Brigitte Herremans: ‘Geloven onze politici zichzelf als ze voor de tweestatenoplossing ijveren?'
Mensenrechtenactiviste en Midden-Oostenexperte Brigitte Herremans kijkt strijdlustig aan tegen 2017. Het is tijd om de debatten over vijftig jaar bezetting opnieuw naar de kern van de zaak te brengen: de rechten van de Palestijnen.
Het boek dat Brigitte Herremans samen met Ludo Abicht schreef, ligt intussen al even in de winkelrekken. Met Israël en Palestina. De kaarten op tafel schreef Herremans, Midden-Oostenexperte bij Broederlijk Delen en Pax Christi, een boek dat in het Nederlandstalig taalgebied nog ontbrak: een totaaloverzicht over het Midden-Oostenconflict dat haar al meer dan twintig jaar bezighoudt.
Maar voor wie dacht dat dit oude wijn in nieuwe zakken is, vergeet het. Zelf wil ze met haar boek het debat opnieuw naar de essentie wil brengen. En ze vindt het meer dan ooit nodig om vergeten basisfeiten over het conflict opnieuw op de tafel te leggen.
Sommigen noemen 2017 als het jaar waarin de messen opnieuw gescherpt zullen worden. Daarvoor wordt ook in de richting van de kersverse Amerikaanse president gekeken. Hij belooft het Amerikaanse bondgenootschap met Israël, anders dan zijn voorganger, terug naar een warm klimaat te brengen. En dat staat in schril contrast met de steeds killere ijsvlakte tussen de Palestijnen en de Israëli’s vandaag. Toch waren de relaties tussen Arabieren en Israëli’s ooit anders, schrijven Abicht en Herremans. ‘De periodes waarin Joden niet werden blootgesteld aan systematische vervolgingen waren interessant genoeg tijden waarin werd samengeleefd met islamitische meerderheden.’
Title
© Brigitte Herremans
Brigitte Herremans: We vergeten zo snel de geschiedenis. Het anti-judaïsme en het antisemitisme zijn wel degelijk in Europa ontstaan. Het is Europa, niet de Arabische wereld, dat eeuwenlang met het anti-judaïsme heeft geworsteld.
‘Wij, Europeanen, moeten ons ervoor behoeden om met een vinger te zwaaien naar de moslimwereld’
Joden en moslims zijn gaandeweg tegen elkaar opgezet door politieke gebeurtenissen. Kijk, de Joden van Irak of Marokko waren niet altijd volwaardige burgers, maar vaak waren ze wel zeer goed geïntegreerd of namen ze belangrijke posities in de samenleving in. Wij, Europeanen, moeten ons er dus absoluut voor behoeden om met een vinger te zwaaien naar de moslimwereld.
Zelfs binnen het zionisme gingen stemmen op dat goede relaties met de Arabische bevolking van Palestina verenigbaar konden zijn met het zionistisch project.
Brigitte Herremans: Figuren als Martin Buber en Judah Magnes geloofden inderdaad in samenwerking tussen de zionisten en de Arabische bevolking, zelfs in een binationale staat.
Helaas domineerde en won de stroming van Jabotinsky, die geloofde in een IJzeren Muur tussen de Joden en de Arabieren. Met andere woorden: de Joden zouden voortaan de plak zwaaien en de Arabieren moesten dat aanvaarden. Het was de meest agressieve maar ook de meest eenvoudige manier om het zionistisch project uit te voeren.
We moeten natuurlijk voorzichtig zijn als we over “het” zionisme spreken, want er waren meerdere stromingen: cultureel, politiek, religieus. Binnen de verschillende mondiale Joodse bewegingen en filosofieën vormde het politiek zionisme aanvankelijk slechts een minderheid. We mogen de bredere Joodse beweging dus niet beperken tot dat radicale zionisme van het revisionisme. De Bund bijvoorbeeld was in Polen dè grote beweging van marxistische-linkse Joodse intellectuelen. Zij hebben het niet gehaald, onder meer omwille van de Shoa. Maar het revisionisme won dus.
Overigens, ter herinnering, zelfs Jabotinsky zag een mogelijkheid om een Arabier als vice-premier aan te duiden. Dat zou in de huidige Israëlische regering onmogelijk te verkopen zijn.
De Palestijnen waren niet georganiseerd, lees ik in jullie boek. Daarvan maakten de zionisten, maar ook recente Israëlische regeringen handig gebruik om te stellen: zie je wel, de Palestijnse nationaliteit of identiteit bestaat niet. De vraag is dan: hoe begin je met twee partijen een dialoog over twee staten als de ene partij de identiteit van de andere niet erkent?
