genève somt enkele criteria op die bepalen wanneer je als “vluchteling” erkend kan worden. Maar er zijn ook klimaatvluchtelingen en economische vluchtelingen. In mijn ogen behoort de planeet aarde aan alle mensen toe.
Jullie strijden openlijk voor vrij verkeer van personen. Is dat in de huidige politieke situatie wel realistisch?
Mohamed Boumediene: De strijd voor vrij verkeer van personen is er één voor op de lange termijn. Als de bevoegde politici een discours hanteren waarmee men ons criminaliseert, dan plaatsten wij daar een ander politiek discours tegenover. Wij zijn volgens hen “te verwijderen elementen” die thuishoren in gesloten centra. Wel, dit jaar werden we geconfronteerd met drie sterfgevallen in de gesloten centra. En dat zijn dan alleen de mensen die we kenden, waarvan we weten dat ze er het leven verloren hebben.
Men sluit mensen op die geen enkel misdrijf gepleegd hebben dat hun opsluiting rechtvaardigt.
Zo heeft een man, die hier al 15 jaar woonde en waarvan heel zijn familie legaal in België verblijft, zich van het leven beroofd. Misschien komt er een dag dat we op deze periode gaan terugkijken met het besef: ‘Wat hebben we die mensen aangedaan?’ Men sluit mensen op die geen enkel misdrijf gepleegd hebben dat hun opsluiting rechtvaardigt.
Jullie groep is ook erg actief geweest in het Maximiliaanpark. Was dat een middel om jullie eigen agenda onder de aandacht te brengen?
Mohamed Boumediene: In de nacht van 27 augustus heb ik samen met een aantal leden van onze groep enkele mensen aangetroffen die lagen te slapen op het trottoir voor de gebouwen van de DVZ. We zijn met hen beginnen praten en ze bleken uit Syrië en Irak te komen. Ze lagen daar om de dag erop als eersten naar binnen te kunnen gaan bij de DVZ. In de ochtend bracht iemand hen koffie maar daarnaast werden ze door niemand geholpen. De volgende dag zijn we hen spullen gaan brengen, waaronder enkele tenten.
Op 31 augustus hebben we dan een persbericht de wereld ingestuurd. We hebben een onderhoud gehad op DVZ waar we naast onze eigen situatie ook de onmenselijke ontvangst van vluchtelingen hebben aangeklaagd. Daarna zijn we naar het park gegaan en hebben we samen met de vluchtelingen bekeken wat er nodig was. Toen hebben we beslist om bij hen te blijven.
Die dag heb ik het Rode Kruis gebeld. Caritas is ook gekomen, iemand van de daklozenopvang, Dokters van de Wereld… En toen zijn de media beginnen toestromen. Burgers zijn langs beginnen komen om voeding en kleren te geven. Daarna hebben we beslist om alles goed te structureren en coördineren.
Op dat moment waren we alleen maar bezig met te bekijken hoe we de vluchtelingen konden helpen. We waren niet bezig met onze problemen. We waren bezorgd en vonden het schandelijk dat je vluchtelingen opvangt in het park of op het trottoir. En dat je weigert om meer dan 250 mensen per dag te registreren als blijkt dat dat tijdelijk nodig is.
Deze zondag komen de mensen zonder papieren opnieuw op straat in Brussel. De organisatie gaat uit van de “Coördination des sans-papiers Belgique”. Wie vertegenwoordigt die “Coördination” precies?
Mohamed Boumediene: De Coördination is een overkoepeling van 7 bestaande collectieven. In Luik heb je “La voix sans-papiers” en in Antwerpen is er ook een collectief van mensen zonder papieren. In Brussel heb je 5 actieve collectieven. Momenteel is men er ook in Bergen een aan het oprichten. Onze belangrijkste eis blijft een fatsoenlijke regularisatie van mensen zonder papieren. Maar het is ook een mars voor waardigheid. Alle mensen zouden toegang moeten hebben tot fundamentele grondrechten zoals vorming en laagdrempelige gezondheidszorg.
Tijdens de mars van 4 mei hebben we 4000 manifestanten op de been gebracht en we hopen nu minstens even goed te doen. We willen de beweging ook uitbreiden. We hebben behoefte aan meer mensen die mee manifesteren. Als alle sans-papiers en hun sympathisanten zich zouden verenigen en op straat komen… dat zou mooi zijn.