Brigitte Herremans: De Palestijnse nationaliteit is versterkt door de oprichting van Israël en is in feite vormgegeven door ontheemding, ballingschap, statenloosheid. Maar er bestond wel degelijk een lokale Arabische cultuur. Er waren, zeker in steden als Haifa en Jaffa, Palestijnse bewegingen en een elite die bijvoorbeeld Palestijnse culturele tijdschriften uitbracht. Maar ze definieerden zich niet meteen als Palestijnen, omdat ze deel uitmaakten van het Ottomaanse Rijk. In een langetermijnvisie zagen ze zich eerder cultureel verbonden met Groot-Syrië, om zich zo te onttrekken van de Ottomanen.
Title
© Ann Pacquier
Gaandeweg werd de Palestijnse nationaliteit steeds sterker door het verzet tegen het zionisme, en vanaf de oprichting van Israël was ze een voldongen feit. Golda Meir zei in 1967 dat er geen Palestijnen waren, dat ze niet bestonden als volk. Het is pijnlijk dat dit idee nog heel sterk leeft aan Israëlische kant. Men neemt blindelings aan dat er sinds tweeduizend jaar altijd een continuïteit is geweest.
Voor de meeste Palestijnen is de Nakba, het moment in 1948 waarop de Palestijnen verdreven werden, niet louter een historische gebeurtenis maar een kwestie van identiteit, schrijf je. Maar die Nakba ligt steeds gevoeliger in Israël.
Brigitte Herremans: Elke Palestijn voelt zich verbonden met de gebeurtenissen van 1948: dit was het moment waarop de Palestijnse beschaving voor een stuk is weggeveegd. Mede door de Holocaust, die veroorzaakt is door eeuwen voorafgaand antisemitisme in Europa, zijn ook de Palestijnen slachtoffers geworden.
Ze zijn de slachtoffers van de slachtoffers geworden, wat de stelling was van de Palestijnse literatuurcriticus Edward Saïd. Het is belangrijk dat dit slachtofferschap gewoon erkend wordt. Dit doet geen afbreuk aan het slachtofferschap van het Joodse volk.
In Israël was er vroeger een grotere vrijheid om over de Nakba te spreken. Nu is dat bijna onmogelijk geworden. De Nakba wordt nu voorgesteld als controversieel, want “een poging om Israël te delegitimeren”.
Er is zelfs een wet gestemd om de herdenking van de Nakba op 15 mei door publieke instellingen te verbieden. Veel Israëli’s zien de erkenning van de Nakba immers als het in vraag stellen van het bestaansrecht van Israël. Daar gaat het niet om. Het gaat erom dat de Israëli’s zich moeten verzoenen met het gegeven dat hun staat is ontstaan door een andere beschaving te vernielen. Ze moeten zich verzoenen met hun eigen geschiedenis.
De Nakba erkennen veronderstelt ook het recht op terugkeer erkennen, toch? En net dat is een hele dikke rode lijn voor Israël.
Brigitte Herremans: Klopt, maar het is niet omdat het recht op terugkeer van vijf tot zeven miljoen vluchtelingen problematisch en bijzonder complex is om strategisch te plannen, dat de discussie dan maar achterwege moet blijven.
Het kan toch niet dat Palestijnse vluchtelingen in Libanon en ook zij die nog in Syrië zijn in de meest erbarmelijke omstandigheden in de langst durende vluchtelingensituatie van de moderne geschiedenis vastzitten. Door het debat niet te voeren, gijzelen we vier generaties jongeren. Hun toekomstperspectief is een droom: terugkeer naar hùn dorp. En dat is het dorp van hun grootouders, waar ze nooit geweest zijn, en waar vaak niets meer van rest.
We moeten beseffen dat er in dat droombeeld ook geen beeld van Israël is. Dat is gevaarlijk want het betekent dat deze generatie, anders dan hun ouders in de jaren tachtig, Israël niet erkent en enkel een Palestina ziet van voor 1948.
Ik las in jullie boek ook dat er sinds 2002 dertig wetten zijn uitgevaardigd die de rechten van de Palestijnse minderheid in Israël aantast. Is Israël een apartheidsstaat?
Brigitte Herremans: Ik zou eerder de vraag stellen of Israël een democratie is. Of wat men bedoelt als men zegt dat dit zo is. Gaat het dan puur over het gegeven dat Israël een westerse staat die vergelijkbaar is met onze staatsmodellen, met instellingen als het Hooggerechtshof? Ik ben van mening dat je niet van een democratie kan spreken als een land verglijdt naar een heel open racisme tegenover zijn Arabische burgers.
‘Eigenlijk geeft Israël het signaal: jullie zijn geen burgers meer van onze staat en wie niet tevreden is, kan ophoepelen’
In het kader van ‘zoning and planning’ geeft de Israëlische overheid veel meer land aan voorzieningen voor Joodse burgers. In 2011 werd er voor het eerst gesproken over het Prawer-plan. Dat moest de herlokalisering regelen van grote groepen Bedoeïenen in speciaal ingerichte steden. Het werd afgevoerd maar ligt vandaag opnieuw op de tafel.
Via de zogenaamde immuniteitswet wil men de politieke immuniteit van concreet de Arabische parlementsleden die “terreur promoten” afnemen. In het onderwijs krijgen Arabische zones minder middelen. Enzovoort.
Eigenlijk geeft Israël het signaal: jullie zijn geen burgers meer van onze staat en wie niet tevreden is, kan ophoepelen.
Hoe definiëren Palestijnen nationalisme dan?
Brigitte Herremans: De Arabische Israëli’s zijn veel Palestijnser geworden. Tot 1966 stonden ze onder militair bestuur, ze waren al blij dat ze konden blijven en hielden zich gedeisd, ook al voelden ze zich Palestijns. Vanaf 2000 echter, met de start van de Tweede Intifada, ontstonden veel meer ngo’s die de rechten van de Arabieren in Israël verdedigen. Ze gingen zich veel meer definiëren als Palestijnen. Tegelijk leidde de Tweede Intifada tot een totale splitsing in harten en geesten tussen Arabieren en Joden in Israël. Sindsdien groeide ook de discriminatie tegenover de Arabische Israëli’s.
Title
© Brigitte Herremans
Vandaag kent Israël met de regering van Netanyahu één van de hardste regeringen. Ben je hoopvol op betere politieke dialoogpartners aan Israëlische zijde?
Brigitte Herremans: Hoe kan je hopen op meer verlichte politici in Israël als je ziet dat het democratisch gehalte er aan duizelingwekkend tempo naar beneden gaat, en als je weet dat de VS dit alleen maar zal voeden.
Het idee groeide bij veel Israëli’s dat er “geen andere keuze was dan hun veiligheid in de handen van rechts te leggen”.
“Vrede” is politiek als het ware een scheldwoord geworden. De enige partij die het woord gebruikte tijdens de laatste verkiezingen was het kleine Meretz.
Netanyahu’s partij Likoed begon in de jaren zeventig op te komen maar spon vooral garen uit Oslo. Men vond dat links niet kon waarmaken wat het beloofde. Het idee groeide bij veel Israëli’s dat er “geen andere keuze was dan hun veiligheid in de handen van rechts te leggen”.
Het defaitisme is mainstream geworden, en de Israëli’s zien vaak de menselijkheid niet meer in de Palestijnen. De Palestijnse aanslagen en de raketaanvallen enerzijds en de weinig kritische houding in het Israëlische onderwijs en de pers anderzijds, helpen de zaak ook niet vooruit.
Zelfs de Israëlische schrijver Amos Oz verdedigde het Israëlische leger dat in de opeenvolgende oorlogen in Gaza duizenden Palestijnse burgers neerschoot. “Als iemand aan de overkant met een kind op zijn schoot zijn geweer op mijn kind richt, wat doe je dan?”, is zijn stelling. Ook defaitistisch.
Brigitte Herremans: De angst is groot bij de modale Israëli’s. Maar die zijn ook vergeten dat ze in Gaza gingen shoppen in de jaren tachtig, dat hun automechanicus uit Gaza en hun tuinman uit Betlehem kwam.
Die totale scheiding van geesten, na de Tweede Intifada, heeft geleid tot de overtuiging in de Israëlische samenleving dat de Palestijnen een constante dreiging vormen. Ze zijn veelal niet op de hoogte van wat zich in Gaza afspeelt, zien de doden en het onrecht niet. Als het dan wel gebeurt, is de reactie inderdaad defaitisme. Toen de Gazaanse dokter Ezzeldeen Abu al-Aish tijdens prime time op de Israëlische tv kwam, net toen zijn drie dochters gedood waren, was er een schokgolf. Maar meteen kreeg je bij sommigen de teneur dat “hij maar niet moest ontkennen dat hij voor Hamas was”.
Hoe staan de Palestijnen tegenover geweld en zelfmoordaanslagen?
Brigitte Herremans: Ook daar zie je een verharding van de geesten, en dat het geweld tegen de Israëli’s steeds meer wordt gedoogd. Waar veel Palestijnen de zelfmoordaanslagen verwierpen, is er nu weinig empathie voor de Israëlische slachtoffers van de steekpartijen. De idee is: men oogst wat men zaait. Ik hoorde ook opnieuw de doctrine dat “elke Israëlische burger ook een soldaat is”.
Men is het geweld van de Israëlische bezetting zo beu dat veel Palestijnen blind zijn geworden voor het Palestijnse geweld. Maar, onderschat niet de collectieve trauma’s van de Gaza-oorlogen, en al zeker niet de constante nachtraids van het Israëlisch leger in Palestijnse huizen. Het zijn de grootste vormen van psychische terreur, een constante blootstelling aan geweld en angstgevoelens.
Hamas en Fatah slagen er niet in om een eenheidsregering te vormen. Hoe groot is de bezorgdheid van de Palestijnse bevolking hierover?
Brigitte Herremans: Het is een heel grote zorg. De Palestijnen zijn overtuigd dat een eenheidsregering een veel snellere impact op politieke vooruitgang kan hebben.
Er zijn gesprekken geweest in Rusland over mogelijke verzoening tussen Fatah en Hamas, en ook Qatar en Zwitserland hebben bemiddeld. Er zijn echter fundamentele obstakels, Israël in de eerste plaats. Voor Israël heeft Fatah de keuze tussen Hamas en Israël. Dat was duidelijk toen de regering Netanyahu in 2014 de stekker uit de vredesgesprekken trok, omdat er een Palestijnse verzoening was.
Hamas is eigenlijk ook een partner van Israël, schrijven jullie. Ze houden de invloed van IS ook tegen.
Brigitte Herremans: Als ik dat zeg, word ik door sommigen meteen gecatalogeerd als een aanhangster van de jihadi’s. Maar het is complexer dan dat. We weten ook dat Israël contacten heeft met Hamas, dat de jihadistische gewelddadige salafisten een grotere bedreiging voor Israël vormen dan Hamas.
‘Hamas speelt een dubbel spel door enerzijds IS-sympathisering tegen te gaan en anderzijds wapensmokkel door IS-gelieerde groepen te gedogen.’
Je mag de verspreiding van het transnationale gedachtengoed van IS absoluut niet onderschatten. In Gaza zijn er wel degelijk jongeren die zwarte vlaggen bovenhalen. Er werd vorig jaar een aanval op het Frans cultureel centrum uitgevoerd, waarbij jongeren met IS-ideeën door de straten liepen.
Hamas heeft dat vrij snel tegengehouden. Tegelijk zie je ook dat Hamas de tunnelsmokkel van wapens uit de Sinaï, via organisaties die IS aanhangen, niet aan banden legt. Hamas speelt dus ook een dubbel spel.
Maar enkel met Fatah, zonder een akkoord met Hamas, is er geen vredesoplossing voor het Palestijns conflict mogelijk. Israël houdt dat tegen en Europa steunt Israël. De EU wil wel verzoening, maar de eenheidsregering moet worden geleid door Abbas, op de voorwaarden van Abbas.
Waarom blijft de EU die houding verdedigen?
Brigitte Herremans: Men is als de dood om als Hamasaanhangers gezien te worden. We stelden aan EU-beleidsmakers de vraag waarop het no-contact-beleid tegenover Hamas is gestoeld. Wanneer werd dat nu juist beslist, konden we er een officieel Europees document over krijgen? Er was niets terug te vinden. De beslissing werd halsoverkop genomen nadat Hamas in 2006 de verkiezingen had gewonnen.
Die overhaaste beslissing heeft verregaande gevolgen voor politieke vooruitgang, voor ontwikkelingssamenwerking en humanitaire hulp. Officieus horen we vaak dat beleidsmakers echt spijt hebben van dat isolatiebeleid.
Hamas zal Israël niet erkennen als ‘Joodse’ staat. Als verzetsbeweging zal het altijd een component dragen van terreur. Maar grijp toch die kans aan om de politieke vleugel te versterken, ten koste van de militaire vleugel, net zoals het met de IRA is gebeurd.
Dit jaar gaat de bezetting zijn vijftigste jaar in. Israël speekt consequent over de Betwiste Gebieden, niet over Bezette Gebieden. Toch erkende het Israëlisch Hooggerechtshof dat het een bezettende macht is. Ziet Israël zich nu als een bezettende macht of niet?
Brigitte Herremans: Ariel Sharon sprak, in het kader van de terugtrekking uit Gaza in 2005 over “bezetting”. En het Israëlische Hooggerechtshof erkent ook dat Israël verplichtingen heeft onder de Vierde Conventie van Genève. Die bepaalt onder meer dat een bezettende macht de facto moet instaan voor de burgerbevolking.
Israël verwerpt met andere woorden het internationaal recht niet - dat zou internationaal niet aanvaard worden - maar springt er heel creatief mee om. De stelling van Israël over de bezetting is: er was geen soevereine staat, het grondgebied was niet van de Palestijnen, dus kan je niet van een bezetting spreken. En wat Gaza betreft houdt Israël de zone grijs: het heeft zich teruggetrokken maar controleert het bevolkingsregister, de grens, het luchtruim. Daardoor heeft Israël nog verplichtingen als bezettende macht.
Onlangs discussieerde de MO*-redactie nog over de vraag waarom we nog zouden streven naar een tweestatenoplossing, als je weet dat die Palestijnse staat in het beste geval slechts 22 procent van historisch Palestina zal beslaan. “Het enige werkbare is een eenstaatsoplossing”, klonk het. Wat denk jij nu eigenlijk?
Brigitte Herremans: Het is natuurlijk aan de Israëli’s en de Palestijnen om daaruit te komen. Alleen maakt Israël zeer duidelijk dat het geen Palestijnse staat wil. En als er al een staat zou komen, gaat het overigens al niet meer over 22 maar over elf procent van historisch Palestina.
Men wil bestaande grote nederzettingen als Ma’ale Adumim in Oost-Jeruzalem aanhechten, en profiteert van het nieuwe Amerikaanse presidentschap om groen licht te geven voor de bouw van nieuwe woningen. Kijk, Israël zou zestig procent van de Westelijke Jordaanoever willen aanhechten. Israël wil Gaza verbinden met Turkije of Qatar via een artificiële offshore haven. Op die manier kunnen goederen naar Gaza worden gebracht en wordt Gaza definitief afgesneden van de Palestijnse Gebieden. Daarmee wordt Oslo begraven.
Title
© Frank Ostyn
Ik kan er niet bij dat hier geen politieke tegenstand van de internationale gemeenschap is, omdat dit de levensvatbaarheid van die Palestijnse staat volledig onmogelijk maakt. De Westelijke Jordaanoever wordt een ministaatje van drie eilandjes, Oost-Jeruzalem wordt bij Israël aangehecht.
En dus kom je tot de logische conclusie dat een tweestatenoplossing niet meer kan.
Brigitte Herremans: Klopt, en toch blijf ik er voor ijveren. Ik wil niet naïef zijn in het verdedigen van de tweestatenoplossing maar we moeten strategisch denken. Want hoe leg je een eenstaatoplossing aan boord, hoe promoot je een nieuw samengestelde enititeit als je niet eens in staat bent om Palestijnen en Israëli’s te doen scheiden? De discrepantie tussen de twee bevolkingsgroepen is groter dan ooit. Ik geloof dus in scheiden om daarna samen te komen.
‘Ik vind het ongelofelijk dat er geen groter debat is over het gebruik van geweld door Israël tegen de Palestijnse burgers’
We moeten onze politici en diplomaten ook bij de leest houden. Waarover gaat het: menen ze het als ze over de tweestatenoplossing spreken? Geloven ze erin? Of houden ze de Palestijnen gewoon aan een hulpinfuus bij gebrek aan politieke wil en moed om Israël bij te sturen.
Hoe komt het toch dat er keer op keer enorme debatten zijn over de Palestijnse terreur? En dat men al te vaak de kop in het zand steekt tegenover het geweld dat Israël hanteert? Ik vind het ongelofelijk dat er geen groter debat is over het gebruik van geweld door Israël tegen de Palestijnse burgers. Dagelijks.
Israël heeft 38 miljard dollar gekregen van de VS voor zijn defensie in de komende jaren. Er is veiligheidssamenwerking met Israël, onze minister van Binnenlandse Zaken gaat onder meer naar Israël om te leren hoe het omgaat met terreur. Over die zaken wil ik een diepgaander debat. Kunnen we echt van Israël leren dat zwaar inzet op tactieken als racial profiling?
Het debat moet over rechtvaardigheid gaan, over de fundamentele rechten van de Palestijnen.
Israël en Palestina. De kaarten op tafel. 2016. Uitgegeven door Uitgeverij Pelckmans. 291 blzn.